Kamerbrief Emancipatie
Emancipatiebeleid
Brief regering
Nummer: 2024D44417, datum: 2024-11-18, bijgewerkt: 2024-11-18 13:38, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 30420 -414 Emancipatiebeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z18612:
- Indiener: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-11-19 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-12 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
---|
Datum | 18 november 2024 |
---|---|
Betreft | Kamerbrief Emancipatie |
Emancipatie Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag |
Onze referentie 49124944 |
In Nederland moet je jezelf kunnen zijn, verliefd kunnen worden op wie je wilt en je kunnen ontwikkelen tot wie je wilt zijn. Daar staan wij als land wereldwijd om bekend. Die vrijheid lijkt echter af te nemen, want in de praktijk voelt lang niet iedereen zich hier vrij en veilig genoeg voor. Vanuit de samenleving bereiken mij regelmatig verhalen van mannen die niet meer hand in hand op straat durven lopen. Jongeren die zich niet vrij voelen om uit de kast te komen. Onveilige situaties op school. Mensen die uit angst voor de reacties van binnen én buiten hun eigen gemeenschap niet meer zichtbaar zichzelf durven zijn. Vrouwen die bepaalde plaatsen vermijden omdat ze er geïntimideerd worden. En op de werkvloer is het helaas nog steeds geen vanzelfsprekendheid dat mannen en vrouwen bij gelijk presteren gelijk worden behandeld. Dit is niet ons Nederland. Gelijke behandeling, gelijke kansen en veiligheid van iedereen staan in ons land niet ter discussie. Daar trekken we samen een duidelijke grens. Wie je ook bent en op wie je ook verliefd wordt: je mag er zijn, je mag je eigen keuzes maken en je staat niet alleen. En daar waar sprake is van onveilige situaties of discriminatie, pakken wij dat aan.
In deze brief informeer ik uw Kamer over de prioriteiten en uitgangspunten van het emancipatiebeleid.
Het doel van emancipatie
Emancipatie gaat over toegroeien naar een samenleving waar personen of groepen vrij en zelfstandig kunnen leven en waarbij eenieder ruimte heeft om eigen keuzes te maken. Een grote meerderheid van de Nederlandse bevolking wil dat mensen zichzelf kunnen zijn en gelijk behandeld worden, ongeacht hun achtergrond, geslacht of seksuele gerichtheid. Als kabinet blijven we ons hiervoor inzetten. De cijfers laten zien dat onze inspanning nodig blijft. Zo hebben vrouwen bijvoorbeeld nog altijd geen gelijke kansen op de arbeidsmarkt. De acceptatie van lhbtiq+ personen onder jongeren lijkt achteruit te gaan en veel lhbtiq+ personen voelen zich onveilig.1 In Nederland krijgen lhbtiq+ personen regelmatig te maken met verschillende vormen van fysiek of verbaal geweld.2
Meer dan de helft van de Nederlandse vrouwen heeft ooit seksueel grensoverschrijdend gedrag meegemaakt.3 Vrouwen zijn vijf keer vaker dan mannen slachtoffer van fysiek seksueel geweld in de leeftijd van 18 tot 24 jaar.4 Bij bijna 80% van de moorden op vrouwen (femicide) worden deze gepleegd door (ex-)partners of familieleden.5
Dat moet beter. In de rechtsstaat Nederland is gelijke behandeling verankerd in onze Grondwet en verschillende mensenrechtenverdragen. De opdracht van emancipatie past daarmee in de taak van de overheid om gelijkheid te bevorderen en deze verdragen na te leven en te versterken, zodat iedereen op een volwaardige, gelijke en veilige manier kan deelnemen aan onze samenleving.
Prioriteiten
Het kabinet kiest in het verlengde van het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma voor twee prioriteiten in het emancipatiebeleid: i) iedereen moet veilig kunnen zijn, en ii) iedereen moet volwaardig kunnen meedoen.
Iedereen moet veilig kunnen zijn
Iedereen in Nederland heeft het recht om overal veilig te zijn: op straat, op de werkvloer, op school, in de privésfeer, in het uitgaansleven, in de sport, en online. Er is geen plaats voor geweld en discriminatie. Bescherming tegen discriminatie is verankerd in Artikel 1 van de Grondwet en in de Algemene Wet Gelijke Behandeling.
