Antwoord op vragen van het lid Joseph over het onderzoek naar de tevredenheid over hoorrecht onder gewezen deelnemers en gepensioneerden
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D43936, datum: 2024-11-14, bijgewerkt: 2024-11-18 10:41, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-553).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Opdrachtbevestiging uitvoering motie hoorrecht EY_SZW
- Offerte aanvraag uitvoering hoorrecht motie EY
- Aanbiedingsbrief
Onderdeel van zaak 2024Z18141:
- Gericht aan: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: A.S. Joseph, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
553
Vragen van het lid Joseph (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het onderzoek naar de tevredenheid over hoorrecht onder gewezen deelnemers en gepensioneerden (ingezonden 12 november 2024).
Antwoord van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 14 november 2024).
Vraag 1
Kunt u de offerteaanvraag (kenmerk 2024–0000575876) voor het onderzoek naar het hoorrecht en de overeenkomst aan de Kamer doen toekomen?1
Antwoord 1
U ontvangt de offerteaanvraag en de overeenkomst. Deze zijn als bijlagen bij de beantwoording toegevoegd. Hierbij dient opgemerkt te worden dat bedrijfsvertrouwelijke informatie niet zal worden verstrekt.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel pensioenfondsen benaderd zijn en hoeveel pensioenfondsen uiteindelijk hebben deelgenomen aan het onderzoek? Kunt u voor elk van deze fondsen aangeven hoeveel deelnemers ze hebben en hoe ver ze in het transitieproces zijn?
Antwoord 2
Om te beginnen wil ik, zoals ook met uw Kamer is gedeeld tijdens het tweeminutendebat 30 mei jongstleden, aangeven dat het onderzoek naar de tevredenheid over hoorrecht onder gewezen deelnemers en gepensioneerden het oogmerk heeft om algemene lessen te trekken en niet om in te gaan op individuele casussen. Het is namelijk niet aan mij om als Minister te oordelen over individuele casussen.
Deze algemene lessen leest u terug in het rapport. Deze bevindingen zijn in lijn met de eerder uitgevoerde quickscan hoorrecht naar aanleiding van de motie van I. van Dijk (CDA)2 en de peiling die door Ipsos is uitgevoerd. Zoals in het rapport is aangegeven zijn ten behoeve van het onderzoek twintig pensioenfondsen benaderd om een survey uit te zetten onder gewezen deelnemers en gepensioneerden. Hiervan hebben twee pensioenfondsen deelgenomen3. Zowel het aantal deelnemers van elk fonds als de fase waarin de fondsen zich in het transitieproces bevinden, betreft herleidbare informatie op fondsniveau waardoor ik deze informatie niet met uw Kamer kan delen.
Voor wat betreft de case studies die aanvullend zijn verricht, is een zestal casussen bezien. Deze casussen zijn door het onderzoeksbureau geselecteerd op basis van de criteria zoals genoemd in de offerte: «[.] een drietal specifieke situaties waarin het hoorrecht al dan niet is toegepast en al dan niet tot aanpassingen in het transitieplan heeft geleid». Uiteindelijk heeft er een verdubbeling van het aantal casussen plaatsgevonden, ten opzichte van het aantal dat in de offerte was beoogd. Reden is dat hiermee een beter afgewogen beeld van de markt kon worden gegeven. Echter, ook hiervoor geldt dat informatie over het aantal deelnemers alsook de fase waarin de fondsen zich in de transitieproces bevinden niet met uw Kamer gedeeld kan worden omdat dit herleidbare informatie op fondsniveau betreft.
Vraag 3
Klopt het dat er case studies gemaakt zijn voor het onderzoek? Gezien het gebruikelijk is om bij onderzoeken ook de bijbehorende case studies te publiceren, kunt u ervoor zorgen dat deze case studies openbaar worden en per ommegaande aan de Kamer gestuurd worden?
Antwoord 3
Ja, het klopt dat er ter aanvulling case studies zijn gedaan voor het onderzoek zoals beschreven in het rapport. In de offerteaanvraag is aangegeven dat de uitkomsten van de case studies hun weerslag moeten krijgen in het rapport. Dat is ook gebeurd.
In overleg tussen het ministerie en het onderzoekbureau is bezien of ook het opnemen van de gespreksverslagen van de case studies in het rapport, in het belang is van het onderzoek. Aangezien het onderzoek is bedoeld om algemene lessen te trekken en niet om in te gaan op individuele casussen, zoals ik in vraag 2 heb aangegeven, zijn de onderliggende verslagen voor de case studies niet opgenomen. Bij een onderzoek, in opdracht van het ministerie, is het van belang dat bepaalde onderdelen daarvan in vertrouwen kunnen plaatsvinden. Zo dient bijvoorbeeld de vertrouwelijkheid van de participanten te allen tijde gewaarborgd te zijn. Zonder deze waarborgen zullen partijen zeer waarschijnlijk niet bereid zijn om in de toekomst mee te werken aan dergelijke onderzoeken die het ministerie initieert. De onderliggende verslagen worden om voorgenoemde redenen niet met uw Kamer gedeeld.
Vraag 4
Kunt u bovenstaande vragen voor woensdag 13 november 17.00 uur beantwoorden?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Kunt u alle correspondentie tussen EY en het ministerie over dit onderzoek, inclusief de conceptversies, binnen drie weken aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord5
Hierin kan ik uw Kamer tegemoetkomen, met in achtneming van het onderzoeksbelang en het feit dat ik niet inga op individuele casussen. Dat betekent dan ook dat conceptversies van het rapport niet met uw Kamer gedeeld worden.
Kamerstuk 32 043, nr. 666, bijlage «Onderzoek tevredenheid over hoorrecht onder gewezen deelnemers en gepensioneerden».↩︎
Kamerstukken II, 2023–2024, 32 043, nr. 650.↩︎
De survey is een aanvulling geweest op het onderzoek zoals uitgevoerd door Ipsos, waar een algemene steekproef onder gewezen deelnemers en gepensioneerden onder de Nederlandse bevolking heeft plaatsgevonden.↩︎