Amendement van de leden Maatoug en Stultiens over het belasten van terugbetaling van kapitaal voor de inkomstenbelasting
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)
Amendement
Nummer: 2024D43114, datum: 2024-11-11, bijgewerkt: 2024-11-18 10:27, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36602-75).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Maatoug, Tweede Kamerlid (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L.C.J. Stultiens, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36602 -75 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025).
Onderdeel van zaak 2024Z17997:
- Indiener: S. Maatoug, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L.C.J. Stultiens, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-11-14 18:30: STEMMINGEN over het Pakket Belastingplan 2025 en de wijziging van de Wet op de huurtoeslag (vereenvoudiging van de huurtoeslag (36 311)) en eventueel over moties ingediend bij de onder voorbehoud geagendeerde tweeminutendebatten inzake de Raad Buitenlandse Zaken en de Landbouw- en Visserijraad (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 602 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)
Nr. 75 AMENDEMENT VAN DE LEDEN MAATOUG EN STULTIENS
Ontvangen 11 november 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel H een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ha
In artikel 4.13, eerste lid, onderdeel b, wordt «waarbij een teruggaaf geen regulier voordeel vormt voor zover de teruggaaf niet meer bedraagt dan de verkrijgingsprijs van de desbetreffende aandelen en tevoren de algemene vergadering van aandeelhouders tot deze teruggaaf heeft besloten en de nominale waarde van de desbetreffende aandelen bij statutenwijziging met een gelijk bedrag is verminderd» vervangen door «voor zover er zuivere winst is».
II
In artikel XVI, onderdeel C, wordt voor het eerste subonderdeel een subonderdeel ingevoegd, luidende:
a1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt «indien en voor zover» vervangen door «voor zover» en vervalt «, tenzij tevoren de algemene vergadering van aandeelhouders tot deze teruggaaf heeft besloten en de nominale waarde van de desbetreffende geplaatste aandelen bij statutenwijziging met een gelijk bedrag is verminderd».
III
Na artikel XVII, onderdeel B, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 3.4a, tweede lid, onderdeel d, vervalt «, tenzij tevoren de algemene vergadering van aandeelhouders tot deze teruggaaf heeft besloten en de nominale waarde van de desbetreffende geplaatste aandelen bij statutenwijziging met een gelijk bedrag is verminderd».
Toelichting
Dit amendement zorgt ervoor dat kapitaalteruggaven niet gebruikt kunnen worden als alternatief voor dividenduitkeringen met als doel om de dividendbelasting te ontwijken. Daartoe regelt het amendement dat terugbetalingen van kapitaal altijd belast worden in de Wet op de dividendbelasting 1965 en de Wet bronbelasting 2021, indien en voor zover er zuivere winst aanwezig is bij het inhoudingsplichtige lichaam. Voorgesteld wordt dat de huidige uitzondering in de genoemde wetten vervalt, waardoor de terugbetaling van kapitaal niet meer onbelast kan plaatsvinden indien tevoren de algemene vergadering van aandeelhouders besluit tot een teruggaaf van kapitaal waarbij de nominale waarde van de desbetreffende geplaatste aandelen bij statutenwijziging met een gelijk bedrag is verminderd. Een terugbetaling van kapitaal kan hierdoor alleen onbelast plaatsvinden indien en voor zover er geen zuivere winst (meer) aanwezig is bij het inhoudingsplichtig lichaam. Dat betekent dat bedrijven die verstrekt kapitaal willen terugbetalen aan aandeelhouders dit nog steeds kunnen doen, maar pas nadat zij winst hebben uitgekeerd. Met dit amendement wordt eveneens voorgesteld de belastbaarheid in de Wet inkomstenbelasting 2001 van een kapitaalterugbetaling aan een aanmerkelijkbelanghouder op een vergelijkbare wijze vorm te geven.
Het doel van deze beperking is, zoals gezegd, om te voorkomen dat de heffing van dividendbelasting wordt ontweken door aanwezige winstreserves uit te keren ten titel van onbelaste kapitaalteruggaven. Dit amendement verandert niets aan de mogelijkheid voor een aandeelhouder om uiteindelijk onbelast zijn gestorte kapitaal terug te krijgen. Dit kan door de voorgestelde wijziging echter niet meer als er overigens winstreserves aanwezig zijn.
