[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2024D44729, datum: 2024-11-29, bijgewerkt: 2024-12-10 13:51, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36625-V-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36625 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2024Z18739:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024‒2025
36 625V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,

C.C.J. Veldkamp

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Suppletoire Begroting September 2024 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.

Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt beschreven welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2024. Zoals uit de onderstaande tabellen blijkt, nemen de uitgaven per saldo af met EUR 850,4 miljoen en nemen de ontvangsten af met EUR 10,2 miljoen. Het non-ODA budget neemt af met EUR 857,8 miljoen en het ODA budget neemt toe met EUR 7,44 miljoen met als gevolg dat per saldo een totale mutatie van EUR 850,4 miljoen ontstaat.

Stand uitgaven VJN 2024 12.161,8 7.008,3
Totaal mutaties ‒ 850,4 7,44
Stand uitgaven NJN 2024 (excl. OEK) 12.115,1 7.015,7
Stand uitgaven NJN 2024 (incl. OEK) 11.311,4 7.015,7

De HGIS standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening.

De afname is het gevolg van meerdere mutaties op de verschillende begrotingshoofdstukken. In de volgende tabel zijn deze nader uitgesplitst:

1. Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non ODA) 16,7 0
2. Overboekingen van en naar de HGIS 0,8 0
3. Desaldering op ontvangsten 17,7 0
4. Kasschuif ‒ 4,8 0
5. Onderuitputting huisvesting 0 0
6. Verwachte onderuitputting ‒ 77,2 0
7. Oekraïne ‒ 803,7 7,44
Totaal ‒ 850,4 7,44

Toelichting uitgaven:
Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo af met EUR 850,4 miljoen ten opzichte van de stand die in de Voorjaarsnota 2024 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:

  1. Macrobijstellingen: normaliter wordt de omvang van de HGIS bijgesteld op basis van de wijzigingen die opgenomen zijn in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product. Het kabinet heeft ervoor gekozen om nu de aanpassing van de BNI-raming als gevolg van de MEV niet te verwerken in het ODA budget. Hierdoor blijft het ODA budget ongewijzigd. Het non-ODA budget wordt wel bijgesteld en stijgt met EUR 16,7 miljoen.
  2. Overboekingen van en naar HGIS: er vindt een aantal relatief kleine overboekingen plaats van en naar de HGIS, waardoor het non-ODA deel van het HGIS budget per saldo toeneemt met EUR 0,8 miljoen.
  3. Desaldering op ontvangsten: de ontvangsten nemen per saldo toe met EUR 17,7 miljoen. Dit is met name het gevolg van o.a. hogere consulaire ontvangsten en hogere ontvangsten als gevolg van een restitutie vanuit het stopgezette Afghan National Army (ANA) Trust Fund van de NAVO.
  4. Kasschuif: op het terrein van non-ODA worden er middelen naar latere jaren geschoven op de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en Economische Zaken (EZ).
  5. Toevoeging middelenafspraak huisvesting (verwachte onderuitputting op huisvesting): er is geen mutatie.
  6. Verwachte onderuitputting: binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken (circa EUR 37 miljoen) en het ministerie van Defensie (EUR 40 miljoen). Deze middelen worden via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de volgende jaren.
  7. Oekraïne: de mutatie van EUR 803,7 miljoen is voornamelijk het gevolg van een kasschuif van Oekraïne budget op de begroting van het ministerie van Defensie.
Stand ontvangsten VJN 2024 555,1 62,7
Totaal mutaties ‒ 10,2 0
Stand ontvangsten NJN 2024 544,9 62,7

Toelichting ontvangsten:

  1. De ontvangsten nemen per saldo af met EUR 10,2 miljoen. Dit is met name het gevolg van een kasschuif van 2024 naar 2025 op de begroting van Defensie met betrekking tot Oekraïne.
  2. Het ODA deel van EUR 62,7 miljoen blijft ongewijzigd.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Uitgaven
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 350 miljoen in 2024. De belangrijkste mutaties ten opzichte van de Suppletoire Begroting September 2024 worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Vastgestelde begroting 2024 12.790.108
Stand 1e suppletoire begroting 2024 12.202.860
Stand suppletoire begroting september 2024 11.792.696
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Bijdrage OESO 1.1 7.289
2) Bijdrage Internationaal Strafhof 1.1 5.041
3) Stabiliteitsfonds 2.4 7.085
4) Overige 2.4 ‒ 7.200
5) Afdrachten aan de Europese Unie 3.1 ‒ 608.269
6) Invoerrechten aan de Europese Unie 3.6 275.804
7) Consulaire informatiesystemen 4.1 5.049
8) Personeelsuitgaven 7.1.13 13.200
9) Materiële uitgaven 7.1.14 ‒ 46.920
10) Overige mutaties ‒ 1.043
Stand 2e suppletoire begroting 2024 11.442.732

