Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2025 (36600-XVII) 1e TK (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D44292, datum: 2024-11-14, bijgewerkt: 2024-11-15 09:07, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-14 19:45: Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2025 (36600-XVII) 1e TK (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (š origineel)
Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025
Voorzitter: Van der Lee
Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp 2025
Aan de orde is de behandeling van:
het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2025 (36600-XVII).
De voorzitter:
Aan de orde is het debat over de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingshulp. Ik heet de minister wederom van harte welkom. Ze
zat al bij twee tweeminutendebatten. Ook de woordvoerders, de mensen op
de publieke tribune en iedereen die dit debat op afstand volgt, heet ik
van harte welkom. We doen vandaag alleen de eerste termijn van de zijde
van de Kamer. Volgende week krijgen we daarop een reactie van de zijde
van het kabinet en volgt de tweede termijn. We hebben een verdeling
gemaakt als het gaat om het aantal interrupties per begroting. Het
initiƫle idee was om dat bij deze begroting tot vijf te beperken, maar
ik vind vijf een heel ongelukkig getal, dus ik maak daar zes van. U kunt
twee keer in drieƫn of drie keer in tweeƫn of zes keer ƩƩn doen; dat mag
u zelf weten. Maar we moeten het aantal interrupties een beetje beperkt
houden.
De heer Bamenga.
De heer Bamenga (D66):
Voorzitter. Gezien de tijd begrijp ik dat we de interrupties misschien
beperkt moeten houden, maar het gaat hier wel om een hele belangrijke
begroting waarop enorm gekort wordt. Misschien kunnen we afspreken dat
de interrupties heel kort zullen zijn, maar dat we toch bijvoorbeeld
naar negen gaan, zodat we toch met elkaar van gedachten kunnen wisselen
hierover.
De voorzitter:
Kijk, ik moet u eerlijk zeggen: bij de Algemene Financiƫle
Beschouwingen, die over alle begrotingen gaan, was het aantal
interrupties beperkt tot acht. Ik ga dus zeker niet naar negen en denk
dat we het op zes moeten houden.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dan zou ik graag een voorstel willen doen voor acht.
De voorzitter:
Ehm, ja ā¦ Mevrouw Kamminga.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik zou de voorzitter in dezen wel willen steunen. Weet je, we hebben
allemaal begrotingen. Daarvoor is zo'n afspraak gemaakt. De voorzitter
is volgens mij best coulant door het in zessen te doen. Ik denk dat het
ook aan ons is om het allemaal kort en bondig te houden. Wellicht ziet
de voorzitter tijdens het voortgaan van het debat nog wat meer ruimte,
maar laten we geen koehandel doen. Volgens mij moeten we het gewoon op
zes houden.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Normaal zou ik het verzoek steunen, maar de begroting en de
grootschaligheid van de wijzigingen ā er verandert ook wel iets, ook na
50 jaar ontwikkelingsbeleid in Nederland ā rechtvaardigen volgens mij
wel de ruimte om in ieder geval acht interrupties te doen. Dan tellen ze
ook echt: elke interruptie is er een. Volgens mij moet dat wel
lukken.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Het is al 20.15 uur en we hebben een lijst met veertien sprekers, dus ik
denk dat zes interrupties genoeg is.
De voorzitter:
De heer Krul ā¦ Boswijk. Sorry.
De heer Boswijk (CDA):
Maakt niet uit, joh.
De voorzitter:
Die fout heb ik vaker gemaakt: Ć©Ć©n keer eerder.
De heer Boswijk (CDA):
Tijdens het afgelopen CDA-congres heb ik heel lang naar een betoog van
een man zitten luisteren terwijl ik dacht: waar heb je het over? Maar
diegene dacht dat ik Krul was. Het gebeurt dus vaker. Maar u kan het
goedmaken. Ik stel zeven interrupties voor; het getal van de
volheid.
De heer Ram (PVV):
Van mij mag het gewoon bij zes blijven, voorzitter.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik heb net ook al zeven voorgesteld. Ik hoop dat u meneer Boswijk kan
steunen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter. Het is een begroting. Die moet je zorgvuldig behandelen. Ik
vind niet dat we alleen van snelheid uit moeten gaan. Zeven is
prima.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. Ik vind zes genoeg, maar een beetje dealen met het CDA
bevalt me vandaag best, dus ik steun zeven ook.
De voorzitter:
Er is een meerderheid voor zes, dus daar ga ik van uit. Als u het heel
kort houdt, strijk ik misschien met mijn hand over mijn hart. Wie weet.
Ik heb het een keer eerder gedaan. Ik zei toen: iedere interruptie telt
twee keer als die langer dan 45 seconden is. Bijna niemand slaagt erin
zich tot 45 seconden te beperken. Ik houd het bij zes.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Hirsch, die het woord voert
namens de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik doe deze inbreng mede namens de fractie van
Volt.
Vandaag bespreken we de begroting van Handel en
Ontwikkelingssamenwerking. Deze begroting geeft uitdrukking en
uitvoering aan het afbraakbeleid van deze regering, gesteund door de
voltallige coalitie. Van een PVV-minister die tijdens haar hoorzitting
juichte dat ze mocht gaan bezuinigen komt dit niet als een verrassing,
maar ook NSC liet toe dat VVD-minister Heinen met Ć©Ć©n pennenstreek een
streep zette door de koppeling tussen dit budget en onze economische
ontwikkeling. Terwijl de VVD steun uitspreekt voor vrouwenrechten en de
rechten van lhbti'ers, staat zij toe dat deze minister hun
internationale netwerken afbreekt.
Het idee dat wij geen enkel belang hebben bij het welzijn van mensen in
landen ver weg, dat mensen zitten te wachten op onze hulp, is
achterhaald. Onze veiligheid en ons welzijn zijn niet los te zien van
veiligheid en welzijn elders. Dat we ons nu terugtrekken achter de
dijken is bovendien funest voor Nederland handelsland. Een gezond budget
zou vrouwen die opstaan tegen vervuiling door mijnbouwbedrijven in
Braziliƫ, zoals Carolina da Mauro, steunen. Het zou lokale vakbonden in
staat stellen ervoor te zorgen dat de werknemers van Nederlandse
bloemkwekerijen in Oost-Afrika een eerlijk loon ontvangen. We zouden
kunnen investeren in mkb'ers die nieuwe businessmodellen ontwikkelen met
collega's in Tanzania en vrouwen in India. Het zou gelijkwaardige
handelsrelaties bevorderen door slim samen te werken met overheden en
bedrijven in partnerlanden aan de ontwikkeling van duurzame industrieƫn.
Driekwart van de samenleving steunt de internationale samenwerking, uit
medemenselijkheid en uit welbegrepen eigenbelang. Want virussen en
klimaatverandering kennen geen grenzen. Mensenrechten kennen geen
grenzen en de veiligheid in Europa hangt nauw samen met de veiligheid in
het Midden-Oosten, Noord-Afrika en de Sahel.
Voorzitter. We verkeren in geopolitiek roerige tijden, die consequenties
zullen hebben voor onze open samenleving. Toch maakt het kabinet juist
nu de politieke keuze om fiks te bezuinigen op internationale
samenwerking, de financiƫle kurk waar ons buitenlandbeleid op drijft. De
bezuiniging bestaat grofweg uit drie delen. Het hoofdlijnenakkoord
bezuinigt in 2025 voor 300 miljoen. Dat loopt op tot 2,4 miljard per
jaar vanaf 2027. Ons ontwikkelingsbudget duikt daarmee ver onder het
gemiddelde van Europese donorlanden. Dan is er de verkapte bezuiniging
van 1,9 miljard omdat Ć©Ć©n kwart van het totale ontwikkelingsbudget wordt
besteed aan de eerstejaarsopvang van asielzoekers. In 2026 loopt dat op
tot een derde van het budget: 2,2 miljard. Waarom stelt het kabinet hier
pas in 2027 paal en perk aan in plaats van de aangenomen motie-Thijssen
gewoon uit te voeren? Als klap op de vuurpijl rommelde VVD-minister
Heinen er een bezuiniging van 319 miljoen doorheen door de koppeling met
onze economie los te laten. Vreemd, want daar staat niks over in het
hoofdlijnenakkoord. Kan de minister toelichten waarom dit besluit is
genomen? Mijn fractie wil dat dit besluit wordt rechtgezet. Daarom
steunen wij de motie-Bikker die oproept tot herstel van de koppeling, en
daarom dien ik een amendement in om de bezuiniging van 319 miljoen in
2025 terug te draaien. De dekking daarvoor hebben we gevonden in het
tegengaan van belastingontwijking.
Voorzitter. Het is onbegrijpelijk dat de coalitie een bezuiniging van
2,5 miljard als antwoord ziet op de uitdagingen van deze tijd. Ik vraag
de minister of zij werkelijk denkt dat dit de manier is om de levering
van strategische grondstoffen veilig te stellen of om markttoegang voor
Nederlandse bedrijven te bedingen. Denkt zij werkelijk dat Nederland
welkom zal zijn in landen als Ghana, Nigeria, Braziliƫ en Indonesiƫ,
waar de invloed van China en Rusland toeneemt? Waarom negeert de
minister de adviezen van ambtenaren die in hun analyse van deze
bezuiniging zeiden dat dit "aanzienlijke gevolgen heeft voor onze
internationale onderhandelingspositie"? Waarom negeert de minister
signalen van VNO-NCW, die zegt dat ontwikkelingssamenwerking cruciaal is
voor onze internationale relaties? Waarom negeert ze de visie van het
mkb, dat tijdens een gesprek met onze commissie vertelde dat
ontwikkelingssamenwerking hen helpt om goede zaken te doen in tal van
landen? Versterking van de rechtsstaat in het buitenland, zo stelde een
machinefabrikant, levert immers ook rechtszekerheid op voor Nederlandse
bedrijven.
De bezuinigingen hebben gevolgen voor onze economie en voor mensen, ver
weg en dichtbij. Onze export groeit met 70 tot 90 cent met elke euro die
we uitgeven. Dat levert duizenden banen op. Het aantal maatschappelijke
organisaties met een versterkte capaciteit om voor vrouwenrechten op te
komen, keldert van 2.420 tot 300 in 2025. Duizenden vrouwen lopen een
zeer hoog risico op moedersterfte als gezondheidszorg wegvalt. Met Trump
in Amerika en met deze minister in Nederland dreigt de wereld de twee
grootste donoren op dit gebied te verliezen. Dit gaat mensenlevens
kosten. Ook laat de coalitie miljoenen mensen die lijden onder oorlog en
conflict in de steek. Denk alleen al aan de 1,5 miljoen vluchtelingen in
Libanon, aan de mensen in Gaza, waar sprake is van een etnische
zuivering en van hongersnood, aan de meisjes en vrouwen in Sudan en
Congo die strijden tegen seksueel geweld. Wat zijn de effecten van de
miljardenbezuinigingen op de Nederlandse economie en werkgelegenheid?
Hoeveel mensen lopen door deze bezuiniging essentiƫle voorzieningen mis,
van voedsel en water tot zorg? Is de minister bereid al deze effecten
onafhankelijk te laten doorrekenen? Welke effecten hebben de
bezuinigingen op de doelen in de Afrikastrategie en de mondiale
gezondheidsstrategie?
Ook op klimaatfinanciering wordt bezuinigd. Welke effecten heeft dit op
de doelen van de Internationale Klimaatstrategie? Hoe hangt dit samen
met de verklaring die minister-president Schoof gisteren ondertekende,
waarin hij oproept tot meer financiering voor het mondiale Zuiden?
Voorzitter. Nederland is binnen de OESO een voorbeeld vanwege de inzet
op strategische samenwerking met maatschappelijke organisaties.
Christelijke organisaties hier werken met kerkelijke groepen in de Sahel
aan voedselzekerheid. Vrouwenorganisaties hier werken met vrouwengroepen
in Midden- en Zuid-Amerika aan hun recht op land en water. Vakbonden
hier werken met de arbeidsbeweging in Zuid-Aziƫ aan een leefbaar loon.
De coalitie breekt dit innovatieve beleid af. Maatschappelijke netwerken
worden onevenredig geraakt door de voorgenomen afname van hun
financiering van 72%.
Ook acht het kabinet het pleiten en beĆÆnvloeden door maatschappelijke
organisaties onwenselijk. Hun onafhankelijke opstelling wordt blijkbaar
niet gewaardeerd. Als dit beleid overeind blijft, treedt de coalitie in
de voetsporen van OrbƔn, Ortega en andere autoritaire heersers. Hoewel
de minister zegt organisaties in Nederland te willen raken, zal het
overgrote deel van de bezuiniging neerslaan bij mensen elders. Dat is
dieptriest, want iedereen in deze zaal weet dat alleen georganiseerde
burgers een vuist kunnen maken tegen het afbreken van basisrechten.
Waarom zegt zij in naam van de coalitie dat het wel een tandje minder
kan, juist nu de democratie wereldwijd onder druk staat?
De coalitie lijkt ook niet te willen horen dat Nederlandse bedrijven
baat hebben bij een sterk maatschappelijk middenveld. Bedrijven met
internationale waardeketens geven zelf aan dat onafhankelijke
organisaties hun ogen en oren in productielanden zijn. Waarom negeert de
minister deze signalen van VNO-NCW, evofenedex en EY? Ik vraag de
minister het belang van onafhankelijke maatschappelijke netwerken te
erkennen en de ongekende bezuiniging terug te dringen. Ik zal hiertoe
een motie indienen.
Voorzitter. Een van de taken van de minister is om ons handelsbeleid
vorm te geven. In een recent debat leek zij vooral in te zetten op
business as usual, maar de tijd van vrijhandel, waar Nederland flink van
heeft geprofiteerd, is voorbij. Trump zal een agressieve handelspolitiek
voeren. De EU kan terechtkomen in een tariefoorlog tussen de VS en
China. De leiders van strategisch belangrijke handelspartners als
Braziliƫ, Indonesiƫ en Nigeria stellen de ongelijke handelsrelaties
terecht ter discussie. Nederland moet zich tot deze nieuwe geopolitieke
realiteit gaan verhouden. Handelsrelaties in de 21ste eeuw vragen om de
bereidheid niet langer vooral te nemen, maar ook te geven. Dit stelt ook
de WRR in zijn recente rapport. Dit is een relevant signaal, ook omdat
het CPB en het CBS ons voorrekenen dat onze handelseconomie armoede en
vervuiling buiten onze grenzen veroorzaakt. Wat is de visie van de
minister op de positie van Nederland als handelsland in deze snel
veranderende wereld? Hoe gaat zij onze handelsrelaties gelijker maken?
Hoe gaat zij er samen met de ministers van LVVN en EZ voor zorgen dat de
negatieve impact van onze handelsstromen afneemt?
Voorzitter. De Kamer staat vandaag voor een simpele vraag: laten wij de
grootste bezuiniging op handel en ontwikkelingssamenwerking in de
Nederlandse geschiedenis toe? Wat mijn fractie betreft is het antwoord
hierop nee.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Als u blijft staan, krijgt u nog een interruptie.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Dank aan mevrouw Hirsch. Ik was met name blij verrast door haar
positieve betoog over de rol van handel, bedrijven en landen, ook juist
in het stimuleren van economieƫn. We hebben net gezamenlijk een motie
ingediend, dus in the spirit of die samenwerking vroeg ik me af: staat
mevrouw Hirsch nu dan ook aan mijn zijde als het gaat om het sluiten van
handelsakkoorden?
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel voor de vraag. Zeker. Ik ben niet tegen handel. Ik ben ook
nooit tegen handel geweest. Handel is een hele belangrijke manier om in
verbinding te blijven met de rest van de wereld. Alleen, de huidige
handelsakkoorden, de handelsverdragen zoals we ze nu kennen ā daarom
stelde ik net de vraag naar aanleiding van de motie die u samen met de
heer Paternotte indiende ā leggen heel veel oneerlijkheid vast. Landen
in het mondiale Zuiden trekken vaak aan het kortste eind als het gaat om
hun eigen ontwikkeling; daarom zijn zij ook steeds meer tegen deze
handelsverdragen gekeerd. Op grond van de cijfers moet je constateren
dat terwijl 90% van de grondstoffen uit het mondiale Zuiden komt,
ongeveer 90% van de winsten neerdaalt in het rijke Westen. Ik ben dus
zeker voor handel, maar dan wel voor een andere manier van
handeldrijven, namelijk een manier van handeldrijven die inzet op
gelijkwaardigheid en die de uitdagingen op het gebied van klimaat en
mensenrechten serieus neemt. In veel van de oude handelsverdragen waar
we nu nog over aan het onderhandelen zijn, is dat wat mij betreft
onvoldoende verankerd.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Dank aan mevrouw Hirsch voor die toelichting. Ik kon een heel eind met
haar meegaan in haar betoog, maar aan het einde verloor zij mij toch
weer een beetje. Ik hoorde juist dat zij zei: we moeten wat meer
pragmatisch kijken en wat meer luisteren naar de landen waarmee we
handeldrijven. Daar is ook de VVD voor. Sterker nog, wij hebben gezegd:
we moeten wat minder vaak dat vingertje omhoog doen en wat minder vaak
onze normen zomaar exporteren naar die landen. Maar mevrouw Hirsch gaf
in haar betoog aan dat we moeten nadenken over de nieuwe geopolitieke
situatie, omdat die iets anders vraagt. Hoe kijkt zij daarnaar? Is zij
dan ook bereid om voor een aantal van die voorwaarden wat water bij de
wijn te doen om juist te luisteren naar de wensen van de landen waar we
handel mee gaan drijven?
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dat is een hele interessante vraag. Wij zijn het in het eerste deel vaak
eens over de doelen, maar bij de middelen gaan onze ideeƫn uit elkaar
lopen. Het verschil tussen de inzet van mevrouw Kamminga en die van mij
is dat mevrouw Kamminga en de VVD vaak inzetten op puur economische
indicatoren, terwijl ik ervan uitga dat je ook op een andere manier
handel met elkaar kunt drijven. Als we dat duurzaam willen doen, moeten
we ons afvragen: kan een regio zoals Europa, die relatief rijk is, onze
partnerlanden steunen in het verduurzamen van hun productie? Kunnen we
onze partnerlanden ondersteunen bij het opzetten van industrieƫn,
waardoor zij een groter deel van de winst in eigen land kunnen houden?
Veel van het oude handelsdenken gaat aan die vraag voorbij. Ik ben dus
niet voor handel als doel, maar wel voor handel als middel voor goede
relaties, voor meer bestaanszekerheid aan beide kanten van de
relatie.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng en voor uw antwoorden op de interrupties.
Dan gaan we nu luisteren naar de heer Ram. Hij spreekt namens de Partij
voor de Vrijheid.
De heer Ram (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Hier staat een gelukkige PVV'er. Er is licht aan
het einde van de tunnel. Al achttien jaar zet een PVV-woordvoerder zich
ervoor in om te stoppen met het uitgeven van bakken met belastinggeld
aan ontwikkelingshulp. We hebben keer op keer gepleit voor bezuinigingen
op deze onnodige uitgaven. De PVV vindt dat ons belastinggeld in de
eerste plaats moet worden uitgegeven aan Nederland en aan de
Nederlanders.
We zijn er trots op dat er vandaag eindelijk gehoor wordt gegeven aan
deze oproep. Dit kabinet, deze coalitie, zet nu echt forse stappen: een
forse bezuiniging van 300 miljoen in 2025, die oploopt tot maar liefst
2,4 miljard in 2027. Daar komt in 2027 ook nog eens de bezuiniging van
1,6 miljard op de eerstejaarsopvang voor asielzoekers bij. Die wordt ook
betaald uit ontwikkelingsgeld. Van het strengste immigratiebeleid ooit
naar de grootste bezuiniging ooit op ontwikkelingshulp: dat is bij
elkaar een prachtig mooie bezuiniging van 4 miljard op
ontwikkelingshulp. Dat klinkt alle rechtse, hardwerkende Nederlanders,
onze Henk en Ingrid, die een sterke overheid willen die hun belangen wƩl
behartigt, als muziek in de oren.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Meneer Ram zet hier duidelijk zijn feestmuts op. Dat vind ik niet
gepast. Ik denk ook niet dat de feiten kloppen. Van links tot rechts
vinden mensen het kennelijk heel fijn om de bezuinigingen te
overdrijven. Die 2,4 miljard is inclusief de bezuiniging op asielopvang.
Is meneer Ram dat met mij eens?
De heer Ram (PVV):
Nou, ik heb dit expliciet even gevraagd aan de Rekenkamer. Ik heb
gevraagd: kan ik die 2,4 miljard en die 1,6 miljard bij elkaar optellen?
En zij zeiden: ja, dat kan. Daar heb ik expliciet nog even naar
gevraagd. Ik heb het ook nog bij de ambtenaren nagevraagd tijdens de
voorlichting; daar was u volgens mij niet bij. Dat is dus het
antwoord.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Nou, dan ga ik dat nog eens een keer extra navragen, want ik denk dat
het echt niet klopt.
De voorzitter:
De heer Ram vervolgt zijn betoog.
De heer Ram (PVV):
Voorzitter. De PVV juicht ook het einde van de automatische koppeling
tussen ontwikkelingshulp en de economie toe. We hopen dat dit ook in de
toekomst ook zo blijft. Hoe kijkt de minister hiernaar? Graag een
reactie.
De eerste bezuinigingskeuze is al gemaakt door dit kabinet en minister
Klever. Een positief signaal is de brief over de bezuinigingen van bijna
een miljard euro op het maatschappelijk middenveld. Vanuit de PVV hadden
we liever gezien dat we hier volledig mee zouden stoppen, want de vraag
is welke Nederlanders door deze organisaties nou werkelijk worden
vertegenwoordigd. Maar we vinden als PVV een miljard bezuinigen een stap
in de goede richting. Een mooi compromis. Dat laat zien dat het kabinet
de signalen van Nederlanders en onze kiezers wel serieus neemt.
We vinden het ook een goede zaak dat de ngo's meer inkomsten zelf moeten
genereren voordat ze in aanmerking komen voor een subsidie. Deze
drempelwaarde gaat omhoog. We hebben gekeken naar het vermogen van
ngo's, bijvoorbeeld CNV Internationaal. Dat had een eigen vermogen van 3
miljoen in 2023 en FNV Mondiaal, onderdeel van het FNV, circa 2,8
miljoen in 2023. Uit berichtgeving uit 2020 blijkt dat de FNV, de
overkoepelende federatie, een eigen vermogen heeft van 700 miljoen. Dat
is een bak met geld. De vraag die dan bij ons opkomt: waarom geeft de
Staat subsidie aan een organisatie die zo veel geld heeft? Mijn vraag
aan de minister: kan er een vermogenstoets komen voor ngo's en haar
moederorganisatie met een drempelwaarde voor een maximaal vermogen? We
mogen ook wat transparantie verwachten van dit soort organisaties.
Er komt een brief van de minister over het nieuwe beleid in het voorjaar
van 2025. Wat ons betreft, kan die niet snel genoeg komen. Het is tijd
voor andere keuzes op ontwikkelingssamenwerking, waar het belang van
Nederland en de Nederlanders centraal wordt gesteld. De PVV maakt daar
keuzes in. We kiezen voor minder landen, het betrekken van het
bedrijfsleven, dat moet profiteren, en kiezen voor ontwikkelingslanden
die het al beter doen, waar je meer kan bereiken. Versterk de
economische centra met dat beleid, zodat je in de toekomst minder aan
ontwikkelingshulp hoeft uit te geven. Qua handel moet de nadruk liggen
op het versterken van onze eigen economie, het beschermen van onze
strategische industrieƫn en technologieƫn als de halfgeleidersector. Het
is cruciaal dat Nederland minder afhankelijk wordt van het buitenland en
dat het zelf een sterke eigen positie krijgt in de wereld.
Wat ons betreft kunnen we ook direct stoppen met subsidies aan UNRWA.
Deze organisatie draagt door het gebrek aan acties bij aan het conflict
in het Midden-Oosten. Dat is niet waar Nederland belastinggeld voor
betaalt. We dienen daarom een amendement in om deze financiering
onmiddellijk te stop te zetten.
Voorzitter. Het hoofdlijnenakkoord en het regeerakkoord houden vast aan
watermanagement en voedselzekerheid als speerpunten. Dat kunnen wij
ondersteunen, want wij steunen ook het hoofdlijnenakkoord. Maar de
buitenlandse klimaatprojecten kunnen wat ons worden beƫindigd. Hoe kijkt
de minister daartegen aan?
De PVV wil wel opvang in de regio, maar die opvang moet dan wel
bijdragen aan het stoppen van de massa-immigratie. Kan de minister dit
actief gaan monitoren?
De heer Van Houwelingen (FVD):
De PVV spreekt zich net kritisch uit over het klimaatbeleid. Daar zijn
wij het uiteraard van harte mee eens. Maar wat ik dan niet zo goed
begrijp, is dat dit kabinet afgelopen september dat Pact for the Future,
dat de heer Ram zal kennen, heeft ondertekend, waarin wordt gezegd dat
die klimaatdoelen versneld moeten worden bereikt. Daar is de PVV mee
akkoord gegaan, want het kabinet heeft het ondertekend. Wat vindt de PVV
daar dan van?
De heer Ram (PVV):
Wat betreft het besteden van belastinggeld hebben wij al heel veel
moeite om ons eigen klimaatbeleid vorm te geven en de doelen te halen
die wij nu ook hebben onderschreven in het hoofdlijnenakkoord. Laten we
dit niet gaan doen in het buitenland. Laten we het geld besteden aan
voedselzekerheid en watermanagement. U heeft het over het VN-pact.
Volgens mij heeft de minister ook duidelijk aangegeven dat dat geen
ondertekening was met een juridische werking, zoals u dat voorstelde,
maar dat er een andere visie was van de minister.
