Aankondiging verlenging energie-innovatie-instrumentarium
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D42080, datum: 2024-11-05, bijgewerkt: 2024-11-06 10:49, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -1422 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z17473:
- Indiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2024-11-07 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-19 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei GEANNULEERD vanwege deelname COP29) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2024-12-03 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Op 1 april 2025 vervalt in de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies (hierna: RNES) de subsidiemodule Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI). Tevens vervalt op 1 februari 2027 de subsidiemodule Horizon Europe Partnership (HEP) en vervallen op 1 juli 2027 de subsidiemodules Energie & Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling (EKOO), Demonstratie energie- en klimaatinnovatie (DEI+) en TSE Industrie studies. Deze subsidiemodules tezamen vormen het energie-innovatie instrumentarium en vallen onder titel 4.2 Topsector Energieprojecten van de RNES.
Omdat innovatie een essentieel onderdeel is van de energietransitie en stimulering van groene groei, ben ik voornemens om de vervaldatum van deze subsidiemodules uit te stellen tot 31 december 2027. Zo kan ik ook in de komende jaren deze belangrijke projecten blijven ondersteunen. Daarnaast zorg ik er met deze verlenging voor dat het gehele instrumentarium dezelfde vijfjaarstermijn zal kennen en dezelfde evaluatiecyclus zal volgen. Zo kan in het najaar van 2027 een integrale afweging plaatsvinden over de inzet van het energie-innovatie instrumentarium na 2027.
In overeenstemming met artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 legt het kabinet hierbij het ontwerp van een regeling die strekt tot wijziging van de datum waarop het instrumentarium vervalt aan uw Kamer voor. De regeling dient niet eerder vastgesteld te worden dan 30 dagen na verzending van deze brief. Hieronder wordt nader toegelicht waarom het kabinet de subsidiemodules van het energie-innovatie instrumentarium wil verlengen.
Redenen voor verlenging van het energie-innovatie instrumentarium
Onderzoek van het Internationaal Energieagentschap (IEA) laat zien dat om in 2050 klimaatneutraal te zijn circa een derde van de CO2-reductie in 2050 moet komen van technologieën die nog niet commercieel beschikbaar zijn.1 Met missiegedreven innovatiebeleid wil het kabinet ervoor zorgen dat deze technologieën op tijd commercieel beschikbaar worden. Tegelijkertijd biedt dit kansen voor Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen om toekomstig verdienvermogen te creëren. Dit maakt het energie-innovatie instrumentarium een cruciaal onderdeel van het overheidsbeleid om zowel de klimaatdoelstellingen te halen als groene groei te realiseren.
Met dit instrumentarium worden innovatieprojecten ondersteund via verschillende subsidiemodules die toezien op een bepaald onderdeel van de innovatieketen of de sector.2 Dit instrumentarium wordt effectief benut door ondersteuning te bieden voor het onderzoeken, ontwikkelen en demonstreren van innovatieve technologieën, producten en diensten. Uiteindelijk moeten deze innovatieprojecten leiden tot markttoepassingen die bijdragen aan de verduurzaming van het energiesysteem, de industrie en gebouwde omgeving.
Het kabinet beschouwt het energie-innovatieinstrumentarium als zeer succesvol. Bij de verschillende openstellingen van de subsidiemodules de afgelopen jaren werd over het algemeen ruimschoots meer subsidie aangevraagd dan wat er aan budget beschikbaar was. Uit de overtekening van de openstellingen blijkt dus dat vanuit de markt de vraag naar deze subsidies groot is en een groot belang wordt gehecht aan het ondersteunen van innovaties.
In 2022 is het energie-innovatie instrumentarium geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat het energie-innovatie instrumentarium bijdraagt aan het tijdig tot stand komen van innovaties en daarmee zijn de subsidiemodules doeltreffend.3
Omdat de innovatieopgave voor het behalen van klimaatdoelen en het realiseren van groene groei onverminderd groot blijft, wil het kabinet de beleidsinzet continueren door deze subsidiemodules te verlengen.4 De volgende evaluatie van het gehele instrumentarium vindt in 2027 plaats. Op basis van die evaluatie kan integraal worden besloten over de voortzetting. De huidige looptijden van de subsidiemodules lopen echter niet synchroon met de evaluatiecyclus. Daarvoor zou het gehele instrumentarium tot en met 2027 moeten gelden. Zodoende kan in het najaar van 2027 integraal en op basis van een afgerond evaluatieonderzoek de vervolginzet van het hele energie-innovatie instrumentarium na 2027 bepaald worden en dit dan eventueel worden verlengd met een nieuwe termijn van vijf jaar vanaf 2028. Aangezien de MOOI al 1 april 2025 zou vervallen en daarvoor moet worden verlengd om volgend jaar weer in te kunnen zetten, stelt het kabinet voor om van de gelegenheid gebruik te maken om alle subsidiemodules van het instrumentarium nu te verlengen tot en met 2027.
Zo is de looptijd van het gehele instrumentarium synchroon met de evaluatiecyclus.
Sophie Hermans
Minister van Klimaat en Groene Groei