[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Justitieketen van het Caribisch deel van het Koninkrijk (CD 26/9) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2024D42546, datum: 2024-11-06, bijgewerkt: 2024-11-07 10:32, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Justitieketen van het Caribische deel van het Koninkrijk

Justitieketen van het Caribische deel van het Koninkrijk

Aan de orde is het tweeminutendebat Justitieketen van het Caribische deel van het Koninkrijk (CD d.d. 26/09).

De voorzitter:
We gaan meteen door met het volgende debat, het tweeminutendebat Justitieketen van het Caribische deel van het Koninkrijk. Het commissiedebat vond plaats op 26 september. Ik geef graag als eerste het woord aan de heer Van Nispen van de fractie van de SP.

De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter. Ik ga twee moties indienen, na het goede debat dat we hebben gevoerd. Juist ook in het Caribische deel van ons Koninkrijk verdient het aandacht hoe wij omgaan met de politie, de brandweer, de marechaussee en noem het allemaal maar op. We zijn ook op een interessant werkbezoek geweest, met veel aanwezige leden, waar we veel van hebben opgestoken. We moeten daaraan blijven denken. Wij hebben nog wel de behoefte om enkele moties in te dienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de goksector op CuraƧao prominent aanwezig is, witwassen een groot probleem is, alsmede de verwevenheid tussen onderwereld en bovenwereld, en dit risico's voor de integriteit van het openbaar bestuur met zich meebrengt;

constaterende dat de regels voor kansspelen op dit moment herzien worden;

constaterende dat de kansspelwetgeving in principe een landsverantwoordelijkheid is, maar ernstige vormen van criminaliteit ook de integriteit van het bestuur en daarmee het Koninkrijksbelang raken;

verzoekt de regering in overleg te treden met het land CuraƧao om te bezien hoe ervoor gezorgd kan worden dat de regels en het toezicht voor de goksector worden aangescherpt, met als doel het tegengaan van witwassen, het voorkomen van verdere verwevenheid tussen onder- en bovenwereld en het bevorderen van de integriteit van het openbaar bestuur, en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen, Michon-Derkzen en Van der Werf.

Zij krijgt nr. 905 (29279).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regels voor pensioenen en zware beroepen die in Europees Nederland gelden, niet gelden in Caribisch Nederland;

overwegende dat in ieder geval het werk bij de politie en de brandweer als zwaar werk kan worden beschouwd en het niet reƫel is dat mensen in deze beroepen tot de pensioenleeftijd kunnen doorwerken;

verzoekt de regering ervoor te zorgen dat ook in Caribisch Nederland mensen met zwaar werk, waaronder in ieder geval mensen die werken bij de politie en de brandweer, eerder kunnen stoppen met werken en dat er een vroegpensioenregeling komt om deze beroepen, waar grote tekorten zijn, aantrekkelijker te maken en zodat mensen gezond hun pensioenleeftijd kunnen bereiken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Nispen en Mutluer.

Zij krijgt nr. 906 (29279).

De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter. Tot slot ben ik verheugd dat afgelopen dinsdag onze motie die iets gaat doen om de migratie op Bonaire te kunnen beperken, is aangenomen. Dat is heel goed nieuws. Ik zal nog niet vandaag vragen om uitvoering daarvan, want dat is wat vroeg, maar ik hoop daar natuurlijk te zijner tijd over geĆÆnformeerd te worden.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Mutluer, GroenLinks-PvdA.

Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Daar zijn we weer, voorzitter. In het commissiedebat gaf ik al aan dat ik tijdens het werkbezoek in het Caribisch deel van ons Koninkrijk mijn hart ben verloren aan de mensen aldaar. Ik hoop dat we alles op alles zetten om ze te ondersteunen waar we kunnen.

Ik ben blij met een aantal toezeggingen die tijdens de commissievergadering zijn gedaan. Ik maak mij enorme zorgen over de jongeren aldaar. Mijn wens was om Preventie met Gezag uit te breiden naar Bonaire. Volgens mij heb ik destijds van de betreffende minister nadrukkelijk gehoord: dat gaan we doen.