De voorzitter:
Graag via de voorzitter.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dat pact gaat natuurlijk wel over ons land. Dat gaat over Agenda 2030.
Daar hebben wij ons aan gecommitteerd door dat stilzwijgend goed te
keuren. Dat kan wel degelijk een bindende werking hebben. Dat verdrag is
inderdaad niet bindend, maar door juristen wordt aangenomen dat dit via
soft law in het charter van de VN zal worden uitgewerkt. Dat is wel
bindend. Dit is ondertekend door dit kabinet, door deze minister die
daar primair verantwoordelijk voor is. Daarom vraag ik nogmaals: wat
vindt de PVV daarvan?
De heer Ram (PVV):
De beantwoording van de minister is al eerder geweest. Ik vertrouw de
minister in haar oordeel daarover. Wat ons betreft heeft het ook geen
bindende werking naar ons recht. Zo kijken we ernaar.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Die bindende werking heeft het wellicht wel. We zien nu al dat het
doorwerking heeft in al het beleid. U weet dat in allerlei stukken wordt
verwezen naar die SDG's en naar Agenda 2030. Ik vraag hier niet wat het
kabinet vindt. Dat is niet mijn vraag. Ik vraag hier via de voorzitter
aan u wat de PVV daarvan vindt. Wat vindt de PVV dus van dit Pact en van
Agenda 2030?
De heer Ram (PVV):
Als u diep in mijn hart kijkt, dan weet u ook dat wij die SG ...
De voorzitter:
SDG's.
De heer Ram (PVV):
Ik struikel even over de afkorting, voorzitter, als u mij dat vergeeft.
Wij ondersteunen die doelstellingen niet. Het kabinet heeft zich daaraan
gecommitteerd en is op dat punt al eerder verplichtingen aangegaan. Die
zullen dus moeten worden uitgevoerd. We hebben natuurlijk ook het
hoofdlijnenakkoord ondertekend als het gaat om de klimaatdoelen. Dat
zullen we ook ondersteunen. Maar wat ons betreft had er wat geschrapt
kunnen worden in die doelen.
De voorzitter:
Dit wordt uw vierde van de zes interrupties.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Ja, de vierde interruptie. Ik ben heel blij om te horen dat de PVV dus
Agenda 2030 niet steunt. Ik word graag gecorrigeerd als dat niet zo is.
De PVV staat niet achter die Sustainable Development Goals. Als ik dat
niet goed samenvat, dan word ik graag gecorrigeerd. Tot slot nog even
mijn vraag. Dit is niet zomaar een pact. In dit pact staat wel 30 keer
dat deze agenda ā ik begrijp gelukkig dat de PVV die agenda ook niet
steunt ā versneld moet worden ingevoerd. Dat is nogal wat. Dat heeft dit
kabinet dus stilzwijgend goedgekeurd. Dus nogmaals mijn vraag hoe de PVV
daarmee akkoord kan gaan als u die agenda niet steunt.
De heer Ram (PVV):
Uiteindelijk hebben we natuurlijk onderhandeld over een
hoofdlijnenakkoord. We hebben daar concessies moeten doen. U weet
natuurlijk hoe wij staan ten opzichte van de klimaatparagraaf. Dat zijn
dingen die onze coalitiepartners hebben binnengehaald. Dat doet ook
pijn. Maar goed, we staan wel achter de uitvoering van het
hoofdlijnenakkoord.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik moet de heer Van Houwelingen wel bijvallen dat de PVV gewoon de
SDG-doelen aan het onderschrijven is met alles wat u steunt. U bent het
er misschien niet mee eens, maar u doet dat wel, wat u er ook van
vindt.
De voorzitter:
Dat doet de heer Ram wel.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben het inhoudelijk niet eens met uw punt, maar dat doet de PVV wel,
zeg ik via de minister.
De voorzitter:
Voorzitter.
De heer Ceder (ChristenUnie):
U kunt dus niet daar afstand van nemen, maar wel voor begrotingen
stemmen waar u die wel onderschrijft. Dus dat wil ik gewoon even
meegeven. Maar dat is niet mijn punt. Mijn punt is eigenlijk dat ik niet
weet of ik de heer Ram moet feliciteren. Hij zegt: "Ons doel is bereikt.
Wij slopen het ontwikkelingssamenwerkingsbudget. Dat is een lang
gekoesterde wens." Ik denk dat ik hem moet feliciteren met het behalen
van zijn wens, want dat is inderdaad wat er gebeurt. De BBB staat er
ongeveer hetzelfde in. Ik weet ook niet of ik hem moet feliciteren met
dat hij NSC zover heeft gekregen om daar hun handtekening onder te
zetten. Maar waar ik over val, is dat de heer Ram zegt dat dit goed is
voor de Nederlander. Dan denk ik: is dat wel echt zo? Het IOB-rapport ā
volgens mij is dat al uit 2014 ā zegt dat ontwikkelingssamenwerking niet
alleen geld door de plee spoelen is. Los van dat je mensenlevens redt en
andere dingen doet, levert elke euro volgens mij 80 cent op. Dat zijn
50.000 banen. Dat betekent iets voor de Nederlandse economie. Ik ben dus
toch even benieuwd hoe u naar die cijfers kijkt. Bent u van mening dat
de redenatie die door experts is gedaan dat ontwikkelingssamenwerking
ook geld oplevert voor de Nederlander en de Nederlandse economie een
onterechte conclusie is?
De voorzitter:
Is de heer Ram dat van mening?
De heer Ram (PVV):
We houden natuurlijk een groot deel van dit budget in stand. Wij gaan
dat nu focussen op watermanagement en voedselzekerheid. Daarbij willen
wij dus ook gaan kijken om daar een meer economische invulling aan te
geven. Wij willen dus niet meer die waterputten slaan, maar een
watersysteem aanleggen met een businesscase eronder. Zorg ervoor dat je
dat kunt vermarkten met onze bedrijven in Nederland. Zorg er ook voor
dat je dan een gelijkwaardige relatie met dat land opbouwt, zodat je een
markt creƫert, waarde toevoegt en vervolgens een afzetmarkt hebt. Je
moet een economische relatie opbouwen die gelijk opgaat. Ik denk dat dat
een beter invulling is van ontwikkelingssamenwerking dan de eenzijdige
relatie die we in het verleden hebben gehad, waarbij we vooral geld
geven. Ik wil dus een andere invulling van ontwikkelingshulp.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik begrijp uw betoog. Maar volgens mij zijn dat wel dingen die haaks op
elkaar staan. Ik heb de heer Ram horen zeggen dat hij blij is met de
kaalslag die nu plaatsvindt. Wat u betreft had het misschien nog veel
verder kunnen gaan. U knikt bevestigend. Tegelijkertijd zegt u ...
De voorzitter:
Zegt de heer Ram.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Echter, zegt de heer Ram, via de voorzitter, dat ontwikkelingshulp wel
degelijk waarde heeft, maar dat u graag ziet dat er extra waarde aan
toegevoegd wordt. Het kan niet beide waar zijn. Als ik uw redenatie zou
volgen, dan zou u juist zeggen: hou het budget in stand of doe er juist
meer bij, waardoor Nederlandse bedrijven er nog meer van zouden kunnen
profiteren. Bent u het daarmee eens? En kunt u antwoord geven op mijn
vraag of u het eens bent met de conclusie dat van elke euro er 80
eurocent terugkomt? Bent u het daarmee eens of bent u het daarmee
oneens?
De voorzitter:
Is de heer Ram het daarmee eens.
De heer Ram (PVV):
Kijk, de volgorde is verkeerd. Wij vinden dat Nederland de laatste
twintig jaar te veel geld heeft uitgegeven aan het buitenland. Ik geloof
dat het in de laatste tien jaar om zo'n 50 miljard euro is gegaan. Dat
zijn enorme bedragen. De PVV wil dat geld aan de Nederlander uitgeven.
Het is immers Nederlands belastinggeld. Dat is ons eerste doel. We
hebben het hoofdlijnenakkoord getekend en daarvan blijft een groot
gedeelte in stand, dus dat programma komen we ook na. Als je kijkt naar
de invulling van het hoofdlijnenakkoord dan moeten we dat op een
slimmere, economische manier doen, waarbij zowel het land waar we de
hulp naartoe sturen als Nederland voordeel heeft. Ik denk dat we op die
manier die euro kunnen verzilveren voor het bedrijfsleven. Dat is de
volgorde die wij hanteren.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Laatste punt. De heer Ram heeft voor de derde keer geen antwoord gegeven
op mijn vraag. Ik vroeg of de stelling klopt dat van elke euro die je
stopt in een ontwikkelingsland ongeveer 80 eurocent terugkomt. U hoeft
er geen antwoord op te geven. Maar stel je voor dat het waar is, dan
klopt de logica van de heer Ram ā hij stelde dat wanneer je minder geld
uitgeeft je meer overhoudt voor Nederlanders ā natuurlijk niet. Want als
er een koppeling bestaat tussen wat je uitgeeft en wat er terugkomt, dan
zou het niet zo heel veel uitmaken hoeveel je uitgeeft, los van de
humanitaire overwegingen, maar daar gaat het de PVV niet om. Ik vind het
dan toch ingewikkeld dat de PVV een standpunt inneemt en doet alsof
Nederland geĆÆsoleerd is, geen onderdeel is van de wereld, er geen
gedeelde verantwoordelijkheid is en geen saamhorigheid. We hebben het
rond corona gezien: wat aan de andere kant van de wereld gebeurt, raakt
onze economie en raakt de Nederlander hier. We staan in verbondenheid
met elkaar, of de heer Ram het wil of niet. Als het wereldbeeld niet
klopt, maar je laat het wel los op een begroting, dan heeft het hele
kwalijke gevolgen. Ik wil de heer Ram vragen of hij wellicht in tweede
termijn kan terugkomen op de vraag die ik al drie keer gesteld heb. Als
het klopt, hoe vindt u dan dat de huidige kaalslag goed is voor
Nederland?
De heer Ram (PVV):
U zet hier de stelling neer dat er geld terugkomt vanuit het zogeheten
IOB-rapport. Laten we kijken naar wat we de laatste jaren gedaan hebben.
We hebben heel veel geĆÆnvesteerd in de Sahel, bijvoorbeeld in Mali en in
Niger. Al die ontwikkelingshulp is letterlijk weggegooid geld. Er zijn
staatsgrepen geweest. Er is een heel ander regime. Dat geld zijn we
gewoon kwijt, want we hebben dat verkeerd getaxeerd. We zijn nu bezig
met 79 landen in de wereld. Is dat wel zo effectief? Ik denk het niet.
We moeten focus aanbrengen. Kijk bijvoorbeeld naar het Rekenkamerrapport
over WASH. Daar staat een aantal dingen in: met water zijn een aantal
dingen goed gegaan, maar er zijn ook heel veel dingen gewoon verkeerd
gegaan. Die waterputten stonden na vijf jaar bijvoorbeeld helemaal leeg.
Er zijn dus een aantal kleine successen behaald, maar er zijn ook een
aantal grote fouten gemaakt. Ik denk dat we, op basis van een rapport
uit 2014, niet de stelling kunnen hanteren dat elke euro terugkomt,
zeker niet als je ziet wat er de afgelopen jaren allemaal gebeurd
is.
De voorzitter:
De heer Ram vervolgt zijn betoog.
De heer Ram (PVV):
Voorzitter, ik wil afsluiten. Ik denk dat onze rechtse kiezer trots kan
zijn. Dit kabinet zet eindelijk stevige stappen in de goede richting.
Maar laten we niet verslappen. Laten we waakzaam zijn en deze koers
ondersteunen en versterken; voor ons en voor Nederland.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Dan is nu het woord aan de heer Bamenga. Hij
spreekt namens de fractie D66.
De heer Bamenga (D66):
Dank u wel, voorzitter. Aan de orde is vandaag de begroting Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingshulp, oftewel de "dikke-ikkebegroting" van
minister Klever. Het is een begroting die niets meer is dan een
onuitgewerkte stapeling van bezuinigingen op de meest kwetsbare mensen
op aarde, met een nietje erdoorheen. De kaasschaaf is door minister
Klever ingeruild voor de kettingzaag. Aan de minister, maar ook aan de
collega's van de VVD en NSC de vraag: weet u zelf eigenlijk wel wat er
in deze begroting staat?
Het deel van de bezuinigingen dat afgelopen maandag duidelijk werd, is
huiveringwekkend. 1 miljard euro wordt er bezuinigd op het
maatschappelijk middenveld. Dit kabinet bezuinigt op het tegengaan van
kinderprostitutie, kindhuwelijken en genitale verminking. Dit kabinet
bezuinigt op het tegengaan van hiv en aids en op seksueel geweld tegen
vrouwen. Dit kabinet stopt zijn financiering in de rechtsstaat,
geloofsvrijheid en lhbti-rechten. Over lhbti-rechten horen we deze
minister in een Telegraaf-interview zelfs trots zeggen dat het allemaal
wel wat minder kan, omdat Nederland wereldwijd verantwoordelijk is voor
een derde van de wereldwijde steun aan de lhbti-gemeenschap. Heeft de
minister enig idee waarom Nederland daar een leidende rol in heeft
vervuld? Weet zij eigenlijk wel wat dit betekent voor al deze mensen? En
lagen de ministers van NSC en VVD te slapen tijdens de ministerraad? Dat
vraag ik mij af.
Met de verkiezing van Trump neemt ook de druk op veiligheid van vrouwen
en specifiek de druk op veilige abortuszorg wereldwijd alleen maar toe.
Daarom komen wij met een amendement, om precies voor deze groep geld te
blijven uittrekken.
Nog nooit eerder in de moderne geschiedenis groeiden er zo veel kinderen
op in een oorlogsgebied, of het nu gaat om Gaza, Congo, Sudan, Jemen,
OekraĆÆne of een ander conflictgebied. Het gaat inmiddels om wereldwijd
468 miljoen kinderen. Denk aan Majed van 8 uit Gaza. Met zijn familie is
hij hun thuis ontvlucht vanwege bommen en explosies. Ze zijn alles kwijt
en wonen nu in een vluchtelingenkamp. Denk aan David van 10 uit Rwanda,
die met zijn familie, toen hij nog maar 2 jaar oud was, letterlijk dag
en nacht op de vlucht was richting Oeganda. Denk aan Mado van 8 uit
Congo, die samen met haar moeder op de vlucht is gegaan toen rebellen
haar dorp overnamen en haar vader hebben meegenomen. Deze kinderen zijn
niet zo luid als het gekletter van wapens of de stem van
volwassenen.
Wat is het effect van al die roekeloze bezuinigingen van dit kabinet op
de 468 miljoen kinderen, die leven met oorlog? Hoe kijkt u naar het idee
om in Nederland een ambassadeur aan te wijzen voor kinderen in
conflictgebieden?
Voorzitter. Ondertussen sterven er nog dagelijks honderden onschuldige
burgers in Gaza. Het ICJ spreekt over een dreigende genocide, de meest
afschuwelijke misdaad die wij de menselijkheid kunnen aandoen. De VN
spreekt over een dreigende etnische zuivering, iets waarvan wij gezegd
hebben: dit nooit meer. Daarbovenop heeft Israƫl humanitaire hulp aan 2
miljoen Gazanen via UNRWA verboden en een deportatiewet aangenomen, die
het mogelijk maakt om hele families te deporteren. In plaats van meer
hulp bieden lijkt deze minister mee te willen werken aan de ontmanteling
van UNRWA en koopt dit kabinet wapens van Israƫlische makelij. Hoeveel
onschuldige kinderen, vrouwen en ouderen moeten er nog sterven voor dit
kabinet actie gaat ondernemen? Wanneer is genoeg genoeg?
Voorzitter, ik rond af. 2,4 miljard euro wordt er bezuinigd op de meest
kwetsbare mensen op aarde. Tot op de dag van vandaag is nog niet
duidelijk waar de klappen precies gaan vallen. De Nederlandse
internationale positie als hoeder van mensenrechten, van mensen die
zichzelf niet kunnen beschermen, wordt opgeofferd en vervangen voor de
nieuwe dikke-ikkementaliteit van dit kabinet. Laten we Ć©Ć©n ding
duidelijk hebben. Iedere stem voor deze begroting is een stem voor het
PVV-afbraakbeleid en een stem tegen mensenrechten.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. Er is nog een interruptie.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank aan de heer Bamenga voor een gloedvol betoog, waar ik helemaal
achter sta. Ik was even nieuwsgierig. Ik heb een amendement ingediend,
voor 319 miljoen euro, om de gevolgen van het loslaten van de koppeling,
die dus niet in het hoofdlijnenakkoord staat, te herstellen. Dat kunnen
wij prima halen uit twee maatregelen om belastingontwijking tegen te
gaan, iets waarvan ik hoop dat de meeste mensen in deze Kamer het erover
eens zijn dat dit goede maatregelen zouden zijn. Ik was heel benieuwd of
de heer Bamenga van plan is om dit amendement te steunen.
De heer Bamenga (D66):
Zodra dit amendement in stemming wordt gebracht, zullen we ernaar
kijken. Wij hebben inderdaad ook zelf aangegeven dat het teruggedraaid
moet worden, dus in die zin staan we daar positief in.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan is nu het woord aan de tweede woordvoerder van de
fractie van D66, de heer Paternotte, die meer gaat over het
handelsgedeelte van deze begroting.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Op de vraag wat de verkiezing van Trump nou betekent voor
Nederland zei de premier: voor ons eigenlijk niet zo heel veel. Dat past
heel erg bij het beeld van dit kabinet, een kabinet dat ontkent dat
Nederland midden in de wereld staat, alsof het een soort zelfstandig
eiland is. We verdienen een derde van ons geld in het buitenland, dus de
verkiezing van Trump gaat een enorme impact hebben. Ik zou de minister
iets willen vragen. Zij gaat ook over het internationaal klimaat- en
milieubeleid. Trump heeft beloofd zich op dag Ć©Ć©n terug te trekken uit
het Klimaatakkoord van Parijs, en de vorige keer deed hij dat ook op dag
Ć©Ć©n. Heeft dat geen impact op Nederland, en welke impact heeft het
volgens de minister dan wel?
Vandaag zagen we in de Amerikaanse media weer de voorbereidingen op het
instellen van hele hoge tariefmuren zoals de wereld die sinds de Tweede
Wereldoorlog nog niet gekend heeft, met importtarieven van 20%. Trump
wil immers zijn beloftes laten betalen door het buitenland, dus ook de
handelspartners als Nederland, een van de belangrijkste hier op het
Europese continent. Weet de minister, zo vraag ik, wat de impact zou
zijn van zo'n tariefmuur, van 20%, voor de Nederlandse economie? En als
ze dat niet weet, is ze dan bereid om die in kaart te gaan
brengen?
Voorzitter. Wat ons betreft is het duidelijk dat we er iets mee zullen
moeten. Dat betekent dat Nederland minder afhankelijk moet gaan worden
van China, vanwege het veiligheidsrisico, en van de Verenigde Staten,
omdat het land letterlijk zegt dat de Europese Unie op handel een vijand
is, en geen partner meer. Dat betekent dus ook dat we meer
handelsverdragen moeten sluiten. Ik zou aan de minister willen vragen
hoe zij als minister ervoor wil gaan zorgen dat wij heel proactief zijn
en die mogelijkheden waar dan ook gaan opzoeken, en dat we dat voor
elkaar krijgen. Bovenaan de agenda staat daarbij het EU-Mercosur-verdrag
met Zuid-Amerika. Daardoor zou onze economie 300 miljoen euro per jaar
kunnen verdienen. We zien dat er door bijvoorbeeld China, maar ook
Rusland, steeds meer wordt geĆÆnvesteerd in banden met dat continent. Die
onderhandelingen hebben twintig jaar gelopen; dat verdrag is nu al bijna
een kwarteeuw in de maak. Het is dus nu of nooit; daar komt het op neer.
Ik vond het afgelopen week bijzonder dat er eigenlijk maar Ć©Ć©n ding is
waar de Partij voor de Dieren en BBB het over eens zijn, namelijk dat
dat verdrag er niet moet komen. Maar het is wel nodig. Als wij ons hier
in Europa gaan terugtrekken en de buitenwereld niet meer opzoeken om ons
geld te verdienen, dan zijn wij als handelsland het bokje.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik vind het toch altijd wel bijzonder hoe D66 zich enerzijds zo inzet
voor een duurzame wereld en anderzijds zo erg pleit voor
vrijhandelsverdragen als Mercosur. Je ziet namelijk dat Mercosur juist
leidt tot grotere ketens, en niet alleen grotere ketens, maar ook minder
bescherming voor boeren. Op dat punt vinden wij natuurlijk ook partijen
die opkomen voor boeren. Frankrijk heeft de afgelopen week heel
duidelijk gezegd: Mercosur willen wij niet. Mijn vraag is: deelt de heer
Paternotte in ieder geval de zorgen, ook van de boeren in Nederland, dat
Mercosur leidt tot oneerlijke concurrentie en minder bescherming van
onze markt?
De heer Paternotte (D66):
Nee. Dat je die vragen stelt, snap ik heel erg goed, want iedereen kijkt
natuurlijk wat het effect ervan is op de eigen sector, de eigen
portemonnee. Maar het is een paar jaar geleden uitstekend door de
Wageningen Universiteit en door Ecorys op een rij gezet: zelfs voor de
Nederlandse landbouwsector pakt dat handelsverdrag hartstikke goed uit.
Tegelijkertijd ben ik, u had het net over klimaat en milieu, ervan
overtuigd en mijn partij is ervan overtuigd dat wij beter een verschil
kunnen maken als wij aan tafel zitten dan als wij ons terugtrekken. Kaia
Kalas zei het in het Europees Parlement eigenlijk heel erg goed: als wij
Mercosur niet doen, dan doet China het. De investeringen van China zijn
al met een factor 24 gestegen in twee jaar tijd sinds de coronapandemie.
Als we daarnaar kijken en als ik zie op welke manier China investeringen
doet in Afrika en hoe handelspraktijken van dat land gaan, dan is dat
een ramp voor klimaat en milieu. We kunnen als Europa beter zorgen dat
wij invloed hebben en een positief verschil kunnen maken. De London
School of Economics heeft ook heel goed gekeken naar het
Mercosur-verdrag zoals het er nu ligt. Wat ons betreft moet het zelfs
nog iets beter worden, bijvoorbeeld ten aanzien van ontbossing en
koppeling aan het Klimaatakkoord. Maar zelfs zoals het er nu al ligt,
zou het leiden tot een nettodaling van de CO2-uitstoot. En
dan denk ik: daar zouden de Partij voor de Dieren en D66 elkaar toch
moeten kunnen vinden?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Uit het rapport van Wageningen Universiteit blijkt dat het
Mercosur-verdrag wel degelijk heel nadelig uitpakt voor bepaalde
sectoren in Nederland. De kippenboeren, de afzetters van rundvlees.
Daarvoor heeft het juist heel grote nadelige effecten. Mijn vraag is:
als wij willen werken aan een echt duurzame landbouw hier, dan zullen we
toch iets ter bescherming van onze boeren moeten doen, en niet juist een
race naar de bodem veroorzaken door vrijhandelsverdragen zoals het
Mercosur-verdrag. Dan moeten we eisen kunnen stellen, zodat wij hier
grenzen kunnen opbouwen en ook echt werken aan die duurzame
landbouwtransitie waar ik D66 ook heel vaak over hoor. Reductie van de
veestapel betekent meer kwaliteitsproductie en eerlijke inkomens voor
boeren. Hoe verenigt u dat dan met het handelsverdrag en met alsmaar
meer inzetten op vrijhandel? Dat is toch onverenigbaar met elkaar?
De heer Paternotte (D66):
Nee, natuurlijk niet, want de landbouwsector zal enorm moeten vernieuwen
in Nederland. Die opgave is glashelder en die hebben uw partij en mijn
partij aan de lopende band geagendeerd. We hebben verder ook niet
bedacht dat Nederland zo'n grote landbouwexporteur moet zijn, maar we
zijn de tweede landbouwexporteur ter wereld. Dat zijn we natuurlijk niet
geworden door geen handel te drijven of door geen vrijhandel te hebben.
Dat zijn we juist geworden omdat er handelsmogelijkheden zijn. En u komt
dan met twee sectoren aan ...
De voorzitter:
Mevrouw Teunissen komt ... Ja, u spreekt elkaar ook weer met u aan.
De heer Paternotte (D66):
Mevrouw Teunissen komt dan met twee sectoren waarvoor het in het ene
geval geen heel groot verschil maakt en in het andere geval nadelig is.
Daar staat de rest van de landbouwsector tegenover, de akkerbouw
bijvoorbeeld ook, waarvoor het juist een positief effect zou hebben. Als
je bij handel uitsluitend kijkt naar een verdrag dat in alle opzichten
alleen maar goed is voor elke sector, dan zou dat andere land of dat
andere marktblok waarschijnlijk niet zo heel snel bereid zijn die
afspraken te maken. Maar tegelijkertijd zijn er analyses die laten zien:
het is beter voor het klimaat om dat akkoord te sluiten. Het is beter
voor onze economie. Het is ook beter voor onze landbouwsector. Als je zo
veel voordelen bij elkaar ziet en dan nog zegt "ja, maar ik zie ergens
op een pagina ook iets staan waarvoor het niet voordelig is", dan denk
ik dat je je dan beter kunt terugtrekken en heel hoge dijken om
Nederland bouwen, maar daar gaan we met z'n allen niet welvarender van
worden.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik hoor in het antwoord van D66 dat deze partij meegaat in de intensieve
landbouw. Als we kijken naar de intensieve akkerbouw en het alsmaar meer
willen produceren en we inderdaad de tweede exporteur ter wereld van
vlees en zuivel willen blijven, dan zijn dit soort verdragen handig.