Toelichting

Artikelonderdeel 1.1 Bijdrage OESO
Het uitgavenbudget laat een stijging zien van EUR 7,3 miljoen omdat de jaarlijkse bijdrage in 2024 hoger uitvalt dan verwacht en vanwege de vooruitbetaling van de contributie aan de OESO.

Artikelonderdeel 1.1 Bijdrage Internationaal Strafhof
Het budget hiervoor stijgt vanwege de vooruitbetaling van de bijdrage aan het Internationaal Strafhof.

Artikelonderdeel 2.4 Stabiliteitsfonds
De stijging van het budget voor het Stabiliteitsfonds wordt veroorzaakt door een desaldering van de terugontvangen middelen uit het NAVO Afghanistan National Army (ANA) Trust fund en door een overheveling van EUR 2 miljoen vanaf de BHO-begroting ten behoeve van hulp aan Gaza.

Artikelonderdeel 2.4 Overige
Dit uitgavenbudget daalt met EUR 7,2 miljoen. Dit is met name het gevolg van de verdeling van het nog te verdelen non-ODA budget onder «Overige» over verschillende artikelonderdelen.

Artikelonderdeel 3.1 BNI-afdrachten aan de Europese Unie
De afdrachten aan de Europese Unie dalen met EUR 608,3 miljoen. Dit is het gevolg van de vijfde aanvullende Europese begroting van 2024 (DAB5). Daarin is sprake van een toename van geraamde ontvangen boetes en strafbetalingen die zorgen voor EUR 170 miljoen lagere Nederlandse bni-afdrachten en een lager voorzien betalingsniveau van de Europese Commissie wat leidt tot EUR 437,9 miljoen lagere afdrachten.

Artikelonderdeel 3.6 Invoerrechten aan de Europese Unie
De stijging van de Invoerrechten aan de Europese Unie wordt veroorzaakt door een Traditionele Eigen Middelen (TEM)-nabetaling van bruto EUR 1,2 miljoen, een technische correctie op de raming van de TEM-nabetalingen in de Miljoenennota met EUR 5,2 miljoen en een actualisatie van de invoerrechten om de raming van het Ministerie van Financiën aan te laten sluiten bij de raming van de Europese Commissie (EUR 269,4 miljoen).

Artikelonderdeel 4.1 Consulaire informatiesystemen
De uitgaven voor consulaire informatiesystemen stijgen door de ontwikkeling van de systemen die nodig zijn voor de consulaire dienstverlening ten tijde van crisis. Het gaat om de ontwikkeling van nieuwe systemen en de doorontwikkeling en de instandhouding van bestaande systemen waarvan de kosten hoger uitvallen.

Artikelonderdeel 7.1.13 Personeelsuitgaven
De personeelsuitgaven stijgen met EUR 13,2 miljoen vanwege de hogere loonkosten uit hoofde van de nieuwe afspraken in de CAO Rijk die per 1 juli 2024 zijn geëffectueerd.

Artikelonderdeel 7.1.14 Materiële uitgaven
De materiële uitgaven laten per saldo een daling zien van EUR 46,9 miljoen. Dit betreft de som van onder andere een verhoging van het ICT-budget met EUR 10 miljoen, het niet volledig besteden van het budget voor de Hoog Risico posten (EUR 34,8 miljoen) en een lagere uitputting voor de reguliere huisvestingskosten (EUR 11 miljoen).

