Tweeminutendebat Strafrechtketen (CD 2/10) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D42539, datum: 2024-11-06, bijgewerkt: 2024-11-07 10:20, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-06 19:30: Tweeminutendebat Strafrechtketen (CD 2/10) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Strafrechtketen
Strafrechtketen
Aan de orde is het tweeminutendebat Strafrechtketen (CD d.d.
02/10).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Strafrechtketen. Inmiddels is ook de
minister aangeschoven. Fijn u hier te zien. We hebben vier sprekers van
de zijde van de Kamer. De eerste is de heer Six Dijkstra van de fractie
van Nieuw Sociaal Contract. Het woord is aan hem.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Ik neem het tweeminutendebat even over van mijn
collega mevrouw Palmen. Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het regeerprogramma is opgenomen dat bezien wordt
hoe financiering in de strafrechtketen minder kan worden gebaseerd op
output en producten en meer gericht op het effectief samenwerken en
presteren in de keten;
constaterende dat de huidige financiering in de rechtspraak grotendeels
is gebaseerd op output, waarbij sprake is van een productiegerelateerde
bijdrage (prijs maal volume) en een lumpsumbijdrage voor de vaste kosten
en dat bij het ontwerp van dit bekostigingssysteem onder andere is
gekeken naar welke tijd een rechter besteedt aan een gemiddelde zaak
binnen een bepaald segment;
overwegende dat deze wijze van financiering ertoe leidt dat voor de
meeste rechtszaken vooraf wordt bepaald binnen hoeveel minuten deze
moeten worden afgedaan en dat dit weinig ruimte biedt om verder te
kijken dan de juridische kant van de zaak;
van mening dat het wenselijk zou zijn als in ieder geval in zaken waarin
sprake is van multiproblematiek en/of verwarde personen bij de
berechting meer tijd en aandacht kan worden gegeven aan het oplossen van
de onderliggende problematiek zodat rechters meer ruimte krijgen voor
het leveren van maatwerk;
verzoekt de regering om binnen de rechtspraak experimenten te bevorderen
waarin ervaring kan worden opgedaan met een maatwerkbehandeling van
dergelijke zaken, waarbij rechters meer regie kunnen nemen bij het
(duurzaam) oplossen van de onderliggende problematiek,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Six Dijkstra en Palmen.
Zij krijgt nr. 900 (29279).
De heer Ellian van de VVD heeft een interruptievraag.
De heer Ellian (VVD):
Ik doe een vraag aan twee personen in één keer, aan Jesse Six Dijkstra,
de collega, en meteen aan de bewindspersoon. Wat zou dit kosten? Heeft u
een beeld van wat dit gaat kosten of hangt tijd aan de lucht en kost het
geen geld?
De heer Six Dijkstra (NSC):
Dit gaat om kleinschalige experimenten bij misschien een of twee
rechtbanken, waarbij er inderdaad gekeken moet worden naar een ander
systeem. Dit is echt een experimentenfase, dus niet iets wat grote,
structurele bekostiging teweegbrengt.
De voorzitter:
Prima. De volgende spreker is de heer Ellian van de VVD.
De heer Ellian (VVD):
Voorzitter. Eén motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Raad voor de rechtspraak de financiën voor de
rechtspraak verdeelt over de gerechten en hierover overleg voert met het
kabinet en de gerechten;
constaterende dat een belangrijke conclusie van het visitatierapport
2023 is dat de rechtspraak op diverse onderdelen van de bedrijfsvoering
uniformer en vanuit landelijk geformuleerde uitgangspunten moet gaan
werken;
verzoekt de regering om zorg te dragen dat de Raad voor de rechtspraak
een centrale rol heeft en neemt zodat de raad afdwingbare afspraken kan
maken met de gerechten over financiën en bedrijfsvoering,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ellian.
Zij krijgt nr. 901 (29279).
De heer Ellian (VVD):
Een minuut over, voorzitter.