Budgettaire gevolgen
Het belasten van terugbetaling van kapitaal voor de inkomstenbelasting zorgt voor een positieve budgettaire opbrengst die op dit moment nog niet ingeschat kan worden. De budgettaire opbrengst van het belasten van terugbetaling van kapitaal wordt voor de dividendbelasting en de bronbelasting geschat op zeer gering.
Terugbetaling van kapitaal wordt in de meeste gevallen toegepast door aanmerkelijkbelanghouders. Door het laten vervallen van de vrijstelling wordt de terugbetaling voortaan belast met inkomstenbelasting in box 21 en 15% dividendbelasting. Wat betreft de inkomstenbelasting is onduidelijk wat de budgettaire opbrengst zal zijn. In principe wordt de structurele belastinggrondslag niet veranderd. Wel worden de uitstelmogelijkheden voor de box 2-belasting verkleind, wat een positief budgettair effect zal hebben. Naar verwachting zullen aanmerkelijkbelanghouders vaker kiezen voor een dividenduitkering of een lening van meer dan € 500.000 die in de belastingheffing wordt betrokken. Wat betreft de dividendbelasting geldt dat in binnenlandse situaties de dividendbelasting in beginsel een voorheffing is en de uiteindelijk te betalen dividendbelasting verrekend zal worden in de inkomstenbelasting. De aanpassing leidt derhalve voor deze groep naar verwachting niet tot een significante budgettaire opbrengst in de dividendbelasting. Het is onduidelijk wat de budgettaire gevolgen zijn voor de heffing bij de buitenlandse aanmerkelijkbelanghouder, mede als gevolg van eventueel van toepassing zijnd(e) belastingverdragen/EU-recht.
Terugbetaling van kapitaal wordt zeer incidenteel ook toegepast door beursfondsen. Het is echter de verwachting dat bij het belasten van de terugbetaling van kapitaal beursfondsen dit niet langer zullen doen en zullen overstappen op bijvoorbeeld aandeleninkoop binnen de inkoopfaciliteit. Daarom wordt ook bij beursfondsen geen significante opbrengst verwacht.
Ten slotte is het mogelijk dat terugbetaling van kapitaal in incidentele gevallen als alternatief wordt gezien voor dividendbetalingen aan laagbelastende jurisdicties die worden geraakt door de conditionele bronbelasting op dividenden. In lijn met de bronbelasting, is ook bij het belasten van de terugbetaling van kapitaal de verwachting dat van de maatregel een prohibitieve werking zal uitgaan, zodat niet met een opbrengst gerekend kan worden.
Uitvoeringsgevolgen
De complexiteitsgevolgen zijn beperkt, in beginsel wordt de uitvoering niet complexer. Het belasten van kapitaalterugbetalingen wordt eerder de hoofdregel dan uitzondering. Op de vaststelling van de hoogte van het kapitaal na is er maar een beperkte wijziging in de uitvoering. Het enige verschil is nu dat elke terugbetaling (waaronder ook kapitaalterugbetalingen) belast is voor de dividendbelasting. Dat betekent dat voor kapitaalterugbetalingen ook teruggaafverzoeken dividendbelasting zouden kunnen worden ingediend door teruggaafgerechtigden zoals pensioenfondsen, andere vrijgestelden en verdragsgerechtigden net als dat nu al het geval is bij reguliere dividenduitkeringen waarop dividendbelasting wordt ingehouden. Dit amendement leidt dus tot meer teruggaafverzoeken.
Maatoug
Stultiens
Sinds 2024 is het tarief in box 2 gesplitst in een tarief van 24,5% over het inkomen in box 2 tot € 67.000; voor zover het inkomen in box 2 hoger is, is dit tarief 33%. In het Belastingplan 2025 is voorgesteld de tariefsverhoging van 31% naar 33% per 2024 weer terug te draaien, waardoor dit tarief per 2025 weer wordt verlaagd naar 31%.↩︎