Gewijzigd amendement van het lid Stoffer c.s. ter vervanging van nr. 8 over de voorgestelde beperking van de reikwijdte van de BOR en DSR ab in werking laten treden gelijktijdig met de familietoets en de verwateringsregeling
Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Successiewet 1956 en enkele andere wetten in verband met aanpassingen in een aantal fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten (Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2024D42708, datum: 2024-11-07, bijgewerkt: 2024-11-07 15:33, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Stoffer, Tweede Kamerlid (SGP)
- Mede ondertekenaar: H. Vermeer, Tweede Kamerlid (BBB)
- Mede ondertekenaar: W.P.J. van Eijk, Tweede Kamerlid (VVD)
- Mede ondertekenaar: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid (CDA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36610 -11 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Successiewet 1956 en enkele andere wetten in verband met aanpassingen in een aantal fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten (Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025).
Onderdeel van zaak 2024Z17798:
- Indiener: C. Stoffer, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.P.J. van Eijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. Vermeer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 610 | Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Successiewet 1956 en enkele andere wetten in verband met aanpassingen in een aantal fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten (Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025) | |
Nr. 11 | gewijzigd AMENDEMENT VAN HET lid stoffer c.s. ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 8 | |
Ontvangen 7 november 2024 | ||
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: |
I
Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:
A
Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt âDe overgangâ vervangen door âDe overgang van aandelenâ.
b. In onderdeel a wordt âaandelen of winstbewijzenâ vervangen door âaandelenâ.
c. Onderdeel b komt te luiden:
b. de aandelen bij de erflater tot een aanmerkelijk belang op grond van artikel 4.6, aanhef en onderdeel a, behoren en geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten;.
d. In onderdeel c wordt âaandelen of winstbewijzenâ vervangen door âaandelenâ en wordt â, enâ vervangen door â; enâ.
2. In het tweede lid wordt âaandelen of winstbewijzenâ vervangen door âaandelenâ.
3. In het derde lid, onderdeel a, wordt âeen eerder door de erflater gehouden aanmerkelijk belangâ vervangen door âeerder door de erflater gehouden aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel bâ.
4. In het vierde lid wordt âaandelen of winstbewijzenâ vervangen door âaandelenâ.
5. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt âeen aanmerkelijk belangâ vervangen door âaandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b,â en wordt âeen belang heeftâ vervangen door âeen aandelenbelang heeftâ.
b. In onderdeel a wordt âeen aanmerkelijk belangâ vervangen door âaandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b,â.
c. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:
1°. In de aanhef wordt âbelangâ vervangen door âaandelenbelangâ.
2°. In subonderdeel 1° wordt âaanmerkelijk belangâ vervangen door âbelangâ.
3°. Aan het slot van subonderdeel 2° wordt â, enâ vervangen door een puntkomma.
4°. Onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 3° door â; enâ wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:
4°. dat belang uitsluitend omdat het kleiner is dan 5% geen belang vormt als bedoeld in onderdeel a.
d. Na de eerste zin wordt een zin ingevoegd, luidende:
De toerekening vindt alleen plaats voor zover het belang, bedoeld in de eerste zin, aanhef, bestaat uit aandelen die geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten.
6. Aan het zevende lid wordt toegevoegd â, waaronder begrepen winstbewijzen en opties op aandelenâ.
7. Het achtste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Aan het slot van onderdeel b wordt â; enâ vervangen door een puntkomma.
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door â; enâ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. schulden die rechtstreeks samenhangen met die bedrijfsmiddelen.
8. In het negende lid wordt âeen direct aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel 4.10â vervangen door âaandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel bâ en wordt âonder 1° tot en met 3°â vervangen door âonder 1° tot en met 4°â.
II
Na artikel I, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 4.17b, tweede lid, wordt âaandelen of winstbewijzenâ vervangen door âaandelenâ.
III
Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:
B
Artikel 4.17c wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt âDe overdrachtâ vervangen door âDe overdracht van aandelenâ.
b. In onderdeel a wordt âaandelen of winstbewijzenâ vervangen door âaandelenâ.
c. Onderdeel b komt te luiden:
b. de aandelen bij de vervreemder tot een aanmerkelijk belang behoren op grond van artikel 4.6, aanhef en onderdeel a, en geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten;.
d. In onderdeel c wordt âaandelen of winstbewijzenâ vervangen door âaandelenâ.