De voorzitter:
Mevrouw Mutluer, GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik heb ook een paar moties. De eerste gaat over de voorraden
en doorlooptijden.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de doorlooptijden binnen de strafrechtketen niet
voldoende verbeteren;
overwegende dat het OM een meerjarig programma Voorraden en
Doorlooptijden heeft gestart en hierbij het verkorten van de
doorlooptijden als een van de absolute topprioriteiten heeft
bestempeld;
verzoekt de regering om met de strafrechtketen toe te werken naar een
afzonderlijk voor de politie en rechtspraak geldend programma voorraden
en doorlooptijden naar voorbeeld van het Openbaar Ministerie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.
Zij krijgt nr. 902 (29279).
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
In dat licht ook de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de doorlooptijden binnen de strafrechtketen nog steeds
lang zijn;
overwegende dat het Bestuurlijk Ketenberaad verschillende zaakstromen
heeft gekozen waarin het verbetering wil bereiken;
overwegende dat bij de zaakstromen jeugd en zeden reeds wordt gewerkt
met een programmatische ketenaanpak, maar dit nog niet gebeurt bij
ernstige verkeersmisdrijven;
verzoekt de regering om gezamenlijk met de strafrechtketen te zorgen
voor een programmatische ketenaanpak wat betreft de zaakstroom ernstige
verkeersmisdrijven teneinde de doorlooptijden te verkorten;
verzoekt de regering hierbij ook de lichtere verkeerszaken dan wel
overtredingen, conform artikel 5 Wvw, mee te nemen, inclusief de
mogelijkheden van herstelbemiddeling en schadevergoeding,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.
Zij krijgt nr. 903 (29279).
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Tot slot een motie over de aanpak van onlinecriminaliteit.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de huidige aanpak van onlinecriminaliteit vaak
gefragmenteerd is, waardoor de effectiviteit van de opsporing en
vervolging wordt belemmerd;
overwegende dat door de centralisatie van aangiften opsporingskansen
kunnen worden vergroot en informatie-uitwisseling tussen
opsporingsdiensten kan worden verbeterd;
verzoekt de regering na te gaan wat er nodig is om aangiftes van
onlinecriminaliteit zo snel als mogelijk landelijk te clusteren en
screenen, en de Kamer daar uiterlijk medio 2025 over te
informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.
Zij krijgt nr. 904 (29279).
Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Van Nispen, SP.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. In het debat over de strafrechtketen ging het
natuurlijk over de lange doorlooptijden, waar onder andere slachtoffers
de dupe van zijn. Het ging ook over de hoge werkdruk bij de politie, bij
het Openbaar Ministerie, bij de rechtspraak, maar bijvoorbeeld ook in
het gevangeniswezen.
Waar relatief veel aandacht uitgaat naar de investering van 300 miljoen
in veiligheid waar de coalitiepartijen en de bewindspersoon trots op
zijn, is er relatief weer wat minder aandacht voor die 110 miljoen aan
taakstelling, die ook terechtkomt bij het ministerie van Justitie en
Veiligheid. Daarover is wel de intentie uitgesproken dat die niet
terecht zal komen bij de uitvoering, maar de minister kan dat niet
uitsluiten. Inmiddels is er een motie van mij aangenomen die zegt dat
dit wel uitgesloten moet worden. De rijksbrede taakstelling hoort dus
niet terecht te komen bij de uitvoering. Als dat niet kan, moet je maar
met een voorstel komen hoe je dat dan gaat oplossen. Ik wil dus
allereerst de minister hier horen bevestigen dat hij die motie gaat
uitvoeren. Op de uitvoering in de strafrechtketen wordt dus niet
bezuinigd als gevolg van die rijksbrede taakstelling.
Ik ben ook benieuwd wanneer de minister met meer informatie komt over
waar die 110 miljoen euro dan wel precies terecht gaat komen. Dat zal
wat ons betreft dus niet bij de uitvoering zijn. Dat zegt die motie ook.
