Tweeminutendebat Voetbal en veiligheid (CD 29/5) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D42547, datum: 2024-11-06, bijgewerkt: 2024-11-07 10:34, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-06 20:25: Tweeminutendebat Voetbal en veiligheid (CD 29/5) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Voetbal en veiligheid
Voetbal en veiligheid
Aan de orde is het tweeminutendebat Voetbal en veiligheid (CD
d.d. 29/05).
De voorzitter:
Het vorige debat is afgesloten. Ik stel vast dat we beginnen aan het
tweeminutendebat Voetbal en veiligheid. Het commissiedebat vond plaats
op 29 mei. Dat is alweer een tijdje geleden. Ik geef graag het woord aan
mevrouw Van der Werf, die de aftrap verricht. Ze heeft twee minuten
spreektijd.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Voorzitter. De inzet van de politie die nodig is om voetbalwedstrijden
veilig te laten verlopen is nog steeds idioot. Het gaat veels te vaak
mis en dat gaat ten koste van de agenten, die de maatschappij zo hard
nodig heeft, terwijl we weten dat de werkdruk al zo ontzettend hoog is.
Ik merkte dat daarover in het commissiedebat eigenlijk brede
overeenstemming was, van links tot rechts in de Kamer, maar dan moet er
ook wat gebeuren. Daarom dien ik vanavond een motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het overgrote deel van de voetbalwedstrijden in een
goede sfeer plaatsvindt en veel voetbalsupporters op prettige wijze met
elkaar omgaan, maar dat een kleine groep relschoppers regelmatig blijft
zorgen voor grote onveiligheid en schade ten koste van politiecapaciteit
en de maatschappij;
constaterende dat we vaak zien hoe een positieve houding ten opzichte
van goedwillende supporters samen met het hard aanpakken van raddraaiers
kan leiden tot minder politie-inzet, minder collectieve straffen en
minder overlast voor gewone supporters;
overwegende dat het risico op overlast en geweld bij voetbalwedstrijden
helaas nog steeds forse politie-inzet noodzakelijk maakt en dat de
agenten die urenlang bij een stadion staan ingeroosterd niet bezig
kunnen zijn met hun werk in de wijk, georganiseerde criminaliteit
bestrijden of zedenzaken;
verzoekt de regering in samenwerking met de KNVB, clubs, politie en OM
een voorstel uit te werken voor hoe voetbalclubs (bvo) verplicht kunnen
worden een grotere rol op zich te nemen bij de veiligheid in het
stadion, met daarbij in het bijzonder de vormgeving van een
vergunningsplicht per wedstrijd, betere controle op stadionverboden, het
naast stewards inzetten van gecertificeerde beveiligers en naar
aanleiding van het risicoprofiel van een wedstrijd verplichte
zitplaatsen of strengere sancties voor raddraaiers mee te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Werf en
Michon-Derkzen.
Zij krijgt nr. 80 (25232).
Dank u wel. Dan de heer Van Nispen van de SP.
De heer Van Nispen (SP):
Voorzitter. Twee moties van de SP.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat wangedrag op de voetbaltribunes en buiten de stadions
een groot probleem blijft en het voetbalfeestje voor velen verstoort,
waar de 99% echte supporters en de rest van de samenleving veel last van
hebben;
spreekt uit dat de relschoppers gericht en stevig aangepakt moeten
worden maar collectieve straffen waarmee alle supporters gedupeerd
worden niet rechtvaardig zijn;
spreekt tevens uit dat een gastvrije ontvangst van voetbalsupporters en
het terugdringen van beperkende maatregelen daar waar dat kan de
voorkeur verdienen, omdat blijkt dat dit tot ander gedrag leidt;
verzoekt de regering collectieve straffen zo veel mogelijk te beperken,
maatregelen voor gastvrij voetbal juist te stimuleren, hierover in
overleg te blijven met de gemeentes, KNVB, clubs en supporters, concrete
ambities en doelstellingen te formuleren, en de Kamer hierover te
informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.
