[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Vragenuur (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2024D42100, datum: 2024-11-05, bijgewerkt: 2024-11-06 09:14, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Vragenuur

Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen Aardema

Vragen van het lid Aardema aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht "Inspectie legt politie dwangsom op wegens aanhoudende problemen met communicatiesysteem C2000".

De voorzitter:
Ik open meteen het vragenuurtje. We hebben slechts één vraag deze week. Daartoe geef ik het woord aan de heer Aardema van de fractie van de PVV.

De heer Aardema (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ook dank voor het feit dat de minister naar onze Kamer wil komen om mijn vraag te beantwoorden. De Arbeidsinspectie heeft de politie een dwangsom opgelegd vanwege haar niet goed functionerende communicatiesysteem C2000. Volgens een woordvoerder van de inspectie doet de politie te weinig om de problemen op te lossen. Die dwangsom kan iedere twee maanden oplopen tot een maximum van 1 miljoen euro. Het probleem is dat agenten in bepaalde gebieden in Nederland — dat zijn ongeveer 100 witte vlekken — niet kunnen communiceren door slecht bereik en dat het systeem bij crisissituaties overbelast kan raken. Agenten, maar ook ambulance en brandweer moeten altijd en overal kunnen vertrouwen op een goed werkend communicatiesysteem, zeker wanneer elke seconde telt. Er zijn al jaren problemen met het communicatiesysteem C2000. Dit heeft al meerdere keren geleid tot gevaarlijke situaties. "Wij kunnen vanaf de aarde glashelder praten met mensen op de maan en in ruimtestations, maar politiemensen die op enkele kilometers van elkaar staan, kunnen dat soms niet." Dat is een vaak gehoorde quote onder dienders.

Daarom heb ik de volgende vragen aan de minister van Justitie en Veiligheid. Is de minister op de hoogte van deze aanhoudende C2000-problemen? Erkent de minister dat er door deze problemen levensgevaarlijke situaties kunnen ontstaan voor politie-, brandweer- en ambulancepersoneel en dus ook voor de gewone burger? Het Adviescollege ICT-toetsing heeft eind vorig jaar geadviseerd om te stoppen met het vervangende mobiele netwerk en zich te richten op het bestendigen van C2000. Wat is nu de richtinggevende visie van deze minister? Wat heeft de minister nodig en wat gaat hij doen om de problemen met C2000 snel op te lossen? En op welke termijn denkt de minister de problemen adequaat opgelost te hebben?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Het woord is aan de minister.

Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Dank aan de heer Aardema voor zijn vragen. Het antwoord op de vraag of ik op de hoogte ben van de problematiek rondom C2000 is ja. Daar rapporteren we ook halfjaarlijks over in het halfjaaroverzicht politie. Wat is de stand van zaken? Waar staan we? Dat ziet met name op twee dingen. Dat zit 'm ten eerste in de dekking van C2000 en ten tweede in de manier waarop we daarmee omgaan in de voorlichting over het gebruik van C2000 aan agenten. Dat zijn ook de twee aspecten waar de inspectie ons op heeft beoordeeld. Laat ik op die twee punten afzonderlijk ingaan.

Eerst de dekking. Het is bekend dat C2000 niet overal dezelfde dekking heeft. Deels heeft dat te maken met de keuzes die bij de invoering zijn gemaakt. Er zijn landelijke gebieden waar de dekking lager is dan in bepaalde stedelijke gebieden. Deels heeft dat ook te maken met storingen. De omvormers van sommige zonnepanelen storen bijvoorbeeld op de radiofrequentie van C2000. Deels heeft het ook te maken met veranderende bouwomstandigheden. U kunt zich voorstellen: als je ergens een flat bouwt naast een zendmast van C2000, ontstaat daarmee een nieuwe blinde vlek. Het is een continu systeem waarbij we in de gaten houden waar de witte vlekken zitten in C2000, waar de storingen zitten en hoe we daar verbeteringen in kunnen aanbrengen. Op dit moment hebben we inderdaad te maken met ongeveer 94 bekende blinde vlekken. Daarvan zijn er afgelopen jaar overigens 19 opgelost. Aan de overige wordt op dit moment gewerkt. Maar is dat van vandaag op morgen opgelost? Nee, zeg ik tegen de heer Aardema, want we hebben hier te maken met lange Europese procedures om zendmasten te kunnen neerzetten. Er zijn wel stappen gezet, onder andere om met provincies veel sneller te kunnen komen tot akkoorden over waar zulke zendmasten worden neergezet en hoe we zo'n witte vlek kunnen oplossen. Ik heb dus goede hoop dat we die witte vlekken in de komende twee jaar voor een groot deel kunnen wegwerken.

