[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tweeminutendebat Externe veiligheid (CD 16/10) (ongecorrigeerd)

Stenogram

Nummer: 2024D42549, datum: 2024-11-06, bijgewerkt: 2024-11-07 10:36, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Externe veiligheid

Externe veiligheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Externe veiligheid (CD d.d. 16/10).

De voorzitter:
We gaan verder met het tweeminutendebat Externe veiligheid. Het commissiedebat vond plaats op 16 oktober. Ik geef graag het woord aan de heer Bamenga als eerste spreker van de zijde van de Kamer. Hij is van de fractie van D66.

De heer Bamenga (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb een motie en een vraag aan de staatssecretaris.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er geen goed overzicht is van het gebruik en de emissies van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) en pfas;

overwegende dat er in 2022 een beeld zou zijn van de opgave rondom ZZS, maar dat deze er nog niet is;

overwegende dat lozingen van deze stoffen de doelen van de Kaderrichtlijn Water in gevaar brengen en kan leiden tot innamestops voor de drinkwatervoorziening;

verzoekt de regering voor het einde van het jaar een volledig overzicht in kaart te brengen van alle lozingen van pfas en ZZS,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bamenga.

Zij krijgt nr. 325 (28089).

De heer Bamenga (D66):
Verder stel ik nog eens de volgende vraag aan de staatssecretaris. Het gaat om de toezegging die de staatssecretaris eerder heeft gedaan over de uitvoering van de aangenomen motie van het lid Hagen over het in kaart brengen van alle mogelijkheden om de pfas-productie in Dordrecht uiterlijk in 2025 te stoppen. Volgens mij zou de Kamer voor eind oktober hierover geïnformeerd worden. Klopt het dat dat nog niet is gebeurd? Zo ja, wanneer kunnen we alsnog deze informatie ontvangen?

De voorzitter:
De heer Thijssen, GroenLinks-Partij van de Arbeid.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Mensen rond Tata leven korter. Kinderen worden eigenlijk geadviseerd om maar niet buiten te spelen, want de lucht is zo vies. Het heeft jaren geduurd, maar eindelijk weten we eigenlijk best wel goed waar dat vandaan komt. Het komt namelijk van die staalfabriek, van Tata. En dan is het natuurlijk de vraag: wat moet er nou gebeuren om die lucht wat schoner te krijgen? Daar is door de voorganger van deze staatssecretaris een expertgroep voor ingesteld, en die is met kraakheldere adviezen gekomen over wat er moet geburen, bijvoorbeeld het sluiten van de Kooksfabriek 2 en het plaatsen van overkappingen. En zo zijn er nog een aantal zaken waarvan die expertgroep heeft gezegd: dat moet er gebeuren om de gezondheid van de omwonenden te verbeteren. En nu heeft in deze Kamer een meerderheid de motie-Thijssen aangenomen en gezegd: gezondheid is niet onderhandelbaar, dus die adviezen moeten uitgevoerd worden. En laat het nou zo zijn dat het kabinet op dit moment met Tata aan het onderhandelen is over een groene staalfabriek. Maar wat daar natuurlijk bij hoort, is de vraag: wat gaan we doen totdat die groene staalfabriek staat? De Kamer heeft laten weten: deze adviezen moeten in ieder geval worden uitgevoerd. Nu hoor ik via geruchten dat het best wel snel gaat met Tata. Dus ik wil graag horen: hoe staat het daarmee? Klopt het dat die maatwerkafspraken eraan zitten te komen? We hoorden eerder dat het eind van het jaar zou zijn. Klopt dat, of is het misschien eerder? En klopt het dat deze aangenomen motie prominent op tafel ligt en dat die nu het uitgangspunt is van de maatwerkafspraken, en dat gezondheid inderdaad, zoals deze Kamer heeft gezegd, niet onderhandelbaar is?

Voorzitter. Dan heb ik nog een motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek van RTL blijkt dat bij 125 bedrijven de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen is toegenomen, ondanks de invoering van de minimalisatieverplichting;

constaterende dat dit gaat om kankerverwekkende stoffen, zoals benzeen, formaldehyde, kwik en lood, die vooral schadelijk kunnen zijn voor baby's en jonge kinderen;

constaterende dat bevoegde gezagen aangeven dat zij tegen grenzen aanlopen bij het handhaven van deze minimalisatieverplichting, onder andere door de vaagheid en complexiteit van de wet;

verzoekt de regering op korte termijn in overleg te treden met de bevoegde gezagen over de problemen rondom de minimalisatieverplichting, en indien nodig de wet aan te scherpen en de handhavingsmogelijkheden te versterken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Gabriëls.

