[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van de leden Six Dijkstra en Ceder over conform het hoofdlijnenakkoord werk maken van een kaderwet voor autoriteiten

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025

Motie

Nummer: 2024D43177, datum: 2024-11-11, bijgewerkt: 2024-11-14 13:21, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-VII-75).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VII-75 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025.

Onderdeel van zaak 2024Z18051:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025

Nr. 75 MOTIE VAN DE LEDEN SIX DIJKSTRA EN CEDER

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 11 november 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat er een wettelijke regeling voor en van de onafhankelijke inspecties, toezichthouders en autoriteiten moet komen;

constaterende dat het regeerprogramma onderschrijft dat de toezichtstaak van autoriteiten en toezichthouders kan worden verbeterd;

constaterende dat het regeerprogramma eveneens benadrukt dat burgers erop moeten kunnen vertrouwen dat hun grondrechten en persoonsgegevens worden beschermd en dat toezicht voldoende is geborgd;

overwegende dat het voorts van belang is dat op structurele wijze onafhankelijke evaluaties van de taakuitvoering van autoriteiten worden uitgevoerd;

verzoekt de regering om conform het hoofdlijnenakkoord werk te maken van eẹn kaderwet voor autoriteiten, de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren middels een hoofdlijnennotitie en daarin ten minste op te nemen dat autoriteiten:

– een sterke mate van onafhankelijkheid kennen;

– in hun taakuitvoering het publiek belang dienen;

– op regelmatige basis onafhankelijk worden geëvalueerd, analoog aan voorstellen uit de initiatiefnota over de onafhankelijkheid van rijksinspecties,

en gaat over tot de orde van de dag.

Six Dijkstra

Ceder