Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda ministeriële bijeenkomst demografie 18 - 19 november 2024 (Kamerstuk 21501-31-766)
Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D43423, datum: 2024-11-12, bijgewerkt: 2024-11-12 15:26, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (VVD)
- Mede ondertekenaar: E.E. van den Broek, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2024Z17506:
- Indiener: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-11-07 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-12 14:00: Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid over Demografie op 18 en 19 november 2024 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-11-19 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
21501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. …..
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld … 2024
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 6 november 2024 ontvangen Geannoteerde Agenda Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid over Demografie van 18 - 19 november 2024 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 766).
Bij brief van …….2024 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deze beantwoord. De vragen en opmerkingen van de fracties en de antwoorden van de minister zijn hieronder afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Tielen
Adjunct-griffier van de commissie,
Van den Broek
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
II Antwoord/Reactie van de minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda en het verslag van de vorige informele raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSB).
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat het kabinet een uitdaging ziet in het stimuleren van de arbeidsparticipatie van ouderen. Deze leden vragen op welke manier we kunnen leren van de landen om ons heen. Ook lezen deze leden dat het kabinet het verkorten van de loondoorbetaling bij ziekte van AOW’ers ziet als een maatregel die bij kan dragen aan langer doorwerken. Deze leden vragen naar een verdere onderbouwing van deze effecten en de gevolgen voor de gezondheidseffecten van langer doorwerken en de inkomenspositie van ouderen. Deze leden vragen of het kabinet het ermee eens is dat uitval door ziekte voorkomen moet worden en welke preventiemaatregelen de regering hiervoor gaat nemen.
Ook lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat er een plenair debat op de agenda staat over het ondersteunen van jongeren op weg naar een zelfstandig leven. Deze leden zijn enthousiast over een brede aanvliegroute voor dit vraagstuk, waarbij zowel aandacht is voor wonen, mentale gezondheid en ondersteuning van kwetsbare jongeren op de arbeidsmarkt. Deze leden vinden dit echter dat onvoldoende naar voren komt welke rol de hoogte van het inkomen en de inkomenszekerheid gekoppeld aan werkzekerheid van jongeren speelt en wat het kabinet kan doen om de positie van jongeren op dit gebied te verbeteren. Deze leden vragen het kabinet om ook een beleidsstandpunt op dit terrein voor te bereiden.
Deze leden vragen in dit kader of het kabinet het ermee eens is dat een verhoging of afschaffing van het minimumjeugdloon hierbij een aanzienlijke rol kan spelen. Ook vragen dexr leden om in te gaan op de conclusie van het Comité voor Sociale Rechten dat het minimumjeugdloon niet in overeenstemming is met het recht op billijke beloning (artikel 4 lid 1 Europees Sociaal Handvest)1.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben nog enkele vragen over de vorige informele raad en de zinnen uit het verslag “Daarnaast heeft Nederland benadrukt in Europees verband de Europese strategie voor rechten van personen met een handicap 2021-2030 te hebben verwelkomd.2 Het kabinet onderschrijft de doelstelling (wegnemen van drempels en barrières) en beoogde effecten (zoals toename van de participatie) die de Commissie met deze strategie nastreeft. Deze doelstelling en beoogde effecten sluiten aan bij de Nederlandse wet- en regelgeving en het Nederlandse beleid, waarin het bevorderen van inclusie en maatschappelijke participatie van mensen met een beperking centraal staat.” Deze leden vragen om een nadere toelichting welke manier de doelstelling en beoogde effecten aansluiten bij de Nederlandse wet- en regelgeving en hoe deze concreet in Nederlandse wetgeving tot uiting zijn gekomen, graag met verwijzing naar relevante artikelen. Ook vragen deze leden wat we van andere lidstaten kunnen leren op dit onderwerp.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid over Demografie op 18 en 19 november 2024. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de NSC-fractie onderstrepen de observatie van de minister dat de omvang en samenstelling van de Nederlandse bevolking de komende dertig jaar veranderen door migratie, (dubbele) vergrijzing en toenemende diversiteit. De Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 concludeert ook dat er keuzes gemaakt moeten worden. Deze leden vragen de minister daarom of er op korte termijn Europese besluitvorming wordt verwacht op het gebied van intergenerationele solidariteit en demografie, en op welke manier Nederland vertegenwoordigd is bij deze besluitvorming.
De leden van de NSC-fractie lezen dat het kabinet uitgaat van een brede aanpak rond gezond langer doorwerken met als stip op de horizon dat uiteindelijk iedereen gezond werkend het pensioen kan halen. Deze leden lezen daarnaast in de Europese toolbox demografie dat er wordt gefocust op EU-initiatieven op het vlak van gezond en veilig werken om ertoe bij te dragen dat werknemers tot het einde van hun loopbaan gezond en fit blijven. Kan de minister een overzicht geven van welke EU-initiatieven er op dit thema zijn, en welke initiatieven het kabinet wil gebruiken in de brede aanpak rond gezond langer doorwerken? Kan de minister ook aangeven hoe er op dit moment al in Europees verband wordt samengewerkt in de brede aanpak rond gezond langer doorwerken?
De leden van de NSC-fracties zijn van mening dat scherp moet worden gekeken naar langer gezond werken in relatie tot personeelstekorten en toenemende arbeidsongeschiktheid vanwege langdurige uitval. Aangezien de vermindering van de beroepsbevolking in heel Europa speelt, vragen deze leden de minister wat er in Europees verband gebeurt om uitval door overbelasting aan te pakken.
De leden van de NSC-fractie lezen dat het Hongaars voorzitterschap beoogt een beleidsdebat te houden over het ondersteunen van jongeren aan het begin van hun onafhankelijk leven op het gebied van huisvesting, welzijn en werkgelegenheid. Deze leden vragen de minister wat de relatie is tussen de European Housing Act en dit beleidsdebat.
II Antwoord/Reactie van de minister
Aranguiz, A., & Zekic, N. (2023). EU-richtlijn inzake toereikende minimumlonen: wat is het en waar staan we?. Tijdschrift voor Arbeidsrecht in Context, 2023(4) en conclusie Europese Comité voor Sociale Rechten, 2018/def/NLD/4/1/EN, (https://hudoc.esc.coe.int/eng/?i=2018/def/NLD/4/1/EN).↩︎
Kamerstukken II, 2023/24, 22112, nr. 3087.↩︎