Preview document (🔗 origineel)

---

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL		2
Vergaderjaar 2024-2025
36 600 M	Vaststelling van de begrotingsstaat van het Klimaatfonds voor het jaar 2025
Nr. 7	AMENDEMENT VAN HET LID KrÖger
	Ontvangen 6 november 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I

In artikel 2 CO2-vrije gascentrales wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 146.000 (x € 1.000).

II

In artikel 3 Energie-infrastructuur wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 46.000 (x € 1.000) en wordt het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.000 (x 1.000).

III

In artikel 4 Vroege fase opschaling wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 779.000 (x € 1.000) en wordt het uitgavenbedrag verhoogd met € 59.000 (x € 1.000).

Toelichting

Waterstof en batterijen zijn cruciale elementen van de energietransitie waar niet op bezuinigd mag worden. Indiener beoogt de voorgenomen bezuiniging van € 1,2 miljard voor de ontwikkeling van groene batterijen en waterstof daarom terug te draaien. Deze middelen zijn onder andere bedoeld om de ontwikkeling van lokale opslag te stimuleren.

De taakstelling van in totaal € 1,2 miljard loopt deels via het Klimaatfonds en deels via reeds overgehevelde middelen op de departementale begrotingen van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit amendement draait het deel van de taakstelling op de begroting van het Klimaatfonds (€ 971 miljoen) terug.

De dekking voor deze middelen wordt gevonden in de aanvullende middelen die vanaf 2027 door dit kabinet ter beschikking worden gesteld voor het perceel kernenergie in het Klimaatfonds (HLA ophoging perceel kernenergie, artikel 1 Klimaatfonds).

Kröger