Ontvangsten
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verlaging van de geraamde ontvangsten van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 100,2 miljoen in 2024. De belangrijkste mutaties ten opzichte van de Suppletoire Begroting September 2024 worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Vastgestelde begroting 2024 4.075.549
Stand 1e suppletoire begroting 2024 3.913.048
Stand suppletoire begroting september 2024 3.749.298
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Veiligheid en stabiliteit restitutie programma's 2.40 5.085
2) Perceptiekostenvergoeding 3.10 72.700
3) Europees herstelfonds 3.11 ‒ 118.079
4) Consulaire diensten aan vreemdelingen 4.20 7.400
5) Overige mutaties 5.219
Stand 2e suppletoire begroting 2024 3.721.623

Toelichting

Artikelonderdeel 2.40 Veiligheid en stabiliteit restitutie programma's
De ontvangsten stijgen in 2024 door een restitutie vanuit het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund.

Artikelonderdeel 3.10 Perceptiekostenvergoeding
De ontvangsten worden naar boven bijgesteld met in totaal EUR 72,7 miljoen. Dit komt enerzijds door een TEM-nabetaling aan de Europese Unie waarmee een EUR 143.000 hogere perceptiekostenvergoeding samenhangt. Daarnaast vindt een technische correctie plaats op de raming van de TEM-nabetalingen in de Miljoenennota met EUR 5,2 miljoen en een actualisatie van de perceptiekostenvergoeding met EUR 67,3 miljoen (zie ook kopje Uitgaven, artikelonderdeel 3.6). Bij de invoerrechten treedt gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het Ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect.

Artikelonderdeel 3.11 Europees herstelfonds
Door een technische bijstelling van het totaal aan ontvangsten van het Herstel en Veerkrachtplan (HVP) voor 2024 wordt de stand van 2024 met EUR 118 miljoen naar beneden bijgesteld. Het totaal gereserveerde bedrag voor Nederland loopt namelijk niet gelijk met de omvang van de individuele betaalverzoeken. Bij de Voorjaarsnota 2025 zullen de resterende technische bijstellingen worden gemaakt voor de jaren na 2024.

Artikelonderdeel 4.20 Consulaire diensten aan vreemdelingen
De ontvangsten op dit artikel stijgen door een hogere visa-uitgifte dan oorspronkelijk geraamd.

4 Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 115.771 10.228 125.999
Uitgaven 147.404 10.214 157.618
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 59.260 9.664 68.924
Subsidies (regelingen) 1.725 500 2.225
Internationaal recht 1.615 500 2.115
Accountability Oekraïne 110 0 110
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 57.535 9.164 66.699
Verenigde Naties 40.000 134 40.134
OESO 2.345 7.289 9.634
Internationaal Strafhof 50 5.041 5.091
Internationaal recht 3.000 0 3.000
Accountability Oekraïne 12.140 ‒ 3.300 8.840
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 68.902 50 68.952
Subsidies (regelingen) 20.164 896 21.060
Mensenrechtenfonds 20.164 896 21.060
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 48.738 ‒ 846 47.892
Mensenrechtenfonds 39.088 ‒ 846 38.242
Mensenrechten multilateraal 9.650 0 9.650
1.3 Gastandbeleid internationale organisaties 19.242 500 19.742
Subsidies (regelingen) 6.950 0 6.950
Carnegiestichting 6.950 0 6.950
Bijdrage aan agentschappen 10.611 0 10.611
Vredespaleis 10.611 0 10.611
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 1.681 500 2.181
Internationaal Strafhof 796 0 796
Nederland Gastland 885 500 1.385
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen
Geen toelichtingen

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde zijn voor 100% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024).

Artikelonderdeel 1.1
Het budget voor artikelonderdeel 1.1 stijgt in 2024 vanwege de vooruitbetaling van de contributies aan de OESO en het Internationaal Strafhof. Daarnaast valt de jaarlijkse bijdrage aan de OESO in 2024 hoger uit dan verwacht.

Artikelonderdeel 1.3
In het kader van het gastlandbeleid van Nederland, wordt er EUR 500.000 extra vrijgemaakt voor de versterking van het hek rondom het OPCW gebouw.

