Verslag van een Interparlementaire conferentie onder Artikel 13 van het Begrotingspact
Interparlementaire conferentie onder Artikel 13 van het Begrotingspact
Verslag van een bijeenkomst
Nummer: 2024D44307, datum: 2024-11-15, bijgewerkt: 2024-11-15 11:46, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.H. de Vree, Tweede Kamerlid (PVV)
Onderdeel van kamerstukdossier 34054 -13 Interparlementaire conferentie onder Artikel 13 van het Begrotingspact.
Onderdeel van zaak 2024Z18556:
- Indiener: J.H. de Vree, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Staten-Generaal Q 1/2
Vergaderjaar 2024-2025
34 054 Interparlementaire conferentie onder Artikel 13 van het Begrotingspact
Nr. 13 Verslag van een interparlementaire
conferentie
Vastgesteld 15 november 2024
Op 3 en 4 oktober 2024 vond in Boedapest de halfjaarlijkse bijeenkomst over stabiliteit, economische coördinatie en bestuur in de Europese Unie plaats. Deze conferentie vloeit voort uit het Verdrag van Lissabon (artikel 13). Het doel van de conferentie is om bij te dragen aan de democratische legitimiteit en de verantwoording op het terrein van economisch bestuur en begrotingsbeleid in de Europese Unie en daarbij de Economische en Monetaire Unie in het bijzonder.
De Nederlandse delegatie bestond uit het Tweede Kamerlid De Vree
(PVV) en de Eerste Kamerleden Griffioen (BBB) en Van Rooijen (50PLUS).
Ambtelijk werd de delegatie begeleid door de heer Van de Laar
(EU-adviseur Financiën Tweede Kamer) en mevrouw Van Ederen
(adjunct-commissiegriffier Eerste Kamer).
Openingssessie:
spreker: dhr. János Latorcai, Ondervoorzitter van het
Hongaars Parlement
De heer János Latorcai opent de interparlementaire bijeenkomst en
geeft aan dat drie kwesties deze bijeenkomst centraal staan: de
concurrentievoordelen van de opkomst van elektrische auto’s in de
Europese Unie, de hervorming van het raamwerk voor economisch bestuur
(de Europese begrotingsregels) en de impact van de Europese begroting op
het cohesiebeleid binnen het meerjarig financieel kader. Volgens hem
hebben deze thema’s een beslissende invloed op het concurrentievermogen
van Europa. Volgens Latorcai ligt daar dan ook de sleutel tot een
gemeenschappelijke toekomst. Door gebeurtenissen van de afgelopen jaren,
zoals de covid-pandemie en de Russisch-Oekraïense oorlog, staat het
concurrentievermogen van Europa onder druk. In dit licht wordt ook het
Draghi-rapport genoemd.1 Hierin staat onder meer beschreven
dat tenzij er effectieve hervormingen worden doorgevoerd, de economische
en politieke relevantie van de Unie op geopolitieke wijze fataal kunnen
worden verzwakt.
De eerste sessie: De concurrentievoordelen van de opkomst van
elektrische auto’s in de EU en de vereiste voorbereidingen voor
besluitvorming
Voorzitter: Péter Cseresnyés, Ondervoorzitter van de commissie voor
economie van het Hongaarse Huis van Afgevaardigden
Sprekers: dhr. Máté Lóga, Staatssecretaris van Economische strategie,
financiële middelen en macro-economische analyses van Hongarije en dhr.
Péter Kaderják, Algemeen directeur van de Hongaarse Battery
Association.
De heer Cseresnyés opent de eerste sessie en onderstreept in zijn
speech dat de Europese Unie met de Green Deal een voortrekkersrol op
zich heeft genomen als het gaat om het terugdringen van de uitstoot van
broeikasgassen en bij het verwezenlijken van het doel om in 2025 het
eerste klimaatneutrale continent te zijn. Vervoer speelt hierin een
belangrijke rol nu dit ongeveer zorgt voor een vijfde van de totale
CO2-uitstoot van de Europese Unie. De auto-industrie is goed voor 7
procent van het bbp van de EU, vormt jaarlijks een omzet van ruim 100
miljard euro en genereert meer dan 390 miljard euro aan
overheidsinkomsten. Bijna 3 procent van de Europese bevolking is
werkzaam in de auto-industrie. Volgens Cseresnyés zou elektromobiliteit
dan ook een belangrijk domein kunnen zijn voor gezamenlijke actie.