Maar volgens mij is dat helemaal niet de weg die we in moeten gaan. We
moeten heel snel omschakelen naar een duurzaam landbouwsysteem.
Bovendien moeten we ook naar de andere kant kijken. Als wij het verdrag
gaan sluiten, leidt dat tot veel meer ontbossing in Braziliƫ, in de
Amazone, waar nu al sprake van is, omdat het alleen maar meer
veehouderij aanjaagt. Dus nogmaals, ik zie echt niet hoe dit verdrag
strookt met de duurzaamheidsambities van D66.
De heer Paternotte (D66):
Het is glashelder, ook in de analyse van LSI, dat het verdrag helemaal
niet leidt tot meer ontbossing, zoals mevrouw Teunissen zegt. Dat is
gewoon niet zo. Het heeft zelfs een netto negatief effect op de
CO2-uitstoot. Oftewel, het verdrag zou zelfs een klein beetje
goed zijn voor het klimaat. Daarnaast, de landbouwsector zal enorm
moeten veranderen, maar het lijkt soms wel alsof gedaan wordt alsof het
een soort landbouwverdrag is. Het is een handelsakkoord voor heel
Europa. Gaat over hoge technologie. Het gaat over medicijnen
bijvoorbeeld, waarvan het harstikke goed zou zijn als er meer
mogelijkheden zouden zijn voor die handel met Zuid-Amerika. Ik zou
mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren ā we zijn het op heel
veel onderwerpen eens, waaronder de transitie die inderdaad nodig is
voor de landbouwsector ā willen uitdagen. Als je zo'n route met
Zuid-Amerika niet wil, als je zelfs handel met Canada al afwijst, hoe
moeten we in Nederland dan zorgen dat we een goede boterham verdienen,
dat we een plek aan tafel hebben waarbij we een positieve invloed in de
wereld kunnen hebben? Ik zie de invloed van Amerika niet beter worden.
Ik zie de invloed van China, die desastreus is voor klimaat en milieu,
op steeds meer plekken in de wereld. Ik denk dat we daar als Europa een
positief groener alternatief voor moeten bieden, maar dan moeten we wel
bereid zijn om zaken te doen.
De voorzitter:
De heer Paternotte vervolgt zijn betoog.
De heer Paternotte (D66):
Ik was denk ik klaar met mijn betoog, voorzitter.
De voorzitter:
Dat is goed. Dan gaan we luisteren naar de volgende spreker en dat is
mevrouw Kamminga, die het woord voert namens de VVD. Gaat uw gang.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Het zijn onzekere tijden met een oorlog op het
Europese continent en helaas op veel andere plekken in de wereld, met
schrijnende humanitaire gevolgen. Neem bijvoorbeeld Sudan, maar ook
Gaza. Het conflict tussen Israƫl en Hamas heeft, zoals we allemaal
hebben kunnen zien, nu ook zelfs onze straten bereikt. Je kunt van
mening verschillen over het conflict, maar dat mag nooit, maar dan ook
nooit een aanleiding zijn voor wat we de afgelopen dagen in Amsterdam
hebben gezien. Daarnaast hebben we te maken met een steeds assertiever
China, dat niet alleen wereldwijd grondstoffen aan het hamsteren is,
maar tevens een assertief economisch beleid voert. We zien het in eigen
land. Chinese spionnen die jarenlang toegang hadden tot NXP-systemen,
pogingen om intellectueel eigendom te stelen bij ASML en duizenden
cyberveiligheidsincidenten per jaar. Het is als een sluipende
ondermijning van onze innovatieve kracht, terwijl Chinese bedrijven
ondertussen met staatssteun onze markt overspoelen. Kijk maar naar de
elektrische auto's, die ver onder de Europese prijzen worden aangeboden.
Ook de economische agenda van de VS zal gevolgen hebben voor de vrije
markt. Is de minister dat met de VVD eens en welke risico's en kansen
ziet zij?
Wat de VVD betreft is het hoog tijd om minder naĆÆef te zijn en beter na
te denken over hoe we enerzijds onze kennis en technologie kunnen
beschermen, maar ook over hoe we zelf weer in staat zijn om strategische
producten te produceren. We hebben met onze afhankelijkheid van Russisch
gas gezien waar naĆÆviteit toe kan leiden. Die fout moeten we niet nog
een keer maken. De VVD is blij met het Global Gatewayinitiatief en de
extra investeringen in Defensie, maar er is meer nodig willen we onze
welvaart en veiligheid kunnen beschermen. Kan de minister toelichten
welke stappen ze nationaal en Europees zet om onze strategische
autonomie te vergroten en welke mogelijkheden ze ziet om dit te
versnellen? Want bijna een derde van ons bbp wordt verdiend aan de
export. Door handel hebben we meer werkgelegenheid, welvaart en
inkomsten, inkomsten waarmee we onze zorg, onderwijs en veiligheid
kunnen betalen. Nederlandse bedrijven hebben veel kennis en kunde en
dragen daarmee wereldwijd bij aan economische groei en ontwikkeling, of
dat nou op het gebied van landbouw is of watermanagement en of het nou
het mkb betreft of grote bedrijven als ASML. De VVD is trots op deze
mooie bedrijven, die iedere keer weer de mouwen opstropen, kansen
grijpen en risico's nemen. We kunnen niet zonder hen. De VVD wil dan ook
zorgen dat Nederland een handelspowerhouse blijft. Dat vraagt ook iets
van ons als overheid als het gaat om het creƫren van een gelijk
speelveld, het wegnemen van knellende regelgeving en het scheppen van
randvoorwaarden waaronder ondernemers in Nederland, maar zeker ook in
het buitenland, goed en veilig kunnen ondernemen. Kan de minister
aangeven hoe zij naar dit vraagstuk kijkt en welke maatregelen zij wil
nemen vanuit haar portefeuille?
Voorzitter. U zat er wellicht al op te wachten: handelsverdragen. De
heer Paternotte had al een gloedvol betoog en het is geen geheim dat ook
de VVD hier een warm pleitbezorger van is. Handelsakkoorden en
-verdragen bevorderen namelijk niet alleen de handel, maar maken ons ā
dat is nog belangrijker ā ook minder afhankelijk van landen als China en
Rusland. Het is daarom niet alleen verstandig, maar ook noodzakelijk om
de banden aan te halen met Afrika, Latijns-Amerika en Aziƫ. Want China
zet al jaren in op samenwerking met die landen, niet alleen om zo
toegang te krijgen tot die kritische grondstoffen, maar ook om invloed
in die regio's te kopen. Ook daar mogen we niet naĆÆef in zijn. Als
Europese Unie hebben we voorlopig nog steeds geen alternatief of een
goed antwoord. Niet-Westerse landen zoals India, Braziliƫ of Indonesiƫ
zijn ook niet meer zonder meer bereid om de strenge EU-eisen over
klimaat, milieu of sociaal beleid over te nemen. Ook daarin moeten we
misschien wat pragmatischer gaan worden. Ik vraag de minister dan ook
welke mogelijkheden zij ziet om nieuwe partnerschappen te sluiten en
deze processen verder te versnellen.
Hoe zorgen we ervoor dat het voor ondernemers weer makkelijker wordt om
in het buitenland te kunnen ondernemen? Ik hoor van veel ondernemers dat
banken echt terughoudend zijn, zelfs als het gaat om investeringen
binnen de EU of in het Verenigd Koninkrijk. Dat zou toch niet de
bedoeling moeten zijn? Hoe weegt de minister dit? Welke rol ziet zij
hierbij voor de kapitaalmarktunie. Hoe ziet zij de samenwerking op dit
onderwerp met de minister van EZK ā "EZ" moet ik tegenwoordig zeggen ā
en minister van Financiƫn?
Voorzitter. Voor de VVD horen bij het vergroten van de strategische
autonomie zeker ook investeringen in defensie. Voor een krijgsmacht die
Nederland veilig kan houden, is een sterke defensie-industrie
noodzakelijk. Bedrijven in de defensie-industrie zijn vaak mkb'ers en
zijn van groot belang voor onze economie. In de Nederlandse
defensie-industrie hebben we met grote internationale concurrentie te
maken en door exportrestricties dreigen ze de slag te missen. Als we
willen dat onze defensie-industrie kan blijven innoveren en groeien,
moeten ze kunnen opereren onder dezelfde voorwaarden als hun
concurrenten. Hoog tijd dus dat Nederland deze bedrijven helpt en de
exportvergunningen minder complex maakt. Hoe staat het met de stappen
van Nederland op dit punt en met de toetreding tot het Verdrag van
Aken?
De heer Boswijk (CDA):
Ik hoor een gloedvol betoog van collega Kamminga over waarom handel
belangrijk is, maar ook over de groeiende invloed van China en Rusland
in Afrika. Dat kan ik allemaal onderschrijven. Maar kan ze me nog Ć©Ć©n
keer uitleggen waarom het dan een goed idee is, als wij inderdaad
concluderen dat Rusland en China in ons vacuĆ¼m springen, dat wij zo
ontzettend hardvochtig bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking? Is
mevrouw Kamminga ervan op de hoogte dat inmiddels 76% van de Afrikaanse
jeugd meer hoop ziet in China als het om ontwikkelingssamenwerking gaat
dan in Amerika en de EU? Beseft ze dat wat dit kabinet nu doet daarbij
op z'n minst niet helpt?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik was eigenlijk net aan het kopje ontwikkelingshulp toegekomen, maar ik
zal nu alvast op uw antwoord ingaan. Ik realiseer me natuurlijk terdege
... Dat zou geen verrassing moeten zijn, want volgens mij heeft de VVD
al sinds jaar en dag staan dat het wel een tandje minder mag op
ontwikkelingshulp. Want heel eerlijk, tuurlijk zien we de belangen ā ik
deel dan ook niet de assessment van de heer Ram; de VVD ziet echt het
nut en de noodzaak van ontwikkelingshulp ā maar we doen nog steeds best
wel veel. Het is niet zo dat we niks doen. We besteden daar nog
miljarden. We moeten overal bezuinigen. We moeten in Nederland ook
bezuinigen. We hebben heel veel prioriteiten. Als we bij de VVD moeten
kiezen tussen die prioriteiten in deze instabiele wereld, dan kiezen wij
voor nu voor veiligheid, voor de investeringen in Defensie, waarin we zo
achterlopen en waar we echt een tandje bij moeten doen. En ja, dan
kijken we over de hele linie naar allerlei posten, maar dan kijken we
ook naar ontwikkelingssamenwerking. Dat betekent niet dat we niks meer
doen. Dat laat ik me ook niet aanwrijven. Er gaan nog steeds miljarden
naartoe. Dat noem ik echt niet niks.
De heer Boswijk (CDA):
Ik vind het een valse tegenstelling om te zeggen dat we moeten kiezen
tussen enerzijds veiligheid en anderzijds ontwikkelingssamenwerking. Ik
denk, gezien de toenemende dreigingen en de complexiteit daarvan ... Ik
vind het goed dat we meer investeren in defensie; dat is ook vooral
gericht op de oostflank. Als je kijkt naar alle trends die op dit moment
in Afrika aan de gang zijn, in combinatie met de groeiende invloed van
China en Rusland, dat we dan juist met het oog op veiligheid ... Stel
dat medemenselijkheid je allemaal niks boeit ā ik weet dat dat niet
geldt voor collega Kamminga, maar stel dat ā dan is het nog steeds een
goed idee om te investeren. Mevrouw Kamminga zal het toch met mij eens
zijn dat met al die negatieve trends die aan de gang zijn, bezuinigen,
en dan ook nog zo fors ā¦ Kijk, dat je kritisch kijkt of het beter kan,
daar ben ik helemaal voor en ik ben ook nog wel bereid om te kijken of
het misschien een onsje minder kan. Maar zo fors als nu? Mevrouw
Kamminga moet daar toch ook van zeggen "dit gaat ons echt te ver"?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Dan verschillen de heer Boswijk en ik, de VVD dus, een beetje wat
betreft de vraag waar het een onsje minder kan. Als wij prioriteiten
moeten stellen en keuzes moeten maken, maken wij deze keuze. Nogmaals,
dat betekent niet dat wij niet zien hoe belangrijk ontwikkelingshulp is.
Maar laten we handel niet vergeten. Ik heb juist ervoor gepleit om meer
met die landen te gaan samenwerken, om meer handelsovereenkomsten te
sluiten. De ultieme weg naar ontwikkeling is immers economische groei.
Als er bedrijvigheid komt, krijg je een goede middenklasse en die
middenklasse ā dat weet weten we allemaal ā zorgt voor een verdere
stimulans. Dat hebben we ook in Aziƫ gezien. Dat werkt ontzettend goed.
Handel kan een motor zijn. Wij investeren daarin en wij blijven nog vele
miljarden uittrekken, ook voor ontwikkelingshulp. Ik begrijp dat de heer
Boswijk ā dat weet ik ook van hem ā zegt dat die balans wat hem betreft
anders had gemogen, maar de VVD maakt deze keuze. Dat neemt niet weg dat
wij het belang zien en dat neemt niet weg dat wij blijven strijden voor
een aantal doelen. Maar inderdaad, wij zeggen dat het met meer focus
kan, dat het met scherpere keuzes kan. Zo kun je ook echt impact
maken.
De heer Bamenga (D66):
Inderdaad, het is niet of-of, maar en-en, zeker als het gaat om
veiligheid. Op het moment dat mensen steeds armer worden, worden ze ook
steeds wanhopiger en is de kans op conflict groter. Dat is precies wat
wij proberen te voorkomen, juist ook met OS. Ik ken de VVD als een
partij die financieel degelijk beleid heel erg belangrijk vindt. De VVD
levert ook regelmatig de minister van Financiƫn. Van de huidige
begroting weten we op heel veel punten niet op welke manier er
daadwerkelijk gekort gaat worden. Is dit nou financieel degelijk
beleid?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik vind het heel goed verdedigbaar dat deze minister heeft gezegd dat
zij niet allemaal keuzes gaat maken in een lopend jaar. Dat zou immers
heel veel organisaties disproportioneel hard raken. Ik snap dus heel
goed dat ze voor nu, om het oneerbiedig te zeggen, de kaasschaafmethode
gaat toepassen voor het komende jaar. Ik snap dat. Met u vind ik wel dat
er uiteindelijk keuzes nodig zijn. Die zal de minister ook maken. Ze
heeft een brief aangekondigd. Daar wacht ik op. Had dat eerder gekund en
gemogen? Dat was mooi geweest, maar ik moet eerlijk zeggen dat als ik
kijk naar wanneer dit kabinet is aangetreden, ik daarvoor begrip
heb.
De heer Bamenga (D66):
Ik begrijp het dus goed dat het volgens mevrouw Kamminga financieel
degelijk beleid is dat er nu een forse bezuiniging wordt aangekondigd,
maar dat we tot op heden nog steeds niet weten op welke manier deze
bezuiniging gaat uitpakken? Een andere vraag. Mevrouw Kamminga heeft
zojuist uitgelegd ā¦
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik zou daar wel even op willen reageren, voorzitter.
De voorzitter:
U heeft nu niet het woord. De heer Bamenga.
De heer Bamenga (D66):
Mevrouw Kamminga geeft aan hoe belangrijk de positie van Nederland in de
wereld is. Dat is volgens haar ontzettend belangrijk. Dat is ook zo, dat
is ook de reden dat Nederland als klein land toch groot is, als ik het
zo mag zeggen. Toch zien we met deze begroting een heel andere beweging.
Ik vraag me af wat mevrouw Kamminga denkt dat deze bezuinigingen doen
voor de positie van Nederland op het wereldtoneel.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik wil toch in eerste instantie nog even reageren op het statement dat
gemaakt werd. Dat werp ik verre van mij. Er is niks ondeugdelijks aan
dat je een keurige begroting inlevert met een bezuinigingsopgave
waarover je zegt: voor nu kiezen we ervoor om voor het eerste jaar,
waarin die opgave nog relatief beperkt is, niet te zeggen "we doen dit
niet meer en we doen dat niet meer". Daar willen we goed over nadenken.
Dat verdienen al die organisaties, dat verdienen al die onderwerpen en
dat verdienen ook de mensen in de landen daar. Ik vind dat deugdelijk.
Dat er vervolgens wel keuzes moeten komen, is iets anders. Dat u het
niet eens bent met de mate van bezuinigen is iets anders dan dat het
niet deugdelijk zou zijn. Dat werp ik dus echt verre van mij.
Op uw vraag wat het doet voor de positie in de wereld: het is niet zo
dat wij ons terugtrekken uit die wereld. Wij leveren nog steeds vele
miljarden. Ook met die bezuinigingen staan wij nog steeds ver boven
landen als Canada, Australiƫ, de VS en talloze Europese landen. Dat is
dus niets om ons voor te schamen. Ja, wij doen een tandje minder. Dat
doen we op heel veel terreinen en dat is niet altijd leuk, maar ik laat
me niet aanwrijven dat wij er niets meer aan doen. Dat wij meer focus
hebben en meer keuzes maken en daarmee efficiƫnter zijn, vind ik alleen
maar toe te juichen.
De heer Bamenga (D66):
We doen een tandje minder, zegt mevrouw Kamminga. Het is een historische
bezuiniging waar we nu mee te maken krijgen. En dit is wat je hoort van
de VVD: "We doen een tandje minder." Ik vind het echt niet okƩ. Ik vind
het echt niet okƩ. Op het moment dat er een begroting als deze is, die
heel veel mensen en de mensenrechten in landen raakt, zoals vrouwen die
ongewenst zwanger worden en zo wanhopig worden dat ze op een gevaarlijke
manier abortus moeten plegen, vrouwenrechten, lhbti-rechten ā¦ Dat is wat
er geraakt wordt door deze bezuinigingen. En dan komt mevrouw Kamminga
van de VVD zeggen: het is maar een kleine bezuiniging. Nou, ik geloof
het niet.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Noem 7 miljard maar niks. Maar goed, daar hebben wij een andere beleving
bij. Nogmaals, ik ben ook heel blij met die beleidsbrief. Daar heb ik
echt nog wel vragen over, maar daar kom ik zo op terug. Over de brief
die de minister heeft gestuurd, heb ik ook vragen. Maar ik ben er wel
blij om dat de thema's die de heer Bamenga noemt, waar de VVD ook voor
geknokt heeft, er juist wƩl in staan en dat daar juist nog wel geld voor
is.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik vind dat mevrouw Kamminga eigenlijk gewoon een goed verhaal heeft.
Dat is niet vanwege de keuzes die gemaakt zijn, want daar heb ik een
beetje moeite mee. Ook de VVD-jongeren hebben eerder tijdens de
onderhandelingen aangegeven "hou toch op met die populistische
flauwekul". Ontwikkelingssamenwerking werkt. Ik heb eerder in mijn
betoog tegenover de heer Ram proberen aan te tonen dat het helemaal niet
zo is dat we geld van mensen door de plee spoelen; je helpt mensen. Dat
is nummer Ć©Ć©n. En secundair krijg je er ook wat voor terug. Die
koppeling zie ik dus niet. Daarnaast is de bbp-koppeling loslaten op
termijn de grootste en meest destructieve bezuiniging. Je laat namelijk
de koppeling los waardoor als de economie steeds meer groeit, het
relatieve verschil eigenlijk steeds groter wordt. Ik vind uw verhaal ā
nogmaals, mijn complimenten daarvoor ā dus niet matchen met wat er
uiteindelijk op papier staat. Maar u gaat het wel steunen.
Mijn grootste bezwaar zit 'm erin dat u zegt: het is belangrijk dat wij
opvang in de regio hebben; mensen moeten daar blijven en dat moet goed
gefaciliteerd worden. Maar zelfs daarvoor wordt nauwelijks geld
uitgetrokken. Dus zelfs bij de problemen waarvan mevrouw Kamminga
aangeeft dat er wel geld naartoe moet ā dat heeft ze tenminste heel vaak
gezegd tijdens de verkiezingscampagnes ā blijkt dat er niet geleverd
wordt. Dan vraag ik me toch af of mevrouw Kamminga oprecht gelooft in de
begroting die er nu is. Volgens mij heeft u in de afgelopen dagen niet
het achterste van uw tong laten zien. Gelooft u echt dat de begroting en
de keuzes die minister Klever daarin gemaakt heeft, echt het VVD-verhaal
representeren? Of bent u het met mij eens dat het wel schuurt, ook als
het gaat om de internationale positie van Nederland, die u ook
koestert?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Allereerst refereert u aan iets, maar volgens mij heeft de heer De Roon
dat gezegd en ik niet. Ik heb over ontwikkelingshulp nooit gezegd dat
die nooit functioneel kan zijn, dat het geen bijdrage levert of dat het
niet belangrijk is. Dat heeft de VVD nog nooit gezegd. We hebben alleen
gezegd: doe dat nou met minder versnippering, ga niet in ieder land een
klein project doen en breng meer focus aan. Minister Schreinemacher
heeft daar een mooie aanzet toe gegeven door met die combilanden te gaan
werken. Dan kan je veel gerichter geld inzetten, kan je veel gerichter
landen helpen en kan je veel beter samenwerken in Europa. Ik kom daar zo
meteen nog even op terug. Dat wil ik dus toch nog wel even rechtzetten,
want dat zei ik.
Wat de keuzes van minister Klever betreft heb ik een aantal vragen die u
ook heeft, want we hebben die beleidsbrief nog niet. Ik zei net ook al
in mijn reactie op meneer Bamenga dat ik het voor dit jaar nog wel
begrijp ā dat had ik ook liever anders gezien ā maar dat ik wel
reikhalzend uitkijk naar die beleidsbrief. Zoals ik al zei, kunnen we
discussiƫren over of het meer of minder moet zijn. Er zijn partijen die
vinden dat het nog steeds te veel is. Ik hoor een aantal van u zeggen:
het is veel te weinig. Maar mij gaat het erom hoe we ervoor zorgen dat
we het geld dat we hebben, goed besteden en welke keuzes we daarin
maken. Ik kom er dadelijk op terug in mijn betoog, maar er is geen
misverstand over waar voor de VVD de focus ligt. Migratie is dus zo'n
onderwerp waar voor de VVD de focus ligt, net als watermanagement en
voedselzekerheid. Ik verwacht dus ook van de minister dat in de
beleidsbrief die zij volgend jaar stuurt, die prioriteiten nadrukkelijk
terugkomen. Ik heb al eerder in uw Kamer meerdere moties ingediend die
zien op de rechten van vrouwen en op de rechten van kwetsbare groepen.
Ook daarvoor zal ik blijven strijden.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Maar het is natuurlijk wel gek om nu als controlerende parlementariƫr te
zeggen: ik had graag wat meer invulling willen zien, maar we gaan het
alvast steunen. Ik ben het met u eens als u zegt dat het goed is om een
jaar de tijd te nemen om al die keuzes te maken, maar dan had misschien
ook gewacht kunnen worden met het voornemen om zo fors te bezuinigen. We
weten nog niet waar het precies naartoe gaat. Volgens mij is mevrouw
Kamminga het niet eens met wat de heer Ram beweert. Volgens mij ziet u
ook nog wel dat ontwikkelingshulp goed kan zijn voor de wereld, maar ook
voor Nederland.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Zeker.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Daarom bevreemdt uw betoog mij zo. U zegt al akkoord te gaan met de
bezuinigingen die eraan zitten te komen en de hoogte ervan. Pas volgend
jaar hoopt u te zien wat u verwacht. Ik denk dat de volgorde toch
andersom zou moeten zijn. Ik heb dan nog wel een vraag ā¦
Mevrouw Kamminga (VVD):
Het zijn eigenlijk twee vragen.
De voorzitter:
Het worden lange interrupties zo.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Het is de laatste voor nu.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik vind dat trouwens niet erg, maar ik zou dan wel graag willen
antwoorden, voorzitter.
De voorzitter:
Er zit ook verdacht vaak het woord "u" in, maar dat is niet alleen bij u
zo, maar bij heel veel mensen. Ik blijf daarop hameren.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Mij is ooit geleerd dat "u" een vorm van beleefdheid is, maar ik ga
proberen dat af te leren.
De voorzitter:
Ja, maar we hebben hier de afspraak dat we via de voorzitter spreken,
want anders spreekt u de hele tijd mij aan. Dat vind ik best eervol,
maar dat is niet handig, ook met het oog op de Handelingen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
U heeft technisch gelijk. Ik laat het bij deze vraag, want de rest van
mijn interrupties bewaar ik voor mevrouw Zeedijk.
De voorzitter:
U heeft er nog maar Ć©Ć©n. Ja, het gaat hard. Mevrouw Kamminga dan nog
voor een reactie.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Daar wil ik inderdaad nog wel even op antwoorden. De heer Ceder vraagt
of het niet de verkeerde volgorde is. Ik begrijp best zijn punt: zou je
niet eerst moeten weten waar je het aan gaat besteden om vervolgens te
kunnen beoordelen of een bezuiniging kan? Tegelijkertijd weten we
allemaal dat als we voor vier jaar met mekaar kijken waar we ons geld
inzetten, hoe we dat verdelen en hoe we de prioriteiten kiezen, het
helemaal niet gek is dat we de richting aangeven. Dat hebben we ook
gedaan. De richting die we aangeven is dat we minder gaan doen, dat we
daardoor meer focus aanbrengen en dat we het specifieker doen. Laten we
ook eerlijk zijn met elkaar. We hebben toch allemaal die
Rekenkamerrapporten keer op keer gezien en gelezen, waarin keer op keer
staat: het is te versnipperd, het is te weinig concreet, het zijn te
veel kortlopende projecten. Iedere keer staat er weer: het is misschien
goedbedoeld. Ik weet ook dat de mensen heel hard werken; daar wil ik
echt niks aan afdoen. Maar uiteindelijk verdienen de belastingbetalers
ook wel dat hun geld goed wordt ingezet. Dat verdienen niet alleen de
belastingbetalers, maar zeker de mensen die we proberen te helpen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
De cruciale vraag is natuurlijk: minder doen op wat, efficiƫnter doen op
wat? Er is nog geen enkel inzicht in wat dit concreet bewerkstelligt in
al die landen, ook met betrekking tot onze veiligheidspositie. Daar wil
ik het even over hebben. De VVD vindt internationale veiligheid altijd
heel belangrijk.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Absoluut.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Daar hoor ik mevrouw Kamminga altijd mooie woorden over zeggen.