4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 375.507 ‒ 41.917 333.590
Uitgaven 295.128 2.335 297.463
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 36.868 2.229 39.097
Subsidies (regelingen) 565 0 565
Atlantische Commissie 565 0 565
Opdrachten 12.000 1.874 13.874
NAVO-top Nederland 2025 12.000 1.874 13.874
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 24.303 355 24.658
NAVO 14.800 0 14.800
WEU 740 90 830
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 2.428 415 2.843
Veiligheidsfonds 6.335 ‒ 150 6.185
2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 19.207 0 19.207
Subsidies (regelingen) 14.007 ‒ 1.095 12.912
Anti-terrorisme instituut 630 0 630
Contra-terrorisme 7.920 ‒ 1.000 6.920
Cyber security 4.032 ‒ 405 3.627
Global Forum on Cyber Expertise 1.425 310 1.735
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 5.200 1.095 6.295
Contra-terrorisme 880 1.000 1.880
Cyber security 4.320 95 4.415
2.3 Wapenbeheersing 11.227 350 11.577
Opdrachten 1.455 350 1.805
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 465 550 1.015
Conferentie REAIM en follow up 990 ‒ 200 790
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 9.772 0 9.772
IAEA 7.592 0 7.592
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 1.980 0 1.980
CTBTO 200 0 200
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 194.154 ‒ 820 193.334
Subsidies (regelingen) 34.055 ‒ 654 33.401
Nederland Helsinki Comité 28 0 28
Stabiliteitsfonds 30.000 0 30.000
Training buitenlandse diplomaten 4.027 ‒ 654 3.373
Opdrachten 3.170 163 3.333
Makandra 3.170 163 3.333
Bijdrage aan agentschappen 343 61 404
Makandra 343 61 404
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 156.586 ‒ 390 156.196
OVSE 6.000 ‒ 350 5.650
Stabiliteitsfonds 59.759 7.085 66.844
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties 82.937 0 82.937
Overige 7.200 ‒ 7.200 0
Tegengaan internationale georganiseerde criminaliteit 690 75 765
Nog te verdelen 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 33.672 576 34.248
Subsidies (regelingen) 19.609 ‒ 813 18.796
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA 15.813 576 16.389
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 3.796 ‒ 1.389 2.407
Opdrachten 4.563 1.660 6.223
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 4.563 1.660 6.223
Bijdrage aan agentschappen 1.099 70 1.169
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 648 70 718
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA 451 0 451
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 8.401 ‒ 341 8.060
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 8.401 ‒ 341 8.060
Ontvangsten 1.000 5.085 6.085

Toelichting

Verplichtingen
Het verplichtingenbudget van artikel 2 daalt in 2024 met bijna EUR 42 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door een verlaging van het verplichtingenbudget van het Stabiliteitsfonds met EUR 80 miljoen, omdat een ontmijningstender pas in 2025 wordt toegekend. Voor de NAVO-top 2025 worden voor EUR 32 miljoen nieuwe verplichtingen aangegaan voor de huur van de locatie en benodigde ICT voor de top.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 2 Veiligheid en stabiliteit zijn voor 93% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024).

Artikelonderdeel 2.1
Het budget voor goede internationale samenwerking stijgt in 2024. Dit is met name het gevolg van de verhoging van het budget voor de NAVO-top 2025 voor een eerste aanbetaling voor de locatie.

Artikelonderdeel 2.4
Het budget voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde daalt in 2024. Dit is met name het gevolg van de verdeling van het nog te verdelen non-ODA budget onder «Overige» over verschillende artikelonderdelen. Op het Stabiliteitsfonds worden terugontvangen middelen uit het NAVO Afghanistan National Army (ANA) Trust Fund opnieuw ingezet ten behoeve van een bijdrage aan het programma Moldova Information and Communications Technology Support. Tot slot wordt EUR 2 miljoen vanaf de BHO-begroting overgeheveld naar het Stabiliteitsfonds voor hulp aan Gaza.

Ontvangsten
Artikelonderdeel 2.40
De ontvangsten stijgen in 2024 door een restitutie vanuit het NAVO Afghanistan National Army Trust Fund.

