Tweeminutendebat IVD-aangelegenheden (CD 11/9) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D42527, datum: 2024-11-06, bijgewerkt: 2024-11-07 10:12, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-06 15:30: Tweeminutendebat IVD-aangelegenheden (CD 11/9) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
IVD-aangelegenheden
Voorzitter: Martin Bosma
IVD-aangelegenheden
Aan de orde is het tweeminutendebat IVD-aangelegenheden (CD d.d.
11/09).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat IVD-aangelegenheden. Het
commissiedebat vond plaats op 11 september. Een hartelijk woord van
welkom aan de minister. Het is fijn u weer te zien. Wij hebben vier
sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Kathmann van de
fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Zij heeft zoals iedereen twee
minuten spreektijd. Ik geef het woord aan haar.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. We hebben een goed debat gehad, maar we hebben ook wat
zorgen geuit. Die betreffen dat de tijdelijke wet niet helemaal goed in
werking kan gaan omdat het toezicht niet op orde is en dat het mogelijk
handig is om toch te onderzoeken of we niet één nationale veiligheidswet
moeten hebben, zodat we daarin al dat toezicht goed kunnen onderbrengen.
De flexibele diensten en de geopolitieke dreigingen liegen er niet om.
Die vragen om een goed toezichtstelsel. Dat is ook het mandaat en de
licence to operate. Daarom toch twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de regering voornemens is de Wet op de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten 2017 te herzien;
overwegende dat naast de AIVD en de MIVD ook de NCTV zich inzet voor het
reduceren van nationale veiligheidsrisico's;
van mening dat er een overlap in taken tussen de genoemde diensten
bestaat, waaronder het identificeren en duiden van dreigingen en
risico's;
van mening dat de taken, bevoegdheden en het toezicht van de diensten
helder en eenduidig in één wettelijk kader moeten worden geborgd, ook om
daarmee de verschillen tussen de diensten te markeren;
verzoekt de regering de wenselijkheid van een nationale veiligheidswet
onafhankelijk te laten onderzoeken, en de uitkomst daarvan mee te nemen
bij de herziening van de Wiv 2017,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kathmann.
Zij krijgt nr. 266 (29924).
Over deze motie is er wellicht een vraag van mevrouw Rajkowski.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik heb een vraag aan mijn collega van GroenLinks-PvdA. Ik begrijp
eigenlijk niet zo goed waar deze motie vandaan komt. Volgens mij hebben
we in het debat een aantal zaken met elkaar gewisseld. Ook de
veiligheidsorganisaties zelf geven aan dat ze geen behoefte hebben aan
deze wet. Waarom zet mevrouw Kathmann dit dan toch door?
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Wat ongelofelijk belangrijk is — ik zei het al — is het hele mandaat, de
license to operate, van onze diensten en dat zij hun werk ook goed
kunnen doen. Dat valt of staat met checks-and-balances en dat valt of
staat dus met een goed toezichtstelsel. Wat deze motie vraagt, is om
onderzoek te doen naar het onder één wet brengen van het
toezichtonderdeel, zodat we die checks-and-balances bij elkaar hebben
ondergebracht en zodat we dat echt gaan zien als één stelsel.
De voorzitter:
U continueert.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de ervaringen die de diensten, de toezichthouders en de
Afdeling bestuursrechtspraak met de tijdelijke wet opdoen richtinggevend
zijn bij de herziening van de Wiv 2017;
overwegende dat omdat het toezicht bij inwerkingtreding van de
tijdelijke wet nog niet op orde was, de wet naar verwachting pas vanaf
januari 2025 geheel operationeel kan zijn;
overwegende dat de regering overweegt om al in maart of april 2025 een
invoeringstoets voor de tijdelijke wet te laten houden;
van mening dat de periode van uitvoering van de tijdelijke wet dan te
kort zal zijn om voldoende kennis en ervaring op te doen over de
uitwerking in de praktijk;
van mening dat een invoeringstoets niet in de plaats van een volledige
en onafhankelijke wetsevaluatie kan komen;
verzoekt de regering een volwaardige wetsevaluatie van de tijdelijke wet
door een onafhankelijke commissie te laten uitvoeren alvorens de Wiv
2017 te herzien,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kathmann.
Zij krijgt nr. 267 (29924).
Prima. Mevrouw Rajkowski van de VVD.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dank, voorzitter. Er is een groeiende dreiging gericht tegen Nederland
vanuit landen met een offensief cyberprogramma. Ook staan onze
democratische rechtsorde en nationale veiligheid onder druk door
toenemend anti-institutioneel extremisme en criminele ondermijning.
Daarom onderschrijft de VVD de hoofdlijnennotitie van de herziening van
de Wiv 2017. Het is nog slechts een hoofdlijnennotitie, dus daarom
vanuit onze kant geen moties.