Tegelijkertijd heb ik hier een brief van de ambassadeur van de VS. Die
heeft een brandbrief gestuurd waarin staat: doe die bezuinigingen
alsjeblieft niet, ook in het kader van internationale vrede en
internationale stabiliteit. Het is essentieel om te voorkomen dat we
verdere escalatie van conflicten hebben, maar ook om pushfactoren voor
migratie, zoals klimaatverandering, waardoor mensen op de vlucht slaan,
terug te dringen. Daarvoor zijn juist deze gelden, dus internationale
samenwerking, essentieel. Ik vraag aan mevrouw Kamminga: waarom
bezuinigt u zo veel als u internationale veiligheid zo vooropstelt? En
ondersteunt u deze oproep van de ambassadeur van de VS?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik zou zeggen: een postzegel erop en dan retour afzender. Wij zitten ver
boven het gemiddelde. Als ik kijk naar de voornemens van de aanstaande
president van de VS, heeft die hele andere ambities. Wellicht kunnen ze
hun eigen brief wat beter gaan lezen. Er ligt ook een brief van
diezelfde mensen dat we de NAVO-norm moeten halen, dat we die 2% moeten
halen. Tegelijk duwen ze nog op misschien een tandje meer. Als wij
keuzes moeten maken, gaan we zeker voor veiligheid. Veiligheid voorop.
Zonder veiligheid is er geen vrijheid. Zonder veiligheid en zonder die
vrijheid helpen al die projecten niet. Op Ć©Ć©n staat voor ons dat we
zorgen dat we veilig zijn.
Mevrouw Dobbe (SP):
Het is jammer dat mevrouw Kamminga die brief over de NAVO niet retour
afzender stuurt. Maar goed, dat terzijde.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Daar refereerde ik net nog aan.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik weet dat mevrouw Kamminga het heel erg vindt wat er gebeurt in Sudan
op dit moment. Er is een enorm humanitair conflict. De strijdende
partijen zijn daar bezig met mensen uitmoorden, miljoenen mensen hebben
honger, er is acute hongersnood, mensen zijn op de vlucht et cetera. Dat
conflict wordt uitgevochten met wapens. Nu blijkt een deel van die
wapens uit Frankrijk te komen en via de Emiraten te gaan. Dat was het
nieuws van vandaag, maar daar zijn eerder rapporten over verschenen.
Daar hebben wij ook eerder debatten over gehad, maar vandaag was weer
dƔt nieuws. Waarschijnlijk is het ook nog een schending van het
VN-wapenembargo. Dat gebeurt met Franse wapens. Nu hoorde ik mevrouw
Kamminga net zeggen "ik kan niet wachten tot we toetreden tot het
Verdrag van Aken". Dat Verdrag van Aken regelt dat wij wapens kunnen
leveren aan Frankrijk, dat wij dat zelf niet meer toetsen en dat wij
ervan uitgaan dat Frankrijk dat goed toetst. Maar dan blijken die wapens
gewoon in dat verschrikkelijke conflict in Sudan terecht te komen. Vindt
mevrouw Kamminga ook niet dat we daar een pas op de plaats moeten
maken?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Nee, dat vind ik helemaal niet. Ik heb het rapport dat mevrouw Dobbe
aanhaalt overigens niet gelezen, maar ik ben altijd bereid om dat te
doen, want we hebben nog meer debatten over dit onderwerp waarin wij dit
terug zullen zien komen. Om een antwoord op haar vraag te geven: als ik
mevrouw Dobbe goed hoor, geeft zij aan dat dit via de Emiraten is
gegaan. En als dat een schending is van de exportregelgeving, dan kan
dat natuurlijk niet en dan moeten we daartegen optreden. Ik heb er alle
vertrouwen in dat de Europese Unie en Nederland dat gewoon altijd doen,
want wij hebben heel strikte exportregels. Het gaat mij vooral hierom:
als wij zelfs al niet binnen de EU met elkaar handel kunnen drijven en
met elkaar een militaire industrie kunnen opbouwen, terwijl we in de EU
aan dezelfde regels gebonden zijn, waar dan wel? Ik vind het dan heel
erg gek dat, als je een onderdeel van een wapensysteem aanlevert, je per
onderdeel steeds een vergunning moet hebben als dat binnen diezelfde
exportkaders blijft vallen. Dat vind ik onnodig. Dat vind ik
administratieve rompslomp. Dat helpt onze defensie-industrie niet
verder.
Mevrouw Dobbe (SP):
Mevrouw Kamminga zegt heel overtuigend: als het binnen de EU al niet
kan, waar kan het dan wel? Nou, het blijkt binnen de EU dus ook niet te
kunnen, want Frankrijk levert die wapens wel. Die wapens komen terecht
in Sudan en God weet in welke andere conflictgebieden. Want die wapens
worden geƫxporteerd naar plekken waar oorlog is en dus ook naar Sudan.
Dat gaat dus via Frankrijk. Er zijn tal van bewijzen dat dit gebeurt, en
toch zegt mevrouw Kamminga: treed maar toe tot dat verdrag, wacht daar
niet mee, doe dat zo snel mogelijk. En dat terwijl zij weet dat deze
wapens daar terechtkomen. Hoe belangrijk vindt de VVD dan de
wapenexportcriteria nog?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Wij vinden die heel belangrijk en essentieel. Daar knokken wij ook voor.
Ik heb deze minister, maar ook haar voorgangers, daar iedere keer hard
voor horen staan. Kijk, wat mevrouw Dobbe zegt, is dat er een soort van
zwarte markt zou kunnen zijn. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Als
doorlevering niet binnen de criteria past, dan mag ook die natuurlijk
niet. Maar dat neemt niet weg dat Frankrijk de eigen levering gewoon
conform de eigen regels heeft gedaan. En we hebben een markt nodig. Ik
weet heel goed dat mevrouw Dobbe in algemene zin een heel andere kijk
heeft op nut en noodzaak van wapens. Dus daar gaan wij niet uitkomen. De
VVD vindt het belangrijk dat we een goede en stabiele defensie hebben,
dat we onze eigen broek op kunnen houden, dat we ons land kunnen
verdedigen en dat we ons steentje ook op dat gebied kunnen bijdragen om
de wereld veilig en stabiel te houden. Daar horen wapens bij. Daar hoort
een eigen industrie bij. Daar hoort ook export bij. En ja, daarvoor
hebben we criteria. Als er ergens een lacune is of een loophole, dan ben
ik van harte bereid om te bekijken of we die kunnen dichten, want dat
zou niet moeten. Maar laten we nou niet doen alsof het exporteren van
wapens en het handelen daarin er niet bij horen. We moeten ons kunnen
verdedigen. Ook wij gaan straks wapens kopen, want wij kunnen niet alles
in Nederland zelf maken. Dus ook wij moeten die markt op. Ik ben daar
een voorstander van, want ik vind dat onze defensie goed wapentuig
verdient.
De voorzitter:
Mevrouw Kamminga vervolgt haar betoog.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Dan kom ik bij ontwikkelingshulp. Op dit moment pakken wij in Europa
ontwikkelingshulp op 28 manieren aan. Alle lidstaten plus de Europese
Commissie hebben hun eigen fondsen en wensenlijstjes, met versnippering
tot gevolg. Met ruim 80 miljard is de EU ongeveer de grootste donor
wereldwijd. Maar het lukt ons onvoldoende om onze belangen te behartigen
of om de economische ontwikkeling in ontwikkelingslanden te stimuleren.
Europa zal landen daarom deals moeten aanbieden die concurreren met
China. De prioriteiten van de VVD zijn helder. De focus moet vooral
liggen op onderwerpen waarop Nederland veel kennis en kunde heeft en op
landen waarop we ook daadwerkelijk een impact kunnen hebben en waarin we
echt het verschil kunnen maken. De VVD vindt het van belang dat we niet
alleen bijdragen aan het voorkomen van irreguliere migratie, aan
voedselzekerheid en watermanagement, maar ook aandacht houden voor
noodhulp, voor het beschermen van de rechten van minderheden, voor
vrouwen, lhbtq+ en gezondheidszorg. Want op dat vlak hebben wij zo
ontzettend veel kunde. Kijk bijvoorbeeld naar het Aidsfonds of een
organisatie als Rutgers.
In dat licht heb ik nog een paar vragen over de brief die de minister
deze week stuurde. Het valt natuurlijk te prijzen dat de minister snel
duidelijkheid wil geven, maar kan de minister nader toelichten hoe dit
subsidiekader in haar bredere inzet past? Komt er bijvoorbeeld nog
separate aandacht voor mondiale gezondheidszorg? Ook de inzet op lokale
ngo's vindt de VVD onlogisch, want wat gaan die doen zonder onze kennis
en kunde? De VVD zou het dan ook logisch vinden dat Nederlandse ngo's
binnen dit subsidiekader blijven vallen, mits ze bijvoorbeeld kunnen
aantonen dat ze in hun project samenwerking met lokale ngo's
zoeken.
Dan de 50%-norm. De minister wijst op een verzoek van mij. De VVD is er
ook niet per se tegen, maar mijn verzoek was juist om in kaart te
brengen welke negatieve effecten die zou hebben. Dat inzicht is er nog
niet echt, anders dan een bijlage. Kan de minister hier dus nader op
ingaan? En hoe zit het met maatschappelijke organisaties die meer aan de
kenniskant zitten? Voor hen is het vaak veel lastiger om die 50% te
halen. Vallen zij dan binnen de maatwerkoplossing?
Ik zie de tijd wegtikken. Ten slotte had ik nog een kleine passage over
UNRWA, maar aangezien we net het tweeminutendebat hebben gehad, waar ik
al een motie heb ingediend, laat ik dat nu zitten.
Dank.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik dacht: ik wacht heel even tot de hele inbreng is geweest. Ik heb twee
verschillende vragen. Laat ik even met de eerste beginnen. Die sluit
meer aan bij het eerste, gloedvolle deel van het betoog van mevrouw
Kamminga, waarin zij staat voor het Nederlandse bedrijfsleven, zoals we
van de VVD gewend zijn. Het valt alleen wel op dat datzelfde Nederlandse
bedrijfsleven in de afgelopen maanden op verschillende manieren en op
verschillende momenten heeft laten horen dat het niet zo tevreden is met
de bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking die al in het
hoofdlijnenakkoord wordt aangekondigd, laat staan met de extra
bezuiniging door het loslaten van de koppeling. Het bedrijfsleven zegt
letterlijk: wij kunnen zeker in deze landen terecht, maar daar hoort wel
ontwikkelingssamenwerking bij, omdat wij niet goed kunnen functioneren
in landen waar de rechtsstaat niet functioneert. Mevrouw Kamminga draait
de hele tijd het verhaal om. Zij zegt: laten we nou eerst economische
ontwikkeling brengen, want dan komt de rest vanzelf wel. Is mevrouw
Kamminga het ermee eens dat haar betoog lijnrecht tegenover de analyses
van bijvoorbeeld VNO-NCW, evofenedex en Ernst & Young staat? Die
zeggen allemaal: zonder investering in landen waar wij handel mee willen
drijven ā dat willen we ook echt; daar zien we kansen in ā kunnen wij
geen economische ontwikkeling brengen.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik zie dat helemaal niet op die manier. Ik ben het met ze eens dat we
zonder investeringen in bepaalde landen geen ontwikkeling kunnen
brengen, maar we moeten daar wel in kiezen. Ja, we hebben minder geld,
maar ik ga weer herhalen dat er nog steeds heel veel geld beschikbaar
is. Ja, we moeten meer focus aanbrengen, dus laten we nou juist met die
bedrijven en koepels kijken in welke landen we een toegevoegde waarde
hebben en in welke landen we hen kunnen helpen. Ik vind die combilanden
een goede stap. Volgens mij moeten we daarop voortbouwen. Dat geeft
focus. Dan kunnen we met elkaar kijken welke investeringen we wel doen
en welke niet. Nogmaals, ik zie het verband tussen beide echt wel. Dat
is ook waarom wij blij zijn dat er nog geld is. Er is gewoon nog veel
geld. Dat gaan we juist voor dit soort dingen inzetten, om de handel te
bevorderen, om migratie tegen te gaan en om de landbouwsector te helpen.
Dat is de focus. Dat is de prioriteit.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Mevrouw Kamminga blijft herhalen dat er nog best wel veel geld is ā¦
Mevrouw Kamminga (VVD):
Noem 7 miljard maar weinig.
De voorzitter:
Niet door elkaar. Mevrouw Hirsch heeft het woord.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik kan zo meteen nog in debat met andere Kamerleden, maar mevrouw
Kamminga blijft herhalen dat er nog heel veel geld is. De reactie van
VNO-NCW en evofenedex kwam nadat het hoofdlijnenakkoord was
aangekondigd. Zij waren het er dus in ieder geval niet mee eens dat er
nog geld is. Die kwam ook voordat er nog een extra bezuiniging doorheen
werd gerommeld dankzij de minister van Financiƫn. Ik kan dus alleen maar
concluderen dat mevrouw Kamminga het niet eens is met de analyse van
VNO-NCW en andere bedrijvenkoepels.
Mijn tweede vraag heeft meer te maken met het tweede deel van het betoog
van mevrouw Kamminga. De VVD vindt dat het allemaal wel een tandje
minder kan, maar wil wel blijven staan voor vrouwenrechten en denkt dat
dat binnen dit budget kan. In 2023 was het doel dat er bijna 2.500
vrouwenorganisaties gesteund konden worden; dat noemde ik al in mijn
eigen betoog. Dat aantal is dankzij de bezuinigingen, die de partij van
mevrouw Kamminga steunt, nu gekelderd tot 300. Wat vindt mevrouw
Kamminga daarvan? Het gaat om vrouwenrechten. Die vindt mevrouw Kamminga
zelf belangrijk. Vindt zij nou echt dat het nog wel een tandje minder
kan?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Eerst nog even in reactie op het eerste punt dat weer gemaakt werd,
namelijk dat we lijnrecht tegenover elkaar zouden staan. Dat is de
conclusie van mevrouw Hirsch. Ik snap natuurlijk heel goed dat niemand
het leuk vindt dat er bezuinigd wordt. Als ik een belangenorganisatie
zou zijn, zou ik ook een brief schrijven met de strekking: joh, wat
vervelend. Tuurlijk! Anders zouden ze toch ook geen knip voor de neus
waard zijn? Maar de analyse, waarvan u zegt dat ik die niet deel, deel
ik wel: het belang van stabiliteit, stabiele regimes en eerlijke regels
om goed te kunnen ondernemen ondersteun ik. Dat zal wat mij betreft een
van de prioriteiten zijn die ik deze minister meegeef. Dat wil ik gezegd
hebben.
Mevrouw Hirsch, ik steun de doelen voor vrouwenrechten en voor lhbtq,
maar u had het zelf al over 2.500 organisaties. Dat is toch per
definitie versnipperd? Laten we dat nou wat systematischer en met wat
meer focus doen. Of het er dan 300, 400 of 100 moeten zijn, vind ik
lastig om te beoordelen. Ik ben ook niet de professional. Dat zouden we
ook niet vanuit deze Kamer moeten besluiten. Maar dit is juist zo'n
voorbeeld waarvan ik denk: laten we dat nou doen met focus en laten we
dat koppelen aan de kennis en kunde die we in Nederland hebben. Want we
zijn heel sterk op heel veel van die onderwerpen.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik ben in ieder geval blij om te horen dat mevrouw Kamminga het hanteren
van de hakbijl uit de brief van minister Klever niet steunt. Denk aan
het maatschappelijk middenveld en het draagvlakcriterium. Het is
eigenlijk een verkapte manier om organisaties om te laten vallen. Ik
hoop dat mevrouw Kamminga bereid is om niet alleen deze woorden uit te
spreken, maar daar ook actie op te ondernemen om ervoor te zorgen dat
dat niet gebeurt.
Ik wil even doorgaan op het feit dat mevrouw Kamminga rechten van
vrouwen en meisjes belangrijk vindt. Wij waren bij de lancering van het
MPI; daar zijn wij ook samen voorzitter van. Daar werd een rapport van
het Guttmacher Institute gepresenteerd. Jarenlang is gevraagd wat die
ontwikkelingssamenwerking nou allemaal oplevert. Nou, zij weten precies
wat het oplevert: elke cent die naar seksuele en reproductieve
gezondheid en rechten, naar vrouwenrechten, gaat, kunnen zij
verantwoorden en daar weten zij de resultaten van. Dat hebben zij
ontzettend goed gedaan. Uit dat rapport blijkt ā dat weet mevrouw
Kamminga ook ā dat elke 10 miljoen euro aan bezuinigingen daarop leidt
tot 882.000 vrouwen zonder voorbehoedmiddelen. Het levert meer dan
200.000 ongewenste zwangerschappen op. Het leidt tot 17.000 mensen
zonder antivirale hiv-behandelingen. Het zorgt voor 2.000 moeders die
geen medicijnen aan hun kinderen kunnen geven, zodat die geen hiv
krijgen. Dat zijn de exacte resultaten van elke 10 miljoen euro aan
bezuinigingen op Nederlands ontwikkelingsgeld, dat hier ontzettend
effectief voor wordt ingezet. Wat vindt mevrouw Kamminga ervan dat daar
het mes in wordt gezet?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Nogmaals, we gaan fors bezuinigen en dan moet je overal naar kijken. Ik
snap dat er dan overal iets minder voor is. Uiteindelijk hoop ik dat we
met een scherpere focus bij sommige dingen zelfs iets meer kunnen gaan
doen. Dan heb ik het over de prioriteiten die ik eerder noemde. Ik vind
dat ook belangrijk. Ik zie een aantal van die dingen in de brief terug.
Ik heb niet voor niets in mijn betoog gevraagd hoe het zit met de
gezondheidszorg: komt daar nog iets extra's voor? Want ik herken wat u
zegt en ook ik zie de cijfers. Veilige abortus bijvoorbeeld heeft niet
te maken met cultuur ā die discussie hebben we weleens in de Kamer gehad
ā maar met het voorkomen van de sterfte van moeders van kinderen. Het
heeft gewoon te maken met veilige geboortezorg. Ik heb in mijn betoog
ook een organisatie als het Aidsfonds genoemd. Juist op dat gebied heeft
Nederland heel veel kennis en kunde. Daarom zou ik zeggen dat dat niet
tussen wal en schip zou moeten vallen. Het zou mij een lief ding waard
zijn als dat in het maatwerk zou passen.
Mevrouw Dobbe (SP):
Mevrouw Kamminga vindt het heel belangrijk, maar dit werk kan niet
worden voortgezet als er zo wordt gesneden in het werk dat deze
organisaties doen, zowel lokaal als hier. Mevrouw Kamminga noemde het
net zelf ook al: bij Rutgers wordt het mes erin gezet. Ook bij lokale
initiatieven wordt het mes erin gezet. We weten precies wat elke 10
miljoen euro aan bezuinigingen kost, en we bezuinigen meer dan 10
miljoen. Ik heb een voorstel op het gebied van de bezuiniging van 47
miljoen euro die dit kabinet wil doorvoeren; je kan doorrekenen wat het
betekent om die bezuiniging terug te draaien. Als mevrouw Kamminga dit
belangrijk vindt, steunt zij dan ook dat voorstel? Want er is ook gewoon
geld voor nodig.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik waardeer het warme pleidooi van mevrouw Dobbe; ik weet dat zij hier
een warm hart voor heeft. Tegelijkertijd is een warm hart natuurlijk
niet altijd alleen maar aan geld af te meten. Wij behoren tot de top
drie van landen die dit soort projecten steunen. Volgens mij refereerde
de heer Bamenga daaraan. We gaan nog steeds wat doen, maar het is
natuurlijk ook niet zo dat we met alles altijd vooraan kunnen lopen. We
moeten gewoon keuzes maken en we moeten prioriteren. Dan is het gewoon
kiezen. Als we nog steeds iets doen, staan we misschien niet meer in de
top drie, maar wel in de top tien. Dat vind ik niet iets om ons voor te
schamen. Ik vind ook niet dat we daarmee zeggen dat we het niet
belangrijk vinden.
De heer Ram (PVV):
Precies daar gaat mijn vraag over. We staan in de top drie als het gaat
om het geven van geld voor vrouwenrechten en lbthq wereldwijd. Nederland
bokst echt boven zijn gewicht, om het zo maar te zeggen. De vraag aan
mevrouw Kamminga is dan ook: er moeten keuzes gemaakt worden als het
gaat om bezuinigingen. We moeten 2,4 miljard invullen. De eerste
bezuiniging is nu gedaan voor zo'n 200 miljoen per jaar. We moeten nog
een aantal miljoenen, om zo te zeggen. Ook op dat punt zullen we dus een
tandje minder moeten doen. Bent u dat met mij eens en wat vindt u
daarvan?
De voorzitter:
Wat vindt mevrouw Kamminga daarvan?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Dank aan de heer Ram voor de vraag. Volgens mij is het een heel betoog.
We moeten gewoon keuzes maken. Zeker met een bezuiniging is dat meer dan
ooit nodig. Ik vond al dat het beleid versnipperd was, maar dit dwingt
ons tot meer focus en tot het herevalueren van een aantal zaken: kan het
nog en moeten wij het nog doen? Kan het ook in EU-verband? Kunnen we
misschien partnerschappen aangaan met andere landen? Kunnen we projecten
misschien wat langjariger doen, of kunnen projecten door een ander land
worden overgenomen? Ik denk dat er nog heel veel stappen te zetten zijn
in bredere samenwerking, zodat we misschien veel minder hoeven te kiezen
dan we nu soms denken. Nu hebben we de neiging om met z'n allen ongeveer
dezelfde dingen te doen. Volgens mij zouden we dat binnen de EU veel
slimmer en veel effectiever kunnen doen. Maar ja, het gaat betekenen dat
we een aantal dingen minder moeten doen. De VVD is heel vaak voorstander
van een beetje pragmatisme, of het nou om handel gaat of om het klimaat.
Ja, we moeten doelen stellen. Nee, we moeten zeker niet onderaan
bungelen. Maar we hoeven ook niet altijd op nummer Ć©Ć©n te staan.
De heer Boswijk (CDA):
Ik ken mevrouw Kamminga en we trekken vaak samen op als het gaat om
vrouwenrechten. Dat doen we met een hele brede coalitie, van links tot
rechts. Ik heb al gezegd wat ik van de bezuinigingen vind. Het enige
positieve punt dat ik las, was dat het kabinet wel wil blijven inzetten
op vrouwenrechten. Ik zie dat ook in de beslisnota, op pagina 3. Ik
dacht: nou, dat is mooi; daar staat het als een van de prioriteiten.
Maar onderaan pagina 3 staat: de consequentie is dat we het betrekken
van vrouwen bij vredesbesprekingen ā iets wat heel pragmatisch is en
heel erg veel resultaat biedt ā skippen. Nou vraag ik mevrouw Kamminga
niet om de bezuinigingen terug te draaien. Ik ben een realistisch mens.
Maar dit is natuurlijk wel het moment om wat sturing mee te geven aan
deze minister bij de uitvoering. Dus kan ik op steun rekenen van de VVD
als ik een motie in ga dienen waarin staat: joh, binnen alle beperkingen
en binnen alle bezuinigingen, ontzie dit programma, want dit is juist
een pragmatisch programma, waarvan we weten dat het succes oplevert?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik vind dit een heel sympathiek initiatief. Dat weet de heer Boswijk
ook. De discussie gaat volgens mij helemaal niet over de doelstelling.
Wat ik ingewikkeld vind, is: er is nu een subsidiekader vastgesteld.
Daar kunnen partijen op inschrijven. Ik vind op onderdelen dat
subsidiekader iets te smal en daar heb ik ook net vragen over gesteld
aan de minister. Maar ik vind het wel ingewikkeld. Ik denk dat wij
ervoor moeten oppassen om nu te zeggen: die organisatie misschien wel,
maar die niet. Al hadden we niet bezuinigd, dan zou er nog steeds sprake
zijn van krapte. dus we moeten keuzes maken. Ik heb gewoon aarzeling.
Dat zeg ik niet per se omdat ik het doel niet steun, maar om nu in de
Kamer per motie te zeggen "die organisatie wel" ... Als ik zeg "die
organisatie wel", dan betekent dat ā daar moeten we ook eerlijk in zijn
ā dat misschien zes organisaties niks krijgen. Ik vind dat niet aan mij
als Kamerlid. Natuurlijk is het hartstikke goed dat u aandacht vraagt
voor dit onderwerp. Volgens mij zijn er ook nog een aantal andere
ministeries die dit project een warm hart toedragen, maar mijn aarzeling
zit dus daarin. Dus ik vind het sympathiek, maar ik wil hier als Kamer
toch eigenlijk oppassen: als ik hier "ja" tegen zeg en mijn handtekening
eronder zet, betekent dat wel dat er een kleiner bedrag beschikbaar is
voor heel veel andere organisaties.
De voorzitter:
Mevrouw Kamminga was klaar met haar betoog. Ik ga nu het woord geven aan
de heer Boswijk, die zijn inbreng gaat leveren. Dat doet hij namens het
CDA.