Hebben we dan altijd en overal dekking van C2000? Nee. Ik noemde al eerder de verstoringen door bijvoorbeeld zonnepanelen, maar nog meer recentelijk zijn er luchtverfrissers uit de handel genomen. U kent ze wel: het gaat om luchtverfrissers die je in het stopcontact steekt en die dan om de zoveel tijd een geur afgeven. Dat is misschien heel prettig voor in huis, maar het bleek dat ook deze luchtverfrissers een frequentie hebben die op het netwerk van C2000 stoort. Dat zijn dingen die je niet altijd kunt voorzien. Je moet ze wel snel onderkennen en dan oplossen. In dit geval is dat gebeurd, want deze luchtverfrissers kunt u, in ieder geval in Nederland, niet meer kopen.

C2000 is ook nooit bedoeld geweest om binnen gebouwen of huizen dekking te hebben. Die verwachting is er natuurlijk wel. Als je een systeem hebt, wil je eigenlijk dat dat altijd werkt. Maar vanwege de frequentie, de dikte van muren en het feit dat het radiogolven betreft, kan dat niet altijd. Dat is dus bekend, maar dat maakt het af en toe niet minder vervelend. Daarom wordt er gewerkt met alternatieve methodes. Ik noemde al het mobiele netwerk en het gebruik daarvan. Dat heeft een hogere frequentie en daardoor een betere dekking, ook in gebieden waar je binnenshuis zit.

Dat heeft ook zijn nadelen, want hoe werken agenten dan? Zij werken met een press-to-talkapp. Op hun mobiele telefoon kunnen ze met een app verbinding maken met dezelfde meldkamer en op die manier wel contact hebben. Maar ook daar krijgen we klachten over binnen, namelijk dat mensen met twee handen moeten werken op het moment dat ze in een situatie zitten waar ze eigenlijk ten minste een van die twee handen nodig hebben om zich bezig te houden met de situatie waarin ze zich bevinden, zeker als die levensbedreigend is. Daar komt innovatie om de hoek kijken. Daarom kijken we ook hoe we dit soort apps als vervanging van C2000 in situaties waar C2000 nooit dekkend gaat zijn, zo gebruiksvriendelijk mogelijk kunnen maken. Over elke innovatie waar we wat in kunnen betekenen zal ik u natuurlijk informeren. Dat is het wat betreft het eerste deel: de dekkingsgraad van C2000.

Dan het tweede deel: de voorlichting. Dat is namelijk iets anders waar de inspectie op aanslaat. De inspectie vindt dat er door de politie te weinig voortgang wordt gemaakt in het voorlichten over waar C2000 wel of niet werkt, wat dan de alternatieven zijn en wat de werkwijze is op het moment dat je een gebied ingaat waar de C2000-dekking naar verwachting minder is. Ten eerste is daarover gecommuniceerd met alle meldkamers. Meldkamers zijn op de hoogte en hebben een kaart met de dekkingsgebieden. Als zij collega's een gebied in sturen waar minder dekking is, dan sturen zij twee collega's. Je hebt dan in ieder geval hopelijk één iemand die zijn handen vrij heeft. Ze zijn ook op de hoogte van de methodes die er zijn om dan met de meldkamer in contact te komen.

Ten tweede is iedereen bekend met de beperkingen die er überhaupt gelden aan het C2000-systeem. Daarover heeft de Arbeidsinspectie gezegd dat dat echt in de fundamentele opleidingen van de politie moet worden ingebouwd. Iedereen moet in zijn cursus, bijvoorbeeld in de cursus Rijbevoegdheid waar het nu wordt ingevoerd, een module hebben waarin je leert wat je met je systeem wel kunt, wat je niet kunt en hoe je daar in dat geval mee omgaat. Dat begint in december. Inmiddels is het dus geregeld dat deze module in die fundamentele opleidingen wordt meegenomen, maar u kunt zich voorstellen dat er wat tijd overheen gaat voordat je 60.000 politieagenten door alle opleidingen heen hebt. Dat is waar de Arbeidsinspectie onder andere tegen geageerd heeft en waarom ze die dwangsom heeft opgelegd. Ze vinden dat het niet snel genoeg gaat. Om te kijken of we de inspectie milder kunnen stemmen, wil ik ervoor zorgen dat we nog voor het einde van het jaar een inspanning doen naar alle politieagenten om in ieder geval bij die voorlichting in bredere zin aandacht te besteden aan hoe om te gaan met C2000, waar het wel werkt en waar het niet werkt. Dat gebeurt dan niet via de opleiding, maar vanuit de korpsleiding.