Daarom neemt het kabinet extra maatregelen om geweld tegen lhbtiq+ personen tegen te gaan. Dit najaar geef ik samen met mijn collega van JenV vorm aan het vervolg van het Actieplan Veiligheid lhbti 2019-2022. Daarnaast worden maatregelen genomen om kwetsbare jongeren te beschermen die worden gedwongen hun seksuele gerichtheid te onderdrukken. Ook investeert dit kabinet in de bestendiging van de aanpak door de politie van alle vormen van discriminatie en racisme, door het Expertisecentrum Aanpak Discriminatie Politie (ECAD-P) structureel te financieren en het programma ‘Politie voor Iedereen’ voort te zetten. Daarbinnen speelt het Netwerk Divers Vakmanschap een grote rol, met onder andere ‘Roze in Blauw’. Daarnaast is de veiligheid van lhbtiq+ asielzoekers in de asielopvang een aandachtspunt.
De oorzaken van de ervaren daling van acceptatie van lhbtiq+ personen en van geweld tegen lhbtiq+ personen zijn complex. Religieuze en culturele factoren, leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en sociaaleconomische status spelen een rol bij de houding tegenover lhbtiq+ personen. Een negatieve houding tegenover lhbtiq+ personen is echter nog niet hetzelfde als overgaan tot geweld. In recent onderzoek komt het WODC6 op basis van strafdossiers tot vier daderprofielen van geweldsplegers, waarin motieven en aanleidingen voor geweld worden gestructureerd: ‘afkeer van lhbtiq+’,‘schelden als reflex’, ‘groepsagressie’ en ‘grappen ten koste van’. Daders zijn bijna allen man, vaak minderjarig of jongvolwassen waarvan een deel bij de ouders woont, en hebben vaak strafrechtelijke antecedenten. Daarbij geeft een klein deel van de daders expliciet aan een religie te belijden. Volgens de onderzoekers is de mate waarin religie een rol speelt bij lhbtiq+-gerelateerd geweld echter moeilijk te duiden. Om beter inzicht te krijgen in deze complexiteit laat ik, mede zoals toegezegd in de schriftelijke vragen van het lid Becker (VVD)7 en verzocht in de motie Eerdmans8, verder onderzoek doen naar de oorzaken van de dalende acceptatie van lhbtiq+ personen onder jongeren, met daarin aandacht voor de rol van conservatieve denkbeelden en sociale media. De resultaten verwacht ik voor de zomer van 2025 met uw Kamer te delen.
Samen met mijn collega-bewindspersonen zet ik mij in voor de bestrijding van geweld tegen vrouwen, huiselijk geweld, femicide en schadelijke praktijken, zoals eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en vrouwelijke genitale verminking.
Veel van de in 2023 gemelde zaken van eergerelateerd geweld in Nederland vonden plaats in een Syrische, Turkse of Marokkaanse gemeenschap.9 En het risico op genitale verminking is groter onder tweede generatie meisjes afkomstig uit Somalië, Egypte, Ethiopië, Sierra Leone en Guinee.10 Eergerelateerd geweld en genitale verminking zijn verwerpelijke culturele praktijken en hebben niets te maken met de vrijheid van godsdienst. Dergelijke praktijken worden door het kabinet hard bestreden.
Voor het voorkomen en aanpakken van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld voer ik samen met de bewindslieden van SZW, VWS en JenV het Nationaal Actieprogramma Aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld uit. Dit programma loopt tot eind 2026. Regeringscommissaris Mariëtte Hamer blijft ook tot dat moment in functie.