Zij krijgt nr. 81 (25232).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat geweld en wangedrag op de amateurvoetbalvelden nog
steeds een groot probleem zijn;
overwegende dat de Halt-interventie Sport en Gedrag waarmee jongeren die
zich misdragen hebben op het voetbalveld bereikt worden, een groot
succes is en tot gedragsverandering leidt maar het budget daarvoor
(€325.000 per jaar) incidenteel is, nu bijna uitgeput is, en
voortzetting daardoor onzeker blijft;
verzoekt de regering deze gedragsinterventie, waar tot nu toe dus steeds
budget voor gevonden is, onderdeel te maken van de reguliere taken van
Halt om daarmee de continuïteit te waarborgen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Nispen.
Zij krijgt nr. 82 (25232).
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
U bedankt. Dan mevrouw Helder, BBB.
Mevrouw Helder (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Het was een goed commissiedebat een paar maanden
geleden. Johan Cruijff zei het al: voetbal is de belangrijkste bijzaak
in het leven. Dat is zo voor de meeste mensen die voetbalwedstrijden
bezoeken, maar de raddraaiers — je kan het ook "tuig" noemen — vergallen
het voor iedereen, vooral voor de politieagenten, die moeten worden
ingezet. Dat legt daar een fors capaciteitsbeslag op. Zo moet je het
geloof ik formuleren. Ik ben heel blij met alle ingediende moties, dus
ik ga daar een positief advies op geven. Ik heb er zelf ook een. Ik heb
wel een andere problematiek opgezocht om het iets aan te vullen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het gebruikelijk is om bij grote publieksevenementen,
zoals voetbalwedstrijden, beveiligers en stewards uit te wisselen tussen
bedrijven;
constaterende dat er voor deze uitwisseling door de huidige regelgeving
jaarlijks duizenden passen moeten worden aangevraagd, terwijl de
ontvangers daarvan al over een uitgegeven pas op basis van de screening
door de politie beschikken;
overwegende dat dit een onwenselijke en onwerkbare situatie is omwille
van de aanvraagtijd (8 weken), capaciteitsproblemen en administratieve
lasten;
verzoekt de regering het mogelijk te maken om beveiligers en stewards
uit te wisselen tussen bedrijven op basis van vergunningen, zonder dat
er telkens opnieuw toestemming en een pas voor hen moet worden
aangevraagd;
verzoekt de regering om dit uiterlijk volgend voetbalseizoen geregeld te
hebben,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Helder.
Zij krijgt nr. 83 (23232).
Dank u wel. Mevrouw Mutluer, GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
De heer Boswijk en ik hadden een beetje dezelfde motie, dus die hebben
we samengevoegd. Ze lijkt ook een beetje op die van de heer Van Nispen,
maar blijkbaar is ie een slag anders.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat een eenduidige en structurele aanpak nodig is voor
jongeren die agressief of gewelddadig gedrag vertonen rondom
voetbalwedstrijden en andere sportevenementen;
constaterende dat de structurele Halt-interventie voor sport bewezen
effectieve methoden gebruikt voor vroegtijdige signalering en
gedragsverbetering, met positieve resultaten zowel op als buiten het
sportveld;
overwegende dat deze interventie nu geen onderdeel is van de reguliere
taken van Halt;
verzoekt de regering om samen met de staatssecretaris Jeugd, Preventie
en Sport voor de Voorjaarsnota van 2025 na te gaan welke mogelijkheden
er zijn om de Halt-gedragsinterventie voor sport duurzaam voort te
zetten en onderdeel te maken van de reguliere taken van Halt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Mutluer en Boswijk.
Zij krijgt nr. 84 (25232).