De heer Aardema (PVV):
Dank aan de minister voor de antwoorden. Er zitten volgens mij wel hoopgevende antwoorden bij. Maar het zou toch altijd zo moeten zijn dat een politieman onmiddellijk verbinding met de meldkamer krijgt wanneer hij op de noodknop drukt. Dat is dus niet het geval. Het is ook maar de vraag of dat met het mobiele netwerk gaat lukken. Ik hoor ook voorbeelden waarin de vergunningsprocedure bij bijvoorbeeld Natura 2000-gebieden ellenlang duurt. Dan is het maar de vraag wat op dat gebied belangrijker is: het leven van een diender of de natuur in dat gebied. Je moet daar dan natuurlijk een zendmast bij plaatsen. Er moet ook stroom naartoe en dat soort praktische dingen. Misschien kan de minister daar dus nog even op reflecteren.

Minister Van Weel:
Dat zijn twee verschillende dingen. Ten eerste de opmerking dat het met één druk op de knop altijd moet werken. Het zal niet altijd werken. Ik vertelde al dat C2000 vanuit de architectuur van het systeem in bepaalde omstandigheden nooit bedoeld is om te werken, bijvoorbeeld binnen gebouwen. Daar moet je dan dus alternatieven voor hebben. Je moet zorgen dat collega's met z'n tweeën zijn en dat ze zich bewust zijn van de alternatieven.

Wat betreft de witte vlekken vertelde ik al dat we daar druk mee bezig zijn. Onlangs hebben we er met de provincies ook overeenstemming over bereikt om die vergunningsprocedures, bijvoorbeeld bij Natura 2000-gebieden, sneller te kunnen doorlopen. Maar dan nog is het niet zo van: we zien vandaag een witte vlek en we plaatsen morgen een mast. We hebben op dat punt Europese procedures te doorlopen en die kosten tijd, maar we zijn er, zoals ik zei, druk mee bezig.

De voorzitter:
Dan geef ik het woord graag aan mevrouw Helder van de fractie van BBB.

Mevrouw Helder (BBB):
De tekst van de minister is precies dezelfde als die van zijn voorganger en van de voorganger van zijn voorganger. Toen heb ik ook al gezegd dat de overheid eigenlijk faciliteert dat C2000 niet werkt, want we geven vergunningen voor bouwen en zonnepanelen; daar krijgt men zelfs subsidie voor. Dat zegt de minister nu ook: overal waar bijgebouwd wordt, ontstaat een nieuwe dip. Dat probleem is dus blijvend. Maar wat kreeg ik in het laatste commissiedebat als antwoord op mijn vraag hierover? Er is een projectgroep die dit nu blijvend oppakt. Kan de minister erkennen dat dat volstrekt niet voldoende is? Want we blijven bouwen.

Minister Van Weel:
Ja. Via u, voorzitter, zeg ik tegen mevrouw Helder dat we in deze kabinetsperiode hopelijk een heleboel gaan bouwen, want dat is een van de prioriteiten die we hebben gesteld. Ik weet dat ik een collega van VRO heb die daar zeer gemotiveerd voor is. Daarvoor hebben we een blijvende projectgroep, omdat de omgeving continu verandert. Maar dat geldt niet alleen voor de omgeving. Er komt ook nieuwe apparatuur die weer storing kan veroorzaken. Projectgroepen an sich lossen niks op, maar het feit dat mensen continu bij elkaar zitten om te kijken of we nieuwe witte vlekken en nieuwe problemen hebben en hoe we die oplossen, is volgens mij wel een verbetering.

Mevrouw Helder (BBB):
Dan de techniek. De minister twitterde nog geen etmaal geleden: de politie werkt aan allerlei technologieën die in gevaarlijke situaties ingezet kunnen worden. Dat ging over tools om de slagkracht te verbeteren. Maar kan er nou ook niet gewerkt worden aan iets wat dit al heel bekende en zeer urgente probleem kan verhelpen?