Zij krijgt nr. 326 (28089).

Dank u wel. Het lid Kostić van de Partij voor de Dieren.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik hoorde die "Dieren" niet. Dat is wel belangrijk natuurlijk.

De voorzitter:
Partij voor de Dieren.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Dank u wel.

Voorzitter. Er worden elke dag kinderen onnodig ziek gemaakt door kankerverwekkende stoffen uit de industrie. Er liggen meerdere aangenomen moties van de Kamer — daar had de heer Thijssen het ook over — waaronder de motie over het opvolgen van alle adviezen van de Expertgroep Gezondheid IJmond en over fijnmazig meten van de uitstoot van Tata Steel. De Kamer heeft de staatssecretaris in het laatste debat opnieuw opgedragen de moties uit te voeren. Om de heer Claassen van de PVV te citeren: de gezondheid van de bevolking moet weer op nummer één staan. Daar zien wij nog geen resultaten van. Burgers en de Kamer verwachten daadkracht van deze staatssecretaris. Aan de slag, zou ik dus zeggen. Ter aanmoediging nog twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Rijkswaterstaat een belangrijke afnemer is van staalslakken;

constaterende dat er onder burgers (waaronder vissers) veel onrust heerst over de schade die veroorzaakt wordt door staalslakken, en omwonenden van locaties waar staalslakken zijn toegepast gezondheidsklachten ondervinden, zoals bloedneuzen en irritaties van huid en luchtwegen;

overwegende dat de overheid de wettelijke taak en verplichting heeft om de volksgezondheid te bevorderen en burgers te beschermen;

verzoekt de regering om Rijkswaterstaat op te dragen bij waterbouwprojecten geen staalslakken meer te gebruiken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kostić.

Zij krijgt nr. 327 (28089).

Kamerlid Kostić (PvdD):
Ten slotte.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit een onderzoek van RTL blijkt dat omwonenden van dertien zware industriegebieden tot €315 méér aan zorgkosten kwijt zijn dan de rest van het land;

constaterende dat sinds 2016 bedrijven minder ziekmakende stoffen moeten uitstoten, maar uit onderzoek blijkt dat de uitstoot van de helft van de bedrijven juist gestegen is en dat de uitstootrapportages van bedrijven niet altijd even zorgvuldig zijn;

constaterende dat zelfs de kleinste hoeveelheden van deze stoffen schadelijk kunnen zijn voor bijvoorbeeld de hersenen van kinderen;

overwegende dat provincies aangeven dat ze extra hulpmiddelen nodig hebben voor betere toetsing;

verzoekt de regering bij de provincies op te halen welke hulpmiddelen ze van het Rijk nodig hebben en aan de Kamer voor het einde van het eerste kwartaal van 2025 te laten weten hoe het Rijk de provincies tegemoet kan komen;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kostić en Bamenga.

Zij krijgt nr. 328 (28089).

Kamerlid Kostić (PvdD):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Buijsse, VVD.

De heer Buijsse (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Met tevredenheid kijk ik terug op het debat dat gevoerd is over externe veiligheid. Dank daarvoor, ook aan de staatssecretaris. Er is echter nog één punt waar de VVD een vraag aan de staatssecretaris over willen stellen. De aanleiding is een debatje over de mogelijkheid om meer controle te krijgen op de aanwezigheid van zeer zorgwekkende stoffen in afvalstromen die aangeboden worden aan de afvalbranche. In het verlengde van dit debat wil ik de staatssecretaris vragen of hij in de periode tot en met het uitbrengen van de actualisatie van het Nationaal Programma Circulaire Economie, beoogd medio september 2025, gestructureerd in gesprek wil gaan met de afvalbranche en zijn toeleverende en afnemende ketenpartners. Mijn verzoek hierbij is dat hij er met de keten naar streeft om te komen tot een poolstrategie waarbij recyclaat zo veel mogelijk overeenkomstig de normen die hiervoor gelden zijn weg vindt naar de industrie. Ik wil de staatssecretaris hierbij verzoeken in het NPCE een plan op dit onderdeel uit te werken, en vragen om met de partners uit het veld als indicatie voor de groeiende circulariteit niet alleen te monitoren op de hoeveelheid afval die wordt verbrand, maar om ook te meten en te rapporteren over de hoeveelheid recyclaat die zijn weg terugvindt naar de industrie.