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Een toekomst van een open economie als Nederland
wordt al eeuwenlang grotendeels in het buitenland bepaald. Dat zal
alleen maar toenemen. Voor het CDA is het daarom duidelijk: om onze
langetermijnbelangen te beschermen moeten we verder kijken dan onze
landsgrenzen. De recente verkiezingsuitslag in de Verenigde Staten
onderstreept dit. Nederland en Europa moeten zich veel meer Trumpproof
opstellen en een meer zelfstandige positie op het wereldtoneel innemen.
Deze coalitie lijkt daar echter weinig oog voor te hebben. Behalve
enkele goede investeringen in onze krijgsmacht is er nauwelijks aandacht
voor de internationale ontwikkelingen. Onder het motto "Nederland op
Ć©Ć©n" kijkt deze coalitie naar binnen, alsof de mondiale problemen aan
ons voorbijgaan. Maar we weten dat bevolkingsgroei in Afrika explosief
is, klimaatverandering dit continent bovengemiddeld zwaar zal raken en
dat zonder economische vooruitgang de werkloosheid en de hongersnood
zullen gaan zorgen voor enorme vluchtelingenstromen die de getallen van
2015 zullen doen verbleken. De mensen die niet gaan vluchten zullen zeer
waarschijnlijk in aanraking komen met jihadisme. Dus zelfs als
medemenselijkheid geen argument is om ontwikkelingssamenwerking te
behouden, doe het dan uit eigenbelang. Het klinkt misschien gek, maar
goede ontwikkelingssamenwerking is misschien wel het meest egocentrische
wat wij kunnen doen, want als wij ons vandaag van Afrika afkeren, moeten
we niet vreemd opkijken dat we morgen dezelfde dreiging hebben aan de
zuidflank als we vandaag de dag ervaren aan de oostgrens van Europa.
Rusland en China vullen nu al het vacuĆ¼m op dat wij laten vallen. Ik
hoor graag hoe de minister hiernaar kijkt.
Voorzitter. Het is goed om kritisch te kijken naar
ontwikkelingssamenwerking. We kunnen helaas niet concluderen dat we
altijd de resultaten hebben geboekt die echt duurzaam zijn geweest. Ook
vraag ik me soms weleens af welke rol ngo's moeten spelen. Zo heb ik
persoonlijk erg veel moeite gehad met de rol die Amnesty International
afgelopen weekend vervulde door zich te mengen in het debat rond wat er
in Amsterdam is gebeurd. Maar kritisch zijn is iets anders dan rigoureus
bezuinigen. De voorgestelde kaalslag is onverantwoord. In fragiele
staten waar overheden falen, zijn het vaak de maatschappelijke
organisaties die de samenleving nog enigszins draaiend houden. Is de
minister zich bewust van dit risico?
Voorzitter. De coalitie richt zich op voedselzekerheid en
watermanagement. Dat ondersteunt mijn fractie. Maar voedselzekerheid
betekent niet dat we vooral hier voedsel moeten gaan produceren en dat
naar Afrika moeten exporteren, want daarmee helpen we namelijk de
agrarische sector in Afrika om zeep en dat creƫert nog grotere
afhankelijkheid. Beter is het om landen zelf zelfvoorzienend en
weerbaarder te maken. Hoe ziet de minister dat?
Recent bezocht we als commissie de World Vegetable Center in Taiwan.
Daar werkt men samen met Nederlandse bedrijven aan weerbare gewassen
voor de Sahelregio. Het project SafeVeg is een voorbeeld van hoe
Nederland kan bijdragen aan voedselzekerheid in strategisch belangrijke
regio's. De financiering loopt echter begin 2025 af. Kan het kabinet
toezeggen dat dit project wordt voortgezet?
Voorzitter. Het kabinet heeft ook aangegeven dat vrouwenrechten een
speerpunt zijn, maar dit kabinet dreigt nu wel te bezuinigen op het
Women Peace and Security Fund, terwijl er stapels rapporten liggen die
bevestigen dat vrouwen betrekken bij vredesonderhandelingen zorgt voor
duurzamere vredesovereenkomsten. Bij de NAVO-top volgend jaar in
Nederland staat zelfs de positie van vrouwen bij vredesprocessen
centraal. Het zou natuurlijk ongelooflijk gĆŖnant zijn als dit kabinet
juist dit belangrijke project de nek omdraait. Wil de minister dit
besluit terugdraaien? Is ze desnoods bereid om te kijken naar
financiering vanuit bijvoorbeeld het ministerie van Defensie of
Buitenlandse Zaken? Wees creatief.
Ten slotte. Tijdens de APB is gesproken over de ontkoppeling van het
ODA-budget aan het bruto nationaal inkomen. Het CDA wil deze koppeling
herstellen om verdere bezuinigingen te voorkomen. Kan de minister een
update geven over dit onzalige plan en de mogelijke gevolgen?
Dank u wel.
De voorzitter:
Een ogenblik nog. U krijgt een interruptie.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor de heer Boswijk een hele hoop observaties noemen waar ik het
honderd procent mee eens ben. Er gaat 1 miljard per jaar af van
maatschappelijke organisaties. Er wordt flink gekort op de rol van
vrouwenorganisaties, ook in vredesprocessen, en op voedselzekerheid. Er
worden 2,5 miljoen minder boeren bereikt dankzij deze bezuinigingen. Ik
vroeg me gewoon af wanneer voor de heer Boswijk een rode lijn is
bereikt. Zou hij voor dit budget stemmen als het blijft zoals het is? Of
gaat dit toch ook zijn grens over?
De heer Boswijk (CDA):
Laat allereerst duidelijk zijn dat dit nooit het beleid zou zijn waar
wij zelf mee zouden komen. Kijk maar naar alle verkiezingsprogramma's en
alle afgelopen kabinetten waar wij in hebben gezeten. Of wij deze
begroting wel of niet gaan steunen, wil ik echt even laten afhangen van
dit debat. Ik heb ook nog wel een paar moties waarvan ik hoop dat deze
minister die oordeel Kamer geeft. Dus om die niet meteen aan diggelen te
slaan, houd ik mijn kaarten liever nog even tegen de borst. Maar het mag
helder zijn dat wij niet te spreken zijn over dit beleid. Wij vinden het
niet alleen hardvochtig, maar zelfs als je Nederland op Ć©Ć©n plaatst en
je medemens je niet interesseert, dan nog is dit toch het domste wat je
nu kunt doen?
De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng. We gaan luisteren naar mevrouw Zeedijk. Zij
voert het woord namens Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Voorzitter. Vorig jaar hield ik mijn maidenspeech tijdens deze
begrotingsbehandeling. Vorig jaar ging het grootste gedeelte van mijn
betoog over de tegenstellingen tussen China en Amerika, juist omdat ik
die in de jaren daarvoor van dichtbij had meegemaakt. Die situatie is nu
eigenlijk niet anders. Misschien is die zelfs meer gepolariseerd. Ik
word altijd geraakt door de impact van beleid op mensen. Ik vertelde
over de mensen in China die ik had leren kennen: jonge mensen die waren
opgeleid in het Westen en die keihard werken om hun land op te bouwen.
In de afgelopen decennia deden zij dat met redelijk succes. Het is dan
echt deprimerend om te zien hoe hun vrijheden steeds verder worden
ingeperkt en hoe hun werklust ook negatieve kanten heeft. Ik ben bang
dat de Verenigde Staten eenzelfde trend van inperking van vrijheden gaat
zien. Dat baart me zorgen. Dat staat nog los van het economisch beleid
dat de nieuwe president Trump heeft beloofd, want dat zou ook direct
impact kunnen hebben op prijzen van allerlei producten in onze
Nederlandse winkels.
China, de Verenigde Staten, het klinkt als ver weg, maar de impact is
ook hier voelbaar. Als Europa moeten we dus een eigen koers bepalen. Als
eerste moeten we actief in gesprek gaan met landen die onze grondstoffen
kunnen zeker stellen. We zien China dat al heel strategisch doen. Het
zou me niet verbazen als de regering van de VS dit ook nog actiever gaat
oppakken. Laten we er een duurzame Europese waardepropositie
tegenoverstellen met meer gelijkwaardigheid en autonomie voor de landen
waar we mee spreken. China en de VS hebben misschien diepere zakken,
maar wij moeten het hebben van de relatie en van de samenwerking. Welke
landen heeft de minister op het lijstje staan en welke landen moeten dan
eerst?
Ik wil ook graag het belang noemen van het openhouden van waterwegen.
Dat is zo belangrijk als handelsnatie. Recent was in het nieuws dat de
Houthi's het schepen steeds moeilijker maken in de Rode Zee. Kunnen we
daar bijdragen aan de veiligheid? Ook in de Straat van Taiwan ligt een
toenemende dreiging. Tijdens onze reis naar Taiwan werd duidelijk dat de
aanwezigheid van de Zr.Ms. Tromp erg werd gewaardeerd. Mijn vraag aan de
minister is: wat wordt hier het beleid?
Sinds deze zomer heb ik kennis mogen maken met het maatschappelijk
middenveld op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, omdat ik deze
portefeuille heb overgenomen van mijn collega. In mijn netwerk uit het
bedrijfsleven ken ik veel mensen met een hart voor de wereld om ons
heen, maar de afgelopen weken ben ik onder de indruk geweest van de
medemenselijkheid, de kennis en het doorzettingsvermogen. Ik kom zelf
uit de techwereld. Dat is een omgeving met voornamelijk extreem
intelligente mannen, maar nu weet ik waar de intelligente vrouwen van
Nederland zijn. Jullie perspectief maakt mij een completer mens. Dank
voor het inspirerend vrouwelijk leiderschap.
Dan de inhoud. Eerst iets over OekraĆÆne: van noodhulp naar wederopbouw.
De ambassadeur sprak met ons tijdens het rondetafelgesprek in september.
Dat raakte me, want hij maakte het gesprek heel persoonlijk door te
praten over zijn mensen. Dan had hij het niet alleen over de burgers die
op dat moment in OekraĆÆne zijn, maar ook over de OekraĆÆners in het
buitenland. We hoorden dat de Nederlandse regering hulp wil focussen op
landbouw en watermanagement. De ambassadeur vroeg om daarnaast ook
aandacht te hebben voor specifieke regio's, vooral voor de bevrijde
regio's in het zuiden van het land. Ik wilde de minister vragen of die
aanpak inmiddels is ingericht. In de begroting kunnen we lezen dat er
alleen voor 2025 en 2026 geld is ingeboekt. Hoe ver is de minister met
vooruitplannen? Zijn er al plannen om de scope uit te breiden naar
wederopbouw in bijvoorbeeld de energievoorziening of de infrastructuur?
Ik wil nogmaals aandacht blijven vragen voor de 20.000 kinderen die
meegenomen zijn vanuit OekraĆÆne naar Rusland. Stel je voor dat niet
alleen je kind wordt afgenomen, maar dat je kind ook wordt meegenomen
naar het land van de soldaten die op dat moment je stad platgooien. Ik
kan er bijna niet bij wat ik als moeder zou voelen als dat mijn kinderen
zou overkomen. Daar krijgt toch iedere vader en moeder acuut buikpijn
van? Wat weet de minister over de status? Kan Nederland of de
internationale gemeenschap nog meer doen? Nieuw Sociaal Contract is het
niet eens met de significante kleinere rol voor het Nederlands
maatschappelijk middenveld in het voorgestelde nieuwe beleidskader.
Nieuw Sociaal Contract is juist voor een sterk maatschappelijk
middenveld. We vinden het jammer dat de regering met name benoemt de
efficiƫntie van de huidige constructie te laag te vinden. Daarmee komt
de waarde van de inhoudelijk kennis, het netwerk en de coƶrdinerende
capaciteiten van de Nederlandse ngo's onvoldoende naar voren. Kan de
minister aangeven hoe zij die waardeert en hoe ze ervoor gaat zorgen dat
we deze elementen kunnen behouden?
De voorzitter:
De heer Bamenga op dit punt.
De heer Bamenga (D66):
Ik ben blij om te horen dat ook NSC niet blij is met de brief van de
minister. Betekent dit dan ook dat NSC voor een motie zal stemmen waarin
staat dat deze bezuinigingen niet door zouden moeten gaan?
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Wij staan voor het hoofdlijnenakkoord. Daarin zijn fikse bezuinigingen
afgesproken. Het gaat specifiek om op welke bezuinigingen de heer
Bamenga dan doelt. We moeten ons gewoon houden aan het
hoofdlijnenakkoord. Daar hebben wij ook voor getekend en daar staan wij
ook voor.
De heer Bamenga (D66):
Hier was ik al bang voor. Ik heb eerder ook al een artikel gelezen van
mevrouw Zeedijk in Trouw waarin zij aangaf geschrokken te zijn door de
bezuinigingen. Maar wanneer het er echt op aankomt, dan stemt ze gewoon
voor deze begroting, deze dikke-ikkebegroting, zoals ik het eerder
genoemd heb. Die dikke-ikkebegroting raakt ontzettend veel mensen. Het
raakt mensen die te maken hebben met geloofsvrijheid. Het raak de
rechtsstaat, de lhbti-rechten, het bestrijden van kinderprostitutie,
genitale verminking bij meisjes en seksueel geweld tegen vrouwen. Het
raakt al deze mensen. Het raakt al die organisaties die bezig zijn
hiermee. Ik hoop toch wel dat het niet alleen maar bij verontwaardiging
blijft, maar dat het daadwerkelijk leidt tot een stem tegen deze
begroting.
De voorzitter:
Wat is uw vraag?
De heer Bamenga (D66):
Hoe kijkt mevrouw Zeedijk daartegen aan? Vindt mevrouw Zeedijk het feit
dat we zoveel niet weten over de begroting, bijvoorbeeld waar de
bezuinigingen daadwerkelijk gaan vallen, een vorm van goed bestuur?
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Goed. Dat is een lang betoog en er zit van alles in. Ik begin even bij
mijn verhaal in Trouw. Dat verhaal ging voornamelijk over de koppeling
met het bni. Het loslaten van de koppeling is niet afgesproken in het
hoofdlijnenakkoord en is ook niet ter tafel gekomen bij de
besluitvorming in augustus. Wij vinden dus nog steeds dat we daar niet
aan gehouden zijn. We gaan nog steeds de discussie aan met de andere
regeringspartijen om die ontkoppeling ongedaan te maken en om weer
gewoon te koppelen met het bni. Ook tijdens de Algemene Financiƫle
Beschouwingen hebben we dat gezegd. Ik kom daar later in mijn betoog ook
nog wel even op terug. Dus op dat punt gaan wij gewoon de discussie aan
en is dat onze inzet. Tijdens de Algemene Financiƫle Beschouwingen is
gezegd dat we er tijdens de Voorjaarsnota op terug zouden komen. Ik heb
er echt alle vertrouwen in dat wij daar een punt kunnen maken. De winst
van deze discussie is de afgelopen weken juist geweest dat dit punt nu
transparant op tafel ligt en dat alle vier partijen weten dat we er
samen uit moeten komen. Dat is voor ons heel belangrijk.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik wil hier heel even op doorgaan. Het loslaten van de koppeling is
natuurlijk niet iets van gisteren. We hebben het er inmiddels al drie
maanden over. Mevrouw Zeedijk zegt terecht dat dit gesprek al langer
loopt. Toch word ik wat onrustig als mevrouw Zeedijk blijft herhalen dat
het gesprek loopt. Ik wil haar gewoon iets vragen. Er ligt al een tijdje
een motie klaar van onder andere mevrouw Bikker en de heer Timmermans,
om de koppeling te herstellen. De motie wordt ingediend. Ik hoop echt
dat NSC na al die gesprekken en na al het getwijfel nu het moment is
aangebroken om daadwerkelijk voor die motie te stemmen. Ik hoop dat
mevrouw Zeedijk zich dat realiseert. Anders blijken het wel heel holle
woorden te zijn, die vandaag en tijdens de Algemene Financiƫle
Beschouwingen zijn gezegd.
De voorzitter:
De motie is al ingediend, maar ze is aangehouden.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Correct.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Daar zijn wij allemaal uitstekend van op de hoogte. Als die motie wordt
ingediend, ga ik terug naar mijn fractie en dan bespreek ik het daar. De
reden waarom ik niet volmondig ja kan zeggen, is ook omdat ik niet de
woordvoerder was bij de Algemene Politieke Beschouwingen waar die motie
werd ingediend. Maar dat is een heel gemakkelijk antwoord en ik wil er
nog wel wat meer over zeggen. Het hangt namelijk ook van dit debat af.
Via mijn spreektekst wilde ik de minister zo meteen vragen wat er de
afgelopen tijd precies in de besluitvorming heeft plaatsgevonden. Ik
begrijp dat er tijdens de augustusbesluitvorming alleen is besloten om
de koppeling eenmalig los te laten. Er is niet besloten om dit voor de
hele kabinetsperiode te doen. Daarvan zou ik heel graag van de minister
een bevestiging krijgen. Voor mij is de keuze: maak ik dit punt via deze
motie? Want in de motie wordt om niets anders gevraagd dan om staand
beleid. Doe ik dat via deze motie of ga ik met de regeringspartijen,
waarmee wij in een samenwerking zitten, de discussie aan en is dat onze
inzet op dat moment? Wat voel ik als de meest effectieve manier om dat
te doen? Dat hangt van dit debat af. Dat hangt af van hoe wij dat op dat
moment in de fractie wegen. Vervolgens zullen wij daar een besluit over
nemen.
De voorzitter:
Dit was uw laatste interruptie.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Nee, ik heb er nog ... O nee, u heeft gelijk, sorry. Ik wil er toch heel
even op doorgaan. Dat er gesprekken gaande zijn in de coalitie, dat snap
ik. Maar NSC pleitte ook voor een extraparlementair kabinet. Dat
betekent dat er ook een Kamermeerderheid gevonden kan worden als
gesprekken in de coalitie na drie maanden nog steeds niet hebben geleid
tot het doel waar mevrouw Zeedijk zelf voor heeft gepleit in de krant en
waarvoor haar collega heeft gepleit tijdens de financiƫle beschouwingen.
Ik hoop daadwerkelijk dat het extraparlementaire karakter gevierd kan
worden door mevrouw Zeedijk en haar partij en dat ze wel degelijk kunnen
meegaan in de motie.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
De reden waarom ik wel zou willen wachten tot de Voorjaarsnota is dat we
recent gezien hebben dat de economische groei hoger is dan verwacht. Dan
zal er in de Voorjaarsnota waarschijnlijk ruimte zijn. En dan zijn wij
de eersten die zeggen: luister, die extra inkomsten die we hebben door
de economische groei gaan gewoon naar dit staand beleid.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Er kijken ook veel mensen uit de sector van ontwikkelingshulp naar dit
debat. Zij hebben hun hoop gevestigd op wat NSC gaat doen. Ik heb geen
amendement ingediend om de verschrikkelijke bezuinigingen tegen te gaan,
die het kabinet voorstelt, maar een motie over de bni-koppeling, omdat
dit op termijn de allergrootste bezuiniging is. Het is de sloopkogel die
erin is geslopen en die ver na kabinet-Schoof zal doorklinken. Al het
werk, waar heel veel tijd voor nodig is geweest om het op te bouwen,
doet deze teniet. Daarom hebben we daarop gefocust. Dat weet mevrouw
Zeedijk ook. Die koppeling is cruciaal. Er is iets wat ik niet begrijp
van NSC; misschien kunt u daar een toelichting op geven. Er is helemaal
geen afspraak tussen de coalitiepartijen om die bni-koppeling los te
laten. Het is helemaal niet in het regeerakkoord te vinden, het is
helemaal niet te vinden in coalitieafspraken. Dit is er gewoon tijdens
de augustusbesluitvorming, en ik vermoed door een andere partij dan NSC,
in gerommeld, en NSC staat voor joker. Volgens mij heeft u dat ook in
een Trouw-artikel laten weten. Dus u bent gepiepeld. Een van de
coalitiepartijen, of de bewindspersoon, of de minister die onderhandeld
heeft, heeft NSC gewoon voor het blok gezet. En dat vind ik heel erg,
zeg ik als oud-deelnemer van het kabinet, die weet hoe lastig dat kan
zijn.
De voorzitter:
Wat is uw vraag?
De heer Ceder (ChristenUnie):
Mijn vraag is als volgt. Aangezien het geen regeerakkoordafspraak is, en
u daar niet uw handtekening onder heeft gezet toen de coalitiepartijen
bij elkaar kwamen, dan heeft u toch ook de vrijheid om daar iets van te
vinden, en om gewoon tegen dit punt te zijn? U heeft dit niet
afgesproken. En mijn vraag is of dat klopt. Klopt het dat volgens het
regeerakkoord en de afspraken tussen die vier coalitiepartijen die
bni-koppeling nooit een punt van aandacht is geweest, dat het erin
gerommeld is geweest, dat het een streek is en dat NSC als fractie de
ruimte heeft om te zeggen "dit pikken we niet"? Of u pikt het ā maar dat
is het uw eigen keus ā omdat u andere dingen belangrijker vindt? Dat kan
ook, maar dan moet u dat zeggen.
De voorzitter:
Wilt u via de voorzitter spreken? U zegt: dat vraag ik aan mevrouw
Zeedijk.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat vraag ik aan mevrouw Zeedijk.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Ik hoor eigenlijk niks waar ik het niet mee eens ben, want inderdaad is
dit niet transparant afgesproken. Dit stond niet in het
hoofdlijnenakkoord, het is niet afgesproken tijdens die
augustusbesluitvorming, en daarom hebben wij alle recht om hier een punt
van te maken. En volgens mij is de winst van de afgelopen weken juist
dat dit nu transparant op tafel ligt en dat we er wel erkenning voor
krijgen van de andere drie partijen dat we hier een goeie discussie over
voeren. Als je met elkaar samenwerkt, dan voer je eerst die goeie
discussie en daarna trek je daar de conclusies uit.
Mevrouw Dobbe (SP):
Zo te horen gaat NSC dit dus gewoon steunen. Dat is goed om te horen. Ik
hoorde net de coalitiepartner van NSC, de PVV, zeggen: het is de
grootste bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking ooit. De kurken gingen
van de champagneflessen af, kan ik me zo voorstellen. Ik zie geknik.
Misschien werd de polonaise gedaan. Het was de grootste bezuiniging op
ontwikkelingssamenwerking ooit, en dan noemen we het ook nog eens
"ontwikkelingshulp"; dan zijn we ook van die samenwerking af. Het zijn
de echte feestmutsen, een hele blije PVV. En ik merkte wat ongemak bij
mevrouw Zeedijk. Ze zei: nou, het is wel een grote bezuiniging, maar
niet zo groot als de PVV doet voorkomen. Dat ongemak merk ik aan alles.
Maar hoe groot is dat ongemak nou echt bij NSC als het gaat om de
grootste bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking ooit?
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Het is geen geheim dat de meningen van NSC en PVV op dit vlak ver uit
elkaar liggen. Dat is ook de reden waarom we een compromis hebben
gesloten, een compromis waar wij voor staan. Ik moet ook eerlijk zeggen:
laten we niet doen alsof er helemaal niets meer mogelijk is. Ik heb
inderdaad erg meegetreurd, en ik doe dat eigenlijk nog steeds wel. En ik
blijf me inzetten, maar op een gegeven moment moeten we ook verder. Ik
kom zelf uit het bedrijfsleven, en dan weet ik dat het ook af en toe
goed is om budgetten eens op scherp te zetten. En laten we dan kijken
naar wat er wel kan; dat vind ik ook leiderschap. Anders komen we niet
tot voldoende invulling. Ik denk dat we de invulling duidelijk moeten
bediscussiƫren.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, mevrouw Dobbe.
Mevrouw Dobbe (SP):
NSC wil duidelijk geen antwoord geven op de vraag hoe groot dat ongemak
nou daadwerkelijk is, en snel naar de toekomst kijken. Maar als de
grootste bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking ooit een compromis is,
dan is dat wel een heel schamel compromis, moet ik zeggen. Ik heb de
reactie ook gelezen van NSC op de Kamerbrief over de toekomst van
samenwerking op ontwikkelingshulp die minister Klever heeft gestuurd aan
ons. Daarin staat: NSC is het niet eens met de significant kleinere rol
voor het Nederlandse maatschappelijk middenveld in het voorgestelde
nieuwe beleidskader. Er staan ook allerlei vraagtekens bij de
doelstelling om het draagvlakcriterium van 50% in te zetten. De
doelstelling moet namelijk zijn om organisaties uit te dagen en niet om
ze te laten omvallen, want dat zal het gevolg zijn. Maar wat betekent
dit nu voor NSC? Gaat u dan ook zeggen: "De voorstellen die hier worden
gedaan om het maatschappelijk middenveld af te breken, dat
draagvlakcriterium van 50%, dat steunen wij niet. Wij houden voet bij
stuk omdat het compromis van de grootste bezuiniging op
ontwikkelingssamenwerking ooit ook al niet is gehaald, maar dit doen wij
niet"? Wat is hierop de reactie van NSC?
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Nou, ik heb hier serieuze vragen bij. Ik trouwens niet alleen. U heeft
net ook mevrouw Kamminga van de VVD gehoord. Die heeft daar ook serieuze
vragen bij. Dat is nu juist waarom ik graag toe wil naar een debat over
de inhoudelijke invulling hiervan. We denken inderdaad op punten
verschillend. Daarom voeren we ook een inhoudelijk debat met elkaar. Ik
wil graag eerst stevige vragen stellen aan de minister en dan kun je
inderdaad nog moties indienen en een en ander eventueel bijstellen. Zo
gaan we volgens mij normaal met elkaar om hier.
De voorzitter:
Nee, niet heel kort, mevrouw Dobbe. U heeft er zes gehad. De heer
Stoffer.
