De beoordeling van arbeidsrelaties en ondernemerschap en de publieksvoorlichting van de Rijksoverheid en de Belastingdienst hieromtrent.
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D42260, datum: 2024-11-06, bijgewerkt: 2024-11-12 11:30, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z17523).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.N. van Vroonhoven, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: T. van Oostenbruggen, Tweede Kamerlid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z17523:
- Gericht aan: N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: J.N. van Vroonhoven, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: T. van Oostenbruggen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z17523
Vragen van de leden Van Vroonhoven en Van Oostenbruggen (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Financiën over de beoordeling van arbeidsrelaties en ondernemerschap en de publieksvoorlichting van de Rijksoverheid en de Belastingdienst hieromtrent (ingezonden 6 november 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht op de website van de Belastingdienst waarin wordt gesteld dat alle feiten en omstandigheden van de arbeidsrelatie van belang zijn bij de beoordeling van de 3 kenmerken van loondienst, maar dat het niet mogelijk is om ze allemaal te noemen?1
Vraag 2
Waarom is het niet mogelijk om alle feiten en omstandigheden van de arbeidsrelatie die van belang zijn bij de beoordeling van een arbeidsrelatie op de website noemen?
Vraag 3
Kan niet in ieder geval een deel van de relevante feiten en omstandigheden worden genoemd in aanvulling op de al wel opgenomen feiten en omstandigheden?
Vraag 4
Gesteld wordt dat de rechter de genoemden feiten en omstandigheden belangrijk vindt bij het beoordelen van een arbeidsrelatie; waarom is gekozen voor deze formulering? Vindt de Belastingdienst deze feiten en omstandigheden ook belangrijk? Acht de Belastingdienst ook andere feiten en omstandigheden belangrijk?
Vraag 5
Kunt u een overzicht geven van alle casusposities waarin de rechter op basis van genoemde feiten en omstandigheden tot een beoordeling van de aard van een arbeidsrelatie is gekomen? Kunt u per casuspositie aangeven of u zich kan vinden in deze beoordeling?
Vraag 6
Bent u bereid om deze voorbeelden toe te voegen aan de brochure «zzp – ja of nee»?2
Vraag 7
Bent u bekend met de website van de Rijksoverheid waarin een scan wordt aangeboden die werkverschaffers en werkenden beoogt in staat te stellen om de juiste contractvorm te kiezen teneinde schijnzelfstandigheid te voorkomen, middels een opsomming van een tiental ja/nee stellingen?3
Vraag 8
Waarom wijkt deze opsomming van feiten en omstandigheden af van de opsomming van de feiten en omstandigheden op de website van de Belastingdienst?
Vraag 9
Waarom worden de aard van de werkzaamheden, de manier waarop afspraken tot stand zijn gekomen en de mate waarin de opdrachtnemer zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen wel genoemd op de site van de Belastingdienst en niet op de site van de Rijksoverheid?
Vraag 10
Waarom wordt het feit dat de werkende steeds verschillende opdrachten en opdrachtgevers heeft en dat werkende een inspanningsverplichting heeft niet genoemd op de site van de Belastingdienst en wel op de site van de Rijksoverheid?
Vraag 11
Wordt onder «langere tijd» op de site van de Rijksoverheid verstaan een opdracht met een duur van langer dan drie maanden en 20 uur per maand en is het dan de bedoeling dat deze stelling in dat geval met «ja» te worden beantwoord?
Vraag 12
Kunt u een overzicht geven van opdrachten met andere looptijden en andere aantallen uren per maand?
Vraag 13
Kan hierbij de tabel omvang/duur opgenomen in de «Weging standaard vragenlijst»4 behorende bij vraag 2.7, 2.8 en 2.9 van de Webmodule beoordeling arbeidsrelatie gebruikt worden en kan er daarbij vanuit worden gegaan dat bij opdrachten die volgens deze tabel 5 punten of minder opleveren sprake is van opdrachten die niet voor «langere tijd» worden aangegaan?
Vraag 14
Mag bij een opdracht met een duur van korter dan drie maanden en minder dan 20 uur per maand worden aangenomen dat dit niet duidt op een loondienstverband?
Vraag 15
Hoe verhoudt het voorgaande zich met het «Afwegingskader DBA» van de Belastingdienst5?
Vraag 16
Hoe verhoudt zich dit afwegingskader zich met de opmerking in de scan dat als het werk voor meer dan drie maanden en 20 uur per maand bij dezelfde opdrachtgever wordt gedaan, dat kan betekenen dat het in loondienst is?