Minister Van Weel:
Zeker. Er wordt gewerkt aan het opvolgingssysteem van C2000. De vraag is welke technologieën we daarbij gaan gebruiken. Geen we gebruikmaken van 6G-technologie of van satelliettechnologie? Er zijn allerlei innovatieve oplossingen waarmee we ook in een nieuw systeem ten eerste de gebruiksvriendelijkheid kunnen verbeteren en ten tweede het mogelijk kunnen maken dat je niet alleen met elkaar kunt praten, maar dat je ook data als foto's en video's live kunt streamen. Daardoor kunnen collega's een beter beeld hebben van de situatie waarin ze terechtkomen. Ten derde krijgt het hopelijk een betere dekking in gebieden waar dat nu nog niet mogelijk is. Daar zijn echt wel hoopgevende voorbeelden van te zien. De Franse autoriteiten hebben tijdens de Olympische Spelen gebruikgemaakt van een combinatie van bijvoorbeeld drones, satellietcommunicatie en mobiele palen om een netwerk op te zetten dat heel veel meer mogelijkheden bood dan C2000 nu heeft. Dat zijn alle dingen waarnaar we aan het kijken zijn om zo snel mogelijk te kunnen komen tot de aanbesteding van een nieuw systeem. Maar tot die tijd moeten we het wel doen met C2000.

De heer Van Nispen (SP):
Ik voelde zelf wat ongemak toen ik de minister hoorde zeggen dat we dit probleem niet van vandaag op morgen hebben opgelost. Nee, maar dat vroeg ook niemand. Het punt is dat dit probleem al jaren speelt. Mevrouw Helder zei bewust en terecht dat ook de voorganger van deze minister hiermee bezig was, en de voorganger van de voorganger en volgens mij zelfs daar weer de voorganger van. Het is een probleem van jaren dat wij agenten met slecht werkende, haperende apparatuur naar levensgevaarlijke situaties sturen. Dat levert enorme risico's op. Dat kunnen we gewoon niet langer meer maken. Heeft deze minister nou het idee dat alles op alles wordt gezet om C2000 beter te laten werken? Kennelijk vindt de Arbeidsinspectie het onvoldoende. Kan de minister erkennen dat het echt nog veel beter moet?

Minister Van Weel:
Dat signaal van de Arbeidsinspectie neem ik serieus. Daarom zei ik ook dat ik wil kijken of we nog een stap kunnen zetten op het punt waarvan de Arbeidsinspectie vindt dat we te langzaam gaan, namelijk de voorlichting en het ervoor zorgen dat mensen weten waar zij aan toe zijn. Dat staat los van de structurele stappen om dat te verwerken in de oplossing. Ik besef dat het een aantal jaar duurt voordat iedereen door die molen heen is geweest. Ik ga op dat punt een extra inspanning plegen. Als het gaat om het bijplaatsen van palen waardoor we de dekkingsgraad verbeteren, heb ik het idee dat we nu doen wat we kunnen met de projectgroep en het versnellen van de vergunningen. Maar dan nog duurt het gemiddeld een jaar voordat je tussen het identificeren en het plaatsen van een mast alle procedures hebt doorlopen. Dat kan ik, vrees ik, niet heel veel versnellen.

De heer Van Nispen (SP):
Dank. Maar nogmaals, het was niet deze minister die sinds zijn aantreden hiervoor verantwoordelijk is. Het gaat al jaren zo. De vraag blijft een beetje waarom het nu zover moet komen dat het tot een procedure moet komen en de Arbeidsinspectie een dwangsom moet eisen, die ook is toegekend, waardoor er betaald moet gaan worden. Eigenlijk is het heel raar dat de ene overheid aan de andere moet betalen. Toch is het goed dat het gebeurt, want zo worden deze minister en de politieorganisatie gedwongen om de veiligheidssituatie van al die agenten die dagelijks voor onze veiligheid staan, te verbeteren. Maar had dat geld nou niet beter gebruikt kunnen worden om het systeem eerder te verbeteren? Had het nou wel zover moeten komen, vraag ik de minister eerlijk.