De heer Stoffer (SGP):
Ja, ik heb er nog zes, voorzitter. Ik weet niet of ik ze allemaal
gebruik, hoor. Er ligt hier een begroting en we weten hoe dat werkt. Je
hebt met vier partijen een afspraak gemaakt. Ik heb dus niet de indruk
dat we daar, wat we ook doen, enorm veel deuken in gaan schieten. Maar
ik ben toch wel benieuwd. Ik hoor mevrouw Zeedijk zeggen: ik zie nog wel
kansen, ik zie nog wel mogelijkheden. Ik ga ervanuit dat dit ook in
financieel opzicht is. Mijn vraag is dus welke kansen en mogelijkheden
mevrouw Zeedijk nog ziet.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Ik zie kansen en mogelijkheden in de discussie bij de Voorjaarsnota, om
serieus te praten over de bni-koppeling en wat we daarmee gaan doen. Dat
is bijvoorbeeld een van de kansen die ik nog zie.
De heer Stoffer (SGP):
Dus ik begrijp dat het de inzet van NSC is om straks bij de
Voorjaarsnota die koppeling in ieder geval voor de komende jaren weer te
gaan repareren.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Het antwoord is simpelweg ja.
De heer Stoffer (SGP):
Goed, dan gaan we zien hoe goed de onderhandelingsvaardigheden zijn. Ik
ben nog naar een ander ding benieuwd. Het gaat natuurlijk om geld, maar
het gaat ook om wat dan het effect is. De afgelopen weken heb ik contact
gehad met best wat mensen, en ik zie dat veel mensen in het veld rondom
ontwikkelingssamenwerking best zenuwachtig zijn. Als ik dan vraag wat
dat betekent voor hun organisatie, is het antwoord: hoogstwaarschijnlijk
heel veel, maar precies weten we het niet. Mijn vraag is eigenlijk of
NSC een beeld heeft van wat dadelijk het effect is van wat zij hier met
deze begroting neerzetten, met echt een enorm pak geld eraf. Wat is daar
dadelijk het effect van, buiten de grenzen van Nederland? Wie gaat dit
raken? Heeft NSC daar een beeld bij?
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Even nadenken. Wat ik wel heel belangrijk vind, is dat we dit netjes
doen. Dat we met elkaar de discussie aangaan over waar deze
bezuinigingen vallen. Ik denk op sommige punten dat het best efficiƫnter
kan. Zoals ik net al zei: ik kom zelf uit het bedrijfsleven, dan is het
helemaal niet slecht om af en toe eventjes druk erop te zetten. De
minister is daar nog over aan het nadenken. Ze heeft een voorzet
gegeven, een voorzet waar wij niet heel erg warm van werden en waar wij
serieuze vragen bij hebben. Maar ze heeft ook gezegd dat ze in januari
of februari met een beleidsbrief komt. Daar wil ik haar ook de kans toe
geven, want ik denk dat je hier serieus over moet nadenken.
De heer Stoffer (SGP):
Ik snap het ook wel. Dat is ook gelijk het lastige punt dat in het veld
speelt. Waar het mij om gaat, is dit. Als ik nu naar die begroting kijk,
dan ziet die er qua inhoud en richting, gewoon in termen van waar je
naartoe wilt, veel beter en nuchterder uit dan eerdere begrotingen waar
een grote vinger van D66 in zat. Wat dat betreft ben ik met die richting
niet eens heel ongelukkig, maar je doet het wel met zo'n hoeveelheid
geld dat ik denk: dan heb je wel heel weinig over voor die verre naaste.
Mijn vraag aan NSC is dus: als er straks bij de Voorjaarsnota toch geld
vrijvalt, kunnen we dan zij aan zij knokken ā ik doe graag mee ā om te
kijken of we voor die verre naasten op de speerpunten water en voedsel
toch nog een extra stap kunnen zetten? Die nuchtere insteek, die deel ik
best, maar we hebben hier, denk ik, toch ook echt een taak in.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
We hebben ons natuurlijk te houden aan het hoofdlijnenakkoord. Daar
staan we voor. Maar aan de andere kant hebben we ook wel een aantal
andere afspraken gemaakt. Wij willen graag nog even knokken voor die
bni-koppeling. Daar vindt u mij aan uw zijde. Verder wil ik ook de
discussie graag wat breder trekken, want anders hebben we elk halfjaar
een probleem en moeten we weer een discussie hebben over wel of niet
koppelen of over waar dit over gaat. Wat wij heel erg belangrijk vinden,
is dat we ook tijdens de besprekingen gezegd hebben dat we toch tot de
kopgroep van Europa willen blijven behoren. Ik zou dus graag de komende
weken in discussie gaan over wat dat nou precies betekent en wat nou
precies die kopgroep van Europa is, waar we het dan over hebben. Die
discussie zou ik ook graag scherper willen zetten.
De heer Boswijk (CDA):
Collega Zeedijk zegt heel vaak: ik kom uit het bedrijfsleven. Nou,
toevallig kom ik ook uit het bedrijfsleven en Ć©Ć©n les die altijd in het
bedrijfsleven heb geleerd, is dat je je niet moet laten piepelen. En als
je je laat piepelen, moet je in ieder geval zorgen dat het niet een
tweede keer gebeurt. Want als dat vaak genoeg gebeurt, moet je de tent
sluiten. Dan heb ik toch wel een vraag. Ik hoor heel vaak ā dat is niet
alleen bij collega Zeedijk, maar dat is eigenlijk een beetje een rode
lijn in de inbrengen van NSC ā een soort beschouwingen in de derde
persoon van wat er aan de hand is en hoe het zou moeten. Dan denk ik
"nou, daar ben ik het helemaal mee eens" en dan kijk ik vervolgens wat
de uitwerking is en dan is dat 180 graden anders. Ik zie dat ook op dit
dossier. Ik hoor mevrouw Zeedijk zeggen "de geopolitieke wisselingen" en
"de inzet bij de onderhandelingen" en vervolgens gaat de botte bijl erin
en is er ook nog een ontkoppeling, wat niet was afgesproken. Dan zouden
toch alle alarmbellen af moeten gaan? Ik doe echt een appel op collega
Zeedijk. U heeft zich al laten piepelen. Mevrouw Zeedijk heeft zich al
laten piepelen. Voorkom dit nou! De enige manier om dit te voorkomen en
de lijdensweg voor NSC niet nog langer te maken, is vandaag
duidelijkheid geven en gewoon tegen deze minister zeggen: "Potverdorie,
dit was niet afgesproken. Die motie van collega Bikker, waar wij ook
onder staan, gaan we gewoon steunen en daarmee basta!" Dat maakt de
lijdensweg voor NSC veel korter. Of u moet zeggen: "We hebben heel
slecht onderhandeld. Sorry, maatschappelijk middenveld. We hebben hele
mooie verhalen verteld, maar we slikken deze meloen. Er gaat niks
veranderen." Dan geeft u duidelijkheid en anders wordt het een
lijdensweg tot februari en dan kan ik u vertellen dat u in februari weer
gepiepeld wordt.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Ik ben heel blij met de steun van de heer Boswijk, omdat hij denkt dat
ik hieronder lijd. Ik voel me helemaal niet gepiepeld. Ik vind inderdaad
dat we sommige dingen niet helemaal transparant uitgediscussieerd
hebben. Juist daarom ben ik opgestaan en heb ik gezegd: ho, zo gaat dat
niet. Ik voel me dus helemaal niet gepiepeld. Ik denk dat we juist met
de regeringspartijen steeds beter leren om de dingen transparant op
tafel te leggen en daar met elkaar over in discussie te gaan. Dat is
precies wat we doen. Ik vind het heel mooi dat heel veel mensen aan mij
vragen waarom ik me heb laten piepelen, maar we moeten ons toch ook wel
realiseren dat mijn collega Ram hier een heel andere visie op heeft. Hij
zet inderdaad zijn feestneus op. Nee, zonder gekheid. We hebben hier
natuurlijk ook te maken met een andere politieke werkelijkheid en ik zou
het toch ook waarderen als u de heer Ram daar eens wat vaker op
bevraagt. Dat kan niet meer, hoor ik de heer Boswijk zeggen. Nou,
helaas. De volgende keer een nieuwe gelegenheid, nieuwe kansen. Want als
u hem een beetje meer opschuift, dan heb ik het ook makkelijker en dan
kan ik daar een stuk beter mee dealen. Ik zou dus graag de heer Boswijk
oproepen om mij daarin wat meer te steunen.
De heer Boswijk (CDA):
De reden dat ik geen interrupties bij de heer Ram doe, is omdat hij
inderdaad een feestmuts opheeft met allerlei toeters en bellen, net als
deze minister heeft. Die hebben hun zin gekregen, dus bij mij gaan alle
alarmbellen af. Ik denk: het heeft geen zin om de heer Ram te overtuigen
dat hij een heel goede deal heeft gesloten waar ik het niet mee eens
ben. Dat verstevigt de PVV alleen maar in hoe goed ze bezig zijn. Ik zie
de NSC, mede met hun geschiedenis van extraparlementair enzovoort,
enzovoort, enzovoort. Dan denk ik: nou, de Kamer is aan de macht en er
is een meerderheid die zegt "dit is onverantwoord", om verschillende
redenen. We horen mevrouw Zeedijk net zelf zeggen: dit was niet wat er
onderhandeld is. Dat zegt u ook in de krant, dus u bent gepiepeld. Dat
bevestigt u ook net. Dan zeg ik omdat ik mevrouw Zeedijk graag wil
helpen: pik dit niet langer! Want het is vaker gebeurd bij NSC en het
gaat vaker gebeuren als u niet duidelijk een statement maakt. Want NSC
is ook van goed bestuur. Dan wil ik toch nog even refereren aan twee
brieven die we hebben gekregen. Er is een brief van 11 november van deze
minister, die zegt: nou hop, de kettingzaag in het maatschappelijk
middenveld. En dan krijgen we een dag later een brief van de minister
van Buitenlandse Zaken ā die zitten in hetzelfde ministerie;
fascinerend, het kabinet is zelf ook extraparlementair ā die op mijn
verzoek helemaal gaat uitleggen wat een geweldig successen het
maatschappelijk middenveld allemaal heeft geboekt. Dan denk ik: hoe kan
dat nou? Dit is toch geen goed bestuur? Dit is toch een alarmbel voor
mevrouw Zeedijk? Dan moet ze toch zeggen: met de ervaring die we nu
hebben, met de brieven van van de week, met de nota en de toelichting
...
De voorzitter:
Uw vraag is helder.
De heer Boswijk (CDA):
Laatste punt. Aan het begin van pagina 3 staat: vrouwenrechten zijn
belangrijk. Aan het einde van pagina 3 staat: maar de financiering voor
vrouwenrechten gaat door de shredder. Dan moeten toch alle alarmbellen
afgaan? Pak uw rol.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Volgens mij pakken wij ontzettend onze rol. Als u het aan de PVV had
gevraagd, was er nu gewoon helemaal geen ontwikkelingssamenwerking meer
geweest. Ik zie toch nog echt vele miljarden staan in de begroting.
Volgens mij is dat dankzij ons.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie, meneer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Ik schrik een beetje van deze opmerking. Dit is de grootste bezuiniging
op ontwikkelingssamenwerking sinds de Tweede Wereldoorlog, eigenlijk
sinds we dit doen. Ik zou me helemaal kapot schamen. Ik ben het er
helemaal mee eens dat we kritisch gaan kijken, dat we, zoals de heer
Stoffer zegt, een realistische agenda doen en dat
ontwikkelingssamenwerking niet het resultaat heeft gebracht waar we op
hadden gehoopt. Daar ben ik het helemaal mee eens. Maar dit is de
kettingzaag erin zetten. Dit is verre van goed bestuur. En dan word je
nog gepiepeld. Dan zou ik echt zeggen: "Wij hebben het altijd gehad over
extraparlementair. Ik heb dit geuit in de krant. Ik heb nu een
meerderheid in de Kamer achter me. We gaan dit regelen." U kunt nu ...
Mevrouw Zeedijk kan ...
De voorzitter:
Juist.
De heer Boswijk (CDA):
We leren wel, voorzitter. Mevrouw Zeedijk kan nu NSC onsterfelijk maken
of besluiten om ouderwetse politiek te beoefenen door achter gesloten
deuren proberen te onderhandelen. Ik ga u op een briefje geven: u gaat
niet krijgen wat u wil. Dus laat u niet meer piepelen en steun die
motie. Het is nu of nooit.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Onsterfelijkheid zelfs. Daar kan ik toch niet niet voor gaan, zou je
bijna zeggen. Maar ik ben het echt niet eens met dit frame. Het is echt
niet zo dat er helemaal geen geld meer is en dat we ons ontzettend
hebben laten piepelen. Daar ben ik het niet mee eens. Ik denk juist dat
ik hier met drie partijen zit die significant meer op
ontwikkelingssamenwerking zouden willen bezuinigen dan er nu is
uitgekomen. Ik denk dat het ons resultaat is. En inderdaad, sommige
dingen waren niet afgesproken. Dan leggen we dat op tafel. Dan zet ik
inderdaad zelfs in de krant dat ik dat niet okƩ vind. Volgens mij ben ik
opgestaan en heb ik ervoor gestaan. Ik ben het dus absoluut niet eens
met de heer Boswijk.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Mevrouw Zeedijk zegt net dat ze niet ontzettend gepiepeld is, maar dat
is ze wel. Ze is ontzettend gepiepeld door de coalitiepartijen. Dat
hebben we net duidelijk gehoord van de VVD en de PVV, die er echt heel
anders in staan als het gaat om die bni-koppeling. Ik hoor mevrouw
Zeedijk ook zeggen: "Ik heb al mijn hoop gevestigd op die
voorjaarsbesluitvorming. Als de economie weer een beetje groeit, kan ik
weer gaan heronderhandelen." Maar we hebben net ook vastgesteld: dit is
een extraparlementair kabinet en dit was geen afspraak in het
regeerprogramma. Waarom zou NSC dan nog opnieuw moeten heronderhandelen
bij de voorjaarsbesluitvorming terwijl we het hier vandaag kunnen
regelen? We hebben het nu over de begroting. Er ligt een hele mooie
motie van mevrouw Bikker. Nu heeft u de kans om te laten zien: dit was
geen afspraak in het regeerprogramma; dit is er gewoon even in
gefrommeld. We zien al dat de andere partijen er heel anders in staan,
dus de kans dat u heronderhandelingen straks wel tot een goed einde
brengt, is heel erg klein. Waarom zegt u vandaag dus niet: ik laat niet
met me sollen, ik kies voor de bni-koppeling en ik steun die motie?
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Het is een afweging. Je maakt een afweging in een politieke
samenwerking. Waar haal je het meeste binnen? Ik wil die discussie
breder trekken. Op het moment dat je over een voorjaarsnota praat, gaat
het ook over de armoedebestrijding in Nederland en over cadeautjes voor
het bedrijfsleven bijvoorbeeld. Maar ik wil echt toezeggen dat onze
inzet is dat die koppeling niet is afgesproken in het hoofdlijnenakkoord
en dat we die gewoon weer terugzetten.
De voorzitter:
Mevrouw Teunissen, dit wordt uw laatste interruptie.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik ben blij dat de inzet van NSC dus is om echt op dit moment de
koppeling te regelen, want het andere deel van het antwoord van mevrouw
Zeedijk is toch een beetje verontrustend. Dat is inderdaad wat je zegt.
Ik heb nu een paar begrotingen gedaan en als er besluiten worden genomen
en keuzes worden gemaakt, wordt er altijd gezegd: ja, dat is zo als je
in de coalitie zit. Maar dit is expliciet geen afspraak geweest tussen
de coalitiepartners. NSC heeft hier dus de vrijheid om te kiezen. Ik wil
alleen maar mijn steun uitspreken voor NSC en voor de koppeling. Ik vind
het ontzettend goed dat mevrouw Zeedijk hier een artikel over heeft
geschreven, dat ze stelling neemt. Houd dat vast. Er ligt nu een kans,
kop 'm in en ga niet opnieuw dat hele gevecht aan bij de
voorjaarsbesluitvorming als dat niet per se hoeft.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Ik waardeer de steun. Inderdaad, ik voel die ook. Ik weet heel goed dat
op het moment dat ik die ChristenUnie-motie steun, er een
Kamermeerderheid is, want de hele linkerkant van de Kamer zou 'm ook
steunen. Dat weet niet alleen ik, dat weet ook de coalitie. Ook dat punt
kan ik meenemen in de discussie over de Voorjaarsnota. De steun die ik
voel neem ik mee, ook de steun van onze eigen jongerenpartij, die vorige
week een petitie aan ons heeft aangeboden. Zij zeggen: wij willen echt
gaan voor die 0,7% bni. Die steun voel ik ook. Ik voel ontzettend veel
steun en ik wil iedereen daar ontzettend voor bedanken. Dat gaat ons
helpen.
De voorzitter:
De laatste interruptie van meneer Bamenga.
De heer Bamenga (D66):
Ik wil inderdaad ook dat NSC het voorstel gaat steunen, om ervoor te
zorgen dat hier uiteindelijk een meerderheid voor komt. Mevrouw Zeedijk
geeft duidelijk aan dat ze afwegingen moet maken. We kunnen kiezen voor
een kaasschaaf. Ik heb gezegd dat de kaasschaaf wordt ingeruild voor een
kettingzaag. We kunnen ook kiezen voor ontwikkelingssamenwerking.
Mevrouw Zeedijk, wilt u nu eindelijk voor ontwikkelingssamenwerking
kiezen in plaats van voor de PVV of de VVD? Dat kunt u vandaag doen,
want u heeft zelf aangegeven dat er geen afspraken zijn gemaakt. Doet u
dat nou. Als u dat doet, dan krijgt het de steun van een meerderheid van
de Kamer.
De voorzitter:
Als mevrouw Zeedijk dat doet.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
Volgens mij kies ik voor ontwikkelingssamenwerking en heb ik ook de
afgelopen maanden gestaan voor ontwikkelingssamenwerking. Daar heb ik
voor gekozen. Ik zie de inconsistentie dus echt niet.
De voorzitter:
Mevrouw Zeedijk vervolgt haar betoog.
Mevrouw Zeedijk (NSC):
We hebben al veel dingen besproken. Eens even kijken wat ik nog had. Ik
denk dat ik was gebleven bij de brief en dat ik het jammer vond dat
alleen efficiƫntie werd benoemd en niet de andere manieren waarop de
ngo's van toegevoegde waarde zijn. Wij denken namelijk dat er vele
andere manieren zijn om ervoor te zorgen dat het grootste deel van de
bijdrage lokaal besteed wordt, bijvoorbeeld door een criterium vast te
stellen. Hoe kijkt de minister tegen dit alternatief aan?
Dat er geld af moet, daaronder heeft de NSC haar handtekening gezet.
Naar onze mening kan het ook best wat efficiƫnter, maar met de
informatie uit de brief kunnen wij niet beoordelen wat de afweging van
de minister is geweest om het grootste deel van de beoogde bezuiniging
nu juist op dit onderdeel te laten landen. Wanneer kunnen we zo'n
integrale afweging ontvangen? Kunnen we de finale besluitvorming
uitstellen tot na het debat over deze integrale afweging? Dat lijkt ons
goed bestuur. Een gedegen implementatie is belangrijk. Ngo's moeten
bovendien na volledige besluitvorming ook de tijd krijgen om zich aan te
passen aan de nieuwe situatie.
Tot slot kunnen we de impact van de verhoging van het draagvlakcriterium
van 50% ā we hadden het er net al even over ā op basis van deze
informatie moeilijk vaststellen. De doelstelling moet zijn, zoals wij al
op LinkedIn schreven, om organisaties uit te dagen om hun draagvlak te
vergroten en zich aan te passen, maar niet om ze te laten omvallen. We
hadden het al over voorbeelden. Mijn collega Kamminga noemde Rutgers al.
Of denk aan organisaties van minderheidsgroepen, kleine
geloofsgemeenschappen, vluchtelingen of de regenbooggemeenschap, die een
minder grote achterban hebben die ze kunnen mobiliseren. Deelt de
minister deze doelstelling? Kan de minister een impactanalyse, inclusief
maatwerkoplossingen en afbouwpad voor instellingen die nog niet voldoen
aan dat criterium, delen met de Kamer?
Dan had ik inderdaad een stuk over de begroting, maar ik denk dat we dat
al uitgebreid behandeld hebben. Dat gaat ook over de bni-koppeling. Ik
heb daarover nog de vraag aan de minister of zij kan bevestigen dat er
inderdaad nog geen besluit is genomen om de koppeling volledig af te
schaffen en dat het besluit beperkt is tot deze ene keer.
Even kijken of ik dingen gemist heb. Ja. Voor onze fractie is het dus
vooral ook belangrijk om in te zetten op garanties op de lange termijn
van het budget. Tijdens de discussies over het hoofdlijnenakkoord, maar
ook bij die van de augustusbesluitvorming, is gesproken over het
langetermijndoel om tot de kopgroep van Europa te behoren. Nieuw Sociaal
Contract wil dat graag expliciet maken. Ik ben dus benieuwd hoe de
minister kijkt naar het concretiseren van deze afspraken.
Tot zover.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. Ik stel voor dat we even vijf minuten
een sanitaire stop doen. We zijn alweer bijna tweeƫnhalf uur bezig.
Daarna gaan we verder met mevrouw Dobbe. We gaan even vijf minuten
schorsen.
De vergadering wordt van 22.30 uur tot 22.36 uur geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van de begrotingsstaat
van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. We zijn toe aan de achtste
spreker van de zijde van de Kamer. Dat is mevrouw Dobbe en zij gaat het
woord voeren namens de Socialistische Partij. Gaat uw gang.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter. De waarden van menselijke waardigheid,
gelijkwaardigheid en solidariteit zijn de meetlat waarmee mijn partij
ontwikkelingen beoordeelt en alternatieven maakt. Deze begroting Handel
en Ontwikkelingshulp gaat dwars tegen deze waarden in. Het wegbezuinigen
van miljarden in de komende jaren is ongelofelijk kortzichtig. De
grootste bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking ooit, hoorden we de
PVV al heel trots zeggen. Vrouwenrechten, rechten van meisjes,
humanitaire hulp, mensenrechten, de hakbijl gaat erin. Ik roep de
minister dan ook op om zich te bezinnen en dit niet te doen. Wij moeten
hier vandaag de gevolgen van de afbraak door dit kabinet bespreken.
Onderzoek van het Guttmacher Institute van vorige maand laat enkele van
de gevolgen zien van de bezuinigingen op de Nederlandse hulp aan
vrouwenrechten en seksuele gezondheid. Met elke 10 miljoen euro aan
bezuinigingen krijgen ongeveer 900.000 vrouwen geen toegang meer tot
anticonceptie. Het kan leiden tot 273.000 meer ongewenste
zwangerschappen, tot 17.000 minder mensen die medicatie tegen hiv
ontvangen en tot 466.000 mensen die niet worden getest op of
voorlichting krijgen over hiv. Wat vindt de minister van deze gevolgen?
Wij hebben een voorstel om deze bezuinigingen van tafel te halen en
hetzelfde geldt voor de bezuinigingen op humanitaire hulp.
Begin deze week kwam daar nog eens bij dat de minister van plan is om
bewust onmogelijke eisen te gaan stellen aan maatschappelijke
organisaties. Dat zijn organisaties die bijvoorbeeld steun en
bescherming geven aan vrouwen- en mensenrechtenverdedigers. De Kamer
heeft recent nog een motie aangenomen om het werk voor vrouwenrechten-
en vrouwelijke mensenrechtenactivisten te ondersteunen, maar het doel
van de minister lijkt te zijn om deze organisaties te laten omvallen. Is
dat inderdaad het doel van deze minister? Graag een antwoord. Want, zo
ja, waarom gaat de minister dan ineens loodrecht in tegen de wens van
deze Kamer? Dat gaat over het aangenomen voorstel dat ik net noemde,
maar ook over een voorstel dat we hier vorige maand nog hebben
aangenomen, namelijk om juist te investeren in het maatschappelijk
middenveld. Als organisaties laten omvallen niet het doel is van deze
minister, welke gevolgen denkt de minister dat haar beleid dan wel gaat
hebben? Daar ben ik heel benieuwd naar.
Iets anders dat dit kabinet belangrijk zegt te vinden: in het
regeerprogramma staat dat het de stabiliteit in kwetsbare landen wil
bevorderen. Over de hele wereld worden conflicten uitgevochten en
aangewakkerd met wapens. Als je stabiliteit en vrede belangrijk vindt,
zou de controle over onze wapenexport niet uit handen gegeven moeten
worden. Zo bleek vandaag nog dat als we de zeggenschap bijvoorbeeld
weggeven aan Frankrijk, onze wapens en wapenonderdelen gewoon
terechtkomen in een land als Sudan, waar daarmee een bloedige oorlog
wordt uitgevochten. We hebben ook al gezien dat de rechter dit kabinet
heeft teruggefloten met de levering van de F-35-onderdelen aan Israƫl.
Die leveringen hƔdden niet mogen plaatsvinden, en nog steeds niet. Gaat
de minister de jarenlange algemene vergunningen op wapenexport nu wel
regelmatig toetsen? Gaat dit kabinet een pas op de plaats maken in het
toetreden tot het Verdrag van Aken?
De Kamer nam in oktober een motie van de SP aan om een VN-wapenembargo
voor heel Sudan te bepleiten. Ook onze motie om wapenhandel via derde
landen naar Sudan te stoppen werd aangenomen. De minister geeft aan hier
opvolging aan te hebben gegeven door dit Ć©Ć©n keer in internationale fora
te benoemen. Ik neem toch aan dat de inspanning van de minister verder
zal gaan dan dat. Wat gaat zij nog meer doen om de wapenhandel naar
Sudan te stoppen? Is zij bereid om te zorgen dat er extra humanitaire
hulp komt voor Sudan, omdat die keihard nodig is voor tientallen
miljoenen mensen die anders sterven van de honger? Zo niet, dan hebben
wij daar ook een voorstel voor.
