Motie van het lid Van der Wal c.s. over de termijn van de culturele basisinfrastructuur verlengen naar zes jaar en onderzoeken hoe de aanvraagprocedure vereenvoudigd kan worden
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Motie
Nummer: 2024D43130, datum: 2024-11-11, bijgewerkt: 2024-11-12 12:16, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-VIII-26).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van der Wal, Tweede Kamerlid
- Mede ondertekenaar: I. Rooderkerk, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: M. Mohandis, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VIII-26 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z18012:
- Indiener: C. van der Wal, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I. Rooderkerk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Mohandis, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-11-11 10:00: Cultuur (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-11-19 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Nr. 26 MOTIE VAN HET LID VAN DER WAL C.S.
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 11 november 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er vierjaarlijks een nieuwe cultuurperiode start, waarbij culturele en creatieve instellingen een rijkssubsidie kunnen aanvragen via de culturele basisinfrastructuur;
constaterende dat het (BIS-)instellingen naar schatting in totaal ruim 100 miljoen euro kost om aanvragen voor rijkssubsidies voor te bereiden en succesvol bij de Raad voor Cultuur in te dienen;
overwegende dat het uitbreiden van de BIS-periode resulteert in minder aanvraagdruk bij instellingen;
overwegende dat iedere besparing op de lasten die gemoeid zijn met het voorbereiden en aanvragen van subsidies de cultuursector direct ten goede komt;
verzoekt de regering de termijn van de culturele basisinfrastructuur vanaf de volgende BIS-periode te verlengen naar een periode van zes jaar;
verzoekt de regering te onderzoeken hoe de BIS-aanvraagprocedure vereenvoudigd kan worden, gericht op het substantieel verlagen van de voorbereidings- en aanvraagkosten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Wal
Rooderkerk
Mohandis