[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Position paper AWTI t.b.v. rondetafelgesprek Onderwijs, onderzoek & innovatie d.d. 20 november 2024

Position paper

Nummer: 2024D43946, datum: 2024-11-13, bijgewerkt: 2024-11-14 09:51, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2024Z18402:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Wetenschap, technologie en innovatie cruciaal voor een toekomstbestendig Nederland

Nederland staat voor aanzienlijke maatschappelijke uitdagingen op het gebied van klimaat, voedsel, energie, mobiliteit en zorg. Deze complexe vraagstukken vereisen ingrijpende aanpassingen, innovatieve oplossingen en aanzienlijke investeringen op lange termijn. Geopolitieke ontwikkelingen, zoals de oorlog in Oekraïne, de bankencrisis en de COVID-19-pandemie, hebben de strategische kwetsbaarheid van Nederland en de EU blootgelegd. Tegelijkertijd verandert de wereldorde, met een opkomend China dat steeds sterker wordt op wetenschappelijk en technologisch gebied, terwijl de dominantie van de VS afneemt. Dit leidt tot zorgen over kennisveiligheid en economische veiligheid, en de roep om ‘strategische autonomie’ wordt steeds luider.

Overheden wereldwijd reageren vaak ad-hoc met subsidies en investeringen in technologieën, en er ontstaat een wereldwijde strijd om toegang tot financieel kapitaal, grondstoffen, energie, technologieën en afzetmarkten. In dit complexe krachtenveld moet Nederland zich staande houden, wat vraagt om sterk innovatie- en concurrentievermogen. Helaas blijkt dat innovatie- en concurrentievermogen langzaam af te brokkelen. Nederland zakt op ranglijsten van concurrentievermogen en het ondernemingsklimaat verslechtert. Hoewel Nederland nog steeds tot de innovatieleiders in Europa behoort, zijn de prestaties aan het afnemen. Werkgelegenheid verschuift van hoogproductieve sectoren, zoals telecom en chemie, naar laagproductieve sectoren zoals horeca en schoonmaak. Daarnaast daalt het niveau van basisvaardigheden in Nederland, wat de positie ten opzichte van andere landen verslechtert.

Onderwijs en innovatie zijn cruciaal voor arbeidsproductiviteitsgroei, maar ook hierin blijft Nederland achter bij andere Europese landen en de VS. Er is dus dringend behoefte aan maatregelen om Nederland weerbaar en toekomstbestendig te maken, zodat welvaart en welzijn behouden blijven. Dit is ook de boodschap van voormalig ECB-voorzitter Mario Draghi, die waarschuwt dat de EU zijn bestaansrecht dreigt te verliezen. Hij pleit voor aanzienlijke investeringen in innovatie om de innovatiekloof met China en de VS te dichten, met een jaarlijkse extra investering van 750 tot 800 miljard euro in de EU.

Wetenschap, technologie en innovatie zijn essentieel voor het ontwikkelen van oplossingen voor de uitdagingen waar Nederland voor staat. Het vergt inspanning, investeringen en tijd om innovatieve oplossingen te realiseren. De 3%-norm voor uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling (R&D) is geen doel op zich, maar een middel om de innovatiecapaciteit te vergroten. De uitgaven fluctueren al meer dan vijftig jaar tussen 1,64% en 2,31% van het bbp. In 2022 heeft de overheid de ambitie uitgesproken om samen met het bedrijfsleven 3% van het bbp aan R&D te besteden, maar door bezuinigingen en achterblijvende investeringen lijkt deze ambitie moeilijk haalbaar.

Het is belangrijk dat de overheid, het bedrijfsleven en andere partijen gezamenlijk investeren in onderzoek, ontwikkeling en innovatie om grote uitdagingen het hoofd te bieden en nieuwe kansen te creëren. Dit vereist niet alleen middelen, maar ook duidelijke keuzes en een heldere maatschappelijke opdracht voor kennisinstellingen. Er moet meer focus komen op interdisciplinaire samenwerking, kennisuitwisseling en valorisatie, en een goede aansluiting tussen Europees, nationaal en regionaal beleid.

Investeren in wetenschap, technologie en innovatie (WTI) begint met een inspirerend toekomstbeeld dat gebaseerd is op keuzes over hoe we in 2050 willen wonen, werken, energie opwekken en ons verplaatsen. Dit toekomstbeeld fungeert als kompas voor onderzoekers, ondernemers en maatschappelijke organisaties, en biedt duidelijkheid over toekomstige markten en meer draagvlak voor innovaties. Het versterkt ook het vertrouwen van bedrijven en investeerders in de ontwikkeling van duurzame oplossingen.

Kennisinstellingen moeten zich laten leiden door maatschappelijke vraagstukken om onderwijs en onderzoek te bieden dat aansluit bij de arbeidsmarkt van de toekomst. Dit vereist een strategisch kader dat de maatschappelijke opdracht van het stelsel van hoger onderwijs en onderzoek verduidelijkt. Kennisinstellingen moeten een helder profiel kiezen en hun bijdrage aan de maatschappelijke doelen concretiseren. Dit zorgt voor een betere afstemming tussen het aanbod van onderwijs en onderzoek en de verwachtingen van de maatschappij.

Interdisciplinair onderzoek is cruciaal om Nederland voor te bereiden op complexe maatschappelijke vraagstukken. Oplossingen zijn zelden binnen één discipline te vinden; daarom is het belangrijk om ook sociale, economische, ethische en culturele dimensies in overweging te nemen. De overheid moet interdisciplinaire samenwerking faciliteren en de drempels voor deelname verlagen. Dit kan door het stimuleren van kleine teams en het creëren van grootschalige samenwerkingsplatforms voor maatschappelijke vraagstukken.

Daarnaast moet de overheid meer gebruik maken van de innovatiekracht uit de samenleving. Daarvoor is het essentieel dat de overheid de samenleving serieus neemt en een open houding aanneemt. Dit houdt in dat de overheid kaders schetst waarbinnen de samenleving zelf kan innoveren en experimenteren. De creatieve sector moet ook beter worden betrokken, omdat ontwerpers en makers alternatieve interventies kunnen ontwikkelen die het perspectief van de burger integreren.

Speciale aandacht is nodig voor de kennisuitwisseling tussen onderzoekers en ondernemers. Als ondernemers meer profiteren van de kennis die kennisinstellingen ontwikkelen, kunnen zij meer kansen pakken. Dit is belangrijk om de economie gezond te houden en maatschappelijke uitdagingen op te lossen.

Het is belangrijk dat het Nederlands en Europees WTI-beleid goed aansluiten zodat ze elkaar versterken (via financiële en inhoudelijke hefbomen) òf juist aanvullen (d.w.z. complementair zijn). Dit versterkt de ambities en zorgt ervoor dat partijen optimaal gebruik kunnen maken van EU-instrumenten. Tot slot is stabiliteit in overheidsfinanciering cruciaal voor bedrijven en kennisinstellingen, zodat zij weten waar ze aan toe zijn en gestimuleerd worden om te investeren in onderzoek en innovatie. Het beleid moet flexibel en adaptief zijn, zodat het kan inspelen op nieuwe inzichten en ontwikkelingen.

In conclusie, Nederland moet zich richten op een toekomstbestendige aanpak van maatschappelijke vraagstukken door te investeren in wetenschap, technologie en innovatie. Dit vereist samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen, met een duidelijke focus op maatschappelijke impact en interdisciplinaire samenwerking. Door een inspirerend toekomstbeeld te creëren en de keuzes te maken, kan Nederland zijn innovatie- en concurrentievermogen versterken en zijn welvaart en welzijn behouden.