De heer Kaderják benadrukt dat dit debat zo belangrijk is voor Hongarije, omdat wordt verwacht dat Hongarije in 2023 maar liefst 20 procent van de batterijen zal produceren voor de Europese markt. Hij pleit ervoor dat de Europese lidstaten moeten samenwerken om de huidige marktpositie op het gebied van elektrische auto’s te behouden en de technologische concurrentiepositie te waarborgen. Volgens hem kan de steun van de Europese politiek voor de aanschaf van elektrische auto’s hiertoe bijdragen. Tot slot vraagt hij aandacht voor het hergebruik van zeldzame materialen ten behoeve van de productie van batterijen en stelt hij dat dit zou moeten worden vastgelegd in Europese regelgeving, zodat Europa minder importafhankelijk wordt.
De heer Lóga brengt onder de aandacht dat vanaf het jaar 2035 er
alleen nog maar nieuwe emissievrije voertuigen mogen worden verkocht, om
de klimaatdoelen te behalen. Dit streven staat in contrast met de
cijfers van de verkoop van elektrische auto’s die nu met name in
Frankrijk en Duitsland flink zijn gedaald. De Europese lidstaten moeten
volgens de heer Lóga meer investeren in elektromobiliteit en met name
meer inspanningen leveren om de markt verder te vergroten. Een
belangrijk knelpunt hierbij is dat de verkoop van elektrische auto’s
hoger is dan de uitbreiding van de oplaadinfrastructuur. Volgens Lóga
zou het aantal publieke laadpunten om die reden dan ook moeten stijgen
van de huidige 630.000 naar 3,5 miljoen oplaadpunten. Dit betekent dat
tot 2030 er elke week ongeveer 8.000 oplaadpunten geïnstalleerd moeten
worden. Daarnaast onderstreept hij dat de elektrische voertuigen moeten
worden aangedreven door de schoonst mogelijke energie. In lijn met het
streven om de energieproductie koolstofvrij te maken maakt hij kenbaar
dat Hongarije voornemens is om meer te investeren in
kerncentrales.
De tweede sessie: De hervorming van het raamwerk voor economisch
bestuur
Voorzitter: Zoltán Vajda, Voorzitter van de commissie Rijksuitgaven van
het Hongaarse Huis van Afgevaardigden
Sprekers: dhr. Péter Benö Banai, Staatssecretaris van overheidsfinanciën
van Hongarije en dhr. Balázs Romhányi, Directeur van het fiscale
verantwoordingsinstituut van Boedapest
De tweede dag van de conferentie werd geopend door dhr. Zoltán
Vajda. Hij begint met een historische uiteenzetting van de Europese
begrotingsregels. Vervolgens geeft hij een toelichting op de werking van
de nieuwe Europese begrotingsregels (het Stabiliteits- en Groeipact,
SGP) die in april 2024 in werking zijn getreden. Hij besteedt daarbij
specifieke aandacht aan de landen die deze zomer in een buitensporig
tekortprocedure zijn geplaatst en roept alle landen op zich te
committeren aan de nieuwe begrotingsregels.
De heer Banai gaat nader in op de noodzaak van Europese afstemming
van begrotingsbeleid. Hij benadrukt het belang van anticyclisch
begrotingsbeleid en de lessen die wat dat betreft zijn te trekken uit de
eurocrisis. Tegelijkertijd hecht hij veel belang aan flexibiliteit in
tijden van crisis, waarbij de pandemie als voorbeeld wordt gebruikt. Hij
benadrukt in dat kader de dempende rol die overheidsfinanciën kunnen
spelen om in tijden van crisis economische groei en werkgelegenheid te
beschermen. Vervolgens gaat de heer Banai in op de overheidsfinanciën
van Hongarije. Het Hongaarse begrotingstekort is momenteel te groot,
mede door de impact van de oorlog in Oekraïne en oplopende rentes.
Daarom moet het tekort en de schuld worden teruggebracht. Hij stelt dat
Hongarije zich aan de begrotingsafspraken zal houden in de komende
periode.
