[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Grinwis c.s. over het in stand laten van de giftenaftrek in de winstbelasting en een verruiming van de periodieke giftenaftrek in de inkomstenbelasting

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)

Amendement

Nummer: 2024D43328, datum: 2024-11-12, bijgewerkt: 2024-11-18 16:52, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36602-90).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36602 -90 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025).

Onderdeel van zaak 2024Z18121:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 602 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)

Nr. 90 AMENDEMENT VAN HET LID GRINWIS C.S.

Ontvangen 12 november 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel N een onderdeel ingevoegd, luidende:

Na

In artikel 6.38, vierde lid, wordt «€ 250.000» vervangen door «€ 1.500.000».

II

Artikel XV, onderdeel D, vervalt.

III

Artikel XV, onderdeel L, vervalt.

IV

Artikel XV, onderdeel N, vervalt.

V

Na artikel LVIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL LVIIIA

Artikel 10.2b, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 18ga, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 vinden geen toepassing bij het begin van de kalenderjaren 2025 en 2026.

VI

In artikel LXV, eerste lid, onderdeel e, vervallen «D,» en «L, N,».

Toelichting

Dit amendement regelt dat de giftenaftrek in de winstbelasting (vpb) in stand blijft én regelt dat de periodieke giftenaftrek in de inkomstenbelasting verruimd wordt van 250.000 euro naar 1,5 miljoen euro. Indieners zijn van mening dat geefgedrag van ondernemers en particulieren niet fiscaal afgestraft, maar juist mogelijk gemaakt moet worden. Om deze reden draaien zij het beoogde schrappen van de giftenaftrek in de Vpb (die met name door MKB-ondernemers gebruikt wordt) terug. Ook draaien zij de beperking van de periodieke giftenaftrek van twee jaar geleden voor een deel terug, door de toen geïmplementeerde drempel te verzesvoudigen.

Ter dekking van deze maatregel beogen de indieners fiscale constructies in de samenloop van de MIA en de Vamil af te schaffen. Dit levert naar schatting 10 miljoen euro op. Tevens wordt ter dekking voorgesteld bij het begin van de kalenderjaren 2025 en 2026 geen indexatie toe te passen met betrekking tot de maximale premiegrondslag van artikel 3.127, derde lid, Wet IB 2001 voor het bepalen van de zogenoemde jaarruimte, bedoeld in artikel 3.127, eerste lid, Wet IB 2001, voor inleg van premies voor lijfrenten vanwege een pensioentekort; en de aftoppingsgrens van het pensioengevend loon, bedoeld in artikel 18ga, eerste lid, Wet LB 1964. Hiermee wordt de indexatie van de aftoppingsgrens, die de afgelopen twee jaar is gestegen met ca. 23.000 euro tot 137.800 euro voor de duur van twee jaar gepauzeerd.

Technische toelichting

In verband met de beoogde verhoging van het plafond van € 250.000 tot € 1,5 miljoen per huishouden voor de aftrek van periodieke giften in de giftenaftrek in de inkomstenbelasting met ingang van 1 januari 2025 wordt artikel 6.38 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) aangepast.

In verband met de beoogde instandhouding van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting (Vpb) wordt voorgesteld artikel XV, onderdelen D, L en N, te laten vervallen. Dit maakt het tevens noodzakelijk artikel LXV, eerste lid, onderdeel e, aan te passen.

Ter dekking wordt voorgesteld om de budgetten van de willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen (Vamil) en de milieu-investeringsaftrek (MIA) te verlagen per 2025. Omdat de budgetten niet in een wet zijn geregeld, kan dit overigens niet via een wijzigingsopdracht in het amendement worden geregeld.

Voorts wordt ter dekking voorgesteld bij het begin van de kalenderjaren 2025 en 2026 geen indexatie toe te passen met betrekking tot:

– de maximale premiegrondslag van artikel 3.127, derde lid, Wet IB 2001 voor het bepalen van de zogenoemde jaarruimte, bedoeld in artikel 3.127, eerste lid, Wet IB 2001, voor inleg van premies voor lijfrenten vanwege een pensioentekort (derde pijler);

– de aftoppingsgrens van het pensioengevend loon, bedoeld in artikel 18ga, eerste lid, Wet op de loonbelasting 1964 (tweede pijler).

Budgettaire gevolgen

De verhoging van het plafond voor de aftrek van periodieke giften van € 250.000 tot € 1,5 miljoen per 1 januari 2025 kost € 4 miljoen in 2025 en loopt op naar structureel € 19 miljoen in 2029.

De instandhouding van de giftenaftrek in de Vpb kost € 24 miljoen per jaar.

Dekking van deze twee maatregelen vindt plaats door het verlagen van de budgetten van de Vamil en de MIA en het twee jaar niet indexeren van de aftoppingsgrens voor pensioenopbouw in de tweede en derde pijler. De Vamil en de MIA zijn gebudgetteerde fiscale regelingen. Als onderdeel van de dekking van dit amendement wordt het budget van zowel de Vamil als de MIA met € 5 miljoen verlaagd. De verlaging van deze budgetten met in totaal € 10 miljoen wordt ingevuld via een aanpassing van de Milieulijst, die jaarlijks wordt vastgesteld. De opbrengst van het niet indexeren van de aftoppingsgrens voor pensioenopbouw bedraagt € 18 miljoen in 2025 en € 33 miljoen in 2026 en in de daaropvolgende jaren.

Verhoging plafond periodieke giftenaftrek naar € 1,5 miljoen – 4 – 8 – 11 – 15 – 19
Niet beperken giftenaftrek Vpb – 24 – 24 – 24 – 24 – 24
Verlagen budgetten Vamil en MIA (via versobering Milieulijst) 10 10 10 10 10
2 jaar geen indexatie aftoppingsgrens pensioenopbouw 18 33 33 33 33


Grinwis

Stoffer

Inge van Dijk