Het landelijk kwaliteitskader in relatie tot Preventie met gezag
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D43717, datum: 2024-11-13, bijgewerkt: 2024-11-13 12:58, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Mutluer, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2024Z18294:
- Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: S. Mutluer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
2024Z18294
(ingezonden 13 november 2024)
Vragen van het lid Mutluer (GroenLinks-PvdA) aan de minister van Justitie en Veiligheid over het landelijk kwaliteitskader in relatie tot Preventie met gezag.
Â
Hoe is het Landelijk kwaliteitskader effectieve jeugdinterventies voor preventie van jeugdcriminaliteit tot stand gekomen? Zijn gemeenten daar voldoende in meegenomen? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, waarom niet en kunt u alsnog met gemeenten in overleg treden over de invulling en uitwerking van het kwaliteitskader en wetenschappelijke en praktijk- en ervaringskennis vertalen naar beleid?
Klopt het dat in het landelijk kwaliteitskader waarden als jongerenparticipatie ondergeschikt zijn aan risicotaxatie-instrumenten? Zo ja, waarom is dat? Zo nee, waarom niet?
Is het waar dat mede naar aanleiding van het landelijk kwaliteitskader programmaâs nu worden stopgezet (zoals jongerenrechtbank, buurtrechtbank en school&veilig) omdat ze te weinig âbewezen effectiefâ zouden zijn? Zo nee, waar blijkt dat uit? Zo ja, waarom worden die programmaâs stopgezet? Zo nee, wat is er dan niet waar?
Is het waar dat de in de vorige vraag genoemde programmaâs op inzichten uit de wetenschap zijn gebaseerd en/of zelf onderzoek laten meelopen om de effectiviteit te onderzoeken?
Deelt u de aanname dat de woorden âbewezen effectiefâ nu te nauw geĂŻnterpreteerd worden terwijl het kwaliteitskader eerder als een leidraad voor gemeenten zou moeten gelden om beter te kunnen kiezen uit bewezen effectieve interventies en om het onnodig gebruik van initiatieven die niet bewezen effectief zijn te voorkomen? Zo ja, welke conclusies verbindt u hieraan? Zo nee, waarom niet?
Op welke wijze houdt het kwaliteitskader nu rekening met de mogelijkheid dat gemeenten de ruimte nodig hebben voor het inzetten van interventies die passen bij de specifieke lokale behoeften?
Op welke wijze biedt het kwaliteitskader de ruimte voor het gebruiken van nieuwe wetenschappelijke onderbouwde interventies die nodig zijn en ontwikkeld moeten worden om te voorkomen dat jongeren de criminaliteit ingaan?
Deelt u de mening dat door de huidige steeds kortdurende financiering van Preventie met Gezag-projecten er geen solide basisfinanciering tot stand komt? Zo ja, welke gevolgen gaat u hieraan verbinden? Zo nee, waarom niet?
Â