Wat ik hier wel wil markeren, is dank voor de toezeggingen die in het
debat zijn gedaan over het toekomstbestendig maken van de bevoegdheden,
het overwegen van het opgavegericht werken en het samenwerken met
private partijen.
Tot slot wil ik benoemen dat het fijn is om te zien dat onze minister
van Defensie goed contact heeft met de Five Eyes. Wellicht komt er ooit
een paar ogen bij.
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Van Meijeren, Forum voor Democratie.
De heer Van Meijeren (FVD):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Een paar weken geleden heb ik een
aantal vragen gesteld aan de minister-president over de taken en
bevoegdheden van de AIVD, aangezien hij de Coördinator Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten aanstuurt. Hij verwees me naar de minister van
Binnenlandse Zaken, dus probeer ik het hier vandaag graag opnieuw.
Ter inleiding van de vraag drie feiten. Feit één: de AIVD heeft op grond
van artikel 8 van de Wiv de wettelijke taak om onderzoek te verrichten
naar personen en organisaties die door hun activiteiten een gevaar
vormen voor de democratische rechtsorde. Feit twee: de AIVD beschrijft
in zijn rapport over het zogenaamde anti-institutioneel extremisme dat
het uitdragen van het zogenaamde kwaadaardige elite-narratief wordt
aangemerkt als een activiteit die een gevaar vormt voor de democratische
rechtsorde. Feit drie: in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland nummer
58 van mei 2023 staat dat ook Tweede Kamerleden dat kwaadaardige
elite-narratief zouden verspreiden. Als ik deze drie feiten met elkaar
verbind, dan leidt dat volgens mij tot de onvermijdelijke conclusie dat
de AIVD op dit moment, as we speak, de taak heeft om onderzoek te
verrichten naar die desbetreffende Tweede Kamerleden en voor de
uitoefening van die taak dus ook onder meer bevoegd is om die Kamerleden
af te luisteren, heimelijk te observeren, hun woningen te doorzoeken,
verborgen camera's te plaatsen, organisaties waar zij deel van uitmaken
te infiltreren, en ga zo maar door. Mijn vraag is eigenlijk heel
eenvoudig. Het is een feitelijke vraag, dus niet gericht op individuele
casuïstiek. Ik hoef niet te weten wat er precies gebeurt of welke
Kamerleden het betreft. Mijn vraag is: klopt het dat de AIVD inderdaad
deze taak heeft en van welke bevoegdheden kan de AIVD dan precies
gebruikmaken?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste spreker is de heer Van Nispen van de SP.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil drie moties indienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit recente onthullingen blijkt dat de voorloper van
de AIVD, de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), onder anderen
politici, (Joodse) verzetshelden, academici, journalisten, advocaten
enkel in de gaten heeft gehouden vanwege hun politieke overtuiging en
ook informatie over Indonesische activisten heeft doorgegeven aan
buitenlandse inlichtingendiensten in een tijd dat in Indonesië mensen
werden vermoord;
van mening dat het belangrijk is om precies te weten wat er in die tijd
is gebeurd en waarom, dat volledige openbaarheid wordt verschaft en
hierover verantwoording wordt afgelegd;
verzoekt de regering een extern, aanvullend, onafhankelijk, historisch
onderzoek in te stellen naar het handelen van de BVD,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.
Zij krijgt nr. 268 (29924).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de inlichtingendiensten meermaals journalisten hebben
ingezet als agent;
overwegende dat hiermee de onafhankelijkheid en de geloofwaardigheid van
de journalistiek in het gedrang komt;
verzoekt de regering beleid te maken dat het verbiedt dat journalisten
als agent mogen worden ingezet door de inlichtingendiensten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.
Zij krijgt nr. 269 (29924).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering om bij de herziening van de Wet op de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten (Wiv) het budget van de Commissie van Toezicht op
de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en de Toetsingscommissie
Inzet Bevoegdheden (TIB) mee te laten bewegen met de ontwikkeling van
hun werklast ten gevolge van de groei van de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten, tenzij er goede reden is om dit niet te doen en dit
dan ook nadrukkelijk toe te lichten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen, Kathmann en Six
Dijkstra.
Zij krijgt nr. 270 (29924).
Ik schors vijf minuten. Dan gaan we luisteren naar de minister.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister. Ik hoop dat we er snel doorheen kunnen
gaan. Dan kunnen we meteen door naar het volgende debat.