Ik ben benieuwd wanneer de minister met meer informatie daarover komt en
hoe we daar invloed op kunnen uitoefenen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik geef het woord aan de
minister die de moties gaat becommentariëren. Het woord is aan hem.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Om te voorkomen dat we hier in een soort
afwisselingscircus komen, zal ik de moties doen die voor mijn rekening
komen. Dat is dus niet helemaal in de volgorde waarin ze zijn ingediend,
waarvoor ik uw vergiffenis vraag.
Laat ik beginnen met reageren op de vraag van de heer Van Nispen. Wij
komen uiteindelijk rondom het proces van de Voorjaarsnota met een
concrete uitwerking van de taakstelling. Ik heb de heer Van Nispen
gehoord. Ik ben het met hem eens dat het niet de bedoeling is dat er
iets van die taakstelling valt in die uitvoering. Ik wil nog niet
honderd procent garanderen dat ik niet wil kijken naar de
uitvoeringsorganisaties, daar waar het niet raakt aan de uitvoering zelf
maar aan de organisaties in bredere zin. Dat is nu eenmaal omdat ik dat
op dit moment nog niet kan uitsluiten. Ik hoor hem goed en zal de motie
in die gedachte ter harte nemen bij het verdere proces.
De voorzitter:
Een vraag van de heer Ellian.
De heer Ellian (VVD):
Kunnen we 30 seconden wachten zodat we de moties hebben? Dat scheelt
wel.
De voorzitter:
Ze liggen er inmiddels en ik houd de vaart er graag een beetje in. De
minister gaat wat langzamer praten.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Ik begin met de vierde motie. Deze motie op stuk nr.
902 van het lid Mutluer gaat over het programma Voorraden en
Doorlooptijden. Ik ben het eens met de strekking van de motie.
Natuurlijk moeten de organisatie en de keten enige ruimte krijgen in de
manier waarop ze die willen uitvoeren, maar ik geef 'm oordeel
Kamer.
De motie op stuk nr. 903 gaat over de programmatische ketenaanpak van
verkeersmisdrijven. Deze motie is ook van mevrouw Mutluer. Ik vraag haar
om 'm aan te houden. Ik sta sympathiek ten opzichte van haar verzoek en
de inhoud van de motie, maar wil eerst in gesprek met de
ketenorganisaties om te bezien of we dat voor elkaar kunnen krijgen.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Ik wil 'm best aanhouden. We hebben ook nog een tweeminutendebat over
onlinecriminaliteit. Als ik de appreciatie van de minister zou hebben
voor dat tweeminutendebat, dat nog gepland moet worden, zou ik 'm
eventueel rond die tijd opnieuw kunnen indienen. Kunnen we dat met
elkaar afspreken?
Minister Van Weel:
Zeker. Zou dat niet lukken, zien we dat tegen die tijd. Ik zal er mijn
best voor doen.
De voorzitter:
Dan wordt de motie-Mutluer op stuk nr. 904 aangehouden.
Minister Van Weel:
Dan de zesde motie, op stuk nr. 904 over het landelijk clusteren en
screenen van onlinecriminaliteit. Die laat ik oordeel Kamer. Ik sta
sympathiek tegenover de motie en zie die als ondersteuning van
beleid.
De voorzitter:
Er bestaat geen motie zes.
Minister Van Weel:
U had er drie ingediend, toch?
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Ik snap de verwarring, ook van mijn kant. Er waren drie moties
ingediend. De eerste motie gaat over het programma Voorraden en
Doorlooptijden, naar het voorbeeld van het OM. Dan is er een motie over
verkeersmisdrijven. Daarover hoorde ik de minister "oordeel Kamer"
zeggen. En er is er eentje over onlinecriminaliteit. Daarover zei hij
"houd die aan". Nu hoor ik hem zeggen dat de motie over
onlinecriminaliteit oordeel Kamer krijgt. Waarschijnlijk heeft hij per
omissie bedoeld dat ik de motie over de misdrijven moet aanhouden.
Minister Van Weel:
Correct.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Volgt u me nog, voorzitter?
De voorzitter:
Nee, totaal niet. U kunt me nu alles wijsmaken. De motie op stuk nr.
...
