Antwoord op vragen van het lid Van Vroonhoven over antisemitische incidenten
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D43524, datum: 2024-11-12, bijgewerkt: 2024-11-14 11:09, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-535).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2024Z18140:
- Gericht aan: H.W.M. Schoof, minister-president
- Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: J.N. van Vroonhoven, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
535
Vragen van het lid Van Vroonhoven (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister-President over antisemitische incidenten (ingezonden 12 november 2024).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 12 november 2024).
Vraag 1
Hoeveel antisemitische incidenten zijn er gemeld in 2022, 2023 en 2024?1
Antwoord 1
De gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen ontvingen in 2023 154 meldingen over antisemitisme, ten opzichte van 69 meldingen in 2022. De politie registreerde in 2023 880 gevallen van antisemitisme, tegen 549 in 2022. Daarbinnen nam het aantal gevallen van antisemitisme waarbij sprake was van geweld of bedreiging toe. In 2023 registreerde de politie 43 gevallen van gewelddadig antisemitisme, tegen 28 in 2022. In 80 van de door de politie geregistreerde gevallen ging het antisemitisme gepaard met bedreiging, tegen 54 in 2022.
In het jaar 2022 stroomde bij het Openbaar Ministerie (OM) in totaal 94 feiten binnen waarbij de discriminatiegrond «antisemitisme» werd geregistreerd. Dit betrof 61 specifieke discriminatiefeiten (artikel 137c t/m 137g en 429quater Sr) en 33 commune delicten met een discriminatieaspect. In het jaar 2023 stroomde bij het OM in totaal 181 feiten binnen waarbij de discriminatiegrond «antisemitisme» werd geregistreerd. Dit betrof 122 specifieke discriminatiefeiten (artikel 137c t/m 137g en 429quater Sr) en 59 commune delicten met een discriminatieaspect. Deze stijging ten opzichte van 2022 kan worden verklaard door het grote aantal ingestroomde voetbalzaken, waarbij door verdachten antisemitische leuzen werden geroepen en/of via internet werden verspreid.
Meld.Online Discriminatie ontving in 2023 in totaal meer meldingen dan in 2022 mede door inzet van een campagne om meer bekendheid te verkrijgen over het meldpunt. 114 meldingen betroffen antisemitisme, tegen 16 het jaar ervoor. Dat is 24% van het totaal aantal meldingen bij dit meldpunt.
Daarnaast publiceerde het CIDI op 9 april jl. de Monitor Antisemitische Incidenten 2023. Uit de Monitor 2023 blijkt dat het aantal meldingen, vergeleken met het voorgaande jaar, toenam van 155 naar 379 gemelde incidenten (toename van 245%). Hierbij is gebruikgemaakt van de IHRA-werkdefinitie van antisemitisme.
Voor 2024 zijn er nog geen cijfers. Deze worden in de loop van 2025 naar de Kamer gestuurd.
Vraag 2
Kunt u een overzicht geven van het aantal mensen dat in 2022, 2023 en 2024 veroordeeld is wegens antisemitisme?2
Antwoord 2
Uit de cijfers van het OM komt naar voren dat 87% van de specifieke discriminatiefeiten die in 2023 aan de rechtbank werden voorgelegd door het OM tot een rechterlijke veroordeling hebben geleid. Dit gaat om 80 specifieke discriminatiefeiten. In 2023 is daarnaast voor 45 specifieke discriminatiefeiten een strafbeschikking uitgevaardigd door het OM. Wanneer het gaat om commune feiten met een discriminatieaspect is in 2023 63 keer een strafbeschikking uitgevaardigd door het OM.
Voor de commune feiten met een discriminatieaspect geldt dat van de 119 feiten die in 2023 instroomden bij het OM en waar hetzelfde jaar een rechterlijke uitspraak volgde, 106 feiten tot een veroordeling leidde. Hierbij kan op basis van de OM-cijfers niet worden afgeleid of de rechtbank ook aannemelijk vond dat er sprake was van een discriminatieaspect, maar heeft de rechter in ieder geval het commune delict bewezenverklaard.
Voor 2024 zijn er nog geen cijfers. Deze worden in de loop van 2025 naar de Kamer gestuurd.
Door de strafrechter in eerste aanleg zijn, in zaken waarin één of meerdere feiten waren voorzien van de maatschappelijke classificatie «discriminatie antisemitisme», in 2022 30 zaken, in 2023 45 zaken en in 2024 t/m september 35 zaken geweest waar één of meerdere feiten bewezen zijn verklaard. Dit kan gaan om allerlei soorten feiten waarbij het OM oordeelde dat sprake was van een antisemitische achtergrond. De rechter heeft niet geoordeeld over de vraag of dit echt zo was. Het initiatiefwetsvoorstel dat bij uw Kamer in behandeling is en een wettelijke strafverzwaringsgrond introduceert bij een discriminatoir aspect, zorgt ervoor dat de rechter zich expliciet moet uitspreken of het discriminatieaspect bewezenverklaard kan worden en dat dit ook zo geregistreerd kan worden.
Toelichting bij de cijfers
Aantallen zijn afgerond op vijftallen.
