Motie van het lid Van der Wal over inventariseren hoeveel objecten er nu in depots van de Nederlandse musea liggen en uitwerken hoe musea die kunst extern en internationaal kunnen aanbieden
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Motie
Nummer: 2024D43132, datum: 2024-11-11, bijgewerkt: 2024-11-12 12:17, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-VIII-27).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van der Wal, Tweede Kamerlid
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VIII-27 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z18014:
- Indiener: C. van der Wal, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-11-11 10:00: Cultuur (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-11-19 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Nr. 27 MOTIE VAN HET LID VAN DER WAL
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 11 november 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er in 2018 in de depots van onze rijksmusea (alleen al) ruim 65.000 kunstobjecten lagen, waarmee deze objecten niet zichtbaar zijn voor het publiek;
constaterende dat het op dit moment onbekend is hoeveel kunstobjecten in de depots van Nederlandse musea liggen en dat de laatste schattingen uit 2018 stammen;
overwegende dat opgeslagen kunstobjecten niet zichtbaar zijn voor het publiek, terwijl deze objecten wel onderdeel uitmaken van onze Nederlandse cultuur en (kunst)geschiedenis;
constaterende dat musea, en daarmee kunstobjecten, bij renovatie- of verbouwingsopgaven vaak niet of slechts deels te bezoeken zijn voor het publiek, maar dat de subsidiebijdrage vanuit het Rijk ondertussen wel doorloopt;
van mening dat het ongewenst is dat een groot deel van de Nederlandse kunst en geschiedenis niet openbaar te bezichtigen is door het publiek;
verzoekt de regering te inventariseren hoeveel objecten er op dit moment in depots van de Nederlandse musea liggen;
verzoekt de regering voorts uit te werken hoe musea opgeslagen dan wel tijdelijk onbeschikbare kunst extern en internationaal kunnen aanbieden en op welke wijze musea hierbij geholpen kunnen worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Wal