Er is hier ook eerder gesproken over de rol van vrouwen in
vredesprocessen. Aangetoond is dat die zo ontzettend belangrijk en zo
ontzettend effectief is. Is de minister bereid om het fonds voor Women,
Peace and Security te behouden en niet de nek om te draaien?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. Dan gaan we nu luisteren naar mevrouw
Van der Plas. Zij spreekt namens BBB. Gaat uw gang.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Het is geen geheim dat er bezuinigd gaat worden
op ontwikkelingshulp. Voor veel ontwikkelingsorganisaties is dit geen
fijne boodschap, hoewel veel organisaties ook tegen ons zeiden dat ze
veel erger hadden verwacht. Ook bij de BBB zien we dat er overal ter
wereld ontzettend veel mooie initiatieven zijn opgestart om mensen te
helpen. Dit getuigt van goed noaberschap. Dat moeten we voortzetten met
de ruimte die voor nu overblijft. Daar hebben we het maatschappelijk
middenveld zeker voor nodig. Tegelijkertijd moet het niet zo zijn dat
het maatschappelijk middenveld in z'n geheel afhankelijk wordt van
overheidsgelden. Ik ben blij dat de minister dit ook zo ziet. BBB sluit
zich daarbij aan.
Op het gebied van de structurering van de ontwikkelingshulp is er veel
terrein te winnen. We moeten helpen vanuit de noodzaak die landen
ervaren en kijken wat de gemeenschap echt nodig heeft en wat wij als
land vanuit onze expertise kunnen delen. In ons geval zijn dat landbouw
en watervoorziening, watermanagement. Hulp bij de emancipatie van
vrouwen en onderwijs zijn ook belangrijk voor een land om sociaal en
economisch succesvol te worden en waar wij als Nederland een grote rol
in kunnen en moeten spelen. Maar op het moment dat de eerste
levensbehoeften niet vervuld kunnen worden, zal al het andere niet
kunnen volgen. Ontwikkelingshulp moet een bijdrage leveren aan een
breedgedragen behoefte uit het hulpbehoevende land. Tegelijkertijd moet
die behoefte ook Nederland sociale en economische voordelen bieden. Om
efficiƫnt en effectief te zijn moet het OS-programma van de Nederlandse
overheid minder versnipperd worden. Dit betekent dat de lijst van landen
waarmee Nederland een ontwikkelingsrelatie zou moeten aangaan, korter
moet worden en moet worden samengesteld op basis van criteria die wij
als land belangrijk vinden. Om een aantal voorbeelden te noemen:
vrijheid, democratie en eerbied voor minderheden.
Ik noem Ć©Ć©n voorbeeld. In het verleden heeft Nederland besloten om de
Ugandese politie te ondersteunen door het aanschaffen van extra
pick-uptrucks. De politie wordt door veel mensen in Uganda gezien als
een symbool van oppressie en onderdrukking door de dictatoriale
regering. Dit gaan we wat ons betreft dus niet meer doen. Op z'n minst
moeten landen kunnen aantonen dat ze hier langdurig inzet op laten zien.
Dat zal allicht betekenen dat wij onze steun in bepaalde landen zullen
afbouwen, maar gerichter en beter kunnen helpen in landen die er ook
echt op zitten wachten en die het proces niet onderhevig maken aan
mogelijke corruptie. Wat gaat de minister doen om de
ontwikkelingssamenwerking meer te focussen op voedselzekerheid,
watermanagement en -beheer en de noodzaak van hulp die landen zelf
ervaren? Ik lees in de brief die de minister afgelopen maandag stuurde
dat er gewerkt gaat worden aan een nieuwe inrichting van
ontwikkelingssamenwerking. Welke concrete maatregelen wil de minister
hiertoe nemen? Hoe wil het kabinet de zelfstandigheid van Invest
International op de langere termijn garanderen? Wat kan dit betekenen
voor het maatschappelijk middenveld? Ook mis ik watermanagement en
voedselzekerheid op de terreinen van samenwerking, iets wat in het
hoofdlijnenakkoord wel wordt onderstreept. Welke rol gaat dit spelen? Is
de minister het met ons eens dat er voor Nederland wat dit betreft enorm
veel kennis te delen valt?
Voorzitter. Trump is de 47ste president van Amerika. Althans, dat gaat
hij straks worden. Dit zal enorme economische uitdagingen met zich
meebrengen. Het is waarschijnlijk dat de VS importtarieven gaan invoeren
of verhogen. Veel van de producten die wij naar de VS exporteren hebben
een zogenaamd MFN-tarief. Daardoor zijn de exporttarieven op
bijvoorbeeld bier, halfgeleiders, voedselverwerkingsmachines en bloemen
maar 0%. Trump wil die waarschijnlijk verhogen naar 10%. Ook wordt
gevreesd dat het nieuwe beleid van de VS vernietigend gaat zijn voor
onze landbouw. Wij zijn een enorm grote exporteur van landbouwproducten
naar de VS. De VS zijn een van onze grootste handelspartners die wij
hebben, en deze keuze gaat heel veel pijn doen. Dat hebben we
gedeeltelijk zelf veroorzaakt. We hebben ingezet op een krimp van de
land- en tuinbouw, terwijl juiste deze sectoren zo hard nodig zijn om
internationaal invloed uit te oefenen. Welke ruimte ziet de minister om
over te gaan tot spoedige onderhandelingen met de Trump-administratie,
zodat kan worden bekeken wat Nederland en de EU nodig hebben voor het
sluiten van een goede deal met de VS en de financiƫle schade voor
Nederlandse sectoren beperkt kan blijven? Gaat de minister intensiever
samenwerken met het ministerie van LVVN om onze landbouwsector te
beschermen tegen mogelijk protectionisme van de VS? Wordt door beide
ministeries gewerkt aan maatregelen om onze landbouw te beschermen?
Daarnaast is het dus van belang dat wij zowel op nationaal als op
Europees niveau onze voedselzekerheid versterken. Welke rol kunnen de
minister en het ministerie hierin nemen?
Dank u wel.
De voorzitter:
Een ogenblik. U krijgt nog een interruptie van de heer Van
Houwelingen.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Mevrouw Van der Plas maakt zich zorgen over de landbouw. Nou, dat doen
wij ook. Een van de redenen waarom de landbouw en vooral de veeteelt
mogelijk moet gaan krimpen, is de ondertekening van het Pact for the
Future, waarin de agenda voor 2030 centraal staat. Dat moet worden
uitgerold. Dat betekent natuurlijk onder andere de klimaattransitie.
Heel veel mensen zeggen al dat we dan minder vlees moeten gaan eten en
minder zuivel moeten nuttigen. Dat lijkt mij allemaal niet goed voor de
boeren en vooral niet voor de veeteelt. Deze minister is
verantwoordelijk voor de SDG 2030 Agenda. Nou is mijn vraag aan mevrouw
Van der Plas hoe zij, hoe de BBB, aankijkt tegen deze SDG 2030 Agenda en
in het bijzonder tegen dit pact, dat door dit kabinet is getekend.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou ja, het mag bekend zijn dat wij ook wel kritisch staan tegenover een
aantal van die SDG-doelen, maar dat geldt niet voor al die doelen.
SDG-doelen zijn bijvoorbeeld ook: geen armoede, geen honger, goede
gezondheidszorg, schoon water, eerlijk werk en economie, industrie en
innovatie, duurzame steden en gemeenschappen. Vrede staat er ook in. Ik
denk niet dat Forum voor Democratie tegen die SDG-doelen is. Echter, de
weg ernaartoe is altijd een andere. Dat hebben wij op heel veel vlakken.
Ik denk dat wij hier heel veel gezamenlijke doelen hebben. Alleen, de
route die de ene partij wil is wat anders dan de route die de andere
partij wil. Dat heeft de heer Van Houwelingen misschien kunnen zien in
het klimaatdebat. Daarin hebben wij ons toch echt wel behoorlijk
kritisch opgesteld. Wij hebben ook gezegd dat we ons moeten gaan
herbezinnen. We moeten de doelen halen; daaraan hebben we ons
geconformeerd. Dat hebben we ook in het hoofdlijnenakkoord gezet. Ik ga
niet onder die afspraken uit komen. Ik ga niet zeggen: daar sta ik
eigenlijk niet achter. We hebben gewoon met z'n vieren afspraken
gemaakt, maar de weg daarnaartoe ā hoe gaan we die doelen dan behalen? ā
is niet helemaal dichtgetimmerd. Wat ons betreft zou innovatie
bijvoorbeeld een hele goede mogelijkheid zijn om bepaalde doelen wel te
halen.
De voorzitter:
Meneer Van Houwelingen, uw laatste interruptie.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Ik denk dat mevrouw Van der Plas de spijker op de kop slaat, want de
devil zit in de details: hoe wordt het uitgewerkt? En wat zien wij
gebeuren? Misschien zijn we het daarover eens; ik hoop het. Kijk hoe het
wordt uitgewerkt. Mevrouw Van der Plas ging een aantal doelen langs.
Neem bijvoorbeeld doel Ć©Ć©n: geen armoede. Dan wordt bijvoorbeeld gezegd:
laten we kijken naar een basisinkomen. Doel twee: geen honger. Nou,
proteĆÆnetransitie, hĆØ. Mevrouw Van der Plas weet wat dat is. De
klimaattransitie heb ik net al genoemd. Mevrouw Van der Plas komt
bijvoorbeeld zelf met de duurzame gemeenschappen, duurzame steden:
zero-emissiezones. Dat zijn allemaal punten waar de BBB volgens mij ook
kritisch op is. Als we vervolgens ā dat is tot slot mijn vraag aan
mevrouw Van der Plas ā zien hoe die Agenda 2030 wordt uitgewerkt, dan
zou mevrouw Van der Plas ook heel erg moeten schrikken, denk ik. Zij zou
toch al met al de afweging moeten maken dat we dat niet moeten gaan
steunen. Nu is er dus een pact ondertekend waarmee we dat niet alleen
steunen, maar dat ook nog versneld willen invoeren in Nederland.
Nogmaals, mijn vraag is dus: is het al met al niet beter om je tegen die
agenda te weren?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nogmaals, wij hebben als coalitie afspraken gemaakt met elkaar. Ik hou
me aan die afspraken. Als ik nu opnieuw ga onderhandelen over de
afspraken, dan zou dat het einde van het kabinet betekenen. Dat geldt
voor alle partijen. Je maakt gewoon afspraken met elkaar. Ik weet ook
dat Forum voor Democratie ons goed volgt en weet dat wij kritisch zijn.
De heer Van Houwelingen noemt bijvoorbeeld de zero-emissiezones. U weet
wat onze inzet daarop is. Daar hebben wij ons fel tegen gekeerd. Wij
bekijken alle maatregelen gewoon per keer. Daar kunnen we over in debat
gaan. Dank dus voor uw vraag.
De heer Stoffer (SGP):
Ik heb in de interruptie op mevrouw Zeedijk al laten blijken dat ik nog
niet zo heel gelukkig ben met de hoogte van het bedrag in de begroting.
Ik hoor mevrouw Van der Plas zojuist zeggen dat we ons inzetten voor
landbouw, voedsel en water. Dat is een richting die wij zeker kunnen
steunen. Daar zijn we ook echt wel blij mee. Ik ben de afgelopen jaren
best een aantal keer in Afrikaanse landen en dergelijke geweest. Als je
ergens kwam waar men te maken had met die sectoren, dan ging het altijd
om de kennis uit Nederland, de landbouwkennis uit Nederland. Volgens mij
zijn er maar weinig landen die daaraan kunnen tippen. Mijn vraag is dus
eigenlijk: ziet mevrouw Van der Plas kansen om de enorme hoeveelheid
kennis die we hier hebben nog verder te verspreiden en misschien ook wel
te vermarkten in het buitenland?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Daar hebben wij natuurlijk altijd voor gepleit. Het is bekend dat wij
een sterke agrarische sector hebben. Dat betekent niet alleen dat wij
heel veel boeren hebben die goed voedsel kunnen maken, maar ook dat
daar, juist omdat we die boeren hebben die goed voedsel kunnen maken,
een enorme ring van kennisinstellingen en kenners omheen is gebouwd. Elk
land dat ergens goed in is, bouwt daar een enorme kennisindustrie
omheen. We zien ook dat heel veel Nederlandse bedrijven in het
buitenland zitten, in ontwikkelingslanden. Zij helpen die landen te
ontwikkelen.
De zadenindustrie is bijvoorbeeld heel groot als we het hebben over
export naar het buitenland. Die zaden worden hier allemaal veredeld,
zodat er goede zaden zijn die resistent zijn tegen allerlei
weersomstandigheden. Je ziet dat die in andere landen, ook in
ontwikkelingslanden, worden gebruikt voor de groei van gewassen, van
groenten. Ik denk dat wij daar een hele waardevolle rol in spelen. Dat
is ook de reden waarom ik de minister heb gevraagd om duidelijkheid te
geven over hoe we onze kennis op het gebied van landbouw, maar ook op
het gebied van watermanagement, goed gaan inzetten in
ontwikkelingslanden. Iedereen weet ā de heer Stoffer is ook iemand die
dat weet ā dat ongeveer alle burgeroorlogen beginnen door
voedseltekorten. Als wij ervoor kunnen zorgen dat landen hun eigen
voedsel kunnen verbouwen, dan heb je ook minder kans op voedselrellen.
Voedselrellen leiden vaak tot burgeroorlogen. Burgeroorlogen leiden weer
tot immigratie. Ik ben het daar dus zeker mee eens.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. We gaan nu luisteren naar de heer Ergin. Hij
spreekt namens de fractie van DENK. Gaat uw gang.
De heer Ergin (DENK):
Dank u wel, voorzitter. Het is overduidelijk dat de PVV-minister met
maar Ć©Ć©n missie is gekomen, namelijk de boel afbreken. We hoorden bij
haar hoorzitting hoe ze denkt over ontwikkelingssamenwerking, want ze
zei letterlijk: ontwikkelingssamenwerking is geld wegbrengen naar het
buitenland. Haar kille afbraakbeleid zien we terug in haar eerste
begroting. Het is een totale kaalslag. Het is een drama voor alles wat
de afgelopen jaren is opgebouwd. In dit tempo is het de vraag of we over
een paar jaar nog wel een minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingshulp nodig hebben. Heeft de minister niet het gevoel ā dat
is een vraag aan haar ā dat zij de laatste koningin is, die haar
koninkrijk aan het slopen is?
Voorzitter. De wereld staat er zorgwekkend slecht voor. De grootste
humanitaire catastrofe zien we vandaag de dag in Gaza. Gaza ziet eruit
als of het met een kernwapen is aangevallen. Er is geen natuur, er is
geen riolering, er zijn geen huizen, er zijn geen wegen; er is geen
spaan van heel gelaten door de criminele Israƫlische regering. De
Israƫlische bombardementen in Gaza komen letterlijk in de buurt van de
verwoestingen van Hiroshima en Nagasaki. Gaza is inmiddels letterlijk
van de kaart geveegd. Mensen in Noord-Gaza worden uitgehongerd en
gedwongen uit het gebied verdreven. Dit is geen hypothetische situatie
of verwachting meer, het gebeurt nĆŗ, op dit moment, voor de ogen van de
hele wereld.
Voorzitter. Humanitaire hulp als oorlogswapen: dat is ziek en
misselijkmakend, maar dat is wel de werkelijkheid. De instroom van
humanitaire hulp in Gaza is nog nooit zo laag geweest. Er komen minder
dan 30 vrachtwagens per dag binnen. Kan de minister al iets delen over
de inzet voor hulp aan de Palestijnse gebieden in 2025? Wat is ze van
plan? Kan zij al iets delen over de uitvoering van de motie-Van Baarle
over een uitvoeringsplan voor de gereserveerde middelen voor de
wederopbouw van Gaza? Kan de minister garanderen dat het gereserveerde
bedrag blijft staan?
Voorzitter. Een van de belangrijkste organisaties voor hulp aan de
Palestijnen is UNRWA. Israƫl doet er alles aan om UNRWA de nek om te
draaien. DENK heeft er keer op keer voor gewaarschuwd om niet te vallen
voor de walgelijke lastercampagne die Israƫl tegen UNRWA voert, waarbij
UNRWA inmiddels zelfs door de Knesset is verboden. Want of je het nu
leuk vindt of niet, UNRWA is op dit moment de enige organisatie die op
grote schaal aan humanitaire hulpverlening in Gaza kan doen. Alle andere
hulporganisaties zijn het daar unaniem over eens. Maar de minister was
zo enthousiast over het wegvagen van UNRWA, dat ze nog voordat het
amendement dat vandaag aan de orde is, werd ingediend, al een positief
oordeel daarover gaf; volgens mij was dat tijdens een commissiedebat.
Dat zien we ook terug in de slappe reactie van de minister op het
besluit van de Knesset over UNRWA. Ze spreekt er geen schande van, er
komt geen keiharde veroordeling; nee, ze spreekt bijna zalvende woorden
als "zorgen uitspreken", terwijl het schandalig is dat Israƫl een
VN-organisatie verbiedt die met unanieme instemming van de VN is
opgericht. Kan de minister bevestigen dat dit onacceptabel is en dat dit
gewoon een flagrante schending van het internationale recht is?
Voorzitter. Dan de handel met Israƫl. Het Internationaal Gerechtshof
oordeelde dat er een plicht rust op staten als Nederland om stappen te
nemen om handel en investeringsrelaties in de bezette Palestijnse
gebieden te voorkomen. Nederland moet dus voorkomen dat de illegale
situatie die door Israƫl is gecreƫerd in de bezette Palestijnse
gebieden, in stand wordt gehouden. Dat is een glashelder signaal van de
hoogste rechtbank ter wereld dat het Nederlandse ontmoedigingsbeleid
snel aangepast en verscherpt moet worden. Daarom vraag ik wat de
minister heeft gedaan met dat advies: welke veranderingen hebben er
inmiddels plaatsgevonden in het Nederlandse beleid?
Voorzitter. Terwijl er een genocide plaatsvindt in Gaza, vindt er eind
november een wapenbeurs plaats in Ahoy, in Rotterdam, mede mogelijk
gemaakt door de KPN. Bij eerdere edities van de wapenbeurs zagen we
Israƫlische bedrijven als Elbit en Rafael en talloze andere Israƫlische
bedrijven met trots hun technologie en wapens tentoonstellen op de
wapenbeurs. "Battle tested" noemden deze bedrijven het trots. Mooie
woorden voor het feit dat Palestijnen als proefkonijn zijn gebruikt om
te testen of de wapens van deze bedrijven wel dodelijk genoeg waren. Kan
de minister aangeven of bedrijven die in eerdere edities onderdeel
hebben uitgemaakt en op dit moment onderdeel uitmaken van de
oorlogsindustrie van Israƫl, betrokken zijn bij genocide op de
Palestijnen en kan zij aangeven of die bedrijven ook dit jaar aanwezig
zijn op de wapenbeurs in Rotterdam? Wat DENK betreft zijn deze bedrijven
niet welkom en moeten ze geweerd worden. Eigenlijk weten we dat deze
PVV-minister deze bedrijven met open armen zal willen ontvangen. Als dat
niet zo is, hoor ik het graag.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank voor uw inbreng. We gaan nu luisteren naar mevrouw
Teunissen. Zij spreekt namens de Partij voor de Dieren. Gaat uw
gang.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. We voeren wel een beetje een merkwaardig debat
vanavond, want het kabinet snijdt ongekend veel in internationale
samenwerking, en dat in een tijd waarin wereldwijd problemen steeds meer
met elkaar verbonden raken. Armoede komt voort uit instabiliteit.
Klimaatverandering heeft consequenties voor de biodiversiteit, de
voedselzekerheid en vrouwenrechten. Handel vraagt juist weer om
veiligheid. We hebben te maken met een escalerende klimaatcrisis, een
toenemend aantal gewapende conflicten en daarmee met een groeiend aantal
mensen dat afhankelijk is van noodhulp. In deze tijden snijdt het
kabinet ongekend veel in internationale samenwerking.
Voorzitter. Dat is onacceptabel. Daar worden niet alleen mensen en de
natuur elders de dupe van, maar Nederland schiet ook in zijn eigen voet.
Wij krijgen ook te maken met onveiligheid, met klimaatontwrichting en
met meer vluchtelingen in de wereld, die we ergens moeten gaan opvangen.
Er is meer vervuiling. De kans op zoƶnosen neemt toe. Waar vorige
kabinetten nog de pretentie hadden dat zij over de grenzen van ons
landje heen keken, hakt deze minister erop los in begroting.
Dit kabinet stelt zich alleen nog maar ten dienste van het Nederlandse
bedrijfsleven. Die structurele bezuinigingen ā vele collega's hebben het
al gezegd ā lopen op tot 2,4 miljard. De koppeling met het bni wordt
losgelaten. De uitgaven voor de eerstejaarsasielopvang lopen op tot 1,9
miljard. Hier wordt weleens het tegendeel beweerd, maar dat is gewoon
26% van het hele ODA-budget. We zakken naar 0,43% van het bnp. Dat is
onder het gemiddelde in Europa.
Voorzitter, het is een kaalslag. Mijn eerste vraag is: welke effecten
hebben deze bezuinigingen op het maatschappelijk middenveld en op
vrouwenrechten? Heeft de minister Ć¼berhaupt deze effecten goed laten
onderzoeken?
De Partij voor de Dieren wil dat het kabinet de bezuinigingen
terugdraait en de koppeling met het bni herstelt.
Het kabinet wil inzetten op vrijhandelsverdragen met gelijke
standaarden. Vrijhandelsverdragen zijn het gevolg van het nog altijd
dominante neoliberalisme. Ze maken handelsketens lang en vervuilend in
plaats van duurzaam, gezond en regionaal. Ze versterken een race naar de
bodem, verslechteren de concurrentiepositie van landen en versterken de
macht van grote bedrijven ten koste van landelijke democratieƫn. Hoe
gaat het kabinet ervoor zorgen dat deze schadelijke effecten van
vrijhandelsverdragen worden teruggedrongen? Is het kabinet bereid om
geen vrijhandelsverdragen meer af te sluiten?
Gelukkig zijn er ook landen die niet willen meewerken aan deze
neoliberale tendens van uitputting van de aarde en het blootstellen van
hun producten aan de globaliserende markt. Frankrijk wees deze week het
Mercosur-akkoord in de huidige staat af. Dat is heel goed nieuws, ook
voor de Europese boeren. Gisteren waren de Europese boeren nog aan het
demonstreren in Brussel tegen Mercosur, omdat het grote
concurrentiegevaren met zich meebrengt.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Mevrouw Teunissen begint over Mercosur. Dat doet ze vaker. We hebben
vaker die discussie. Wij zitten daar iets anders in. Ik blijf het toch
eigenlijk wel slecht te begrijpen vinden. Wij staan uiteraard ook voor
die boeren en proberen ook de landbouwsector te stimuleren en, als er
negatieve effecten zijn, om die zo veel mogelijk te mitigeren. De heer
Paternotte had een betoog dat ik echt met hem deel. Je ziet het ook uit
onderzoeken terug, namelijk dat Mercosur juist heel goed is en een
positieve bijdrage levert aan het klimaat. Sterker nog, als wij die
akkoorden niet zouden sluiten, gaan ze misschien wel handelsdeals
sluiten met een land als China, dat de waarden, normen en klimaatdoelen
helemaal niet onderschrijft. Waarom kiest mevrouw Teunissen er dan toch
niet voor om Mercosur te steunen en die stap vooruit te zetten, ook voor
het klimaat? Dat zou ik toch echt van haar verwachten.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik ben heel blij met deze vraag, want kennelijk was er nog wat
verwarring over dat het Mercosur-verdrag goed zou zijn voor het klimaat.
We hebben natuurlijk die effectenrapportage gehad van de Europese
Commissie, maar dat is slechts een onderzoek geweest naar de economische
effecten van Mercosur. Er is het hele effect van broeikasgasuitstoot
door het transport, dat toeneemt. Dat is logisch. Als je zo'n
handelsverdrag sluit en je gaat die tarieven omlaag doen voor bepaalde
producten, dan jaag je juist de export en de import van meer producten
aan, waardoor je meer CO2-uitstoot krijgt. Maar dat is niet
meegenomen in dat onderzoek. Landgebruik en de emissies daarvan zijn
niet meegenomen en de gevolgen van de ontbossing en de
CO2-uitstoot die daaruit voortkomt zijn ook niet meegenomen
in die effectenanalyse. De VVD probeert hier nu te suggereren dat het
goed zou zijn voor het klimaat om een vrijhandelsverdrag te sluiten. Ik
heb echt nog nooit zo'n fabeltje gehoord. Het is echt zo'n grote
onzin.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Mevrouw Teunissen vindt het al ingewikkeld om een handelsakkoord met
Canada te sluiten. Dat is al te ver van haar bed, dus ze zoekt allerlei
redenen om maar niet een handelsakkoord te hoeven sluiten. Nu komt dit
er dan weer bij. Maar ze moet het toch met me eens zijn dat het altijd
nog beter is dat ze een handelsakkoord met ons sluiten, dat we die
stappen zetten op al die doelen die we allemaal belangrijk vinden, in
plaats van dat ze aan tafel gaan met een land als China of Rusland.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Nee, dat is niet beter. Het ligt er maar aan. Als je je blindstaart op
dat economischegroeimantra van de VVD, ja, dan zou het misschien beter
zijn om handelsverdragen te sluiten met China en met de VS. Maar als je
echt kijkt vanuit de waarden van duurzaamheid en een duurzame handel die
eerlijk is, voor mensen, voor dieren en voor de planeet, dan moet je
uitgaan van regionale voedselproductie, duurzame korte ketens en niet
van ketens die de hele oceaan overbruggen. Ik heb wel eens in antwoorden
op schriftelijke vragen te horen gekregen ā dat was van een VVD-minister
ā dat kringloop ook continenten kan beslaan. Kringlooplandbouw is echt
regionale landbouw. Als wij in blijven zetten op vrijhandelsverdragen,
dan gaan we de neoliberale weg op die alleen maar zorgt voor meer
uitputting van de aarde. Er zijn hier mensen die constateren dat
Mercosur niet zou bijdragen aan ontbossing. Het hele systeem erachter
leidt tot meer sojaproductie en tot meer rundvleesproductie. Waar gaan
we dat doen? Dat gaan we niet doen op land die al ontgonnen is. Er komt
extra bij. Dat gaat ten koste van de Amazone en daarmee ook ten koste
van de Cerrado, een van de meest biodiverse gebieden op aarde. Mercosur
leidt tot meer uitstoot, meer ontbossing en is niet goed voor het
klimaat, zoals hier wordt beweerd.