Minister Van Weel:
Voorop staat natuurlijk de veiligheid van onze agenten. Ik denk niet dat er iemand in de organisatie ooit ongemotiveerd is geweest om dit systeem zo goed mogelijk werkend te maken. Geld is daarbij ook nooit een belemmering geweest. We hebben wel onbekendheid gezien met de beperkingen die elk systeem nu eenmaal in zich heeft. Daar moeten we aan werken. Daarvoor zet ik nu een stapje extra. Helpt druk van de inspectie daarbij? Absoluut. Dat houdt ons allemaal scherp. Ik hoop dat we niet tot betaling van de dwangsom over hoeven te gaan, want dat gaat pas spelen vanaf februari volgend jaar, namelijk als de inspectie op dat moment niet blij is met de voortgang die we hebben geboekt. Ik probeer dat te voorkomen. Wat betreft de dekkingsgraad doen we dat zo snel als we kunnen en op zo veel mogelijk plekken als we kunnen.

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Ik voel het ongemak van mijn collega's ten aanzien van de antwoorden van de minister. We hebben deze antwoorden ook keer op keer van zijn voorganger gehoord en er is telkens beterschap beloofd. Het gaat hier wel om de veiligheid van onze politieagenten. Wat er nu gebeurt is onacceptabel. De dwangsom kan tot maximaal 1 miljoen oplopen. Dat geld had je inderdaad ook anders kunnen bestemmen.

Mijn vraag gaat concreet over de dekkingsgraad. Ik weet dat we in het verleden de zogenaamde DIPP in het leven hebben geroepen om een prioritering aan te geven voor de dekkingsissues die er zijn. Mag ik, ook vanwege de dwangsommen die worden opgelegd, de conclusie trekken dat deze zogenaamde DIPP-procedure om prioritering aan te brengen op deze issues, en de aanpak daarvan, gewoon niet werkt? Wat doet de minister daartegen?

Minister Van Weel:
Nee, die conclusie mag u daar niet aan verbinden. De DIPP werkt. Tot 2024 zijn er via dit proces 31 prioriteitsgebieden aangewezen. Daarvan zijn er 19 al opgelost. Dat is dus meer dan de helft. Daardoor hebben we wel meer prioritaire gebieden toegewezen aan de DIPP. Daarom noemde ik het totaalgetal van 94, waarvan er nu 19 zijn opgelost. Het helpt dus, want het brengt focus aan en het laat ons de meeste effort steken in de gebieden waar dat het meeste nodig is. Dan nog, zeg ik maar weer opnieuw, hebben we niet van vandaag op morgen al die 65 DIPP-plekken opgelost.

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Maar dan nog kan deze minister de veiligheid van agenten daarmee dus niet garanderen. Als dit nog een jaar of twee jaar gaat duren, dan duurt het mij te lang. Dat geldt overigens ook voor de nieuwe plannen en de opvolger van C2000. AcICT heeft daarover gezegd dat het gedoemd is te mislukken. Mijn laatste vraag is waarom de minister de adviezen van de AcICT alsnog niet opvolgt en dus niet eerst gaat investeren in een stevig fundament voor het toekomstige communicatiesysteem en de kwaliteit van het huidige systeem, want dat mis ik echt.

Minister Van Weel:
De veiligheid van agenten hangt niet alleen maar af van een communicatiesysteem als C2000. Dat is waarom we werken met alternatieven, zoals een push-to-talksysteem waarbij het mobiele netwerk kan worden gebruikt. Zoals we weten is dat systeem inmiddels in heel Nederland dekkend, met een hoge mate van betrouwbaarheid. We zorgen er dus voor dat er een alternatief is, ook als C2000 nu nog niet werkt of überhaupt niet bruikbaar is. Waar dat gebruiksvriendelijker kan door te innoveren, zullen we dat doen. Daar blijven we mee bezig. Waar het gaat om de opvolger: daar ben ik zelf zeer mee begaan. U weet dat ik, in ieder geval in mijn meest recente functie, een geschiedenis heb met betrekking tot innovatie, communicatie en ICT. Ik bemoei me daar dus stevig tegenaan om ervoor te zorgen dat de opvolger van C2000 echt state-of-the-art is en het beste is dat we onze agenten kunnen bieden.

