Motie van de leden Hertzberger en Van Zanten over binnen het Fonds Podiumkunsten financiering proberen te vinden voor een theatergezelschap of theaterproductiehuis in alle twaalf provincies
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Motie
Nummer: 2024D43134, datum: 2024-11-11, bijgewerkt: 2024-11-12 12:16, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-VIII-29).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.Y. Hertzberger, Tweede Kamerlid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.R. van Zanten, Tweede Kamerlid (BBB)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VIII-29 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z18016:
- Indiener: R.Y. Hertzberger, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.R. van Zanten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-11-11 10:00: Cultuur (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-11-19 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Nr. 29 MOTIE VAN DE LEDEN HERTZBERGER EN VAN ZANTEN
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 11 november 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er een onredelijk groot verschil zit tussen provincies in financiering vanuit het Rijk per hoofd van de bevolking;
overwegende dat de culturele basisinfrastructuur essentieel is voor de regionale spreiding van cultuursubsidies;
overwegende dat momenteel niet alle regio's vertegenwoordigd zijn in de categorie theater en het zelfs juridisch niet mogelijk is om voor theatergezelschappen in Drenthe, Overijssel, Zeeland en Flevoland geld aan te vragen;
overwegende dat als gevolg hiervan instellingen uit deze regio's alleen bij de rijkscultuurfondsen terecht kunnen en daar minder erkenning krijgen voor de regiofunctie die zij vervullen;
verzoekt de regering om met het Fonds Podiumkunsten in gesprek te gaan om te onderzoeken of binnen het fonds financiering kan worden gevonden om in alle twaalf provincies een theatergezelschap of -productiehuis te bekostigen, en de resultaten van dit gesprek voor het kerstreces naar de Kamer te sturen;
verzoekt de regering voorts om in de herinrichting van het bestel vanaf 2029 de regionale verspreiding zo te verankeren dat elke provincie standaard bekostiging krijgt uit het Rijk voor een theatergezelschap,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hertzberger
Van Zanten