Vraag 17
Bent u bereid om in de scan op te nemen dat de duur van een opdracht van een jaar of langer, niet duidt op een loondienstverband indien een concrete resultaatsverplichting met een duidelijke kop en staart is overeengekomen en daaruit volgt dat langer nodig is dan een jaar om dit resultaat te realiseren?
Vraag 18
Hoe dient stelling 6 van de scan van de Rijksoverheid te worden beantwoord wanneer de vergoeding/het salaris voor het werk wel van tevoren per uur (of per maand) wordt afgesproken, maar niet op een vast moment overgemaakt?
Vraag 19
Waarom duidt bij stelling 6 een vooraf afgesproken vergoeding per uur op een arbeidsovereenkomst, nu het bijvoorbeeld in de zakelijke dienstlening zeer gebruikelijk dat er een uurvergoeding wordt afgesproken6, terwijl het buiten discussie is dat een zakelijk dienstverlener buiten dienstbetrekking kan werken?
Vraag 20
Met betrekking tot de hoogte van vergoeding wordt in stelling 7 gesproken over «vergoedingen die vergelijkbaar zijn met het salaris»; wat wordt verstaan onder «vergelijkbaar»? Wat is de afwijkmarge?
Vraag 21
Kunnen bij stelling 8 meer voorbeelden worden gegeven van andere commerciële risico’s, nu er meer commerciële risico’s aan een opdracht verbonden kunnen zijn dan alleen het risico dat de werkende door het werk misschien kosten moet maken die niet zijn voorzien?
Vraag 22
Hoe wordt bij stelling 8 het «commercieel risico» gewogen? Is dit een «ja/nee»-vraag? Is het mogelijk dat dit in percentages wordt gewogen? Is het krijgen van een slechte beoordeling bijvoorbeeld ook een commercieel risico? Is commercieel risico alleen uit te drukken in het risico niet te worden betaald?
Vraag 23
Kan het woord «steeds» in stelling 9 nader geduid worden?
Vraag 24
Stelling 10 suggereert dat een inspanningsverplichting op een dienstbetrekking duidt; klopt dat en zo ja, hoe verhoudt zich dat met het feit dat de Hoge Raad in het Deliveroo-arrest het bestaan van een inspanningsverbintenis niet heeft aangemerkt als een criterium bij het beoordelen van de aard van een arbeidsrelatie en in de literatuur het onderscheid tussen een inspannings- en resultaatsverbintenis als «een ontoelaatbare simplificatie» wordt beschouwd7?
Vraag 25
Hoe komt de score van de scan tot stand? Tellen alle stellingen in de scan even zwaar?
Vraag 26
Wanneer de uitkomst van de scan is dat er vijf kenmerken duiden op zzp-schap en vijf kenmerken op loondienst duiden, wat is hiervan het gevolg? Wat is de juridische waarde van de uitkomst van de scan?
Vraag 27
Welke partijen hebben invloed gehad op de gepubliceerde versie van de scan en de handhavingsstrategie? Zijn belangenorganisaties geraadpleegd en zo ja, welke? Wordt hiermee de hele breedte van de zzp-groep vertegenwoordigd?
Vraag 28
Hoe wordt op dit moment voor de aangekondigde afstemming met marktpartijen gezorgd? Wordt daadwerkelijk ingegaan op verzoeken tot overleg en/of het sluiten van een convenant?
Vraag 29
Hoe moeten grote organisaties die honderden freelancers inschakelen, de scan invullen? Gaat de Belastingdienst per individu controleren? Of wordt er een soort gemiddeld persona gehanteerd?
Vraag 30
De invulling van de scan is zeer gevoelig voor interpretatie en uitleg; hoe gaat de Belastingdienst waarborgen dat er één lijn wordt gehanteerd door inspecteurs zodat werkenden en werkverschaffers niet te maken krijgen met willekeur en verschillende interpretaties?
Vraag 31
Kunt u bevestigen dat het standpunt uit het antwoord op vragen van het lid Omtzigt ongewijzigd is?8 Zo ja, kunt u nader aanduiden wat deze «andere afspraken en voorwaarden» en «andere omstandigheden» zoal kunnen inhouden?
Vraag 32
Kunt u bevestigen dat het standpunt, in antwoord op vragen van het voormalige lid Van Weyenberg (D66), ongewijzigd is?9 Zo ja, kunt u nader aanduiden wat deze «voorwaarden en omstandigheden» zoal kunnen inhouden?