4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 10.139.327 ‒ 331.148 9.808.179
Uitgaven 10.078.686 ‒ 331.148 9.747.538
3.1 Afdrachten aan de Europese Unie 5.876.571 ‒ 608.269 5.268.302
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 5.876.571 ‒ 608.269 5.268.302
BNI-afdrachten 4.173.831 ‒ 608.269 3.565.562
BTW-afdrachten 1.467.432 0 1.467.432
Plastic-grondslag 235.308 0 235.308
3.2 Europees Ontwikkelingsfonds 71.652 0 71.652
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 71.652 0 71.652
Europees Ontwikkelingsfonds 71.652 0 71.652
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap 20.442 993 21.435
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 20.442 993 21.435
Raad van Europa 13.181 993 14.174
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank 7.261 0 7.261
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 5.599 324 5.923
Subsidies (regelingen) 348 0 348
EIPA 348 0 348
Opdrachten 525 0 525
Europa College beurzenprogramma 190 0 190
EU-sanctiebeleid 335 0 335
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.726 324 5.050
Benelux bijdrage 4.726 324 5.050
3.5 Europese Vredesfaciliteit 154.908 0 154.908
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 154.908 0 154.908
Europese Vredesfaciliteit 154.908 0 154.908
3.6 Invoerrechten aan de Europese Unie 3.949.514 275.804 4.225.318
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 3.949.514 275.804 4.225.318
Invoerrechten 3.949.514 275.804 4.225.318
Ontvangsten 3.639.943 ‒ 45.460 3.594.483

Toelichting

Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 3 Effectieve Europese Samenwerking neemt af. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 3 Effectieve Europese samenwerking zijn voor 99% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024).

Artikelonderdeel 3.1
De BNI-afdrachten aan de Europese Unie nemen af met EUR 608,3 miljoen vanwege twee oorzaken:

  1. Hogere boetes en strafbetalingen (-EUR 170,3 miljoen)
    Op 10 oktober publiceerde de Commissie de vijfde aanvullende Europese begroting van 2024 (DAB5). Hierin is een actualisatie van zowel de uitgaven- als de ontvangstenzijde van de begroting gepresenteerd. DAB5 bevat een stijging van de inkomsten met EUR 2,8 miljard door hoger dan geraamde ontvangen boetes en strafbetalingen. Deze hogere overige inkomsten vanuit boetes (o.a. schending van de mededingingsregels) zorgen voor EUR 170,3 miljoen lagere Nederlandse bni-afdrachten.
  2. Bijstelling raming Nederlandse afdrachten door het lager voorziene betalingsniveau van de Europese Commissie (-EUR 437,9 miljoen)Normaal gesproken is de Nederlandse raming van de EU-afdrachten gebaseerd op het maximale bedrag dat de Europese Unie in dat jaar vanuit haar begroting mag uitgeven (de maximale inzet van het MFK-betalingenplafond inclusief de speciale instrumenten). Eerder dit jaar is de Nederlandse raming bij de Voorjaarsnota aangepast vanwege een verwachte onderuitputting van de EU-begroting. De vijfde aanvullende begroting (DAB5) geeft het Europees betalingsniveau voor 2024 op EUR 149,7 miljard weer. Aangezien DAB5 de laatste aanvullende begroting van 2024 is, is het betalingenniveau zoals door de Commissie geraamd de meest realistische inschatting van de uitputting van de EU-begroting voor 2024. Daarom is besloten om in de Nederlandse raming van de EU-afdrachten het betalingenniveau zoals door de Commissie in DAB5 geraamd over te nemen. Het betalingenniveau van de Commissie, inclusief de maximale inzet van speciale instrumenten, ligt circa EUR 7,2 miljard lager dan het betalingenniveau waarop de Nederlandse ramingen vóór deze bijstelling waren gebaseerd. Deze bijstelling betekent een verlaging van de raming van de Nederlandse bni-afdracht in 2024 met EUR 437,9 miljoen.
    Het is hierbij van belang om te melden dat een deel van deze onbenutte middelen via de inzet van speciale instrumenten kan worden doorgeschoven naar latere jaren in het MFK. Dit gebeurt ieder jaar in de technische aanpassing die in juli verschijnt. Dan wordt duidelijk wat de gevolgen zullen zijn van de Europese onderuitputting in 2024 voor de Nederlandse afdrachten in 2025-2027.

