Uitvoering van de motie van het lid Boswijk c.s. over onderzoek doen naar de opzet van een democratiefonds (Kamerstuk 36410-V-59)
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2024D43349, datum: 2024-11-12, bijgewerkt: 2024-11-12 14:13, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 V-7 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z18130:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-11-13 00:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Geachte voorzitter,
Deze brief geeft opvolging aan de aangenomen motie Boswijk, Dassen, Veldkamp en Piri (Kamerstuk 36410-V-59) die het kabinet verzoekt “onderzoek te doen naar de opzet van een Democratiefonds waarmee steun kan worden geboden aan maatschappelijk organisaties die bijdragen aan de bevordering van democratie, onafhankelijke media en journalisten, NGO’s, vakbonden en andere sociale partners om zo het democratische proces wereldwijd duurzaam te bevorderen”.
Het kabinet omarmt het streven van de motie om steun te bieden aan democratiseringsprocessen wereldwijd. De bescherming en bevordering van mensenrechten, de democratische rechtsstaat en de internationale rechtsorde zijn een belangrijk onderdeel van het Nederlandse buitenlandbeleid. Landen die deze waarden omarmen zijn vaak stabieler en vreedzamer en eerder geneigd bij te dragen aan een stabiele wereldorde die functioneert op basis van internationaal recht en niet op “het recht van de sterkste”. Goed functionerende democratieën zijn essentieel voor een duurzame sociaaleconomische ontwikkeling, een positief handelsklimaat en het gezamenlijk aanpakken van problemen zoals grensoverschrijdende ondermijnende criminaliteit, cyberaanvallen, illegale migratie en terrorisme.
Het uitgangspunt van de Nederlandse aanpak is dat democratie niet van buitenaf kan worden opgelegd, maar dat bestaande democratiseringsbewegingen in een samenleving kunnen worden versterkt door te investeren in bevordering en bescherming van mensenrechten, de versterking van de rechtsstaat en inclusief bestuur, en de steun aan een sterk maatschappelijk middenveld. Daarvoor heeft Nederland verschillende programma’s en fondsen ingesteld, elk met een specifieke invalshoek, met als algemeen doel om bij te dragen aan democratische rechtsstaten waarin alle burgers, inclusief minderheden, een gelijke stem hebben en mensenrechten goed worden beschermd. Deze programma’s en fondsen worden hieronder kort uiteengezet.
Vanuit het Beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld (looptijd 2021-2025; totale omvang EUR 1,4 miljard ODA1) steunt Nederland een krachtig maatschappelijk middenveld in lage- en middeninkomenslanden, dat de dialoog tussen overheid, bedrijfsleven en burgers aanjaagt en ondersteunt om gezamenlijk tot oplossingen te komen voor maatschappelijke en economische vraagstukken.
Vanuit het Beleidskader Veiligheid en Rechtsorde (EUR 180 miljoen in 2025, ODA) ligt de focus vooral op versterking van de rechtsstaat en democratisering in een aantal focuslanden, onder meer in de Sahel, de Hoorn van Afrika en de MENA-regio. In deze focuslanden wordt ingezet op inclusievere politieke besluitvorming op verschillende overheidsniveaus.
Vanuit een regionale focus richt het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen zich op het versterken van de rechtstaat en democratie in zowel (potentiële) lidstaten van de EU en Oostelijk Partnerschapslanden (MATRA, EUR 12,8 miljoen in 2025, ODA en non-ODA), als in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (Shiraka, EUR 16,8 miljoen in 2025, ODA en non-ODA). In MATRA- en Shiraka-landen staat Nederland bekend om de expertise op het gebied van de rechtsstaat. Dit komt door een unieke aanpak van capaciteitsopbouw en kennisdeling in overheid-tot-overheid projecten, en training van ambtenaren en medewerkers in de justitiële sectoren. Tevens wordt via de ambassades in de MATRA- en Shiraka-regio het lokale maatschappelijk middenveld ondersteund.
Vanuit de lens van veiligheid en bescherming zet het subsidiekader Safety For Voices van het Mensenrechtenfonds in op verhoogde fysieke, digitale, juridische en psychosociale veiligheid van mensenrechtenverdedigers en journalisten als fundament voor democratie (looptijd 2023-2027, totale omvang EUR 40 miljoen, ODA en non-ODA). Tenslotte worden vanuit het decentrale Mensenrechtenfonds (EUR 44,4 miljoen in 2025) diverse projecten door Nederlandse ambassades gefinancierd ten behoeve van mensenrechten en democratie wereldwijd. In de Mensenrechtenrapportages van de afgelopen jaren worden meerdere voorbeelden van deze decentrale inzet gegeven.
De bestaande programma’s geven blijk van een stevige en diverse inzet van het kabinet op de randvoorwaarden van sterke democratische rechtsstaten. Het kabinet omarmt dan ook het streven van deze motie. Bovenstaande programma’s en fondsen tezamen dragen, elk vanuit een specifieke invalshoek, ook bij aan steun voor de in de motie genoemde maatschappelijke organisaties die bijdragen aan de bevordering van democratie, onafhankelijke media en journalisten, NGO’s, vakbonden en andere sociale partners. Hiermee handelt het kabinet voor een belangrijk deel reeds in de geest van de motie.
In het onderzoek naar de opzet van een mogelijk nieuw Democratiefonds heeft het kabinet de huidige inzet op democratisering door bovengenoemde programma’s expliciet betrokken. Alhoewel het bundelen van (een deel van) de Nederlandse inzet op wereldwijde democratische processen via een apart fonds deze inzet extra zou belichten, is het kabinet van mening dat het oprichten van een Democratiefonds niet opportuun is. Er zijn gezien de serieuze bezuinigingsopgave ook geen middelen voorhanden. Een dergelijk fonds zou betekenen dat de huidige programma’s die zich richten op democratische processen nog meer aangeslagen moeten worden dan reeds het geval is. Juist in tijden van bezuinigingen, zijn, zoals ook de motie beoogt, reeds bestaande programma’s die de democratie bevorderen het meest effectief. Het kabinet heeft mede om die reden getracht het mensenrechtenfonds zoveel mogelijk te ontzien als het gaat om bezuinigingen. Overigens is de definitieve omvang van de bezuinigingen voor de jaren 2026 en daarna nog niet bekend. Zodra meer bekend is wordt de Kamer hierover separaat geïnformeerd. In de tussentijd zal het kabinet via de bestaande programma’s en samen met andere partners zich actief blijven inzetten om democratische processen wereldwijd duurzaam te bevorderen. Daarbij zal het kabinet een extra inspanning doen om de Kamer over de inzet op wereldwijde democratische processen in een apart hoofdstuk te informeren middels de jaarlijkse mensenrechten, democratie en internationale rechtsorderapportage. Deze rapportage ontvangt uw Kamer in het tweede kwartaal van 2025.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Caspar Veldkamp
ODA: Official Development Aid↩︎