Minister Uitermark:
Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 266 is van mevrouw
Kathmann. Die vraagt om een onafhankelijk onderzoek naar een nationale
veiligheidswet. Deze motie zal ik ontraden. De NCTV heeft een eigen taak
en positie en heeft niet de bevoegdheden van een inlichtingendienst of
een veiligheidsdienst. De NCTV voert zijn taken ook uit binnen de Wet
coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid. Die wet is
juist recent pas tot stand gekomen. Voor andere domeinen geldt bovendien
ook dat er een ander juridisch regime is voor bijvoorbeeld
gegevensverwerking en het toezicht daarop. Dat zijn namelijk de Algemene
verordening gegevensbescherming en het toezicht door de Autoriteit
Persoonsgegevens. Voor de diensten geldt alleen de Wiv 2017 en het
toezicht van de CTIVD. Die zijn lastig te verenigen in één wet. Daarom
zal ik de motie ontraden.
De voorzitter:
Prima. Eén korte vraag, want we moeten echt door.
Mevrouw Kathmann (GroenLinks-PvdA):
Ziet de minister in dat de NCTV ook taken uitvoert die onder de Wiv
zouden kunnen vallen? Het zou wel goed zijn om eens te onderzoeken of de
toezichthouders van de diensten daar iets over kunnen zeggen, breder dan
alleen wat de AP nu soms doet.
De voorzitter:
Graag een kort antwoord.
Minister Uitermark:
Nee, ik zie geen reden tot verdere onderzoeken. De tijdelijke wet
vervalt gewoon na vier jaar. Normaal gesproken is er pas een evaluatie
na vijf jaar. Nader onderzoek zou dus ook vertragend werken.
De voorzitter:
Prima. Dan de motie op stuk nr. 267.
Minister Uitermark:
De motie op stuk nr. 267 gaat over de volwaardige wetsevaluatie door een
onafhankelijke commissie. Deze motie moet ik ook ontraden. Zoals ik net
zei, vervalt de tijdelijke wet na vier jaar. Op dat moment moet ook de
herziening van de Wiv afgerond zijn. De gebruikelijke termijn voor een
wetsevaluatie is dus na vijf jaar. Het laten uitvoeren van een
onafhankelijke evaluatie kost voorbereidingstijd. Men zal ook voldoende
tijd moeten hebben om een volwaardige wetsevaluatie uit te kunnen
voeren. Zodra de evaluatie zal zijn afgerond en de herziening van de Wiv
hervat kan worden, zal er niet genoeg tijd meer zijn om de herziening af
te ronden voordat de tijdelijke wet vervalt. Daarom ontraad ik deze
motie, maar ik wil wel benadrukken dat ik veel waarde hecht aan de
lessen die we kunnen leren. De diensten zijn daarom ook al gestart met
de voorbereidingen voor de invoeringstoets, waar uw Kamer bij motie ook
om heeft verzocht.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 268.
Minister Uitermark:
In de motie op stuk nr. 268 is door de heer Van Nispen gevraagd om
onafhankelijk onderzoek naar de BVD. Die moet ik ontraden. Ik wil wel
zeggen dat ik grote waarde hecht in het algemeen aan onafhankelijk en
wetenschappelijk onderzoek, ook naar het verleden van de Binnenlandse
Veiligheidsdienst. De AIVD heeft juist tienduizenden dossiers
overgebracht naar het Nationaal Archief, juist ook om dit soort
onderzoek mogelijk te maken. Ook heeft de AIVD een eigen historisch
adviseur in dienst genomen, die ook extern onderzoek zal faciliteren als
er onderzoekswensen liggen. Op basis van de recente en eerdere
berichtgeving zie ik momenteel überhaupt geen aanleiding om een
aanvullend onderzoek in te stellen.
De voorzitter:
Eén vraag van de heer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Dit verbaast mij wel, want ik heb juist aanvullend onafhankelijk
historisch onderzoek gevraagd. Ik weet wat er ligt. Ik weet dat een
persoon daarmee aan de slag gaat. Maar volgens mij moet je deze mogelijk
zeer duistere geschiedenis juist als overheid ook zelf willen kennen,
door deze aan het licht te brengen en daar verantwoording over af te
leggen. Dus het zou me erg teleurstellen als deze minister blijft bij
het ontraden van deze motie, die eigenlijk zegt: kijk nou naar wat er in
het verleden is gebeurd, juist omdat dat zo omstreden kan zijn. Dat moet
je ook willen weten.
Minister Uitermark:
Onderzoek kan worden gedaan, zoals ik net ook heb gezegd, doordat er
10.000 dossiers zijn overgebracht. Er zijn geen signalen dat ik daar nu
ambtshalve zelf onderzoek voor zou moeten entameren. Dus die aanleiding
zie ik niet.
De voorzitter:
Prima. Dan de motie op stuk nr. 269.
