Antwoord op vragen van de leden Boswijk, Paternotte en Van der Burg over het bericht dat Nederlandse landbouwbedrijven die subsidie ontvangen om Oekraïne te helpen met de wederopbouw tegelijkertijd zakendoenin Rusland
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D42998, datum: 2024-11-08, bijgewerkt: 2024-11-13 09:27, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-516).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Mede namens: R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z13360:
- Gericht aan: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Gericht aan: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: D.G. Boswijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E. van der Burg, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
516
Vragen van de leden Boswijk (CDA), Paternotte (D66) en Van der Burg (VVD) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Economische Zaken over het bericht dat Nederlandse landbouwbedrijven die subsidie ontvangen om Oekraïne te helpen met de wederopbouw tegelijkertijd zakendoen in Rusland (ingezonden 11 september 2024).
Antwoord van Minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 8 november 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 249.
Vraag 1 en 2
Wat is uw reactie op het bericht dat enkele Nederlandse landbouwbedrijven die subsidie ontvangen om Oekraïne te helpen met de wederopbouw tegelijkertijd zakendoen in Rusland?1
Deelt u de mening dat een bedrijf als APH Group ieder moreel besef mist als het kennis en producten in Oekraïne kan slijten, omdat de andere handelspartner daar alles aan het vernietigen is?
Antwoord 1 en 2
Ik heb kennisgenomen van het genoemde artikel. Nederland blijft Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel actief en onverminderd steunen in tijd van oorlog, herstel en wederopbouw, zo lang als dat nodig is. De sancties van de Europese Unie (en van andere landen) zijn erop gericht om de Russische oorlogsmachine tegen Oekraïne zoveel mogelijk te belemmeren. Hierbij weegt het kabinet continu de impact van de sancties af tegen andere zwaarwegende belangen, waaronder het belang van mondiale voedselzekerheid.
Het kabinet doet geen uitspraken over individuele bedrijven. In beginsel kunnen bedrijven, mits zij voldoen aan de actuele regelgeving, zakendoen in Rusland.
Het is echter geen business as usual. Het kabinet moedigt aan dat bedrijven ervoor kiezen om vanwege de oorlog in Oekraïne niet langer actief te willen zijn op de Russische markt en wijst bedrijven op de risico’s van zaken doen in Rusland. Daarnaast onderzoekt het kabinet of ongesanctioneerde handel met Rusland als uitsluitingsgrond toegevoegd kan worden aan de subsidieregeling voor de Ukraine Partnership Facility (UPF), zoals ook is toegezegd tijdens het commissiedebat over sancties van 9 oktober jl.
Vraag 3
Controleert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) bij de beoordeling van aanvragen voor deze subsidie of het betreffende bedrijf zaken doet in Rusland? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja, in de huidige subsidieregelingstekst wordt gevraagd of de aanvrager zaken doet in Rusland.
Vraag 4
Deelt u de mening dat subsidies die bedoeld zijn voor de wederopbouw van Oekraïne in principe niet zouden moeten worden toegewezen aan bedrijven die zakendoen in Rusland? Zo ja, kunt u bevorderen dat de RVO hier in het vervolg bij de beoordeling van aanvragen rekening mee houdt?
Antwoord 4
Het zaken doen met Rusland voor goederen die niet op de sanctielijst staan vormt op basis van de huidige regelingstekst helaas geen grond om bedrijven uit te sluiten. Het kabinet onderzoekt of ongesanctioneerde handel met Rusland als uitsluitingsgrond toegevoegd kan worden aan de subsidieregeling voor de Ukraine Partnership Facility (UPF) en andere subsidies in het kader van Oekraïne.
Vraag 5
Herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorganger op vragen van het lid Boswijk (CDA) over de toegenomen export van landbouwmachines en diervaccins naar Rusland van 27 maart jl., waarin onder andere aangegeven werd dat het aannemelijk is dat de Nederlandse export van landbouwgerelateerde goederen bedrijven in de Russische land- en tuinbouwsector beter in staat stelt tot (voedsel)productie in Rusland zelf?2
Antwoord 5
Ja, het kabinet is hiermee bekend.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de export van Nederlandse landbouwapparatuur Rusland onafhankelijker en minder gevoelig maakt voor sancties en dat Rusland voedsel overduidelijk gebruikt als wapen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het is aannemelijk dat de export van landbouwgerelateerde goederen vanuit Nederland op deelterreinen individuele bedrijven in de Russische land- en tuinbouwsector beter in staat stelt tot voedselproductie in Rusland zelf. Hieruit volgt echter niet dat dit Rusland minder gevoelig maakt voor Europese sancties, aangezien de sancties tegen Rusland expliciet niet gericht zijn tegen de voedselproductie.
Vraag 7
Bent u bereid te bevorderen dat er sancties worden opgelegd op de uitvoer van alle producten die er aan bijdragen dat Rusland zijn voedselsysteem kan optimaliseren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Een aanpak in EU-verband is het meest effectief. Het kabinet zet zich op Europees niveau voortdurend in voor aanvullende sanctiemaatregelen tegen Rusland waarbij alle opties op tafel liggen, dus ook op het terrein van landbouwgerelateerde goederen. Hierbij maakt het kabinet wel steeds een afweging tussen de impact van de sancties op de Russische oorlogsinspanningen en andere zwaarwegende belangen, waaronder EU-eenheid, humanitaire hulp en mondiale voedselzekerheid.
Follow The Money, 10 september 2024, «Dit Nederlandse bedrijf krijgt subsidie om Oekraïne te helpen én doet zaken met Rusland»,↩︎
Aanhangsel van de Handelingen II, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1718 (Antwoorden op vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de toegenomen export van landbouwmachines en diervaccins naar Rusland (ingezonden 27 maart 2024))↩︎