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Dan over de preventieve fanprojecten naar Duits voorbeeld.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit een internationale verkenning naar de aanpak van
voetbalvandalisme blijkt dat in Engeland en Duitsland meer nadruk ligt
op normering en het duidelijk maken van wat ongewenst gedrag is;
van mening dat repressie hand in hand moet gaan met preventie en het
normeren van jonge supporters hier een belangrijke rol in speelt;
constaterende dat sociaal-preventieve fanprojecten zoals in Duitsland
jonge supporters positief kunnen betrekken bij hun club;
verzoekt de regering om in samenspraak met de KNVB voetbalclubs een
pilot te laten starten met sociaal-preventieve fanprojecten naar Duits
voorbeeld en deze bij succes landelijk uit te rollen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.
Zij krijgt nr. 85 (25232).
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Tot slot de motie ten aanzien van de inzet van stewards.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het geweld tijdens voetbalwedstrijden sinds corona is
toegenomen en stewards daardoor steeds meer te maken hebben met agressie
en geweld;
overwegende dat het aantal stewards in het betaald voetbal steeds verder
terugloopt en voetbalclubs grote moeite hebben om stewards te werven en
te behouden;
constaterende dat stewards momenteel niet bij meerdere voetbalclubs
mogen worden ingezet;
verzoekt de regering in samenspraak met de KNVB en voetbalclubs een plan
uit te werken voor een flexibele pool stewards die bij alle clubs kunnen
worden ingezet,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Mutluer.
Zij krijgt nr. 86 (25232).
Mevrouw Michon-Derkzen, VVD.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Dank, voorzitter. Ik ben nu een jaar of drie, misschien wel vier,
woordvoerder veiligheid. Als woordvoerder veiligheid gaat het elk
halfjaar over ongeregeldheden in het stadion. Elk halfjaar spreken we
hier als Kamer schande van wat er is gebeurd in het stadion en vragen we
aan clubs om hun verantwoordelijkheid te nemen. Elke keer hebben we
hetzelfde riedeltje. Alle moties die vandaag zijn ingediend zal ik in
beginsel dan ook van harte steunen.
Voorzitter. Maar na het vorige debat heb ik het initiatief genomen om
hetgeen ik en mijn fractie vinden dat er structureel moet gebeuren om
ervoor te zorgen dat we de raddraaiers aanpakken, in een initiatiefnota
te zetten. Die heb ik vandaag bij de Kamer ingediend. Ik zou 'm deze
avond ook graag vast aan de minister willen overhandigen.
De insteek daarbij is — ik hoor dat hier breed in de Kamer en ben daar
heel erg blij mee — dat we ervoor moeten zorgen dat we een paar
raddraaiers echt uit het stadion weren. Daarnaast moeten we ervoor
zorgen dat de politie weer de focus kan leggen op het reguliere werk en
er niet met man en macht op zondagmiddag voor hoeft te zorgen dat de
wedstrijden veilig verlopen.
Voorzitter. Daarvoor hebben we wel nog het nodige te doen. Een aantal
voorbeelden zijn hier genoemd. Het is volgens mij van belang om dat met
elkaar nu ook integraal en met focus en vasthoudendheid uit te rollen,
zodat we niet over een halfjaar schande spreken van het volgende
relletje in een voetbalstadion. Het moet nou echt eens een keer
afgelopen zijn. Deze initiatiefnota zou ik heel graag aan de minister
willen aanbieden. We gaan er natuurlijk ook nog in de Kamer over
spreken. Vandaag is in ieder geval een eerste goeie schop in de grond
gezet, door de moties van collega's.
Dank u wel.
De voorzitter:
U bedankt. De heer Boswijk, CDA.
