Reactie op verzoek commissie over vermogensgrens in de huurtoeslag
Brief regering
Nummer: 2024D43803, datum: 2024-11-13, bijgewerkt: 2024-11-13 15:44, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van zaak 2024Z18320:
- Indiener: N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2024-11-21 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Op 18 juni jl. heeft de vaste commissie voor Financiën verzocht om een reactie te geven op een brief van de heer J.W.P. de P. van 14 augustus 2023. Deze brief betreft grotendeels individuele casuïstiek. Zoals u bekend, kan ik niet ingaan op de specifieke situatie van J.W.P. de P. Ik kan u echter wel een nadere toelichting geven op de vermogenstoets in de huurtoeslag. Bijgaand treft u mijn reactie aan.
De brief gaat over het overschrijden van de vermogensgrens voor de huurtoeslag. Voor het recht op huurtoeslag geldt een vermogenstoets met harde grenzen.1 Dit betekent dat men het volledige recht op huurtoeslag verliest wanneer het vermogen boven een bepaald bedrag uitkomt. Dienst Toeslagen is daarbij op grond van de wet gehouden aan het door de inspecteur vastgestelde vermogen als grondslag te nemen voor de berekening van de huurtoeslag. Toeslagen zijn bedoeld om de financiële druk te verlichten voor degenen met beperkte financiële draagkracht zodat men vitale voorzieningen, zoals huur en zorg, kan betalen. Op grond van artikel 7 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) is het recht op toeslagen afhankelijk van de draagkracht van de burger, waaronder het vermogen. Burgers met een relatief hoog vermogen worden geacht over voldoende middelen te beschikken, waardoor het recht op een toeslag komt te vervallen.
Dat er huurtoeslag moet worden terugbetaald wanneer de vermogensgrens wordt overschreden, is daarom een gevolg van de huidige wetssystematiek. Naar aanleiding van een andere casus is hierover meermaals met uw Kamer gecorrespondeerd. Daarbij is aangegeven dat de huidige wet- en regelgeving weinig ruimte biedt om in individuele situaties af te wijken. Voor Dienst Toeslagen bestaat weliswaar de mogelijkheid om in bijzondere omstandigheden een terugvordering te matigen, maar het enkele feit dat de wettelijke vermogensgrens is overschreden is daarvoor onvoldoende. Ook is aangegeven dat de beperkte mogelijkheden tot individueel maatwerk niet ongeclausuleerd kunnen worden toegepast. In dit licht verwijs ik naar eerdere correspondentie hierover met uw Kamer2.
Het hanteren van vermogensgrenzen kan bij burgers het gevoel van onrechtvaardigheid oproepen. Een bekend nadeel is dat het gebruik van de vermogensgrenzen als een strikt alles-of-niets-criterium kan leiden tot terugvorderingen. Hoewel het probleem van terugvorderingen bekend is, zijn er op dit moment geen concrete plannen om de vermogensgrens in het huidige stelsel aan te passen. Wel wordt er gewerkt aan het verminderen van hoge terugvorderingen. Dit vraagstuk speelt ook een rol in het bredere onderzoek naar de hervorming van het toeslagenstelsel, zoals dat in het regeerprogramma is opgenomen.
Hoogachtend,
de staatssecretaris van Financiën - Toeslagen en Douane
N. Achahbar