Ontwikkelingen in het veteranenbeleid
Veteranenzorg
Brief regering
Nummer: 2024D42373, datum: 2024-11-06, bijgewerkt: 2024-11-07 13:06, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 30139 -279 Veteranenzorg.
Onderdeel van zaak 2024Z17595:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2024-11-12 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-21 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
Preview document (š origineel)
> Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag | |
---|---|
de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag |
|
Datum | 6 november 2024 |
Betreft | Brief ontwikkelingen t.a.v. het veteranenbeleid |
Ministerie van Defensie
Plein 4
MPC 58 B
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
www.defensie.nl
Onze referentie
BS2024033169
Bij beantwoording, datum, onze referentie en onderwerp vermelden.
Geachte voorzitter,
Defensie vraagt bijzondere dingen van mensen en dat vraagt om bijzondere verantwoordelijkheden, zeker in tijden van instabiliteit. Defensie is alleen sterk als het investeert in haar mensen. Dat geldt ook voor onze veteranen die zich hebben ingezet voor de veiligheid en vrijheid van ons allemaal.
Nederland telt ruim 100.000 veteranen. Jaarlijks ontvangt uw Kamer de Veteranennota waarin teruggeblikt wordt op de uitvoering van het veteranenbeleid in het voorafgaande jaar. Op 24 juni jongstleden is deze nota met uw Kamer besproken. Dit notaoverleg heeft geleid tot een aantal moties en toezeggingen. Middels deze brief breng ik uw Kamer op de hoogte van de voortgang op deze moties en toezeggingen. Ik ga achtereenvolgens in op de onderwerpen āde meerwaarde van veteranen voor bedrijven en organisatiesā, āzorg voor veteranenā en āerkennen en waarderen van veteranenā.
De meerwaarde van veteranen voor bedrijven en organisaties
De motie van de leden Paternotte en Van der Werf (beide D66) (Kamerstuk 20 139, nr. 276) roept op om samen met brancheorganisaties en werkgevers de meerwaarde van reservisten en veteranen te benadrukken. Door werkgevers aan te moedigen veteranen en reservisten een plek te geven in hun organisaties, kunnen de unieke vaardigheden van veteranen en reservisten ook buiten Defensie optimaal worden benut. Defensie erkent het belang van deze motie en zet zich hiervoor ook al geruime tijd in. Zo zorgt Defensie voor het begeleiden van defensiemedewerkers - waaronder veteranen - naar ander werk en wordt ingezet op het versterken van de samenwerking tussen externe werkgevers en Defensie. Ook worden medewerkers van Defensie en civiele organisaties via detacheringen tewerkgesteld, zodat zij kennis kunnen delen en zich verder kunnen ontwikkelen. U kunt er op rekenen dat ik hieraan de volle aandacht blijf besteden.
Daarnaast bestaan ook buiten Defensie initiatieven gericht op de meerwaarde van veteranen voor civiele werkgevers. Juist deze initiatieven die worden ondernomen vanuit de maatschappij, dragen bij aan de binding met de maatschappij en de maatschappelijke erkenning en waardering van veteranen. Een heel mooi voorbeeld hiervan is de Stichting Onbekende Helden, die op 23 september jongstleden is gestart met de campagne āOngekende Krachtenā. In deze campagne worden veteranen met hun civiele werkgevers in beeld gebracht, waarbij deze werkgevers de unieke kwaliteiten van veteranen voor hun bedrijf benadrukken. Ik ben mij uiteraard zeer bewust van de unieke competenties van veteranen en zal dan ook in afstemming met samenwerkingspartners zoals het nationaal Veteranen Platform en het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) voortdurend blijven zoeken naar soortgelijke initiatieven, waarmee ik de kracht van onze veteranen in samenwerking met brancheorganisaties en werkgevers voor het voetlicht breng. Hiermee ga ik er vanuit dat de motie is uitgevoerd.
Zorg voor veteranen
De motie Nordkamp (GroenLinks-PvdA) verzocht te onderzoeken hoe het project terugkeerreizen verbreed kan worden, zowel voor wat betreft het uitzendgebied als de toegankelijkheid (Kamerstuk 30 139, nr. 277). Het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) organiseert momenteel terugkeerreizen voor Dutchbat III-veteranen en hun relaties. Het organiseren van deze terugkeerreizen was een aanbeveling die voortkwam uit het onderzoek āFocus op Dutchbat IIIā; een onderzoek naar de zorgbehoeften van Dutchbat III-veteranen en hun relaties. Terugkeerreizen kunnen bijdragen aan het betekenis geven aan eerdere ervaringen en aan verwerking van het verleden door confrontatie met de situatie ter plaatse, het contact met andere veteranen en de bevolking aldaar. De missie van Dutchbat III was uitzonderlijk en onvergelijkbaar met andere missies, vanwege de onmogelijke situatie waarin Dutchbat III is gebracht, de dramatische afloop van de missie en het gebrek aan erkenning en waardering door Defensie en de samenleving bij terugkeer in Nederland. Deze omstandigheden leiden tot een specifieke behoefte aan erkenning, waardering en zorg voor deze groep veteranen, op basis waarvan de aanbevelingen zijn gedaan.
