[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van de leden Kamminga en Ceder over de afhankelijkheid van UNRWA in de regio verminderen door verdere diversificatie van de hulpverlening aan de Palestijnen

Doen waar Nederland goed in is - Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Motie

Nummer: 2024D44266, datum: 2024-11-14, bijgewerkt: 2024-11-15 11:08, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36180-124).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36180 -124 Doen waar Nederland goed in is - Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Onderdeel van zaak 2024Z18528:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nr. 124 MOTIE VAN DE LEDEN KAMMINGA EN CEDER

Voorgesteld 14 november 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er nog steeds grote zorgen zijn over het onafhankelijk functioneren van UNRWA door de verwevenheid met Hamas, waarbij uit onderzoek is gebleken dat ten minste zeven UNRWA-medewerkers mogelijk betrokken zijn geweest bij de aanslagen van 7 oktober 2023;

constaterende dat er door een onafhankelijk onderzoek structurele problemen zijn geconstateerd binnen UNRWA en een vijftigtal aanbevelingen zijn gedaan om dit verder tegen te gaan;

overwegende dat het niet alleen kwetsbaar is maar ook onwenselijk dat de humanitaire hulpverlening in Gaza en de ondersteuning van Palestijnen zo afhankelijk zijn van één enkele organisatie en diversificatie essentieel is;

overwegende dat, gelet op de schrijnende humanitaire situatie in Gaza maar ook in Libanon, een zorgvuldige transitie nodig is om de continuïteit van humanitaire hulp te waarborgen;

verzoekt de regering om in internationaal verband volop in te zetten op verdere diversificatie van de hulpverlening aan de Palestijnen en daarmee de afhankelijkheid van UNRWA in de regio te verminderen, en verzoekt de regering voorts de Nederlandse financiële steun aan UNRWA gedurende deze mandaatperiode te verminderen en de vrijgekomen middelen in te zetten, bij voorkeur via het UNOCHA-clustersysteem, om zo de humanitaire hulp in de regio te kunnen waarborgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kamminga

Ceder