Ik heb mijn zorgen geuit over jongeren die recidiveren nadat ze met justitie in aanraking zijn gekomen of in gevangenissen zijn beland. Daarover zei de minister: daar kan ik niet zo veel mee doen, want de betreffende eilanden, met hun eigen bestuur, moeten daar zelf werk van maken. Daarover gaat mijn concrete vraag. We weten dat het impact kan hebben als er geen toereikende en passende programma's zijn om recidive te voorkomen, ook op ons land. Misschien kan hij daar nog iets over zeggen.

Ik heb Ć©Ć©n motie, die te maken heeft met ondermijning. Dat is een van de belangrijke onderwerpen die aan bod kwamen tijdens ons werkbezoek. De motie luidt als volgt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat via de havens van het Caribisch deel van het Koninkrijk transporten van drugs en mensenhandel plaatsvinden via schepen met vaak Nederland als eindbestemming;

overwegende dat er op dit moment door de te beperkte capaciteit en middelen weinig toezicht en controle is op die havens;

verzoekt de regering samen met het Justitieel Vierpartijen Overleg toe te werken naar een concreet plan om de drugstoevoer naar onder andere Nederland aan te pakken en hierbij het verbeteren van de justitiƫle informatie-uitwisseling en de aansluiting op onze mainportaanpak mee te nemen, en daarover de Kamer voor de zomer van 2025 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.

Zij krijgt nr. 907 (29279).

Dank u wel. Mevrouw Van der Werf, D66.

Mevrouw Van der Werf (D66):
Dank, voorzitter. Ik heb tijdens het commissiedebat over de eilanden mijn zorgen geuit over de hoge aantallen wat betreft huiselijk geweld. Dat komt namelijk, net als kindermishandeling, veelvuldig voor op de BES-eilanden. Het zijn de voornaamste delicten als het gaat om de criminaliteitscijfers. Op CuraƧao wordt momenteel gewerkt aan meldpunten waar kindermishandeling kan worden gemeld, maar medewerkers van de JJIC gaven aan dat deze eigenlijk niet effectief zijn omdat mensen niet meldingsbereid zijn. Een recent voorbeeld van een Nederlandse campagne op dit gebied is de campagne Geweld in Huiselijke Kring van VWS en JenV om omstanders van geweld te bewegen om het slachtoffer te vragen hoe het gaat en om een melding te doen.

Voorzitter. Daarover heb ik de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat huiselijkgeweldsdelicten en geweld tegen vrouwen behoren tot een van de meest voorkomende delicten in Caribisch Nederland;

constaterende dat vanwege de kleinschalige gemeenschappen op de eilanden de meldingsbereidheid voor deze delicten erg laag ligt;

overwegende dat de bestaande meldpunten van huiselijk geweld en kindermishandeling pas effectief kunnen zijn als de meldingsbereidheid onder de bevolking van Caribisch Nederland toeneemt;

overwegende dat de meldingsbereidheid voor huiselijk geweld in Europees Nederland eveneens laag is, en dat de regering verschillende campagnes voert om deze bereidheid te verhogen;

verzoekt de regering om de Nederlandse campagnes ter bevordering van de meldingsbereidheid bij huiselijk geweld in aangepaste vorm in te zetten in Caribisch Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Werf, Van Nispen en Bruyning.

Zij krijgt nr. 908 (29279).

Mevrouw Michon-Derkzen van de VVD ziet af van haar spreektijd. Dan is het woord aan mevrouw Bruyning van Nieuw Sociaal Contract. Zij is de laatste spreker van de zijde van de Kamer.

Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank, voorzitter. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de huidige samenwerking binnen de justitiƫle keten in Caribisch Nederland verbeterd kan worden om rechtshandhaving en veiligheid te optimaliseren;

overwegende dat nauwere samenwerking en versterkte capaciteiten tussen de verschillende justitiƫle, politie- en veiligheidsdiensten kunnen bijdragen aan snellere en efficiƫntere rechtspraak;

verzoekt de regering om de huidige samenwerking te evalueren en opnieuw de knelpunten in de huidige samenwerking binnen de justitiƫle keten in Caribisch Nederland gezamenlijk te inventariseren, te onderzoeken op welke wijze samenwerking kan worden versterkt, bijvoorbeeld door uniforme protocollen, gezamenlijke trainingen en het delen van middelen, en het bestaande plan van aanpak door te ontwikkelen om de samenwerking en capaciteit binnen de keten te verbeteren, en jaarlijks te rapporteren over de voortgang van deze verbeteringen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruyning en Mutluer.

