[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Opening post-COVID expertisecentra

Infectieziektenbestrijding

Brief regering

Nummer: 2024D42221, datum: 2024-11-06, bijgewerkt: 2024-11-20 15:23, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 25295 -2211 Infectieziektenbestrijding.

Onderdeel van zaak 2024Z17534:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


25295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 2211 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 november 2024

Hierbij informeer ik uw Kamer over de uitvoering van het amendement Bushoff c.s. dat €27 miljoen heeft vrijgemaakt voor de oprichting van gespecialiseerde post-COVID klinieken1 en de motie van het lid Drost c.s. om eraan te werken dat er door het hele land integrale ondersteuning beschikbaar is voor postcovidpatiënten, onder andere in poliklinieken die goed aangehaakt zijn bij het onderzoeks- en expertisenetwerk Post-COVID2. Ook informeer ik u over de voortgang van het ZonMw programma post-COVID en de middelen die daarvoor worden ingezet.

Oprichting post-COVID expertisecentra een feit
Ik ben zeer verheugd dat de eerste drie post-COVID expertisecentra in Amsterdam UMC, Erasmus MC en Maastricht UMC+ verleden week hun deuren hebben geopend. Het doel is dat ook de overige umc’s binnen afzienbare tijd open gaan, waarna de perifere ziekenhuizen en eerstelijns zorgaanbieders zich aansluiten. Aan de opening van expertisecentra voor kinderen wordt gewerkt.

Zoals de voormalig minister voor Medische Zorg eerder aan uw Kamer heeft gemeld3, was het niet gemakkelijk om passende zorg voor post-COVID patiënten te organiseren, omdat voor deze aandoening nog geen adequate diagnose- of behandelmogelijkheden bestaan. Dit heeft dan ook veel doorzettingsvermogen en creativiteit van de betrokken partijen gevraagd. Ik wil mijn waardering uitspreken voor de inzet van de NFU, ZN, FMS, NVZ, post-COVID patiëntenorganisaties, umc’s, zorgverzekeraars, artsen, PCNN, NHG, C-support, de NZa en het Zorginstituut Nederland, die samen met VWS afgelopen periode alles op alles hebben gezet om de oprichting van de expertisecentra mogelijk te maken.

Samen met betrokken partijen zijn we gekomen tot een set afspraken, die is vastgelegd in een convenant, dat afgelopen week formeel is ondertekend. In dit convenant zijn de belangrijkste afspraken opgenomen ten aanzien van het medisch inhoudelijke zorgpad, de organisatie van zorg en financiering en bekostiging. Daarmee beschouw ik zowel het amendement van het lid Bushoff c.s. als de motie van het lid Drost c.s. als uitgevoerd.

De voormalig minister voor Medische Zorg heeft u eerder ook toegelicht, dat hoewel het organiseren van zorg in de eerste plaats aan het zorgveld is, het nodig was dat VWS een nadrukkelijke rol nam. Nu de oprichting van de eerste expertisecentra een feit is, vind ik het prudent een stap terug te doen en daarmee de verantwoordelijkheden weer te laten waar ze horen, namelijk bij het zorgveld, dat druk bezig is met de verdere uitwerking van de zorg voor post-COVID patiënten. Tegelijkertijd houd ik, zoals ik ook tijdens de afgelopen begrotingsbehandeling heb aangeven, een vinger aan de pols waar het de zorg en het onderzoek voor deze patiënten betreft.

Voortgang Post-COVID: onderzoeksprogramma, kennisinfrastructuur en expertisenetwerk

Naast de opening van de eerste drie post-COVID expertisecentra, ben ik ook blij te kunnen melden dat ik extra middelen heb kunnen vrijmaken om onderzoek naar post-COVID te kunnen honoreren. Zoals ik uw Kamer eerder heb geïnformeerd3, financiert het kabinet het ZonMw programma post-COVID reeds met €34,8 miljoen. Dit programma bestaat uit een meerjarige onderzoeksprogrammalijn en een programmalijn voor onderzoeksinfrastructuur en samenwerking voor de vorming van een nationaal expertisenetwerk.

Voor dit onderzoeksprogramma is een subsidieoproep gedaan voor biomedisch onderzoek en een subsidieoproep gericht op klinisch onderzoek naar post-COVID vanuit het patiëntperspectief. Beide oproepen hadden een budget van €6 miljoen, dus €12 miljoen in totaal. De afgelopen maanden heeft de ZonMw beoordelingscommissie post-COVID, bestaande uit wetenschappers en ervaringsdeskundigen, de ingediende projecten beoordeeld. Voor de klinische ronde zijn 10 uitgewerkte subsidieaanvragen ingediend, waarvan 7 projecten gehonoreerd zijn, 2 projecten zijn afgewezen en 1 project nog onder beoordeling is. Voor de biomedische subsidieronde, zijn maar liefst 14 uitgewerkte aanvragen ingediend, die naar het oordeel van de beoordelingscommissie relevant en van goede kwaliteit zijn.

Omdat ik binnen de beschikbare onderzoeksmiddelen extra middelen heb kunnen vrijmaken (€4,4 miljoen) kunnen alle uitgewerkte aanvragen gehonoreerd worden. Ook zijn extra middelen (€1 miljoen) toegekend om binnen de looptijd van het programma beter in te kunnen spelen op beleidsurgente vragen. Hiermee bedraagt het totale budget van het meerjarige ZonMw programma post-COVID €40,2 miljoen. De toegekende projecten worden op de website van ZonMw bekend gemaakt4.

In de zomer van 2025 wordt bekend welke projectideeën worden toegewezen vanuit de derde subsidieronde Post-COVID: van risicofactoren en preventie tot diagnostiek en behandeling.

Ik heb de vurige hoop dat door dit onderzoek, wat nu een extra impuls krijgt, de zo gewenste inzichten in onder andere de onderliggende mechanismen die bij post-COVID een rol spelen, een stap dichterbij komen.

Tot slot

Tegelijkertijd zijn we er nog niet. Voor post-COVID bestaat nog altijd geen genezende behandeling, daar moeten we ook eerlijk in zijn. En ik begrijp heel goed dat elke dag langer wachten er voor de patiënten een te veel is. Maar met de oprichting van de post-COVID expertisecentra en de investeringen in onderzoek naar post-COVID is de kans op een medische doorbraak weer een klein beetje groter geworden. Er is nog ontzettend veel over deze aandoening te leren en met de landelijke aanpak en verbinding met het onderzoeksnetwerk van PCNN wordt deze kennis zo goed mogelijk gebundeld en zo snel mogelijk verspreid. Daarmee komen voor deze groep patiënten herstel, genezing, en weer meer kunnen doen met de maatschappij hopelijk snel weer een stapje dichterbij.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Agema


  1. Kamerstuk 36 410 XVI, nr. 130↩︎

  2. Kamerstuk 25 295, nr. 2127↩︎

  3. Kamerstuk 25 295, nr. 2193↩︎

  4. https://www.zonmw.nl/nl/nieuws/publicatie↩︎