De voorzitter:
De heer Boutkan, PVV.

De heer Boutkan (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Tijdens het commissiedebat Externe veiligheid hebben we uitgebreid stilgestaan bij het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. De staatssecretaris heeft de toezegging gedaan om in gesprek te gaan met de sector en de Kamer voor 1 december te informeren. Ik kan niet wachten op een antwoord van de staatssecretaris. Op grond van navraag bij Bureau Wetgeving, waarvoor dank vanaf deze plaats, heb ik een vraag aan de staatssecretaris. Wordt er al nagedacht over een nieuw inwerkingtredingsbesluit? Is de staatssecretaris bereid om alvast na te denken over een nieuwe algemene maatregel van bestuur?

Voorzitter, tot slot. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft talkpoeder — ja voorzitter, u hoort het goed — toegevoegd aan de lijst van potentieel zeer zorgwekkende stoffen. Het moet toch niet gekker worden. Ik hoop niet dat deze staatssecretaris dit gaat overnemen in onze Nederlandse lijst. Ik hoor graag hoe de staatssecretaris hierover nadenkt.

Ik dank u wel.

De voorzitter:
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Wingelaar van de fractie van Nieuw Sociaal Contract.

Mevrouw Wingelaar (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Ik kijk terug op een constructief commissiedebat Externe veiligheid. Hoewel over diverse thema's hier in de Tweede Kamer zeer verschillend wordt gedacht, was het een goede zaak dat er bij alle partijen aanwezig bij het debat over de uitvoering van de aangenomen moties eensgezindheid bestond over de maatwerkafspraken met Tata Steel. Het is ontzettend belangrijk en goed om dit soort zaken ook eens te benoemen. Ook Nieuw Sociaal Contract vindt het van groot belang dat er uitvoering gegeven wordt aan de aangenomen moties. We gaan er dus van uit dat de staatssecretaris dit duidelijke signaal heeft opgepikt en meeneemt.

Voorzitter. Er is nog meer werk te doen. Afgelopen zaterdag lazen we in de krant dat bijvoorbeeld Cargill in Gouda in de afgelopen jaren flink meer benzeen is gaan uitstoten. Deze fabriek staat pal naast de binnenstad van Gouda. In 2022 werd twee keer zo veel uitgestoten als ruim tien jaar eerder. Een aantal dagen voor dat artikel meldde RTL Nieuws al dat landelijk 125 bedrijven meer zijn gaan uitstoten. De fractie van Nieuw Sociaal Contract maakt zich grote zorgen en begrijpt er eigenlijk helemaal niets van, want sinds 2016 is er een minimalisatieplicht; we hoorden dat net ook al. Hoe is het mogelijk dat sinds de invoering van de minimalisatieplicht, waarbij dus de uitstoot van dit soort gevaarlijke stoffen juist zo veel mogelijk terug moet worden gedrongen, het tegenovergestelde is gebeurd? Graag een reactie van de staatssecretaris en een toezegging dat hier heel snel mee aan de slag gegaan wordt.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors zeven minuten en daarna gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 21.19 uur tot 21.26 uur geschorst.

De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris. Ik hoop dat we er snel doorheen kunnen gaan, dan staan we over vijf minuten buiten. Zes minuten mag ook.

Staatssecretaris Jansen:
Dat is goed, voorzitter. Ik ga beginnen. Ik heb vier moties en een aantal vragen. De eerste motie, de motie op stuk nr. 325 van het lid Bamenga, gaat over zeer zorgwekkende stoffen en pfas. In de motie wordt de regering verzocht …

De voorzitter:
We hebben de motie zelf ook, dus u hoeft niet voor te lezen wat erin staat.

Staatssecretaris Jansen:
Oké. Ik ontraad de motie. Deze valt onder de portefeuille van de minister van IenW. De juiste plek voor deze motie is het wetgevingsoverleg van 18 november.

De voorzitter:
De tweede motie. O, eerst nog een vraag van de heer Bamenga. Kort één vraag.

