[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het voornemen om tien procent te bezuinigen op de crisisbeheersing en de brandweer

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2024D44204, datum: 2024-11-14, bijgewerkt: 2024-11-19 12:43, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-558).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z16309:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

558

Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het voornemen om tien procent te bezuinigen op de crisisbeheersing en de brandweer (ingezonden 18 oktober 2024).

Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid) en antwoord van Staatssecretaris Coenradie (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 14 november 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 505.

Vraag 1

Bent u bekend met de oproep van het Veiligheidsberaad ten aanzien van de bezuiniging op crisisbeheersing en brandweer?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat de overheveling van de specifieke uitkering Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR) naar het Gemeentefonds en de tien procent korting die hier tegenover staat, een onbedoeld effect is van het Hoofdlijnenakkoord?

Antwoord 2

In het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat specifieke uitkeringen worden overgeheveld naar het Gemeentefonds en met 10% worden gekort. De Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR) is een specifieke uitkering en de korting van 10% op de BDuR zou 27.7 miljoen euro bedragen vanaf 2026.

In het Regeerprogramma is opgenomen dat het voortzetten van bestaande specifieke uitkeringen slechts mogelijk is op basis van een kabinetsbesluit. Inmiddels heeft het kabinet besloten dat de BDuR blijft voortbestaan als specifieke uitkering. Het beschikbare bedrag staat in de begroting. In de voorjaarsnota wordt duidelijk waar welke kortingen worden neergelegd.

Vraag 3 en 4

Klopt het dat de vijfentwintig veiligheidsregio’s deze bezuiniging op korte termijn in hun begroting zullen moeten inboeken, waardoor zij onvoldoende middelen hebben om hun taken op het gebied van crisisbeheersing uit te voeren?

Bent u het ermee eens dat dit grootschalige effecten kan hebben voor de nationale veiligheid, specifiek wat betreft brandbestrijding?

Antwoord 3 en 4

De korting van 10% op de BDuR zal tot gevolg hebben dat de veiligheidsregio’s minder financiële middelen hebben om hun taken op het gebied van de crisisbeheersing en brandweerzorg uit te voeren. Hier zullen zij in hun begrotingen vanaf 2026 rekening mee moeten houden. Op dit moment valt nog niet te zeggen wat de gevolgen hiervan zijn.

Vraag 5 en 6

Klopt het dat u de toezegging heeft gedaan om dit onbedoelde effect van het Hoofdlijnenakkoord zo snel mogelijk te repareren?

Kunt u aangeven wanneer u van plan bent uitvoering te geven aan deze toezegging?

Antwoord 5 en 6

De Minister van Justitie en Veiligheid heeft toegezegd de mogelijkheden te verkennen om de BDuR een specifieke uitkering te laten blijven. Inmiddels heeft het kabinet besloten dat de BDuR als specifieke uitkering gehandhaafd blijft. Het beschikbare bedrag staat in de begroting. In de voorjaarsnota wordt duidelijk waar welke kortingen worden neergelegd.

Vraag 7

Bent u van plan om naast het terugdraaien van de tien procent korting op de BDUR, te investeren in de versterking van natuurbrandbestrijding en het behoud van de vrijwillige brandweerinzet?

Antwoord 7

Op grond van de bestuurlijke afspraken over de doorstroom migratie tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Veiligheidsberaad, het Interprovinciaal Overleg en het Rijk van 26 augustus 2022 zou de BDuR tot en met 2026 geleidelijk worden opgehoogd met een bedrag van 83 miljoen euro2 ten behoeve van de versterking van de (boven)regionale en landelijke crisisbeheersing en informatievoorziening. De ophoging is en blijft sbestemd voor de gezamenlijke voorbereiding op alle (boven)regionale en landelijke crisistypen, waaronder natuurbranden en voor de informatievoorziening. Met het bovenstaande investeert het kabinet daarmee reeds in de versterking van de bestrijding van natuurbranden.

Ook is recent besloten om een deel van de financiële middelen die het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur beschikbaar stelt voor het mitigeren van het natuurbrandrisico onder meer in te zetten voor het slaan van bluswaterputten en de gebiedsgerichte aanpak ter vermindering van de risico’s op onbeheersbare natuurbranden3. Hiermee wordt de slagkracht van de brandweer in de betreffende gebieden vergroot.

Ten aanzien van het behoud van de vrijwillige brandweer wordt er momenteel onderzoek uitgevoerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De bonden en de werkgevers hebben een akkoord gesloten over een haalbaarheidsonderzoek naar een mogelijke juridische oplossing. Nadat dit onderzoek is afgerond, is er een completer beeld over de bijbehorende kosten. Op het moment dat dit completere beeld beschikbaar is zal ik in gesprek treden met de veiligheidsregio’s over de financiering van de oplossing en uw Kamer hierover informeren.


  1. V027–2024 Oproep t.a.v. bezuiniging op crisisbeheersing en brandweer (002).pdf↩︎

  2. De korting van 10% op de BDuR is ook op deze ophoging van toepassing↩︎

  3. Kamerstukken II 2024/25, 30 821, nr. 240↩︎