De heer Flach (SGP):
Ik zit met het begrip "dwangsom". Een dwangsom leg je op aan iemand die eigenlijk niet wil, om hem te bewegen in de gewenste richting. In eerste instantie was ik gerustgesteld door het antwoord van de minister, die zei dat er niemand ongemotiveerd is om dit op te lossen. Even later zei hij erachteraan dat de dwangsommen van de Arbeidsinspectie daar ook bij helpen en dat die ons allemaal scherp houden. Wat is het nu? Kan de minister bevestigen dat de dwangsommen eigenlijk volstrekt overbodig en dus ondoelmatig zijn, omdat de motivatie om dit op te lossen zo hoog is dat deze, welke boete je ook oplegt, geen enkele versnelling teweegbrengen?

Minister Van Weel:
Ik zei niet dat de dwangsommen an sich helpen; ik zei dat druk van buitenaf helpt, ook als die wordt uitgeoefend door een inspectie. Een onafhankelijke blik op hoe wij ons werk doen, helpt ons natuurlijk om dat werk nog beter te doen. Ik hoop die dwangsommen te kunnen voorkomen. Daarbij ga ik kijken waar ik wel kan versnellen. Dat kan ik dus niet noodzakelijkerwijs doen in plaats van extra zendmasten, want daar hebben we een procedure voor, zoals ik al vertelde. Dat neemt tijd in beslag. Mogelijk kan ik dat wel doen door tussentijdse voorlichting te geven in aanvulling op de opleidingen die komen. Ik hoop dat dat in ieder geval de agenten helpt. Daarmee heeft de inspectie ons inderdaad wel aangespoord om het uiterste te doen dat we nog kunnen verzinnen om toch iets meer te doen.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Iedereen hier is het erover eens dat we er alles aan moeten doen om C2000 werkend te krijgen, omdat het een cruciale communicatielijn is tussen politie en hulpverleners. Gelukkig bevestigt de minister dat ook. De minister noemt de zendmasten, het gebruik daarvan en de voorlichting over het gebruik daarvan. Maar ik hoor hem niet over een andere dreiging, namelijk de dreiging die zit in de infrastructuur. Een paar maanden geleden hadden we een probleem met het zeer beveiligde netwerk van Defensie hier in Den Haag, NAFIN genaamd. Daar had ook C2000 last van. Er komen steeds meer digitale dreigingen en aanvallen. Ook dat is een element waarvan ik aan de minister zou willen vragen hoe we dat ondervangen. Dat is namelijk juist bijna een easy, een makkelijk doelwit om ervoor te zorgen dat onze politie en hulpverleners uitgeschakeld zijn omdat ze niet meer met elkaar kunnen communiceren. Wat is de inzet van het kabinet op deze kant van de risico's?

Minister Van Weel:
Dank voor die vraag. Mevrouw Michon heeft gelijk: het aantal cyberdreigingen is heel hoog. En als er geen cyberdreigingen zijn, kunnen er alsnog netwerken uitvallen door de verkeerde toepassing van protocollen of anderszins. Het NAFIN-netwerk van Defensie is een voorbeeld van dat laatste. Er zijn geen aanwijzingen dat er sprake was van een aanval. Je moet zorgen voor een zo hoog mogelijke weerbaarheid tegen aanvallen, maar ook voor redundantie in systemen op het moment dat je aangevallen wordt. Op dat punt is het incident met het NAFIN-netwerk wel weer interessant, omdat daarbij de meldkamers uitvielen en de C2000-applicatie dus uitviel. Maar er is wel een back-upsysteem waar gebruik van is gemaakt, waardoor iedereen gewoon 112 heeft kunnen bereiken gedurende die storing, de politie gewoon op pad kon worden gestuurd en er gewoon contact was met de eenheden. Ik denk dat we als overheid, maar ook als bedrijfsleven en als burgers, ter harte moeten nemen dat geen enkel netwerk 100% van de tijd gegarandeerd altijd beschikbaar is. Dat staat los van het gegeven dat je je best moet doen om dat zo veilig en robuust mogelijk te maken. C2000 is daar een voorbeeld van, want dat heeft gewoon zijn eigen netwerk. Dat berust niet op een commercieel systeem. Dat is gewoon ons netwerk waarmee we verbinding hebben. Maar ook dat kan uitvallen, en dan moet je een back-upplan hebben.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Overigens hoorde ik vanuit de politie dat er wel degelijk problemen zijn geweest om via C2000 met elkaar te communiceren. Ik zou dat een goede aanleiding vinden om dat nog eens te evalueren en te kijken hoe in de toekomst het handelingsperspectief kan worden verbeterd.