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Er is al een paar keer aan gerefereerd: het is
al een tijd geleden dat we het over dit onderwerp hebben gehad. Collega
Michon-Derkzen zei het net: we hebben het hier inmiddels helaas bijna
elk half jaar, bijna elke voetbalwedstrijd over dit onderwerp. Het is
tijd dat we actie gaan ondernemen. Complimenten aan collega
Michon-Derkzen voor de initiatiefnota. Ik ga 'm met veel interesse
lezen. Ik denk dat we allemaal wel wat overeenkomsten zien. Ik had twee
moties, maar onder het bezielend leiderschap van de Voorzitter van ons
parlement en de aandrang van mijn opperhoofd hebben we de moties
samengevoegd. Dus ik heb maar één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het groepje raddraaiers dat voetbalwedstrijden
verziekt, zorgt voor een gevoel van onveiligheid voor de supporters en
voor het aanrichten van schade in en rond voetbalstadions;
constaterende dat niet altijd te herleiden is wie precies
verantwoordelijk is voor het aanrichten van de schade, maar dat dit wel
een voorwaarde is om iemand hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de
schade die hij veroorzaakt;
overwegende dat de inzet van slimme camera's en gezichtsherkenning in en
rond voetbalstadions kunnen helpen om raddraaiers beter en sneller te
identificeren;
overwegende dat bij de efficiënte identificatie van relschoppers de
schade verhaald kan worden op individuele personen, zodat benadeelden
niet met de schade blijven zitten;
verzoekt de regering met een plan te komen in overleg met de betaalde
voetbalorganisaties, KNVB, politie, gemeenten en het Openbaar
Ministerie, om meer en slimmere camera's in te zetten in en rond
stadions om relschoppers op de radar te krijgen;
verzoekt de regering tevens de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Boswijk, Eerdmans en
Michon-Derkzen.
Zij krijgt nr. 87 (25232).
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. U kunt de gevulde koek afhalen in het Ledenrestaurant. De
laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Aardema van de
fractie van de PVV.
De heer Aardema (PVV):
Voorzitter, dank. In aanvulling op wat voorgaande sprekers hebben gezegd
over de stewards in de stadions hebben wij toch ook nog een motie.
Daarmee kunnen we het palet van de minister een beetje uitbreiden, zodat
hij wat meer keuze heeft in hoe hij dat gaat aanpakken.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de onderlinge uitwisselbaarheid van stewards van
betaaldvoetbalorganisaties de flexibiliteit van inzet ten goede komt en
daarbij bijdraagt aan de veiligheid in en rond voetbalstadions en
voetbalwedstrijden;
constaterende dat de uitwisseling van stewards tussen
betaaldvoetbalorganisaties onderling momenteel nog een lange en
bureaucratische procedure vergt;
overwegende dat dit verlichting kan brengen op de inzet van de
politie;
verzoekt de regering om in afwachting van aangepaste wetgeving nu alvast
beleidsregels op te stellen, zodat stewards onderling eenvoudiger
uitwisselbaar zijn, te beginnen met de invoering van een landelijke
stewardpas,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Aardema.
Zij krijgt nr. 88 (25232).
De heer Aardema (PVV):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors twee minuten. Daarna gaan we luisteren naar de
minister.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Ik zal kijken of ik mijn gulle bui van vanavond kan
voortzetten in dit laatste tweeminutendebat. Gelukkig is het daarna voor
vanavond ook gedaan met de vrijgevigheid.
De motie op stuk nr. 80 van mevrouw Van der Werf ging over de
verplichting voor bvo's om een grotere rol op zich te nemen voor de
veiligheid in het stadion. Die geef ik oordeel Kamer. Het kan naar mijn
mening zeker geen kwaad om in gezamenlijkheid te kijken of de eisen die
we nu hebben nog voldoende zijn of dat er lokaal of landelijk nog meer
mogelijk is om clubs de veiligheidssituaties in en om het stadion te
laten verbeteren. Dus oordeel Kamer.