Artikelonderdeel 3.6
De ramingen voor de invoerrechten aan de Europese Unie worden naar boven bijgesteld met EUR 275,8 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:

  1. TEM-nabetaling
    Er is een Traditionele Eigen Middelen (TEM)-nabetaling van bruto EUR 1,2 miljoen in 2024 gedaan aan de Europese Unie naar aanleiding van een herbeoordeling van dossiers.
  2. Correcties TEM-nabetalingen
    Er vindt een correctie van EUR 5,208 miljoen plaats op de raming van de TEM-nabetalingen in de Miljoenennota, omdat het gebruikelijk is de totale invoerrechtenstand te muteren en daarnaast een mutatie op te nemen voor de perceptiekostenvergoeding (in de meeste gevallen 25% van het totaal, in enkele gevallen was dit 20% afhankelijk van het betreffende jaar). Deze uitsplitsing in twee mutaties was niet gedaan in de Miljoenennota, daardoor hoogt deze mutatie in de 2e suppletoire begroting de invoerrechtenstand (en ook de perceptiekostenvergoeding stand, zie artikelonderdeel 3.10) alsnog op tot dit totaal.
  3. Actualisatie invoerrechten
    Bij de invoerrechten treedt gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het Ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Hierdoor worden de invoerrechten naar boven bijgesteld met EUR 269,4 miljoen en de perceptiekostenvergoeding naar boven bijgesteld met 67,3 miljoen.

Ontvangsten
Artikelonderdeel 3.10
De raming van de perceptiekostenvergoeding stijgt met EUR 72,7 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de correctie TEM-nabetalingen (EUR 5,2 miljoen) en een actualisatie van de perceptiekostenvergoeding (EUR 67,3 miljoen) zoals toegelicht bij artikelonderdeel 3.6. Daarnaast leidt de bij artikelonderdeel 3.6 genoemde TEM-nabetaling van EUR 1,2 miljoen tot een EUR 143.000 hogere perceptiekostenvergoeding.

Artikelonderdeel 3.11
Dit betreft een technische bijstelling van het totaal aan ontvangsten van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) voor 2024 van EUR -118 miljoen. Bij de wijziging van het HVP in oktober 2023 is het totaal gereserveerde bedrag voor Nederland toegenomen met EUR 735 miljoen, naar EUR 5,4 miljard. Dit aanvullende bedrag is in september 2023, een maand eerder, opgenomen in de begroting van 2024, door de ontvangsten in 2026 op te hogen met EUR 735 miljoen. Deze ophoging loopt echter niet gelijk met de omvang van de individuele betaalverzoeken, die in het in 2023 gewijzigde plan ook zijn aangepast. Om dit gelijk te stellen wordt de stand van 2024 met EUR 118 miljoen naar beneden bijgesteld. Bij de Voorjaarsnota 2025 zullen de resterende technische bijstellingen worden gemaakt voor de jaren na 2024. Meerjarig is het effect van deze technische bijstelling op de totale raming beperkt. Bij de mutatie in de eerste suppletoire begroting 2024 is de ontvangst van het tweede betaalverzoek van EUR 1,185 miljard van 2024 naar 2025 verplaatst, omdat deze middelen naar verwachting in 2025 worden uitbetaald. Die mutatie staat wel gelijk aan de gewijzigde omvang van het tweede betaalverzoek (EUR 1,185 miljard).

Geldstromen richting de EU

Om een integraal beeld te geven van alle geldstromen richting de EU wordt met ingang van de Ontwerpbegroting 2024 in de BZ-begrotingsstukken een extracomptabele tabel opgenomen met een totaaloverzicht van:
– Artikel 3.1: Nationale afdrachten aan de Europese Unie (bni, btw en plasticafdrachten);
– Artikel 3.6: Traditionele eigen middelen (TEM; invoerrechten);
– Artikel 3.10: Perceptiekostenvergoeding
– Artikel 9 Begroting Financiën: Vertragingsrente betaald aan de Europese Commissie

V (BZ) 3.1 Nationale afdrachten 5 876 571 ‒ 608 269 5 268 302
Bni-afdracht 4 173 831 ‒ 608 269 3 565 562
Btw-afdracht 1 467 432 0 1 467 432
Plastic 235 308 0 235 308
V (BZ) 3.6 Invoerrechten 3 949 514 275 804 4 225 318
V (BZ) 3.10 Ontvangsten EU 2 188 838 72 700 2 261 538
Perceptiekostenvergoeding 982 248 72 700 1 054 948
Overige ontvangsten EU 1 206 590 0 1 206 590
IX (FIN) 9.44.2 Vertragingsrente 219 0 219
Totaal 7 637 466 ‒ 405 165 7 232 301