De terugkeerreizen lijken positieve effecten te hebben op Dutchbat III-veteranen. Uitbreiding van de terugkeerreizen voor andere doelgroepen is echter geen vanzelfsprekendheid, omdat de terugkeerreis niet voor alle missies een waardevol en noodzakelijk instrument is. Momenteel vinden gesprekken over de mogelijkheden tot uitbreiding plaats met de uitvoerder (het NLVi) en onderzoekers. Er wordt bezien onder welke omstandigheden het instrument terugkeerreizen bijdraagt aan het welzijn van veteranen en terugkeerreizen uitvoerbaar kunnen worden ingezet.
Het lid Pool (PVV) is toegezegd (TZ202406-045) om de cijfers van het aantal dakloze veteranen nader te onderzoeken, te betrekken bij de aanpak hiervan en de Kamer hierover te informeren. Aanleiding was het vermoeden van een mogelijke disbalans tussen het aantal dakloze veteranen en de beschikbare opvangplekken van opvanglocatie Sparrenheuvel. Sparrenheuvel, een initiatief van het Leger des Heils in samenwerking met het NLVi, is een herstelplek voor veteranen met een zorg- en of ondersteuningsbehoefte. Het biedt met een capaciteit van 10 tot 12 plaatsen onderdak aan veteranen. Jaarlijks kunnen ongeveer 20 tot 24 veteranen worden ondersteund.
Voorafgaand aan de opening van Sparrenheuvel is zorgvuldig onderzocht of de opvanglocatie voorziet in een behoefte bij veteranen. Zo is er een bestandsvergelijking uitgevoerd tussen het Veteranen Registratie Systeem (VRS) en veteranen die bekend zijn bij het Leger des Heils. Bij het NLVi is sinds de start van het Veteranenloket in 2014 van 150 veteranen bekend dat zij met een woonprobleem kampten. Op basis van deze cijfers is ingeschat dat de capaciteit van Sparrenheuvel toereikend is. Tot op heden is dit aanbod ook voldoende gebleken; op dit moment verblijven 8 veteranen in Sparrenheuvel. Uiteraard zijn de betrokken partijen met elkaar in gesprek en het capaciteitsvraagstuk komt hierbij structureel aan de orde. Hiermee beschouw ik de toezegging aan het lid Pool als afgedaan.
Het lid Boswijk (CDA) heeft gevraagd om het mogelijk te maken dat militairen die tijdens inzet letsel oplopen, waardoor zij niet meer voldoen aan de militaire basiseisen, toch militair kunnen blijven. Ik vind het belangrijk om u te melden dat het nu al mogelijk is dat militairen die niet meer voldoen aan de basiseisen militair kunnen blijven door het verlenen van dispensatie. Als deze wens er is, wordt hierover het gesprek gevoerd met de betrokken militair. Er wordt gekeken of maatwerk mogelijk is en op welke manier. Indien militair blijven niet mogelijk blijkt, wordt vanzelfsprekend gezocht naar mogelijkheden om als burgerambtenaar binnen Defensie te blijven werken.
Ik sluit me aan bij de visie dat er binnen Defensie ruimte moet zijn voor militairen die niet aan alle (huidige) militaire basiseisen voldoen. Defensie zal zich moeten blijven aanpassen aan de behoeftes van deze tijd. Daartoe worden de militaire basiseisen kritisch bezien. Wanneer dit leidt tot een aanpassing van deze eisen, informeert de staatssecretaris van Defensie uw Kamer hierover.Ā
Erkennen en waarderen van veteranen
Het lid Erkens (VVD) is toegezegd (TZ202406-044) om bestaande initiatieven met betrekking tot het waarderen van veteranen in kaart te brengen en te onderzoeken welke verdere stappen voor uitbreiding genomen kunnen worden. De jaarlijkse Veteranennota besteedt uitgebreid aandacht aan de activiteiten die worden verricht op het gebied van erkenning en waardering voor veteranen en hun relaties. De Veteranennota 2023-2024 start met een jaaroverzicht. Hoofdstuk 3 van de Veteranennota beschrijft de inspanningen die zijn verricht om de doelstellingen uit de Veteranenwet op het gebied van erkenning en waardering te realiseren. Hierbij valt te denken aan decoraties, reĆ¼nies en herdenkingen, de Veteranenpas en bijvoorbeeld ook de jaarlijks uitgereikte Witte Anjerprijs voor mensen die iets bijzonders hebben verricht in het kader van erkenning en waardering van veteranen.
De inventarisatie van het huidige aanbod wordt momenteel uitgevoerd. In samenwerking met het NLVi en het nationaal Veteranen Platform wordt vastgesteld of het aanbod volstaat, of dat uitbreiding wenselijk is. In de komende Veteranennota zal hierover worden gerapporteerd.
Voortdurend wordt bezien of het huidige aanbod van erkenning en waardering adequaat is en in de juiste behoeften voorziet. Een voorbeeld van een geconstateerde behoefte op het gebied van erkenning en waardering, is het draaginsigne voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers (MODās). De ontwikkeling hiervan verloopt voortvarend. Veteranenzorg is een voortdurende missie en is gebaat bij inzet van ons allemaal. Ik kijk er naar uit om samen met u de waardering en zorg voor veteranen verder vorm te geven.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Ruben Brekelmans