Dan de motie op stuk nr. 81 van de heer Van Nispen over collectieve
straffen. Ik steun de gedachte achter zijn motie. Het is zeker niet de
bedoeling dat het collectief de dupe is van enkele raddraaiers. Daarom
geef ik deze motie oordeel Kamer, waarbij ik wel de kanttekening maak
dat het kan zijn dat het omwille van de opbouw van orde of veiligheid op
sommige momenten toch nodig is om collectieve maatregelen te nemen,
omdat het op dat moment helaas niet anders kan. Maar de motie laat
daarvoor naar mijn mening in voorkomende gevallen de ruimte. Daarom kan
ik 'm oordeel Kamer geven.
Dan de motie op stuk nr. 82 van de heer Van Nispen over de
gedragsinterventie van Halt. Hetzelfde geldt voor de andere motie die
over Halt gaat, maar daar kom ik straks chronologisch op terug. Ik wil
vragen of ik de motie zo mag lezen dat we in gesprek gaan met betrokken
partijen om te verkennen of we deze gedragsinterventie kunnen blijven
aanbieden zonder financiële steun van de rijksoverheid. Daarvoor ga ik
ook in overleg met het ministerie van VWS, dat verantwoordelijk is voor
het amateurvoetbal. Ik geef de motie oordeel Kamer als ik 'm zo mag
interpreteren dat ik daarover in gesprek ga zoals ik dat net heb
aangegeven.
De voorzitter:
Ik zie een heel voorzichtig knikje van de heer Van Nispen, maar als een
seismoloog heb ik dat knikje toch opgemerkt. Het woord is aan de heer
Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Dan moet je natuurlijk je winst pakken en zeggen dat de minister de
motie inderdaad zo mag interpreteren, maar als die interpretatie er
uiteindelijk toe leidt dat Halt zegt "dan gaat het niet en dan houdt die
gedragsinterventie op", hebben we niks. Ik zou de minister dus toch
willen vragen wanneer hij dat gesprek heeft gevoerd en wanneer hij kan
bevestigen dat die gedragsinterventie inderdaad kan blijven. Ik zou
denken dat we het waardevol vinden omdat het werkt, dat ongeveer
iedereen het wil en dat er dus een oplossing voor moet zijn. Dat
optimisme kan ik wel delen met de minister. Als Halt zegt dat het om wat
voor reden dan ook niet gaat — dat hoop en verwacht ik niet — heb ik
het, zeg maar, weggegeven. Ik zou dus eigenlijk willen weten wanneer de
minister daar een bevestiging van kan geven of nadere informatie gaat
verstrekken.
Minister Van Weel:
Ik hoop en verwacht dat ook niet, maar dan zou mijn verzoek zijn om de
motie aan te houden. Dan zeg ik u toe dat ik dat gesprek eerst ga
voeren, dat ik dan bij u terugkom en dat ik dat voor het einde van het
jaar doe.
De voorzitter:
En dus?
Minister Van Weel:
Het advies is: aanhouden.
De heer Van Nispen (SP):
Kan het ook bijvoorbeeld rondom de Justitiebegroting? Het eind van het
jaar vind ik vrij laat en ik heb vernomen dat de situatie rondom het
budget wel krap is. Ik zou het jammer vinden dat we deze motie zo lang
aanhouden dat dit gesneuveld is.
Minister Van Weel:
Ik ga dat gesprek aan voor de behandeling van de Justitiebegroting, en
dan hoort u daar meer van.
De heer Van Nispen (SP):
Dan houd ik de motie aan.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Van Nispen stel ik voor zijn motie (25232, nr.
82) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Minister Van Weel:
Dan de motie op stuk nr. 83, van mevrouw Helder, over de inzet van
stewards. Binnen de huidige wettelijke kaders is de motie juridisch niet
uitvoerbaar. Dat zeg ik ook alvast in antwoord op de andere moties die
daartoe strekken. Wij hebben gekeken naar mogelijkheden om hier een mouw
aan te passen met lagere vormen, dus met beleidsregels, maar dat is niet
mogelijk gebleken. De motie van mevrouw Helder laat ik oordeel Kamer,
waarbij ik niet kan toezeggen dat de wetswijziging waar we op dit moment
aan werken ook daadwerkelijk is afgerond, voltooid en geïmplementeerd
voor het volgende voetbalseizoen. Maar zo dat mogelijk is, doen we dat
zeker. Ik laat de motie dus in dit geval aan het oordeel van de
Kamer.