Vraag 33
Bent u bekend met de publicatie «Handreiking over flexibele arbeidsinzet gemeentelijke sector» van de VNG?10
Vraag 34
Kunt u bevestigen dat gemeentes wettelijk gehouden is om het nageheven bedrag aan loonheffing (loonbelasting en premie volksverzekeringen) te verhalen op een zzp-werknemer? Kunt u uiteenzetten hoe de «bruteringsregels» luiden?
Vraag 35
Kunt u een overzicht geven welke omstandigheden de Belastingdienst beschouwt als «bijzondere omstandigheden» zoals door de Hoge Raad bedoeld?11
Vraag 36
Kunt u in algemene termen aangeven in hoeverre u zich kan vinden is de publicatie «Handreiking over flexibele arbeidsinzet gemeentelijke sector» van de VNG voor zover deze betrekking heeft op de inhuur van zzp’ers door gemeentelijke overheden vanaf 1 januari 2025?
Vraag 37
Bent u bekend met het «Fiscaal Kompas ZZP Zorg» zoals opgesteld door ActiZ, de Nederlandse ggz, NFU, NVZ, VGN en Zorgthuisnl (De BoZ+ partijen)? Kunt u in algemene termen aangeven in hoeverre u zich kan vinden is deze publicatie voor zover deze betrekking heeft op de inhuur van zzp’ers door leden van de BoZ+ partijen vanaf 1 januari 2025?
Vraag 38
Bent u bekend met de door u gegeven toelichting op het intrekken van het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Hof te ’s-Hertogenbosch van 19 juni 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2002, waarin wordt beslist over de aard van een arbeidsrelatie?12? Zo ja, kunt u aangeven wat u beoogd heeft te zeggen met de opmerking dat u het zich goed kan voorstellen dat op basis van uitgebreidere keuze van de feiten en omstandigheden het Hof tot een andere afweging had kunnen komen met betrekking tot het bestaan van een gezagsverhouding? Hoe zou de uitgebreidere keuze eruit kunnen zien? Kunt u voorts aangeven wat hij beoogd heeft te zeggen met uw opmerking dat u zich ten aanzien van het oordeel dat geen fictieve dienstbetrekking aanwezig is, een andere keuze en waardering van de feiten en omstandigheden kan voorstellen? Hoe zou die andere keuze en waardering eruit kunnen zien?
Vraag 39
De commissie (Model)overeenkomsten Wet DBA heeft in haar rapport13 de aanbevelingen gedaan, zie (Hoofdstuk VI, aanbeveling 3), waaronder die van de «kruimel-aanspraken» en de Kamer heeft in de (met ruime meerderheid aangenomen) motie- Mei Li Vos14 de regering verzocht om onder meer deze aanbeveling te betrekken bij een nieuw beoordelingskader en criteria van de commissie Boot te gebruiken bij de handhaving om te bepalen of sprake is van ondernemerschap of werknemerschap; bent u bereid de motie Mei Li Vos uit te voeren en kunt u dit getalsmatig nader uitwerken, nu het de uitvoerbaarheid van de handhaving op schijnzelfstandigheid ten goede zou komen wanneer niet gehandhaafd zou worden op «kruimel-arbeidsrelaties»?15
Vraag 40
Kunt u aangeven op welke wijze de gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest in de webmodule zijn verwerkt en daarbij aangeven op welke onderdelen de huidige webmodule afwijkt van de webmodule in zijn oorspronkelijke vorm?16
Vraag 41
Acht u het voorstelbaar dat enerzijds uit de Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties volgt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en dat anderzijds partijen met elkaar een overeenkomst hebben afgesloten conform een goedgekeurde modelovereenkomst en in de praktijk met elkaar werken in overeenstemming met de tussen hen geldende overeenkomst? Zo ja, kan dan, ondanks het bestaan van een arbeidsovereenkomst, aan het werken conform een modelovereenkomst het gerechtvaardigde vertrouwen worden ontleend dat inhouding en afdracht van loonheffingen en premies werknemersverzekeringen niet geboden is zolang de modelovereenkomst is goedgekeurd?
Vraag 42
Bent u bereid om er zorg voor te dragen dat alle informatie die werkenden en werkverschaffers beoogt in staat te stellen om de aard van hun arbeidsrelatie vast te stellen, op één plek en op een overzichtelijke wijze samen te brengen en een einde te maken aan de huidige versnipperde manier van informatieverstrekking?
Vraag 43
Kunt u alle vragen afzonderlijk en binnen acht weken beantwoorden?