Mijn tweede vraag in dit kader gaat over partners van de politie. We zeggen steeds dat de politiecapaciteit onder druk staat. De politie werkt samen met handhavers en de groene boa's, de handhavers in de buitengebieden. Ook daar zie je dat er over en weer behoefte is om elkaar beter te vinden en sneller met elkaar te communiceren, vooral waar zo'n handhaver midden in de nacht in een natuurgebied loopt, ook vaak alleen. Is de minister bereid om met de politie en handhavers samen te kijken hoe die communicatie kan worden verbeterd, al dan niet via C2000? Laten we ervoor zorgen dat iedereen die bijdraagt aan een veilig Nederland dat zelf op een veilige manier kan doen. Wat de handhavers betreft, valt er hier en daar nog wat te wensen.

Minister Van Weel:
Ik ben zeker bereid om daarnaar te kijken. Zoals mevrouw Michon zegt, hoeft dat niet met C2000 te zijn. Maar mensen moeten elkaar wel kunnen vinden, zeker als ze in hetzelfde domein actief zijn.

De heer Six Dijkstra (NSC):
De Arbeidsinspectie heeft deze dwangsom opgelegd in de veronderstelling dat er nu te weinig wordt gedaan om echt voortgang te maken op het C2000-dossier. De minister heeft het probleem ook ontleed in twee factoren, enerzijds de dekking en anderzijds de voorlichting. Hij heeft vrij duidelijk aangegeven waar hij nog stappen wil zetten op het gebied van voorlichting. Hij wil zo dingen versnellen, voordat er overgegaan wordt tot dwangsom op dwangsom. Maar ziet hij nog kansen om op het punt van dekking verdere voortgang te maken, zodat we in elk geval gerustgesteld zijn dat problemen wel tijdig bijgestuurd worden?

Minister Van Weel:
Op het gebied van dekking heb ik een aantal zaken aangestipt. Een daarvan is dat we aan de slag gaan met de DIPP-gebieden. Daar hebben we er dus dit jaar 65 aan toegevoegd en die geven we prioriteit in de oplossing. We borduren daarmee voort op de 31 die we hadden, waarvan we er 19 hebben opgelost. Er komen er nu 65 bij. Dus die molen draait, maar die heeft zijn eigen snelheid. De tweede is het oplossen van die storingen — dat zei ik eerder al — of die nou door zonnepanelen of door luchtverfrissers komen. Er komen continu nieuwe apparaten bij in ons leven. Waar die storen met het TETRA-netwerk, zullen we dat oppakken en oplossen. Het derde wat ik daaraan kan doen, is het verbeteren van die back-upapplicatie, die mobiele app op de telefoon. Ik zei al dat op dit moment agenten met twee handen daaraan moeten zitten. Dat is op het moment dat je in een levensbedreigende situatie zit, natuurlijk niet wat je wil doen. Als we dat makkelijker kunnen maken door deze met één toets beschikbaar te maken, dan zullen we dat soort innovaties meteen doorvoeren.

De heer Six Dijkstra (NSC):
Helder antwoord, maar de inspectie heeft dit natuurlijk vrij recentelijk opgelegd. Veel van de dingen die de minister beschrijft, zijn al enige tijd in gang gezet. Wat gaat er nu precies veranderen vanaf het moment dat die dwangsom er is? Want dat was blijkbaar niet voldoende voor de inspectie om ze gerust te stellen. Gaat er nog een intensivering op het gebied van dekking plaatsvinden in de oplossingen die de minister aandraagt?

Minister Van Weel:
Zoals ik al zei, zit voor de inspectie, zoals wij nu weten, het voornaamste punt waar zij vindt dat meer snelheid in moet aan die voorlichtingskant. Daarover heb ik gezegd dat ik een versnelling ga doorvoeren. Ik zie niet heel veel mogelijkheden aan de dekkingskant, maar we blijven in gesprek met de inspectie. Als zij mogelijkheden ziet waar ik die niet zie, sta ik daar altijd voor open. Maar technisch gezien is dit wat we op dit moment kunnen doen.

De voorzitter:
Prima. Hartelijk dank aan de minister. Tot zover het vragenuurtje.

De vergadering wordt van 14.28 uur tot 15.03 uur geschorst.