Mevrouw Helder (BBB):
Daar ben ik blij mee. Dank dus aan de minister. Maar voor de Handelingen
wil ik even opmerken dat het wetstraject al sinds 2019 loopt. De
minister zegt weliswaar dat hij er haast achter zet, maar ik wou dit
toch nog gemarkeerd hebben. Ik vraag niet om het voor het eind van het
jaar te doen, maar wel zo snel mogelijk.
Minister Van Weel:
Helder.
De voorzitter:
Zo heet ze.
Minister Van Weel:
Zo grappig ben ik niet meer aan het einde van de avond, voorzitter. No
pun intended here.
Dan de motie op stuk nr. 84, van mevrouw Mutluer, over de voortzetting
van de Halt-gedragsinterventie. Zoals deze motie is opgesteld, kan ik
die oordeel Kamer geven. Ik maak daarbij wel dezelfde kanttekening als
bij de motie van de heer Van Nispen. Deze motie hoeft wat mij betreft
niet te worden aangehouden, omdat die net een ander dictum heeft dan de
motie van de heer Van Nispen.
De voorzitter:
En de motie krijgt oordeel Kamer.
Minister Van Weel:
En de motie krijgt oordeel Kamer.
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 85, over de sociaal-preventieve
fanprojecten. Ik zie deze motie als ondersteuning van beleid en laat het
oordeel graag aan de Kamer.
Ook de motie op stuk nr. 86 van mevrouw Mutluer geef ik oordeel Kamer,
met dezelfde kanttekening die ik zonet bij de motie van mevrouw Helder
heb gemaakt.
Dan kom ik bij de motie van de heer Boswijk, over slimme camera's. Ook
die motie laat ik aan het oordeel van de Kamer, waarbij ik één
kanttekening maak, namelijk dat de huidige wet- en regelgeving op dit
moment geen ruimte biedt voor gezichtsherkenningstechnologie. Dat is het
advies van de landsadvocaat. Verder geef ik de motie graag oordeel
Kamer.
Ten slotte kom ik bij de motie van de heer Aardema. Dat is dan helaas de
enige die ik moet ontraden, om de reden die ik zonet genoemd heb. We
hebben onderzocht of we op een andere manier kunnen komen tot tijdelijke
regelingen in afwachting van de wetswijziging, maar dat is niet mogelijk
gebleken. Dat hebben we uw Kamer in oktober ook per brief gemeld.
De voorzitter:
Dus alles is oordeel Kamer behalve de motie van de heer Aardema. Dat
moet hard aankomen, meneer Aardema.
Minister Van Weel:
Het is onopzettelijk, voorzitter.
De heer Aardema (PVV):
Toch blijft het jammer. We hebben de overwegingen van de minister
natuurlijk gehoord, maar het duurt al zo lang. Collega Helder zei dat
ook al heel helder. Daarom willen we toch proberen om een pragmatische
oplossing te vinden met die ene stewardpas. Misschien wil de minister
daar toch nog even over nadenken. Intussen brengen we de motie toch
graag in stemming.
De voorzitter:
Helder. Tot zover. Dank aan de minister voor de diverse debatten die hij
vanavond heeft bijgewoond.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Aanstaande dinsdag stemmen wij over de moties. Ik schors voor negen
minuten, tot 20.40 uur. We lopen dus in op het schema. Daarna gaan wij
praten over vervoer. Tot zover.
De vergadering wordt van 20.32 uur tot 20.42 uur geschorst.