In het onderwijs is de veiligheid van leerlingen en studenten een voorwaarde om überhaupt tot leren te kunnen komen en zich optimaal te kunnen ontplooien. Ongeacht wie je bent, waar je wortels liggen, van wie je houdt en of je man of vrouw bent of je geen van beiden voelt. Het is onacceptabel dat dit niet voor alle leerlingen en studenten vanzelfsprekend is. Pesten, discrimineren en (seksueel) grensoverschrijdend gedrag komen helaas nog veel te vaak voor. Het bevorderen van sociale veiligheid in het onderwijs is één van mijn speerpunten. Met het Wetsvoorstel “Vrij en veilig onderwijs” komt er een meldplicht voor ernstige incidenten en een verplichte aanstelling van vertrouwenspersonen in het funderend onderwijs. In dit wetsvoorstel wordt ook de bestaande meldplicht voor zedenmisdrijven uitgebreid van minderjarigen naar alle leerlingen en studenten, en naar seksuele intimidatie. Mbo-, hbo- en wo-instellingen krijgen een zorgplicht voor sociale veiligheid. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen al vanaf een jonge leeftijd leren hoe je respectvol met elkaar omgaat en hoe je wensen en grenzen kunt aangeven. Het bieden van neutrale en leeftijdsadequate relationele en seksuele vorming draagt eraan bij dat kinderen respectvol leren omgaan met elkaar, ook in het vervolgonderwijs en hun verdere leven.
Iedereen moet volwaardig kunnen meedoen
Iedereen in Nederland heeft het recht om in vrijheid eigen keuzes te maken, en volwaardig mee te doen in de samenleving. Vrouwen zijn de afgelopen decennia steeds vaker economische zelfstandig geworden. De arbeidsparticipatie van vrouwen is gestegen, en er zijn steeds meer vrouwen in topfuncties. Maar van gelijkheid van vrouwen op de arbeidsmarkt is nog lang geen sprake. Zowel voor de individuele ontplooiingskansen als voor de samenleving valt hier nog veel te winnen. Zorg voor kinderen, mantelzorg, en vrijwilligerswerk zijn van grote waarde. Dit alles kan leiden tot een bewuste keuze om minder te werken, al dan niet tijdelijk. Het staat eenieder vrij om daarin een eigen afweging te maken.
Er zijn echter nog altijd verwachtingen en stereotiepe rolpatronen die het vanzelfsprekend maken dat vrouwen degenen zijn die in deeltijd werken en meer zorgtaken op zich nemen. Dit kan een belemmering zijn voor bestaanszekerheid en economische zelfstandigheid van vrouwen. Al in de schoolloopbanen van jongens en meisjes bestaan grote verschillen; zij kiezen relatief vaak typische ‘mannen- en vrouwenopleidingen en beroepen’.11 Dit kan leiden tot belemmeringen in het maken van eigen keuzes en daarmee tot onderbenutting van wat kinderen en jongeren in hun mars hebben. Omwille van vrije keuze en omwille van de tekorten op de arbeidsmarkt willen we die stereotypen doorbreken. Daarom versterken en herwaarderen we het praktijkgericht onderwijs met een nadruk op techniek en technologie. Daarnaast sluit dit kabinet een pact in het mbo om studenten op te leiden voor strategische tekortsectoren, waarbij bijzondere aandacht is voor vrouwen in de technieksector. Ook willen we meer mannen voor de klas door de pabo voor hen aantrekkelijker te maken.
Het kabinet vindt dat meer werken ook meer moet lonen. Wij stimuleren dit bijvoorbeeld door pilot met een voltijds- en meerurenbonus in het onderwijs. Het Groeifondsproject Meer Uren Werkt! richt zich op het wegnemen van praktische belemmeringen om meer uren werken mogelijk te maken. Om de ongelijke verdeling van arbeid en zorg te verbeteren zet het kabinet in op de stelselherziening van de kinderopvang en de vereenvoudiging van het verlofstelsel.
Daarnaast hebben werkende vrouwen niet altijd gelijke kansen. Gemiddeld verdienen vrouwen nog steeds minder per uur dan mannen. Zelfs bij gelijke taken en prestaties komt dat voor. Het kabinet implementeert daarom de EU Richtlijn Loontransparantie. Deze richtlijn bevat transparantieverplichtingen voor werkgevers, waardoor werkgevers en werknemers hierin meer inzicht kunnen krijgen en loonverschillen worden tegengegaan.