Belastingdienst, https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/arbeidsrelaties/content/wanneer-is-sprake-van-loondienst↩︎
Rijksoverheid.nl, https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aanpak-schijnconstructies/documenten/publicaties/2024/09/30/zzp-ja-of-nee↩︎
Rijksoverheid.nl, https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aanpak-schijnconstructies/maatregelen-tegen-schijnconstructies#home↩︎
Rijksoverheid.nl, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2020/06/15/weging-standaard-vragenlijst↩︎
Rijksoverheid.nl, https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/rijksoverheid/documenten/woo-besluiten/2024/10/25/besluit-op-woo-verzoek-over-rapport-ministerie-van-financien-en-nationale-schuld-ix↩︎
Denk aan loodgieters, taxichauffeurs, stukadoors, interieurontwerpers, onderhoudsmonteurs.↩︎
vgl. paragraaf 15 van de conclusie van A-G Huydecoper bij het arrest van de Hoge Raad van 5 september 2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD2984.↩︎
De Staatssecretaris van Financiën heeft in antwoord op vragen van het lid Omtzigt kenbaar gemaakt dat het mogelijk is dat zzp’ers naast werknemers aan dezelfde klus werken, mits de zzp’er daarbij op basis van andere afspraken en voorwaarden en onder andere omstandigheden zijn werkzaamheden verricht (https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2016Z15661&did=2016D35631).↩︎
De Staatssecretaris van Financiën heeft in antwoord op vragen van het voormalige lid Van Weyenberg (D66) kenbaar gemaakt dat opdrachtgevers vanzelfsprekend zelfstandigen kunnen inhuren voor bijvoorbeeld de tijdelijke vervanging van een werknemer, dat de beoordeling of er geen dienstbetrekking aanwezig is, los staat van het gegeven of het gaat om tijdelijke, structurele of variabele werkzaamheden en dat een invaller die hetzelfde werk doet, wel degelijk buiten dienstbetrekking kan werken, mits de voorwaarden en omstandigheden verschillen ten opzichte van degene die in dienstbetrekking werkte (https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2016Z08453&did=2016D20295).↩︎
In de publicatie «Handreiking over flexibele arbeidsinzet gemeentelijke sector» van de VNG wordt opgemerkt (p. 52) dat de gemeente wettelijk gehouden is om het nageheven bedrag aan loonheffing (loonbelasting en premie volksverzekeringen) te verhalen op de zzp-werknemer. Doet de gemeente dat niet, dan gelden de zo te noemen bruteringsregels, en wordt het niet verhalen van de loonheffing als een belast loonvoordeel gezien, waarover weer loonheffing verschuldigd is. Waardoor het bedrag van de na te heffen loonheffing kan oplopen tot een gebruteerd tarief van 108,3% (bij anoniementarief).(https://vng.nl/nieuws/handreiking-over-flexibele-arbeidsinzet-gemeentelijke-sector)↩︎
De Hoge Raad heeft in het arrest van 19 oktober 1988, BNB 1988/336, het volgende overwogen: «Indien een werkgever belasting die door hem als inhoudingsplichtige voor een werknemer wordt afgedragen, voor eigen rekening neemt, zoals in het onderhavige geval met betrekking tot de over het jaar 1985 nageheven loonbelasting heeft plaatsgevonden, hangt het daaruit voor de werknemer voortvloeiende voordeel – behoudens de aanwezigheid van bijzondere omstandigheden, waarvoor echter in 's Hofs uitspraak en de stukken van het geding geen aanknopingspunt is te vinden – zo nauw samen met de dienstbetrekking dat bedoeld voordeel tot het door de werknemer uit de dienstbetrekking genoten loon dient te worden gerekend.»↩︎
Rijksoverheid.nl, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/besluiten/2024/09/16/toelichting-intrekking-cassatieberoep-over-beoordeling-arbeidsrelatie.↩︎
Officiële Bekendmakingen, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-790603↩︎
Officiële Bekendmakingen, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34036-60.html↩︎
De commissie (Model)overeenkomsten Wet DBA heeft in haar rapport (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-790603) de aanbevelingen gedaan, zie (Hoofdstuk VI, aanbeveling 3), waaronder die van de «kruimel-aanspraken». De Kamer heeft in de (met ruime meerderheid aangenomen) motie- Mei Li Vos (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34036-60.html) de regering verzocht om onder meer deze aanbeveling te betrekken bij een nieuw beoordelingskader en criteria van de commissie Boot te gebruiken bij de handhaving om te bepalen of sprake is van ondernemerschap of werknemerschap.↩︎
In de Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties (https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/themaoverstijgend/brochures_en_publicaties/toelichting-beoordeling-arbeidsrelaties) wordt gesteld dat een opdrachtgever een indicatie kan krijgen of de opdrachtnemer in loondienst is of niet via de Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie in. In de webmodule zijn de gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest verwerkt.↩︎