Tweeminutendebat Justitiële jeugd (CD 5/9) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D42538, datum: 2024-11-06, bijgewerkt: 2024-11-07 10:19, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-06 17:45: Tweeminutendebat Justitiële jeugd (CD 5/9) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Justitiële jeugd
Justitiële jeugd
Aan de orde is het tweeminutendebat Justitiële jeugd (CD d.d.
05/09).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Justitiële jeugd. Het commissiedebat
vond plaats op 5 september, recentelijk. Inmiddels is staatssecretaris
Coenradie bij ons aangeschoven. Fijn dat u bij ons bent. Ik geef graag
als eerste het woord aan mevrouw Lahlah van de fractie GroenLinks-PvdA.
Zij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd. Het woord is aan
haar.
Mevrouw Lahlah (GroenLinks-PvdA):
Goedenavond, voorzitter. Uit de recente brief van de staatssecretaris
blijkt opnieuw hoe schrijnend de capaciteitsproblemen zijn, ook binnen
jeugdgevangenissen. Jongeren worden door deze tekorten tijdelijk op
volwassenenafdelingen geplaatst waar zij vaak geen toegang hebben tot
hetzelfde onderwijsaanbod als in jeugdgevangenissen. De uitvoering van
mijn motie heeft aangetoond dat structureel onderwijs bieden lastig is,
maar we kunnen en moeten meer doen voor deze jongeren. Daarom dien ik
vandaag een motie in om de Life Changing Group verder te ondersteunen.
Op dit moment biedt deze organisatie jongvolwassenen in JC Zeist en PI
Almelo een uniek programma dat hen niet alleen educatief, maar ook
creatief en sportief verrijkt. Dus ik kom met de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat jongvolwassenen door capaciteitstekorten tijdelijk in
volwassenendetentie worden geplaatst in plaats van een justitiële
jeugdinrichting;
overwegende dat deze jongvolwassenen het recht hebben onderwijs te
volgen, maar dat dit recht in volwassendetentie niet kan worden
gerealiseerd;
constaterende dat zij enkele dagen per week gebruikmaken van een
educatief, creatief en sportief programma van de Life Changing Group,
maar dat dit aanbod beperkt is en zij in het weekend vaak langdurig op
hun cel verblijven zonder zinvolle activiteiten;
overwegende dat het uitbreiden van dit programma bijdraagt aan hun
ontwikkeling en welzijn;
verzoekt de regering om te onderzoeken of het mogelijk is om het aantal
beschikbare uren van de Life Changing Group voor deze jongvolwassenen
uit te breiden, bijvoorbeeld door ook in het weekend aanbod te
realiseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Lahlah, Koekkoek, Teunissen en
Bruyning.
Zij krijgt nr. 997 (24587).
Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Wijen-Nass van de fractie BBB. Meneer van Nispen, ik waardeer uw enthousiasme, maar over twee minuten bent u aan de beurt.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik zal het kort houden. Ik wil de
staatssecretaris hartelijk bedanken voor haar antwoorden tijdens het
commissiedebat. Ik heb wel nog een paar vragen aan haar. Ik heb aandacht
gevraagd voor de kosten en de bezetting van de Kleinschalige Voorziening
Justitiële Jeugd. We hebben toen namelijk besproken dat die KVJJ's zo'n
9,5 miljoen kosten voor vijf locaties, dat één locatie voor ongeveer
acht personen is en dat de locaties op dit moment ongeveer maar voor de
helft vol zitten. Daar maak ik me wel een beetje zorgen over, want die
kosten zijn echt heel erg hoog ten opzichte van de lage bezettingsgraad.
Ik wil de staatssecretaris daarom vragen om nauwlettend in de gaten te
houden of die kosten wel blijven opwegen tegen de baten en of zij zich
ervoor kan inspannen dat de bezettingsgraad niet zo ver onder de maat
blijft zoals hij nu is. Ik wil haar daarbij ook vragen of zij haar
reactie kan opnemen in de eerstvolgende verzamelbrief Justitiële
jeugd.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Nispen, SP.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel. Twee voorstellen, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het risico's met zich meebrengt dat jeugdinrichtingen
veelal afhankelijk zijn van externe inhuur en de regering daarom een
maximale normering stelt van 30% externe inhuur;
overwegende dat onderdeel van deze risico's is dat het personeel de
jongeren minder goed kent en ook minder goed kan begeleiden, wat een
negatief effect heeft op recidive;
overwegende dat de externe inhuur duurder is dan regulier personeel en
ook negatieve effecten heeft op de werkdruk;
verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de externe inhuur verder wordt
teruggedrongen en het aantal vaste gezichten op afdelingen wordt
bevorderd, en over de voortgang hierover de Kamer te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Lahlah.