Minister Uitermark:
De motie op stuk nr. 269, ook van de heer Van Nispen, over de journalist
als agent moet ik ontraden. Journalisten vervullen een essentiële rol
voor onze democratie en rechtsstaat. Op grond van artikel 41 van de Wet
op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben de diensten de
mogelijkheid tot het inzetten van personen. Mochten dat journalisten
zijn, dan is de dienst aan extra waarborgen gehouden, zoals het vragen
van toestemming aan de rechtbank. Er wordt altijd ook afgewogen of de
informatie niet op een andere wijze verkregen kan worden. Samenwerking
is daarnaast te allen tijde ook vrijwillig, dus de inzet van
journalisten is vrijwillig. Zij zijn nooit verplicht om de identiteit
van een bron te delen. Medewerking kan altijd worden geweigerd. De CTIVD
geeft als aanbeveling ook om deze vrijwilligheid expliciet op te nemen
in het beleid. Dat zal ik ook gaan doen. Het verzoek dat er nu ligt, kan
ik dus niet steunen. Daarom ontraad ik het.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 270.
Minister Uitermark:
De motie op stuk nr. 270 van de heer Van Nispen vraagt om het budget van
de CTIVD en de TIB te laten meegroeien met het budget van de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Daar kan ik oordeel Kamer op
geven. Ik vind het belangrijk om te zeggen en duidelijk te maken dat de
taken van de TIB en de CTIVD als toezichthouders onlosmakelijk verbonden
zijn met het werk van de diensten. Zowel de diensten als de TIB en de
CTIVD voeren hun taken uit in het domein van de nationale veiligheid.
Vanwege die bijzondere aard van de taken ben ik bereid om als
uitgangspunt te hanteren dat de intensiveringen ten behoeve van het werk
van de diensten in redelijkheid ook ten goede komen aan de TIB en de
CTIVD. Dus als een toename van het werk van de diensten ook zorgt voor
een toename van de werklast voor de toezichthouders, dan is het redelijk
om die twee dingen aan elkaar te verbinden. Daarom geef ik deze motie
oordeel Kamer. Ik wil wel meegeven, onderstrepen en benadrukken dat het
gaat om de daadwerkelijke ontwikkeling van de werklast. Dat moet
centraal staan en dat is mede afhankelijk van de taken die de TIB en de
CTIVD in het nieuwe wettelijke stelsel zullen krijgen. Die zijn nog niet
vastgesteld omdat we de Wiv aan het herzien zijn. Het gaat dus over
financiering in de toekomst, dus na de herziening van de Wiv. Maar met
deze toelichting kan ik de motie oordeel Kamer geven.
De voorzitter:
Heel goed. Dan waren er nog een paar vragen.
Minister Uitermark:
Ik heb nog één vraag, als het goed is, van de heer Van Meijeren van
Forum voor Democratie. Ik wil daarop antwoorden dat de dienst onderzoek
kan doen naar personen en organisaties die een dreiging vormen voor het
voortbestaan van de democratische rechtsorde. Maar in het openbaar ga ik
niet in op onderzoeken die de dienst doet. De Wiv vormt het wettelijke
kader. Daarin staat ook duidelijk wat de taken en bevoegdheden zijn van
de dienst.
De voorzitter:
Heel goed. Er is nog één vraag van de heer Van Meijeren.
De heer Van Meijeren (FVD):
Nogmaals, mijn vraag ging niet per se over welke onderzoeken de dienst
verricht. Ik vraag naar de bevoegdheden die ze op dit moment hebben. Ik
vraag of de conclusie die ik uit mijn feiten trek juist is en of de
minister die kan bevestigen. Dat ze weigert, dat ze geen antwoord geeft
op de vraag vind ik eigenlijk al zodanig zorgwekkend … Het enige juiste
antwoord zou zijn: vanzelfsprekend worden Kamerleden die alleen maar
kritisch zijn en een bepaald gedachtegoed verspreiden, niet om die reden
onderzocht. We leven namelijk in een democratie. Kamerleden controleren
de regering en niet andersom. Dat de regering de diensten überhaupt in
kan zetten om politieke tegenstanders te monitoren, dat dat niet wordt
uitgesloten, is buitengewoon zorgelijk. Als hier op deze manier gebruik
van wordt gemaakt, bevinden we ons echt op een hellend vlak. Ik zou toch
heel graag willen dat de minister gaat uitsluiten dat dit op dit moment
gebeurt.
Minister Uitermark:
Ik blijf bij het antwoord dat ik nooit in zal gaan op specifieke
casuïstiek. In het algemeen kan ik zeggen wat ik net zei. Dat herhaal ik
dan ook bij dezen: de dienst kan onderzoek doen naar personen en
organisaties die een dreiging vormen voor het voortbestaan van de
democratische rechtsorde.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover dit debat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Dinsdag stemmen wij over de moties. Ik schors een enkel ogenblik en dan
gaan we door met het volgende debat.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.