De heer Bamenga (D66):
De motie wordt ontraden omdat die bij de minister hoort. Ik ben bij dit soort dingen altijd bang dat er naar elkaar verwezen wordt. Dit gaat gewoon over de uitstoot van allerlei stoffen. Volgens mij hoort dat juist ook bij de staatssecretaris die gaat over milieu. Dit gaat echt over de basis op orde hebben. Dus ik zou graag van de staatssecretaris — ik weet dat staatssecretarissen daadkrachtig kunnen handelen — een overzicht willen hebben van alle uitstoot die plaatsvindt.

Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij wordt er gesproken over de doelen van de Kaderrichtlijn Water die in gevaar worden gebracht. Dat is de portefeuille van de minister.

De voorzitter:
Motie twee.

Staatssecretaris Jansen:
De tweede motie, de motie op stuk nr. 326 van de heer Thijssen van GroenLinks-PvdA, over de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen bij 125 bedrijven, geef ik oordeel Kamer.

In de derde motie, de motie op stuk nr. 327 van het lid Kostić van de Partij voor de Dieren, wordt de regering verzocht om Rijkswaterstaat op te dragen om geen staalslakken meer te gebruiken bij waterbouwprojecten. Deze motie ontraad ik. Iedereen heeft recht op een schone leefomgeving. Bij toepassing conform de kaders van de bodemregelgeving is het gebruik van staalslakken veilig. Dat is onderzocht. Er is dus geen reden om Rijkswaterstaat te verbieden staalslakken toe te passen, ook niet bij waterbouwprojecten.

In de vierde motie, de motie op stuk nr. 328, eveneens van het lid Kostić, wordt de regering verzocht bij de provincies op te halen welke hulpmiddelen nodig zijn voor de ZZS-regelgeving. Ik geef deze motie oordeel Kamer.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Om met het positieve te beginnen: dank voor de laatste appreciatie. Dat is super. Toch nog even een kritische noot op de eerste appreciatie. De staatssecretaris weet heel goed dat er grote zorgen zijn, onder andere bij de ILT en het RIVM. De ILT constateert zelf dat de wettelijke regels voor het gebruik van staalslakken de risico's voor mens en milieu niet voldoende afdekken. De ILT zegt dat, op basis van het RIVM. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dus: waarom weigert hij om hier verdere stappen op te zetten?

Staatssecretaris Jansen:
Ik ben vorige week nog op werkbezoek geweest in Spijk en Eerbeek. Ik weet hoe het in het verleden mis kan zijn gegaan. Maar zoals ik net al aangaf in mijn beantwoording: bij de juiste toepassing, conform de kaders van de bodemregelgeving, is het veilig te gebruiken, dus is het een circulaire grondstof.

De heer Boutkan (PVV):
De staatssecretaris geeft de motie op stuk nr. 328, die betrekking heeft op de hulpmiddelen van de provincies en dergelijke, oordeel Kamer. Maar betekent dit ook dat hij nog steeds bereid is om deze over te nemen als provincies aankloppen voor meer financiering?

Staatssecretaris Jansen:
Nee. Het is namelijk bekend dat er verbeteringen mogelijk zijn in de ZZS-uitvoering. Hier wordt nu al proactief aan gewerkt, maar het is altijd goed om ook met de provincies te bespreken of ze signalen hebben die wij hebben gemist. Daarom geef ik 'm oordeel Kamer.

De voorzitter:
Helder. Ik sta maar één vraag p.p. toe, lid Kostić. Oké, nog eentje dan, omdat meneer Thijssen zo aandringt. Een hele korte vraag, want we moeten er echt vandoor.

Kamerlid Kostić (PvdD):
Ik hoor de staatssecretaris gewoon steeds herhalen dat het veilig is, mits goed toegepast. Maar nogmaals, de ILT en het RIVM zeggen dat de huidige wetgeving faalt. Ik roep de Kamer dus toch op om de staatssecretaris te helpen om verdere stappen te nemen.

De voorzitter:
Een oproep aan de Kamer. Dan waren er nog een paar vragen, meneer de staatssecretaris.

Staatssecretaris Jansen:
Dat klopt, voorzitter. De heer Bamenga vroeg: hoe staat het met de motie om de productie van pfas bij Chemours te stoppen? Ik heb u toegezegd dat de minister dit meeneemt in zijn brief die hij heeft toegezegd voor het einde van het jaar.