Zij krijgt nr. 998 (24587).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het regeerakkoord staat dat het herstelrecht van
positieve waarde is voor slachtoffers in de praktijk;
overwegende dat de rechtstreekse toegang tot mediation in strafzaken
voor slachtoffers en verdachten nog niet goed geregeld is en geen
standaardoptie is;
overwegende dat het bieden van rechtstreekse toegang tot mediation in
strafzaken met name in jeugdstrafzaken van toegevoegde waarde is voor
slachtoffers en jeugdige verdachten in het kader van herstel en
recidivevermindering;
verzoekt de regering in te zetten op rechtstreekse toegang tot alle
herstelrechtvoorzieningen voor slachtoffers en (jeugdige) verdachten,
waaronder mediation in strafzaken en herstelbemiddeling, en de Kamer
hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Lahlah.
Zij krijgt nr. 999 (24587).
Mevrouw Bruyning, Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank, voorzitter. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat jeugdcriminaliteit een veelzijdig probleem is dat om
vernieuwende en effectieve preventiestrategieën vraagt;
overwegende dat ervaringsdeskundigen waardevolle inzichten en
praktijkkennis bezitten die kunnen bijdragen aan het voorkomen van
jeugdcriminaliteit;
verzoekt de regering om de kennis over en goede ervaringen met de inzet
van ervaringsdeskundigheid breder onder gemeenten te delen en binnen de
lerende aanpak samen met de wetenschap hieraan specifieke aandacht te
besteden en hierover te rapporteren;
verzoekt de regering om te onderzoeken hoe ervaringsdeskundigheid
effectief kan worden ingezet bij de preventie van jeugdcriminaliteit, en
de Kamer te informeren over de bevindingen en mogelijke
implementatie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruyning, Lahlah en Van der
Werf.
Zij krijgt nr. 1000 (24587).
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Eerdmans, JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank u wel. Ik heb twee moties bij mij.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bij recente acties in Vlissingen waarbij preventief
gefouilleerd is, grote hoeveelheden drugs en wapens in beslag zijn
genomen;
constaterende dat dit kabinet de uitbreiding van preventief fouilleren
laat afhangen van verdiepend onderzoek;
verzoekt het kabinet in het herijkte Actieplan Wapens en Jongeren een
prominente rol voor preventief fouilleren in te bedden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 1001 (24587).
De heer Eerdmans (JA21):
De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet jeugddelinquenten zwaarder wil
straffen;
constaterende dat het kabinet het advies van de Raad voor
Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming afwacht om hierover een
definitief standpunt in te nemen;
verzoekt het kabinet te garanderen dat een enkelband voor
jeugddelinquenten geen vervanging van een gevangenisstraf is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Eerdmans.
Zij krijgt nr. 1002 (24587).
De heer Eerdmans (JA21):
Dank je wel.
De voorzitter:
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Van der Werf van
D66.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in Rotterdam een pilot voor de inzet van Halt bij
18-plusjongeren is gehouden, maar dat de deelname beperkt was vanwege de
coronaperiode waarin de pilot werd gehouden en de geringe aandacht voor
de pilot bij politie en OM;
overwegende dat betrokken strafrechtpartners ervoor pleitten
Halt-interventie voor alle jongvolwassen first offenders mogelijk te
maken en jonge volwassenen en hun ouders ook de afdoening konden
waarderen;
verzoekt de regering te onderzoeken of een verbeterde pilot
georganiseerd kan worden voor de inzet van een Halt-interventie voor
18-plusjongeren, en de Kamer hier voor het einde van dit jaar over te
informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Werf en Lahlah.
Zij krijgt nr. 1003 (24587).
Ik schors voor vijf minuten. Daarna gaan we luisteren naar de beide staatssecretarissen.
De vergadering wordt van 18.22 uur tot 18.30 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan staatssecretaris Coenradie.
Staatssecretaris Coenradie:
Voorzitter, dank. Ik begin met de motie op stuk nr. 997, van mevrouw
Lahlah van GroenLinks-PvdA. Die krijgt oordeel Kamer.
Dan heb ik nog een motie en een vraag. Wat heeft de voorkeur? Eerst de
motie? Dan doen we de motie.
Dat is de motie van de heer Van Nispen en mevrouw Lahlah.
De voorzitter:
Welk nummer is dat?
Staatssecretaris Coenradie:
Dat is de motie op stuk nr. …
De voorzitter:
998?
Staatssecretaris Coenradie:
Ja, de motie op stuk nr. 998. Die motie wordt ontraden. Ik zal dat even
toelichten. DJI is en blijft natuurlijk gericht op het terugdringen van
de externe inhuur, maar tegelijkertijd is de arbeidsproblematiek
weerbarstig en kunnen we nu ook niet anders.
Dan heb ik een vraag van de BBB, over de KVJJ's. Natuurlijk blijven we
én sturen op een goede bezetting én de kosten in de gaten houden. Ik heb
in het vorige commissiedebat ook aangegeven dat we niet voornemens zijn
om die KVJJ's te gaan sluiten en dat we lering trekken uit het verleden.