2 In het tweede lid wordt âaandelen of winstbewijzenâ vervangen door âaandelenâ.
3. In het derde lid wordt âelfde lidâ vervangen door âtwaalfde lidâ.
IV
Artikel II, onderdeel A, onder 1, 2, 3, onder a, en 4 tot en met 7, vervalt.
V
Artikel II, onderdeel B, vervalt.
VI
Artikel II, onderdeel C, onder 1 en 2, vervalt.
VII
Artikel III, onderdeel B, komt te luiden:
B
Artikel 35c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt âvermogensbestanddelen die bij de erflater of schenker behoorden tot een aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel 4.10, van de Wet inkomstenbelasting 2001, mits het lichaam waarop het belang betrekking heeftâ vervangen door âaandelen die bij de erflater of schenker behoorden tot een aanmerkelijk belang op grond van artikel 4.6, aanhef en onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten, mits het lichaam waarop die aandelen betrekking hebbenâ.
2. In het derde lid wordt âbehoorden tot een aanmerkelijk belangâ vervangen door âbestonden uit aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c,â.
3. In het vierde lid, onderdeel a, wordt âeen eerder door de erflater of schenker gehouden aanmerkelijk belang van gewone aandelenâ vervangen door âeerder door de erflater of schenker gehouden aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel câ.
4. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt âeen aanmerkelijk belangâ vervangen door âaandelenâ en wordt âeen belang heeftâ vervangen door âeen aandelenbelang heeftâ.
b. In onderdeel a wordt âeen aanmerkelijk belang hield als bedoeld in afdeling 4.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001,â vervangen door âaandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, hield;â.
c. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd:
1°. In de aanhef wordt âbelangâ vervangen door âaandelenbelangâ.
2°. In subonderdeel 1° wordt âaanmerkelijk belangâ vervangen door âbelangâ.
3°. Aan het slot van subonderdeel 2° wordt â, enâ vervangen door een puntkomma.
4°. Onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 3° door â; enâ wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:
4°. dat belang uitsluitend omdat het kleiner is dan 5% geen belang vormde als bedoeld in onderdeel a.
d. Na de eerste zin wordt een zin ingevoegd, luidende:
De toerekening vindt alleen plaats voor zover het belang, bedoeld in de eerste zin, aanhef, bestaat uit aandelen die geen bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten.
5. Aan het zesde lid wordt toegevoegd â, waaronder begrepen winstbewijzen en opties op aandelenâ.
6. Het zevende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Aan het slot van onderdeel a wordt â; enâ vervangen door een puntkomma.
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door â; enâ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. schulden die rechtstreeks samenhangen met die bedrijfsmiddelen.
7. In het achtste lid, onderdeel b, wordt âeen direct aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel 4.10, van de Wet inkomstenbelasting 2001 heeftâ vervangen door âdirect aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, hadâ en wordt âonder 1° tot en met 3°, heeftâ vervangen door âonder 1° tot en met 4°, hadâ.
8. In het dertiende lid wordt âzijn de artikelen 4.3 tot en met 4.5aâ vervangen door âis artikel 4.3, aanhef en onderdeel a,â.
VIII
Na artikel III, onderdeel B, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 35d, eerste lid, onderdeel c, wordt âaanmerkelijkbelanghouder was van de vermogensbestanddelen, bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, en het lichaam waarop het aanmerkelijk belang betrekking heeftâ vervangen door âhouder was van de aandelen, bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, en het lichaam waarop die aandelen betrekking hebbenâ.
IX
Artikel III, onderdeel C, komt te luiden:
C
Artikel 35e wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt âvijf jarenâ vervangen door âdrie jarenâ. Voorts wordt âvermogensbestanddelenâ vervangen door âaandelenâ.
b. In subonderdeel 1° wordt âvermogensbestanddelen of een gedeelte van de in deze vermogensbestanddelenâ vervangen door âdie aandelen of een gedeelte van de in die aandelenâ.
c. Subonderdeel 2° komt te luiden:
2°. die aandelen of via die aandelen indirect gehouden aandelen worden omgezet in preferente aandelen of in aandelen die een bijzondere gerechtigdheid kennen met betrekking tot een of meer vermogensbestanddelen of activiteiten, of de aanspraak van die direct of indirect gehouden aandelen op toekomstige winsten of waardeontwikkelingen wordt, al dan niet via uitgifte van vermogensbestanddelen, op andere wijze beperkt; of.
d. In subonderdeel 3° wordt âde vermogensbestanddelenâ vervangen door âdie aandelenâ.