Zij krijgt nr. 909 (29279).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat jeugdcriminaliteit een groeiende zorg is binnen Caribisch Nederland en dat preventieve maatregelen cruciaal zijn om jongeren op het juiste pad te houden;

overwegende dat effectieve preventie van jeugdcriminaliteit niet alleen de veiligheid vergroot, maar ook de toekomstkansen van jongeren verbetert;

verzoekt de regering te onderzoeken welke programma's en initiatieven die gericht zijn op het versterken van sociale, educatieve en beroepsmatige kansen voor jongeren er zijn, zowel in Europees als Caribisch Nederland, samen te werken met lokale gemeenschappen, scholen en jeugdorganisaties om betrokken en zinvolle activiteiten te ontwikkelen die jongeren inspireren en verbinden, te zorgen voor passende ondersteuning en begeleiding van jongeren die risico lopen op crimineel gedrag, door middel van mentorschap en counseling, en de resultaten van deze initiatieven jaarlijks te evalueren en de Kamer hierover te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bruyning, Mutluer, Van der Werf en Van Nispen.

Zij krijgt nr. 910 (29279).

Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover de termijn van de Kamer. Het woord is aan de minister.

Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Ik zal ze doorlopen in dezelfde volgorde als waarin ze zijn ingediend. Ik begin met de motie op stuk nr. 905 van de heer Van Nispen over de goksector op CuraƧao. Die geef ik oordeel Kamer, in de zin dat ik dit zal doorgeleiden naar mijn collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer SzabĆ³, die daarover de gesprekken al voert.

Dan de motie op stuk nr. 906 van de heer Van Nispen over zware beroepen. Die wil ik ook oordeel Kamer geven. Ik ga echter niet over personeelsbeleid en vroegpensioen; dat ligt echt bij de sociale partners. Er zijn ook voorwaarden die wel in Europees Nederland gelden, maar niet een-op-een te vertalen zijn naar de situatie in Caribisch Nederland. Maar in die geest kan ik, via de minister van BZK, uw verzoek wel onder de aandacht brengen van de deelnemers aan het Sectoroverleg van de Rijksdienst Caribisch Nederland. Ik geef de motie daarom oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 907 van mevrouw Mutluer over aandacht vragen voor de havens in het Justitieel Vierpartijenoverleg als het gaat om ondermijnende criminaliteit en mogelijke doorvoer. Die geef ik ook oordeel Kamer. Ik sta daar sympathiek tegenover.

De motie op stuk nr. 908 van mevrouw Van der Werf over het verhogen van de meldingsbereidheid en hoe om te gaan met campagnes geef ik oordeel Kamer, als ik 'm zo mag interpreteren dat zij het kabinet verzoekt om samen met de openbare lichamen en de andere organisaties voor afzonderlijk Bonaire, Saba en Sint-Eustatius een campagne te ontwikkelen die onder meer toeziet op het verhogen van de meldingsbereidheid bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling.

De voorzitter:
Mevrouw Van der Werf beaamt dat.

Minister Van Weel:
De motie op stuk nr. 909 van mevrouw Bruyning over de samenwerking in de strafrechtketen geef ik oordeel Kamer.

Datzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 910 van mevrouw Bruyning.

Daarmee heb ik de moties allemaal behandeld.

De voorzitter:
Nou, u bent in een royale bui. U moet vaker langskomen. Ja, toch? Dat horen we altijd graag. We kunnen ook gewoon het volgende tweeminutendebat overslaan en alles gewoon oordeel Kamer geven. Dan kunnen we naar huis. Nou, laten we er toch maar even doorheen gaan.

De beraadslaging wordt gesloten.