De voorzitter:
Mevrouw Teunissen vervolgt haar betoog.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Het opent onze grenzen voor plofkippen en Argentijnse kiloknallers. De
Amazone en de natuur in Zuid-Amerika zullen nog meer plaats moeten maken
voor megaboerderijen. Het klimaat en de natuur zijn niet geholpen door
op te schrijven dat alle partijen het Klimaatakkoord van Parijs steunen
en bossen heel belangrijk vinden. Klimaat en natuur zijn geholpen met
minder intensieve landbouw en veehouderij en minder gesleep met voedsel.
Ik wil de minister wijzen op twee aangenomen moties van de Partij voor
de Dieren in deze Kamer, die de regering opdragen om steun voor het
huidige verdrag met landbouw erin in te trekken en daarvoor ook actief
steun te zoeken bij andere lidstaten. Ik vraag de minister het volgende.
Het kabinet heeft destijds gezegd dat het akkoord nog niet afgerond was,
maar Frankrijk heeft deze week aan Ursula von der Leyen laten weten dat
het niet akkoord gaat met het Mercosur-verdrag. Mijn vraag aan de
minister is of zij bereid is om de in deze Kamer aangenomen moties uit
te voeren en om het voorbeeld van Frankrijk te volgen en samen met
Frankrijk op te trekken.
Voorzitter. Het is cruciaal dat het kabinet zich blijft houden aan
afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs. Daarin staat klip-en-klaar
dat internationale klimaatfinanciering een verantwoordelijkheid is van
de rijkste landen, zowel vanwege hun rol in het veroorzaken van de
huidige klimaatcrisis als vanwege hun economische draagkracht. Daar is
ook ambitieuze klimaatactie en klimaatfinanciering voor nodig. We hebben
de heer Schoof horen zeggen dat hij wil vasthouden aan de belofte om tot
een goede bijdrage voor klimaatfinanciering te komen. Mijn vraag aan de
minister is wat nu exact de inzet van de regering is op het gebied van
klimaatfinanciering, want we zien dat ook daarop wordt bezuinigd.
Voorzitter. Het Midden-Oosten is ver weg. In de eerste plaats is de
situatie in Gaza te wijten aan Netanyahu en Hamas, maar ook Nederland
speelt een kwalijke rol door de slappe houding tegenover de
oorlogsmisdaden van Netanyahu. Vanuit Nederland komt nog niet een begin
van een veroordeling van de overduidelijke etnische zuivering in
Noord-Gaza. Het blokkeren en vertragen van humanitaire hulp naar
Noord-Gaza heeft als doel dat Palestijnen moeten kiezen tussen
verhongeren of vertrekken met de boodschap dat ze nooit meer terug
kunnen keren. Ik heb van minister Klever niet meer gezien dan alleen een
slappe oproep aan Israƫl om alsjeblieft weer een beetje hulp toe te
laten. Ik vraag me af wat deze minister nu concreet aan die noodsituatie
gaat doen en welke maatregelen zij gaat nemen om de toegang tot
humanitaire hulp te verbeteren. Graag hele concrete maatregelen.
Voorzitter. Het moge duidelijk zijn dat de Partij voor de Dieren tegen
deze afbraakbegroting is en dat wij er niet mee kunnen instemmen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Wacht u nog een ogenblik. U krijgt nog een interruptie van mevrouw Van
der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil nog even terugkomen op het betoog van mevrouw Teunissen, waarin
zij stelt heel erg voor lokale productie te zijn. Dat zijn wij ook,
zeker in de kleine kring hier in Nederland. In Nederland vervullen
zelfslachtende slagers daar een heel grote rol in. Dat zijn kleine
slagerijen. Zij hebben een heel klein slachterijtje achter de slagerij.
Daar worden vaak dieren aangevoerd van vrij kleine bedrijven, zoals
mensen met een paar koeien of varkens. Dat is de korte keten. Die
zelfslachtende slagers hebben met dezelfde wet- en regelgeving te maken
als heel grote slachterijen. Dat is logisch, want ze moeten gewoon aan
de eisen voldoen. Maar zij betalen ook dezelfde tarieven als de grote
bedrijven. Je zou iets kunnen doen in die tarieven, zodat die regeldruk
te bekostigen is voor die zelfslachtende slagers. In 2022 hadden we 100
van die zelfslachtende slagers. Daar zijn er nu nog maar 83 van over,
want de een na de ander sluit, mede vanwege de hoge kosten. Samen met de
VVD hebben wij een motie ingediend om die kosten te drukken. Het gaat
dus niet om minder toezicht of regels, maar gewoon om minder kosten. De
Partij voor de Dieren heeft daar tegengestemd. Mijn vraag aan mevrouw
Teunissen is: hoe rijmt zij dat? Dan gaat die korte keten namelijk dus
eigenlijk juist kapot. Is de Partij voor de Dieren bereid om de volgende
keer bij dit soort moties te overwegen hier ook in mee te stemmen, ook
al gaat het over vlees?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dit is toch net een ander punt dan ik net maakte. Dit gaat vooral om
regeldrukvermindering voor kleine bedrijven. Daar stemmen wij niet
altijd tegen, maar in dit geval hebben wij daar tegengestemd. Ik heb het
voorstel niet gezien, dus ik kan nu niet even precies zeggen waarom wij
daar tegen hebben gestemd. Volgens mij delen wij dat wij de boeren in
Nederland willen beschermen tegen oneerlijke concurrentie. Maar ik denk
dat wij op een ander vlak wel afwijken. De Partij voor de Dieren ziet
namelijk dat het voor de duurzaamheidsopgave die we hebben wel degelijk
nodig is dat we een plantaardige transitie inzetten. Slagers dragen daar
niet aan bij. We moeten ook vaststellen dat in Nederland gewoon te veel
dieren worden gehouden. Ik denk dat we niet moeten wegkijken van dat
probleem. Daar moeten we iets aan doen. Dus in dat kader moeten er ook
minder slagers zijn en moet ook daar een transitie in plaatsvinden. Ik
denk dat we op dat vlak verschillen. Mogelijk is dat de reden dat wij
niet hebben meegestemd met de motie. Ik wil het volgende punt maken. Ik
weet zeker dat de BBB een andere transitie wil inzetten dan de Partij
voor de Dieren. Maar als wij transities willen inzetten, dan kunnen we
in ieder geval niet gebruiken dat onze markten open komen te staan voor
goedkoop vlees dat van de andere kant van de wereld komt. Dat is het
punt dat ik hier heb willen maken. Daarom hoop ik dat mevrouw Van der
Plas samen met mij blijft optrekken tegen het Mercosur-verdrag en dat
zij ook, net als ik vandaag, aan de minister gaat vragen om zich aan te
sluiten bij Frankrijk en te zeggen: wij trekken de steun voor dat
Mercosur-verdrag in.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik snap dat mevrouw Teunissen antivlees is. Dat is bekend van de Partij
voor de Dieren. Dat is helemaal niet erg en dat mag een standpunt zijn.
Iedereen heeft zijn eigen standpunten. Maar mensen eten nu eenmaal
vlees. Uit onderzoeken blijkt ook dat de vleesconsumptie de laatste
jaren zelfs licht gestegen is. Mensen eten nu eenmaal vlees. Zolang dat
het geval is, hebben we slagers, want als we geen vlees aten dan waren
er geen slagers. Ik vind het dan toch lastig dat mevrouw Teunissen aan
de ene kant zegt dat zij geen grootschalig geproduceerd vlees wil,
bijvoorbeeld dat kippen-, varkens- of rundvlees uit Braziliƫ, maar als
we die korte keten niet kunnen houden dan gaan mensen wel op zoek naar
ander soort vlees. Ze gaan dan bijvoorbeeld naar een supermarkt die wel
vlees importeert uit verre landen. Dus ik snap niet hoe mevrouw
Teunissen dat niet met elkaar kan rijmen. Of ze moet zeggen dat ze
gewoon tegen vlees is en dat ze daarom tegen de motie stemt, maar dat
klopt dan niet met het verhaal over de korte keten. Die kleine slagers
zijn juist de korte keten.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik snap wat mevrouw Van der Plas hier probeert te doen. Het is
natuurlijk een beetje gek om aan iemand van de Partij voor de Dieren te
vragen of zij een motie voor slagers gaat steunen. Ik zit bij de Partij
voor de Dieren, omdat ik opkom voor de dieren. Dat is ons vertrekpunt.
Ik wil graag een plantaardige transitie inzetten, zowel voor de dieren
als voor het klimaat, het landgebruik en het milieu. We zullen echt
minder dieren moeten gaan eten met z'n allen. Dat is waar mijn partij
voor staat en waar ik ook naartoe wil. De transitie die ik dus beschrijf
is tweeledig. We moeten aan de ene kant inzetten op het stoppen van die
oneerlijke concurrentiepositie van boeren, zodat we een transitie in
kunnen zetten. Die transitie is voor ons dat we meer richting een
plantaardige samenleving gaan. Dat is waarom ik nu niet in kan gaan op
een motie over regeldrukvermindering voor slagers.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Het ging over tarieven, dus dat ze voor dezelfde controles minder hoeven
te betalen. Mevrouw Teunissen zegt dat het gek is om de Partij voor de
Dieren aan te spreken op het behoud van slagers, omdat zij die eigenlijk
niet willen. Maar ook in de achterban van de Partij voor de Dieren
zitten mensen die vlees eten. Dat zijn denk ik juist de mensen die naar
zo'n slagerij op de hoek van de straat of in het dorp gaan, waarvan de
slager weet waar de koe vandaan komt en welk leven die koe heeft gehad.
Die mensen willen juist die korte keten. Ik vind het dus gek dat u aan
dit soort moties ā waarmee we die zelfslachtende slagers juist willen
behouden ā niet mee wil doen, want hiermee kan een groot deel van uw
achterban daar een stukje vlees kopen.
De voorzitter:
Tot slot hierover, mevrouw Teunissen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Mevrouw Van der Plas houdt echt een warm pleidooi voor een motie, maar
ik kan 'm niet steunen. Ik heb net toegelicht waarom ik dat niet kan. Ik
wil wel even gezegd hebben dat het in die transitie ook belangrijk is
dat we ondernemers wel perspectief bieden. Dus dat we niet van de ene op
de andere dag slagers de nek om willen draaien. We willen een
geleidelijke transitie. We willen dat mensen eerlijk een boterham kunnen
blijven verdienen, maar we moeten wel die richting op naar een meer
plantaardige samenleving voor het klimaat, voor de dieren, voor de
natuur en voor de gezondheid. We eten veel te veel vlees in Nederland.
Die plantaardige transitie moeten we echt inzetten, maar dat kan niet
als we doorgaan met het openzetten van onze markten voor allerlei
vlees.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
We hoeven hier niet tot in de nacht over door te discussiƫren. Ik blijf
het wel heel gek vinden. De korte keten is heel belangrijk volgens de
Partij van de Dieren, maar vervolgens zeggen zij ook: dit gaan we niet
steunen, want het gaat over slagers. Ik spreek veel van die kleine
zelfslachtende slagers die ermee stoppen, omdat het niet meer te
bekostigen is, waardoor die korte keten dus eigenlijk onderbroken wordt.
Ik blijf dat gek vinden. Ik respecteer de keuze van mevrouw Teunissen om
daar niet voor te stemmen, maar het schuurt wel met het standpunt over
de korte keten. Laat ik het zo zeggen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Nou, volgens mij schuurt het helemaal niet. Wij willen korte ketens,
maar wij willen ook inzetten op meer plantaardig. Dat heb ik volgens mij
net heel erg duidelijk gemaakt. Ik hoop dat mevrouw Van der Plas echt
bekijkt waar we elkaar kunnen vinden ā dat hebben we tot nu toe heel
goed kunnen doen ā om onze boeren te beschermen en om samen op te
trekken tegen het Mercosur-verdrag. Ik zou heel graag van mevrouw Van
der Plas horen dat wij ons aansluiten bij Frankrijk om die belangrijke
oproep in Europa te doen.
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng en voor de antwoorden op de interrupties. Meneer
Van Houwelingen komt al naar voren omdat hij aan de beurt is en niet om
u te interrumperen. De heer Van Houwelingen spreekt namens Forum voor
Democratie.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank u, voorzitter. Allereerst wil ik de minister complimenteren met de
grote aangekondigde bezuiniging van 1 miljard op de subsidies voor
ngo's. Dit is een zeer goede zaak, al was het maar omdat veel van deze
ngo's door activisten gedreven ideologische organisaties zijn, die
Ć¼berhaupt niet door de Staat gefinancierd zouden moeten worden. Het zijn
bovendien organisaties die niet zelden betrokken zijn geweest bij
allerlei weerzinwekkende schandalen. Zo organiseerde Oxfam-Novib in 2010
en 2011 met belastinggeld en donaties seksfeesten, waarbij kinderen als
prostituees zijn gebruikt: seks in ruil voor noodhulp. Ook medewerkers
van Artsen zonder Grenzen en het Rode Kruis hebben zich in het verleden
schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van de allerzwaksten. Bestuurders
en directeuren van deze ngo's laten zich bovendien riante salarissen
uitbetalen. Wat Forum voor Democratie betreft, gaat er per direct geen
cent belastinggeld meer naartoe.
Het is wat ons betreft jammer dat de aangekondigde bezuinigingen niet
het gehele budget betreffen en pas vanaf 2026 van kracht worden, maar
het is in ieder geval een stap in de juiste richting.
Daarnaast heb ik nog een paar vragen voor de minister. Tijdens een
eerder debat met deze minister kregen we geen duidelijk antwoord op de
volgende vraag, dus daarom stel ik hem nogmaals. Is het correct dat de
minister eind september het Pact for the Future stilzwijgend heeft laten
goedkeuren en dat Nederland daarmee stilzwijgend instemt met het
versneld invoeren van Agenda 2030? Wat vind de minister eigenlijk van
Agenda 2030 en de zeventien duurzaamheidsdoelen die daarbij horen en
waarvoor de minister primair verantwoordelijk is? Zijn deze doelen toe
te juichen? Zijn ze haalbaar? Is de minister ermee bekend dat de
klimaattransitie een belangrijk onderdeel, misschien wel het hart, vormt
van Agenda 2030? Is de minister ermee bekend dat via het concept One
Health klimaat en volksgezondheid aan elkaar gekoppeld worden, omdat
klimaatverandering de uitbraak van een nieuw virus tot gevolg zou kunnen
hebben? Daarmee is Agenda 2030 logischerwijs ā nogmaals, dat is de
agenda waar deze minister primair verantwoordelijk voor is ā van belang
voor de pandemische paraatheid in ons land. Is de minister ermee bekend
dat collega-minister Agema door de NCTV is ingelicht over de
NAVO-verplichting op het terrein van pandemische paraatheid? De
Amerikaanse ambassadeur heeft haar deze week in een brief verzocht om
geld te blijven vrijmaken voor global health en climate change. Is deze
minister door de NCTV of door iemand anders wellicht gewezen op
NAVO-verplichtingen waar ze aan geacht wordt te voldoen? Zo ja, kan ze
de Kamer deze NAVO-verplichtingen doen toekomen?
Tot slot, voorzitter. Deze minister heeft recent haar teleurstelling
over ontwikkelingen uitgesproken bij Ongehoord Nederland, waar ze
bestuurder was. Ze heeft aangegeven dat er een coup zou zijn gepleegd
bij Ongehoord Nederland. De minister is niet verantwoordelijk voor de
NPO. Kan ik er dus vanuit gaan dat dit persoonlijke opmerkingen waren
van de minister en dat ze hiermee niet het standpunt van het kabinet
heeft gegeven?
De voorzitter:
Dank voor uw inbreng. Dan is het woord aan de heer Stoffer, die spreekt
namens de SGP.
De heer Stoffer (SGP):
"Insgelijks zult gij uw wijngaard niet nalezen en de afgevallen beziƫn
van uw wijngaard niet opzamelen; den arme en den vreemdeling zult gij
die overlaten." Ik citeer de Statenvertaling, Leviticus 19 vers 10. Die
arme en de vreemdeling zijn onze verre naasten. In deze begroting kunnen
keuzes worden gemaakt die hun ten goede komen. Dit is ondanks de
ingrijpende bezuinigingen en het loslaten van de bni-ODA-koppeling. Maar
daar heb ik nog wel een vraag over. Ik heb de brief gelezen en het
blijkt mij onvoldoende waarom die koppeling niet gehandhaafd wordt. Zou
de minister mij dat hier nog eens helder in woorden kunnen
uitleggen?
Voorzitter. De Rekenkamer benadrukt het belang van prioriteiten stellen,
ook in het licht van de voorgestelde bezuinigingen. Bij die
bezuinigingen moeten scherpe keuzes gemaakt worden die later geen
belemmering vormen voor deze prioriteit. Mijn vraag aan de minister is
of ze dat met mij eens is.
Voorzitter. Dan UNRWA. Er is humanitaire hulp nodig voor Palestijnen;
dat wil ik hier benadrukken. Maar UNRWA is te gebroken om goed te
functioneren en te weerbarstig om te hervormen. We wijzen al langer op
alternatieven en steunen ook diversificatie. Veel andere organisaties
zijn actief op het gebied van voedselhulp en zouden kunnen opschalen.
Daarnaast moet er harder gewerkt worden aan het vervangen van UNRWA's
onderwijstaak. UNRWA belooft immers steeds beterschap, en dan blijkt
weer de volgende Hamasstrijder UNRWA-docent te zijn. Daarna wordt er
weer antisemitisch lesmateriaal gevonden. Ik vraag de minister dan ook:
wanneer is de maat vol? Wanneer gaat ze de samenwerking en financiering
afbouwen? Ik dien daarover ook een amendement in.
Voorzitter. Nederland is uniek in internationale watersamenwerking. De
minister stelt waterbeheer terecht als prioriteit. Nederland staat ook
bekend om de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven,
maatschappelijk middenveld en de kennissector. Toch wordt er op
waterbeheer samen met andere posten bezuinigd. Mijn vraag is als volgt.
Hoe ziet de minister het nu bezuinigen en het later van water een
speerpunt maken? Wordt er dan later weer geĆÆntensiveerd? Kan de minister
ook verder ingaan op de indicatoren rond water die al dan niet behaald
zijn? En kan ze ook meer ambitie tonen waar de doelen al wel gehaald
zijn?
Voorzitter. Tot slot mensen met een beperking. Ik was verbaasd door de
brieven op de agenda over internationale inspanningen voor mensen met
een beperking. De SGP vraagt hier al jaren aandacht voor, en ik was blij
met die eerdere brieven. Maar in de beslisnota wordt voorgesteld om
daarmee te stoppen. Ik verzoek de minister om dit niet te doen. Mensen
met een beperking hebben te maken met diverse programma's. Een overzicht
helpt om die ontwikkelingen te volgen, zeker nu we die brieven al vier
jaar lang hebben kunnen krijgen, en daarmee ook vergelijkingen kunnen
maken. Dus mijn vraag is: is de minister bereid om dit overzicht volgend
jaar alsnog te maken? Ik laat de vorm natuurlijk graag aan haar, maar ik
hecht grote waarde aan die rapportage.
Tot zover. Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Tot slot gaan we vanavond van de zijde van de Kamer
luisteren naar de heer Ceder namens de ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Het voelt een beetje als een rare begroting,
want in de ene hoek voelt het als een feeststemming en aan de andere
kant is er een grafstemming. Maar dat zegt ook wel iets over de manier
waarop wij naar dit onderwerp kijken en naar de begroting die voorligt,
want een klein stukje van onze welvaart delen om bij te dragen aan
welzijn elders in de wereld is belangrijk. EĆ©n. Omdat het goed is voor
de wereld, een wereld waarmee we verbonden zijn. We maken immers
allemaal deel uit van diezelfde wereld, en we zijn ook allemaal dezelfde
mensheid, gemaakt naar het beeld van God zelf. Het besef van
verbondenheid is voor de ChristenUnie wezenlijk de motivatie om ons
sterk te maken, al jarenlang, en vandaag ook weer, voor
ontwikkelingssamenwerking.
Maar deze regering bezuinigt de komende jaren drastisch op
ontwikkelingshulp, zelfs meer dan afgesproken was in het
regeerprogramma. De koppeling tussen ons ontwikkelingsbudget en het
nationaal inkomen is immers zelfs doorgeknipt; een historische
vergissing. Een internationale afspraak die al tientallen jaren leidend
is voor ons beleid wordt zonder enige toelichting, en zonder dat de
coalitie hier afspraken over heeft gemaakt, losgelaten. Dat kan toch
niet? Het leidt bovendien opgestapeld tot nog eens 2 miljard aan
bezuinigingen de komende jaren. Mijn vraag is: vindt de minister zelf
ook niet dat die koppeling, al is het dan pas bij de Voorjaarsnota of op
andere wijze, hersteld zou moeten worden? Gaat het nou, zoals NSC zegt,
om een eenmalige loslating, of ziet de minister het anders en zegt zij:
deze koppeling is nu voor altijd losgelaten? Ook daar bestaat immers
kennelijk nog onduidelijkheid over, en het kabinet is al maanden
bezig.
Voorzitter. De minister heeft in haar brief van afgelopen maandag laten
zien hoe ze op de subsidies naar het maatschappelijk middenveld wil
bezuinigen. Die brief is eigenlijk een debat op zichzelf waard, maar ik
wil nu in elk geval deze vraag stellen aan de minister. De minister
schetst een beeld van maatschappelijke organisaties die afhankelijk zijn
van Nederlandse overheidssubsidies. Maar is de minister zich ervan
bewust dat het grootste deel van deze overheidsfinanciering aan het
maatschappelijk middenveld wordt besteed via lokale organisaties en
daarmee de continuĆÆteit van programma's ondersteunt in plaats van de
continuĆÆteit van ngo's zelf? Hoe is de minister dan van plan met meer
dan duizend lokale organisaties in het mondiale Zuiden contact te
onderhouden? Graag een antwoord.
Voorzitter. Als je vindt dat er minder geld besteed moet worden aan
ontwikkelingshulp, laten we er dan in ieder geval voor zorgen dat we de
ontwikkeling elders in de wereld niet tegengaan, want dat gebeurt ook
nog steeds: we geven met de ene hand en nemen met de andere. Een bekend
voorbeeld is de pluimveesector in Ghana, die sinds de jaren negentig
feitelijk is weggeconcurreerd door gesubsidieerd en goedkoop kippenvlees
uit de EU. Nederland zou er bij de WTO en de EU voor moeten pleiten dat
er strengere regels komen voor de afzet van landbouw- en
voedselproducten op markten van lage- en middeninkomenlanden. Die
strengere regels zouden toegepast moeten worden ingeval die importen het
eigenlijk onmogelijk maken voor deze landen om hun eigen specifieke
landbouwsector verder te ontwikkelen. Is de minister bereid daarvoor te
pleiten, vraag ik haar. Het zou de coherentie tussen het handelsbeleid
aan de ene kant en het ontwikkelingshulpbeleid aan de andere kant
vergroten. Het kost de minister geen geld, maar draagt wel effectief bij
aan de ontwikkeling. Is de minister dat met mij eens?
Voorzitter. Over coherent beleid gesproken: de minister werkt aan de
implementatie van de Europese wet op maatschappelijk verantwoord
ondernemen, een wet waar de ChristenUnie, samen met andere partijen in
de Kamer, keihard voor heeft moeten strijden hier. Gelukkig is er nu een
Europese implementatie, CSDDD. Maar er moet een Nederlandse
implementatie komen. Kan de minister aangeven of de implementatie
hiervan in andere lidstaten even voortvarend verloopt, wat nu het plan
is van de minister en welke prioriteit ze daaraan geeft?
Tot slot, voorzitter, de positie van gehandicapten. Dan hebben we het
met recht over de meest kwetsbaren, die soms letterlijk achteraan komen.
De minister wil de Kamer niet meer regelmatig informeren over wat ons
beleid betekent voor mensen met een beperking. Hoe zien we dan nog wel
hoe de hulp hen bereikt? Dat vraag ik aan de minister.
Dank u wel.
De voorzitter:
Hartelijk dank. We zijn aan het einde gekomen van de inbreng in eerste
termijn van de Kamer en daarmee ook aan het einde van het debat
vandaag.
De algemene beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Het ziet ernaar uit dat het vervolg van dit debat op woensdagochtend
vanaf 10.15 uur gaat plaatsvinden. Dan zien we elkaar weer terug. Ik
wens u een goede nachtrust toe en ook alvast een goed weekend, want het
was best een pittige Kamerweek. We zien elkaar daarna weer.
Dank aan de minister, aan alle ondersteuning, aan het publiek en aan de
mensen hier van de Kamer, de bodes.
Sluiting
Sluiting 23.29 uur.
ONGECORRIGEERD STENOGRAM Aan ongecorrigeerde verslagen kan geen enkel recht worden
ontleend. |
---|