De uitzending van Pointer ‘Ik mag niet kleiner wonen’ op donderdag 24 oktober 2024 over woningruil.
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D44081, datum: 2024-11-14, bijgewerkt: 2024-11-19 09:11, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z18441).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.M. Welzijn, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
Onderdeel van zaak 2024Z18441:
- Gericht aan: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Indiener: R.M. Welzijn, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z18441
Vragen van het lid Welzijn (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de uitzending van Pointer «Ik mag niet kleiner wonen» op donderdag 24 oktober 2024 over woningruil (ingezonden 14 november 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Pointer «Ik mag niet kleiner wonen» op donderdag 24 oktober 2024?
Vraag 2
Heeft u inzichtelijk hoeveel huurders in Nederland momenteel van woning zouden willen ruilen en kunt u deze cijfers delen?
Vraag 3
Wat is uw reactie op het gegeven dat voor huurders in sociale huurwoningen door de lange wachttijden (in de uitzending wordt gesproken over 9 tot 11 jaar), woningruil de enige optie is om een woning te krijgen die beter bij hen past?
Vraag 4
Ziet u mogelijkheden om de wachttijden specifiek bij woningruil zo te verlagen dat woningruil op de korte termijn gerealiseerd kan worden?
Vraag 5
Wat is uw reactie op het gegeven dat woningbouwcorporaties de verzoeken tot woningruil vaak afkeuren mede door de verschillende regels zoals het passend toewijzen?
Vraag 6
Wat is uw reactie over het gegeven dat woningcorporaties de huurprijs verhogen bij een woningruil waardoor de woningruil afgekeurd wordt omdat in de nieuwe situatie het inkomen van de nieuwe huurder niet toereikend is?
Vraag 7
Bent u bekend met het gegeven dat 5% van de markt van woning wil ruilen, dat woningcorporaties in 5% van deze gevallen mag afwijken van regels zoals passend toewijzen en dat woningcorporaties hier niet aankomen omdat de ruimte om deze 5% te behalen te klein is onder andere rekening houdend met eventuele foutmarges?
Vraag 8
Ziet u mogelijkheden om de 5%-regel voor het afwijken van regels zoals het «passend toewijzen» te verruimen naar een hoger percentage om woningcorporaties ook de ruimte te geven dit te realiseren en zo de woonvoorraad in Nederland beter te benutten; en kunt u uw antwoord onderbouwen?
Vraag 9
Kunt u deze vragen één voor één, onderbouwd en binnen drie weken beantwoorden?