De heer Thijssen vroeg: "Hoe staat het met de voortgang van de maatwerkafspraken? Komen die eind dit jaar? Wordt de motie daarin meegenomen?" Ik wil iedereen geruststellen: het kabinet weegt de adviezen van de expertgroep mee bij de totstandkoming van de maatwerkafspraken. Ik kan in het openbaar natuurlijk niets zeggen over de planning van de afspraken, vanwege de mogelijke koersgevoeligheid van de informatie over de onderhandelingen. De Kamer wordt periodiek, zoals ook recent, via vertrouwelijke technische briefings geïnformeerd over de voortgang. Daar wil ik het bij laten.

De voorzitter:
Eén vraag van de heer Thijssen.

De heer Thijssen (GroenLinks-PvdA):
Het is geen vraag, maar een reminder. Niet meewegen? Gezondheid is niet onderhandelbaar. De Kamer heeft gezegd dat die adviezen een-op-een moeten worden overgenomen in de deal met Tata. Dat wil ik de staatssecretaris dus nog een keer zeer nadrukkelijk op het hart drukken.

De heer Bamenga (D66):
Ik heb een vraag over het antwoord op mijn vraag. Ik begrijp dus dat we daarover voor het einde van het jaar worden geïnformeerd. Het ging er juist om dat we daar uiterlijk in 2025 duidelijkheid over hebben. Dat lijkt me dus vrij laat. Het zou eigenlijk al veel eerder naar de Kamer toe komen. Ik wil de staatssecretaris dus toch verzoeken om dat echt zo snel mogelijk te doen.

Staatssecretaris Jansen:
Ik zal dat bij de minister overbrengen.

De voorzitter:
De staatssecretaris continueert.

Staatssecretaris Jansen:
De heer Buijsse van de VVD vroeg of ik bereid ben om voor het uitbrengen van het Nationaal Programma Circulaire Economie in gesprek te gaan met de afvalbranche en de ketenpartners. Als ik uw verzoek zo mag interpreteren dat ik de gesprekken met de afvalsector over zeer zorgwekkende stoffen en het Besluit melden voortzet, kan ik dat zeker toezeggen.

Dan een vraag van de heer Boutkan over talkpoeder. Hij zei: dat moet geen zeer zorgwekkende stof worden. Het gaat bij zeer zorgwekkende stoffen natuurlijk om de bestanddelen. Als er internationaal een gevaar wordt gezien, zou dat bijvoorbeeld asbest kunnen betreffen. Dan kijken we daar natuurlijk goed naar. Maar ik heb nog geen enkel signaal hieromtrent ontvangen. We kijken met belangstelling naar wat er precies speelt. Ik kom er nog op terug bij de heer Boutkan.

De voorzitter:
De heer Boutkan, kort.

De heer Boutkan (PVV):
Heel kort: en mijn andere vraag, over het Besluit melden?

Staatssecretaris Jansen:
Daar kom ik nu op.

De voorzitter:
Dat was een ander mapje.

Staatssecretaris Jansen:
Denk ik na over een nieuw inwerkingtredingsbesluit? Nee. Ik ben met de sector in gesprek over de uitvoering. Ik heb een brief toegezegd voor 1 december, zodat we die kunnen betrekken bij het debat Circulaire economie, van 19 december. We kunnen op dat moment daarover doorspreken.

Voorzitter. Dan de laatste vraag, van mevrouw Wingelaar van NSC: hoe kan het dat de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen is gestegen ondanks de minimalisatieverplichting? Er zijn vele redenen mogelijk. Er zijn verschillende voorbeelden die ik wil geven. Het verbeteren van de rekenmethode. Het Handboek emissiefactoren, met daarin standaardemissiefactoren of oplosmiddelen, is bijvoorbeeld vorig jaar aangepast. Er kan sprake zijn van verbeterde of verslechterde inzichten bij bedrijven als het gaat om hoe er gerapporteerd moet worden. Denk ook aan een verhoogde productie, die gepaard gaat met meer emissie, of aan grondstoffen die gepaard gaan met een verhoogde emissie van een zeer zorgwekkende stof. Ook bij een goede uitvoering van de minimalisatieplicht kan de gerapporteerde uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen zijn gestegen. Hier zijn trouwens ook schriftelijke vragen over gesteld, dus ik kom hier nog uitgebreider schriftelijk op terug.

De voorzitter:
Perfect.

Staatssecretaris Jansen:
Dat was 'm.

De voorzitter:
Dinsdag stemmen wij over de moties.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Dank aan de staatssecretaris voor zijn aanwezigheid. Ik sluit de vergadering van 6 november.

Sluiting

Sluiting 21.35 uur.