2. In het derde lid wordt âvermogensbestanddelenâ vervangen door âaandelenâ.
3. In het vijfde lid wordt âvierde zinâ vervangen door âvijfde zinâ.
X
Artikel IV, onderdeel A, onder 1, onder a, 2 tot en met 5, 7 en 9, vervalt.
XI
Artikel IV, onderdeel B, onder 1, onder a, vervalt.
XII
Artikel IV, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1 wordt als volgt gewijzigd:
a. De subonderdelen a en b vervallen.
b. Het in subonderdeel c voorgestelde subonderdeel 2° komt te luiden:
2°. vermogensbestanddelen worden omgezet in preferente aandelen of de aanspraak van de verkregen vermogensbestanddelen op toekomstige winsten of waardeontwikkelingen wordt, al dan niet via uitgifte van vermogensbestanddelen, op andere wijze beperkt; of.
c. Subonderdeel d vervalt.
2. In onderdeel 5 wordt âvijfde zinâ vervangen door âvierde zinâ.
XIII
Aan artikel VII wordt toegevoegd âen dat de artikelen I, onderdelen A, onder 1 tot en met 6 en 8, Aa en B, onder 1 en 2, en III, onderdelen B, onder 1 tot en met 5, 7 en 8, Ba en C, onder 1, subonderdeel a, tweede zin, en subonderdelen b tot en met d, 2 en 3, in werking treden op het tijdstip waarop artikel II, onderdeel A, onder 0, en artikel V, onderdeel B, onder 1a, 1b en 3a, van de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 in werking tredenâ.
Toelichting
In de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 (WAFB 2025) wordt voorgesteld om de reikwijdte van de BOR en DSR ab te beperken tot gewone aandelen met een belang van 5% van het geplaatste kapitaal. De erflater of schenker moet vanaf 1 januari 2026 een direct belang van gewone aandelen van minimaal 5% in het geplaatste aandelenkapitaal hebben om de BOR en DSR ab toe te kunnen passen.
Ook wordt in het onderhavige wetsvoorstel voorgesteld om twee maatregelen uit de WAFB 2024 niet op 1 januari 2025 in werking te laten treden, maar op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Het gaat om de familietoets en de verwateringsregeling. Dit wordt voorgesteld omdat er voor deze twee maatregelen goedkeuring zal worden gevraagd bij de Europese Commissie.
Indieners zijn van mening dat de eerstgenoemde maatregel, uit de WAFB 2025, effectief kan zijn om de BOR meer gericht vorm te geven. Zonder de twee maatregelen uit de WAFB 2024 kan de inwerkingtreding echter grote gevolgen hebben voor (familie)bedrijven. De toegang tot de BOR en de DSR ab wordt dan sterk ingeperkt, wat grote gevolgen kan hebben voor de continuĂŻteit van (familie)bedrijven). Als zowel de maatregelen uit de WAFB 2024 en de WAFB 2025 tegelijk ingaan, kan de tijd genomen worden om te komen tot een goede regeling.
Dit amendement regelt dat zowel de maatregel uit de WAFB 2025 als de twee maatregelen uit de WAFB 2024 tegelijk in werking treden. In 2025 zal blijken of de twee maatregelen uit de WAFB goedgekeurd zullen worden door de Europese Commissie. Indien dit het geval is, kunnen alle maatregelen volgens plan per 2026 ingaan. Indien dit niet het geval is, kan de periode tot 2026 gebruikt worden om de maatregelen eventueel te herzien.
Indien de familietoets en de verwateringsregeling met ingang van 1 januari 2026 in werking treden, heeft dit amendement geen budgettaire consequenties. Indien deze later dan 1 januari 2026 in werking treden, leidt dit amendement tot een budgettaire derving tot het moment waarop de maatregelen in werking treden. Enerzijds zijn er kosten doordat de maatregel uit de WAFB 2025 later ingaat, anderzijds zijn er opbrengsten doordat de twee maatregelen uit de WAFB 2024 in dat geval ook later ingaan. Eventuele dekking voor dit budgettaire gat kan gevonden worden in het verlagen van vrijstelling groen beleggen.
Stoffer
Van Eijk
Inge van Dijk
Vermeer