We gaan dus niet zomaar over tot het sluiten van inrichtingen.
Natuurlijk zeg ik toe dat we de Kamer in de volgende voortgangsbrief op
de hoogte zullen brengen van de kosten en de baten.
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik weet zeker dat staatssecretaris Struycken even bondig kan
zijn. Het woord is aan hem.
Staatssecretaris Struycken:
Voorzitter. Er is vast een leercurve. Er komt misschien ook nieuw
beleid, dus dat maakt het ook makkelijk.
De motie op stuk nr. 999 gaat over toegang tot
herstelrechtvoorzieningen. Mijns inziens wordt het herstelrecht,
waaronder mediation en herstelbemiddeling, nog onvoldoende benut. Ik ben
bezig met allerlei initiatieven om dat te verbeteren. De minister van
Justitie gaat primair over het vervolgingsbeleid. In dat kader zal ik
dit punt met hem bespreken. We zullen er op terugkomen in de
voortgangsbrief herstelrecht, die naar verwachting in het eerste
kwartaal van 2025 wordt verzonden. Op die basis kom ik tot de
appreciatie "aanhouden".
De voorzitter:
Maar dat is een verzoek, eigenlijk geen appreciatie.
Staatssecretaris Struycken:
Een verzoek om de motie aan te houden.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Juist als er een brief aankomt, zou zo'n motie de richting kunnen geven
dat we dit met elkaar willen. Volgens mij hebben we het hier al jaren
over. Sterker nog, dat weet ik: we hebben het hier al jaren over. Als ik
de staatssecretaris was, zou ik deze motie beschouwen als een
aanmoediging. Ik vind het belangrijk om deze motie in stemming te
brengen.
De voorzitter:
Wat is dan de appreciatie?
Staatssecretaris Struycken:
Oordeel Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 1000: oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 1001 gaat over preventief fouilleren. De
bevoegdheid om preventief te fouilleren bestaat in algemene zin. Die
bevoegdheid ligt in belangrijke mate in het domein van de burgemeesters.
Die bevoegdheid is geborgd in de Gemeentewet. Wij wachten in vervolg op
het Actieplan Wapens en Jongeren nader verdiepend onderzoek af. Het is
prematuur om daar nu op vooruit te lopen. Daarom ontraad ik de
motie.
De motie op stuk nr. 1002 vraagt te garanderen dat een enkelband geen
vervangende straf is. Wij zijn nog in afwachting van het RSJ-advies.
Tevens ligt er het initiatiefwetsvoorstel van D66, CDA en NSC. Ik wil
daar niet op vooruitlopen. Mocht elektronische detentie op enig moment
worden geïntroduceerd als hoofdstraf, dan is het aan de rechter om af te
wegen of die straf passend is. Hetzelfde zou moeten gelden voor de vraag
of het een vervanging voor gevangenisstraf mag zijn in bepaalde
gevallen. Dat is een afweging waar ik niet in wil treden. Daarom ontraad
ik deze motie.
De motie op stuk nr. 1003 gaat over een pilot voor Halt voor
18-plusjongeren. Tijdens het commissiedebat op 5 september heb ik al de
toezegging gedaan om in een brief in te gaan op de vraag of een nieuwe
pilot voor Halt voor 18-plussers opportuun is. Die toezegging zag met
name op jongeren met een licht verstandelijke beperking, maar in het
licht van deze motie zal ik ook ingaan op een eventuele pilot voor álle
jongvolwassenen. Deze brief zal ik voor het einde van het jaar sturen.
Dat is dus de brief die ik al toegezegd heb in verband met Halt voor
18-plus. Op die basis is mijn verzoek deze motie aan te houden.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Ik breng de motie toch graag in stemming.
De voorzitter:
Wat is dan het oordeel van de staatssecretaris?
Staatssecretaris Struycken:
De motie verzoekt te onderzoeken of een verbeterde pilot kan worden
georganiseerd en de Kamer hier voor het einde van dit jaar over te
informeren. Als de verzoeker kan leven met die bredere brief zoals
aangekondigd, dan is het oordeel Kamer.
De voorzitter:
Dan moet u dat beamen, of niet.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Dat is prettig.
De voorzitter:
Dat is prettig? Oké, dat is prettig, staatssecretaris.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Ik had al gezegd dat ik de motie graag wil indienen.
De voorzitter:
Ja. Dan gaan we daar ook prettig over stemmen. Dan is het oordeel Kamer,
stel ik vast. Dank aan de staatssecretaris. Zijn alle eieren gelegd?
Ja?
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Tot zover dit debat. Ik schors tot 19.30 uur voor het diner. Dank aan de
beide staatssecretarissen.
De vergadering wordt van 18.36 uur tot 19.31 uur geschorst.