De heer Romhányi spreekt over de belangrijke rol van onafhankelijke
begrotingsautoriteiten in het toezicht op de overheidsfinanciën. Hij
spreekt over een netwerk van NGO’s die in meer dan 130 landen zich
bezighouden met toezicht op de transparantie en publieke participatie in
het begrotingsproces. Daarvoor is het van belang dat onafhankelijke
begrotingsautoriteiten voldoende budget, mandaat en capaciteit hebben om
dit toezicht op een ordentelijke manier te kunnen uitoefenen. De nieuwe
begrotingsregels geven meer bevoegdheden aan deze onafhankelijke
begrotingsautoriteiten. Het is volgens Romhányi een goede stap dat
lastig te controleren parameters die onder de oude begrotingsregels een
belangrijke rol speelden, zoals de output gap, in de nieuwe regels zijn
vervangen door parameters die gemakkelijker te sturen én te controleren
zijn.
Namens de Nederlandse delegatie heeft het Eerste Kamerlid Griffioen
in de plenaire discussie het belang van naleving en handhaving van de
nieuwe Europese begrotingsregels benadrukt. Elk land zal daarvoor zelf
moeten prioriteren in de nationale begroting. De lidstaten zijn
gezamenlijk verantwoordelijk voor goed functionerend economisch bestuur,
waarvoor de regels in april dit jaar zijn overeengekomen.
De derde sessie: De impact van de EU-begroting voor het
cohesiebeleid op het meerjarig financieel kader
Voorzitter: Zoltán Tessely, Voorzitter van de commissie Europese Zaken
van het Hongaarse Huis van Afgevaardigden
Sprekers: dhr. Tibor Navracsics, Minister van openbaar bestuur en
regionale ontwikkelingen van Hongarije en mevr. Elisa Ferreira,
Eurocommissaris van cohesie en hervorming
Mevrouw Ferreira pleit aan de hand van drie argumenten voor het
versterken van het cohesiebeleid. Als eerste benoemt zij dat het
cohesiebeleid bijdraagt aan het concurrentievermogen op de lange termijn
en dat het cohesiebeleid de basis heeft gelegd voor welvaart en groei
van de Europese infrastructuur, het verbeteren van ICT en bijscholing
van werknemers. Ten tweede heeft het cohesiebeleid een prominente rol
gespeeld in tijden van crisis, zoals bij de covid-pandemie. Dankzij dit
beleid was er binnen enkele weken financiële steun. Ten derde benadrukt
zij dat het cohesiebeleid cruciaal is om ervoor te zorgen dat de
kwetsbare regio’s van Europa niet achteruitgaan, maar worden meegenomen
in de modernisering.
Volgens Ferreira moeten de lidstaten dan ook het cohesiebeleid versterken in het toekomstig meerjarig financieel kader en moet er meer flexibiliteit worden ingebouwd om te kunnen reageren op nieuwe behoeften en uitdagingen, terwijl de lange termijn gewaarborgd blijft.
Het cohesiebeleid is een van de grootste begrotingseenheden van het meerjarig financieel kader en daarmee een pilaar van de Europese Unie, aldus de heer Navracsics. Hij haalt in zijn speech aan dat in de afgelopen periode meerdere documenten zijn verschenen over het cohesiebeleid waarin de resultaten van het beleid zijn geanalyseerd en de toekomstperspectieven zijn beschreven. Ter illustratie noemde hij het achtste en negende cohesierapport van de Europese Commissie.2 In deze documenten werd ook bijzondere aandacht besteed aan de ontwikkeling van de ongelijkheden van de verschillende Europese regio’s. Navracsics pleit voor behoud van het cohesiebeleid, maar vraagt ook aandacht voor meer ruimte in het beleid voor maatwerk voor de verschillende lidstaten. Dit met het oog op de diverse geografische verschillen en de directe gevolgen voor het behoud van de Hongaarse bevolking.
De delegatie vanuit de Tweede Kamer,
De Vree
De delegatie vanuit de Eerste Kamer,
Griffioen Van Rooijen
Ambtelijke begeleiding van de delegatie,
Van de Laar Van Ederen
The future of European competitiveness: Report by Mario Draghi, EU competitiveness: Looking ahead - European Commission (europa.eu).↩︎
Zie voor het achtste cohesierapport: https://ec.europa.eu/regional_policy/information-sources/8cohesion-report_en env oor het negende cohesierapport: https://ec.europa.eu/regional_policy/information-sources/cohesion-report_en.↩︎