Er is gekeken naar zaken waarin aan één of meerdere feiten door het OM de maatschappelijke classificatie «discriminatie antisemitisme» is toegekend. Dit zegt niets over het oordeel van de rechter hierover.
Het is niet uit te sluiten dat in sommige gevallen een meer algemene classificatie aan de zaak werd toegekend als «discriminatie ras» of «discriminatie geloofsovertuiging». Die worden niet meegenomen in bovenstaande aantallen zaken.
Het lopende kalenderjaar bevat voorlopige aantallen; mogelijk is de registratie nog niet helemaal bijgewerkt.
Deze cijfers zijn indicatief. Ze geven een zo goed mogelijke representatie op basis van de informatie die op dit moment beschikbaar is uit de voor de Rechtspraak beschikbare management informatiesystemen.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe hoog de straffen zijn die in die gevallen zijn opgelegd door de rechter of door de officier van justitie (strafbeschikking)?3
Antwoord 3
De straffen in deze zaken worden niet opgelegd puur vanwege het antisemitisme, maar voor een ander delict dat wordt gepleegd (zoals bijvoorbeeld mishandeling of vernieling) met een antisemitisch oogmerk of aspect. Gezien de zeer uiteenlopende delicten, is voor een gedegen zinvol antwoord op deze vraag apart onderzoek nodig.
Vraag 4
Leidt een veroordeling vanwege antisemitisme tot het niet afgeven van bepaalde categorieën Verklaringen Omtrent het Gedrag (VOG’s)? Zo ja, kunt u aangeven bij welke veroordelingen welke VOG’s voor hoe lang niet worden afgegeven?
Antwoord 4
Elke VOG-beoordeling is maatwerk. Dit maakt het niet mogelijk om op voorhand aan te geven in welke gevallen een veroordeling vanwege antisemitisme leidt tot het weigeren van een VOG.
Justis is de screeningsautoriteit die verantwoordelijk is voor de beoordeling van VOG-aanvragen. Bij de VOG-screening beoordeelt Justis of het justitiële verleden van de aanvrager, indien herhaald, een belemmering vormt voor de functie of het doel waarvoor de VOG wordt aangevraagd (het zogeheten objectieve criterium). Hierbij wordt bezien of er een relatie bestaat tussen de aangetroffen feiten en de functie waarvoor de VOG wordt aangevraagd. In elke functie kan namelijk sprake zijn van een ander risico, waarbij andere delicten relevant worden geacht. Vervolgens bekijkt Justis het belang van de aanvrager bij het verkrijgen van de VOG (het subjectieve criterium). Om te beoordelen of het belang van de aanvrager zwaarder weegt dan het risico voor de samenleving, worden de omstandigheden van het geval betrokken bij de beoordeling van de aanvraag. Dat zijn in ieder geval de afdoening van de strafzaak, het tijdsverloop en de hoeveelheid antecedenten.
Daarbij is nog van belang dat bij de VOG-beoordeling een terugkijktermijn wordt toegepast in het licht waarvan de belangenafweging plaatsvindt. De standaard terugkijktermijn is vier jaren voor volwassen en voor personen jongeren dan 23 twee jaren. Hierop geldt een aantal uitzonderingen, die zijn opgenomen in de beleidsregels.4
Vraag 5
Leidt een veroordeling voor antisemitisme tot intrekken van de VOG van taxichauffeurs, die immers permanent gescreend worden? Zo ja, onder welke omstandigheden en zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Om als taxichauffeur werkzaam te kunnen zijn, dient men te beschikken over een zogenaamde chauffeurskaart. Eén van de voorwaarden om in aanmerking te kunnen komen voor een chauffeurskaart is het hebben van een VOG. Nadat taxichauffeurs een VOG hebben gekregen worden zij continue gescreend. Bij de beoordeling van deze VOG-aanvraag kijkt Justis naar meerdere risico’s, waaronder geweldsdelicten of delicten die hiermee verband houden zoals veroordelingen vanwege antisemitisme. Omdat elke VOG-aanvraag maatwerk is en afhankelijk is van de omstandigheden van het geval, kan niet op voorhand worden aangegeven in welke gevallen een veroordeling vanwege antisemitisme leidt tot het weigeren van een VOG.
Vraag 6
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden vóór 13 november 2024, 10 uur?
Antwoord 6
Ja.
NOS, 8 april 2024, Veel meer antisemitische incidenten gemeld, vooral toename op scholen (https://nos.nl/artikel/2516052-veel-meer-antisemitische-incidenten-gemeld-vooral-toename-op-scholen)↩︎
NPO Radio 1, 3 mei 2024, Explosieve stijging: meer verdachten van Jodenhaat voor rechter (https://www.nporadio1.nl/nieuws/binnenland/cca57142-a195-4361-980c-363389b980cc/explosieve-stijging-meer-verdachten-van-jodenhaat-voor-rechter).↩︎
Gemeente Amsterdam, 11 november 2024, Raadsbrief feitenrelaas geweldincidenten (https://www.amsterdam.nl/nieuws/nieuwsoverzicht/raadsbrief/)↩︎
Zie paragraaf 3.1.1. van de Beleidsregels-VOGNP-RP 2024.↩︎