Ook de participatie van vrouwen in topposities blijft nog achter. Wij houden de positie van vrouwen in topposities nauwkeurig in de gaten en evalueren de Wet “Evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen in bestuur en raad van commissarissen” vijf jaar na de inwerkingtreding daarvan.12
Vooral vrouwen met weinig opleiding, sommige groepen vrouwen met een migratieachtergrond en alleenstaande moeders bevinden zich vaak in een kwetsbare economische positie. In sommige monoculturele hechte of gesloten gemeenschappen vinden vormen van onvrijheid plaats die onacceptabel zijn, ook los van fysiek geweld zoals beschreven in de vorige paragraaf. Dit kabinet staat voor de vrijheid van godsdienst, maar ziet ook de noodzaak meisjes en vrouwen te beschermen tegen de dwang die soms kan uitgaan van religieuze voorschriften. Deze leggen vrouwen en meisjes vaak meer beperkingen op dan mannen en jongens. Bijvoorbeeld over of ze alleen uit mogen gaan, over wat zij niet of juist wel moeten dragen, of seks voor het huwelijk geoorloofd is, of ze mogen werken en of ze zelf mogen beslissen over hun geld. Afwijken van de culturele of religieuze norm zet het recht op zelfbeschikking van het individu hierbij onder druk. Daarom zet het kabinet bijvoorbeeld in op een verandering “van binnenuit” met mensen die zelf onderdeel zijn van zulke gemeenschappen. Ook wordt ingezet op het bevorderen van financiële zelfredzaamheid van vrouwen, die zich in deze gemeenschappen vaak in een afhankelijkheidssituatie bevinden.13 De inzet op zelfbeschikking en het tegengaan van schadelijke praktijken is onderdeel van de bredere actieagenda integratie, waarover de Kamer volgend jaar uitgebreider geïnformeerd wordt.14 In die actieagenda laat het kabinet zien dat het voor een vrij en veilig Nederland is waar je mag zijn wie je bent, mag houden van wie je wilt en waar wordt onderschreven dat mannen en vrouwen gelijke rechten hebben.
Vooruitblik
Als staatssecretaris voor Emancipatie en coördinerend bewindspersoon zal ik namens het kabinet voor de zomer van 2025 een Emancipatienota met uw Kamer delen. In deze nota zal ik samen met collega-bewindspersonen de concrete doelen en maatregelen op het gebied van emancipatie voor de huidige kabinetsperiode uitwerken. Vanzelfsprekend heb ik daarbij oog voor de situatie in Europees en Caribisch Nederland en ga ik in gesprek met maatschappelijke organisaties.
Tot slot geef ik u graag een overzicht van wat uw Kamer de komende maanden, tot aan de Emancipatienota, zal ontvangen:
Tweede Voortgangsrapportage van het Nationaal Actieprogramma Aanpak Seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld;
Mid-term review Strategische Partnerschappen 2022-2027.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Mariëlle Paul
Pride Panel Eenvandaag: Acceptatie lhbti+ op dieptepunt: minder dan de helft van de gemeenschap vindt dat het goed gaat - EenVandaag[1197782855] (avrotros.nl). De afkorting lhbtiq+ staat voor lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender, intersekse en queer personen.↩︎
Zie oa: Richten op de regenboog, 2024, WODC; EU FRA Survey 2020, Homonegatief geweld, 2009, WODC.↩︎
Seksuele gezondheid in Nederland, 2017, Rutgers↩︎
Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag, 2022, WODC & CBS↩︎
Centraal Bureau voor de Statistiek, 2023. Onder femicide wordt verstaan dodelijk geweld tegen vrouwen en meisjes.↩︎
Richten op de regenboog, 2024, WODC↩︎
Kamerstukken II, 2023-2024, kenmerk 2024Z09545↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, kenmerk 36600 nr. 35↩︎
Jaarverslag van het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld 2023. Het Landelijk Expertisecentrum registreert alleen onder personen met een migratieachtergrond; de cijfers kunnen dus niet vergeleken worden met de rest van de samenleving.↩︎
Vrouwelijke Genitale Verminking: Omvang en risico in Nederland, Pharos, 2019↩︎
Een verkenning van sekseverschillen in het onderwijs | Advies | Onderwijsraad↩︎
Kamerstuk: Kamerstuknr. 35.628.↩︎
Meerjarenplan Zelfbeschikking 2022-2025↩︎
Kamerstukken II, vergaderjaar 2022-2023, 35 341, 32 175, nr. 17↩︎