Minister Van Weel:
Ik zal het heel kort opnieuw doen. Dan heeft u het allemaal helder.
De voorzitter:
En dan in telegramstijl graag.
Minister Van Weel:
De eerste motie ging over het programma Voorraden en Doorlooptijden. Die
krijgt oordeel Kamer. De tweede motie ging over verkeersmisdrijven.
De voorzitter:
Dat is nummer drie.
Minister Van Weel:
Dat is dan nummer vier. Ik vraag om die aan te houden. Uw derde motie
ging over de onlinecriminaliteit en die geef ik oordeel Kamer.
De voorzitter:
Dan even over het verzoek om de vierde motie aan te houden. Mevrouw
Mutluer?
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Dan voor de Handelingen vraag ik via u, voorzitter, aan de minister of
het mogelijk is om die appreciatie voor de stemmingen te hebben. Dan
houd ik 'm nog even aan. Is dat genoeg tijd voor de minister om het
gesprek met het OM, de politie en de rechtspraak te hebben om te kijken
of deze motie überhaupt wel door hen uitvoerbaar is? Zo niet, dan wil ik
'm best aanhouden, maar volgens mij is het niet zo heel lastig om die
voor dinsdag te hebben.
Minister Van Weel:
Ik ga daar mijn best voor doen.
De voorzitter:
Dus? Houdt u 'm dan aan?
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Ja, dan houd ik 'm aan met dien verstande dat ik erop vertrouw dat ik
hopelijk maandag een appreciatie heb voor de stemmingen van dinsdag.
De voorzitter:
Dat gaat zeker lukken.
Op verzoek van mevrouw Mutluer stel ik voor haar motie (29279, nr.
903) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Struycken:
Voorzitter. De eerste motie, op stuk nr. 900 van de heer Six Dijkstra en
mevrouw Palmen, gaat over de financiering. In de huidige praktijk wordt
ruimte gegeven voor het opdoen van meer ervaring met regievoering en
maatwerkbehandeling. Het is primair aan de rechtspraak zelf om de
bijdrage die zij van het ministerie ontvangt zo goed mogelijk te
verdelen. Zij kan hierin haar eigen keuzes maken. De raad denkt onder
meer na over eventuele wijzigingen in de bekostiging van zaken, waarop
een rechter voorafgaand aan een zitting regie voert en doet ervaring op
in het project Wijkrechtspraak met een persoonsgerichte aanpak. Ik
verwacht dat we hierover verder zullen spreken tijdens de
prijsbesprekingen met de raad, die binnenkort starten. Ik zie de motie
dus als beleidsondersteunend. Ik geef de motie op stuk nr. 900 oordeel
Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 901. Ik heb hier het boekje Constitutionele
waarborgen. Dat gaat helemaal over de onafhankelijkheid van de Raad voor
de rechtspraak. Het is onlangs aangeboden. De heren Ellian en Sneller
waren daarbij aanwezig. Mijn complimenten daarvoor, want het is een erg
belangrijk thema. In dat kader bekijk ik deze motie met extra interesse.
Ik begrijp de wens van de heer Ellian om de bedrijfsvoering van de
rechtspraak op onderdelen landelijk te uniformeren. Ik ben hierover in
gesprek met de raad. Ik zie deze motie dan ook als een belangrijk
signaal aan de rechtspraak om op dit punt vaart te maken. Ik zal dit
signaal overbrengen in de raad. De raad heeft op grond van artikel 92 en
23a van de Wet RO de bevoegdheid om algemene aanwijzingen te geven aan
de rechtsbesturen, voor zover het gaat om de bedrijfsvoering. De
digitalisering en de ICT is bij de rechtspraak landelijk georganiseerd
onder verantwoordelijkheid van de Raad voor de rechtspraak. Ik zie de
motie van Kamerlid Ellian als beleidsondersteunend. Ik geef de motie op
stuk nr. 901 daarom graag oordeel Kamer.
De voorzitter:
Prima. Dank aan de staatssecretaris.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Dinsdag stemmen wij over de moties.