4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 76.562 14.188 90.750
Uitgaven 72.290 13.325 85.615
4.1 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 16.561 4.350 20.911
Subsidies (regelingen) 2.825 ‒ 699 2.126
Gedetineerdenbegeleiding 2.825 ‒ 699 2.126
Inkomensoverdrachten 540 0 540
Gedetineerdenbegeleiding 540 0 540
Opdrachten 13.196 5.049 18.245
Consulaire bijstand 384 0 384
Reisdocumenten en verkiezingen 5.048 0 5.048
Consulaire opleidingen 400 0 400
Consulaire informatiesystemen 7.364 5.049 12.413
4.2 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 22.018 4.413 26.431
Opdrachten 20.990 3.840 24.830
Ambtsberichtenonderzoek 150 0 150
Visumverlening 2.058 0 2.058
Legalisatie en verificatie 80 0 80
Consulaire informatiesystemen 18.702 3.840 22.542
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 1.028 573 1.601
Bijdragen asiel en migratie 1.028 573 1.601
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 8.433 419 8.852
Subsidies (regelingen) 4.597 48 4.645
Internationaal cultuurbeleid 4.597 48 4.645
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 3.836 371 4.207
Internationaal cultuurbeleid 3.836 371 4.207
4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 25.278 4.143 29.421
Subsidies (regelingen) 10.072 ‒ 1.043 9.029
Instituut Clingendael 2.050 ‒ 1.362 688
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 5.058 175 5.233
Internationale manifestaties en diverse bijdragen 321 ‒ 271 50
Publieksdiplomatie 2.043 482 2.525
Onderzoeksprogramma 100 299 399
Academische Leerstoel Anton de Kom 200 ‒ 66 134
Opvolging excuses Slavernijverleden 300 ‒ 300 0
Opdrachten 10.161 5.481 15.642
Adviesraad Internationale Vraagstukken 746 0 746
Instituut Clingendael 1.450 2.742 4.192
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties 1.000 0 1.000
Algemene voorlichting 1.390 427 1.817
Koninklijk Huis ¿ inkomende en uitgaande bezoeken, officiële ontvangsten 2.500 600 3.100
China-strategie 0 14 14
Onderzoeksprogramma 3.075 ‒ 196 2.879
Kennisplatform Oost-Europa 0 1.888 1.888
Conferenties uitdragen Nederlandse waarden en belangen 0 6 6
Bijdrage aan agentschappen 1.400 0 1.400
Algemene voorlichting 1.000 0 1.000
Verkeersnotificaties 400 0 400
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 3.645 ‒ 295 3.350
Europese bewustwording 1.063 ‒ 427 636
Publieksdiplomatie 2.582 132 2.714
Ontvangsten 78.684 9.900 88.584

Toelichting

Verplichtingen
De verplichtingen op artikel 4 stijgen met EUR 14 miljoen met name in verband met de contracten voor de doorontwikkeling van de consulaire informatiesystemen.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden zijn voor 87% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024)

Artikelonderdeel 4.1
Er wordt geïnvesteerd in de consulaire informatiesystemen. Het gaat om de ontwikkeling van nieuwe systemen en de doorontwikkeling en de instandhouding van bestaande systemen waarvan de kosten hoger uitvallen. Ook stijgen de kosten vanwege de extra inzet van capaciteit die in het afgelopen jaar nodig was door de wereldwijde crises.

Artikelonderdeel 4.2
Aangezien het nieuwe consulaire informatiesysteem nog niet af is en de oude nog in de lucht moet worden gehouden, is er extra budget nodig voor de laatste betalingen. Ook wordt er EUR 573.000 toegekend om de contributie aan het Internationaal Centrum voor de Ontwikkeling van Migratiebeleid (ICMPD) te voldoen. Hier is Nederland sinds maart 2023 lid van.

Artikelonderdeel 4.4
Er wordt extra geld toegekend aan Instituut Clingendael voor het Progress 2.0 programma, waar het Ministerie van Defensie ook aan bijdraagt. Ook vallen de kosten van werkbezoeken van het Koninklijk Huis aan Denemarken en Zweden hoog uit, waardoor het budget stijgt met EUR 600.000. Kennisplatform Oost-Europa is nu apart zichtbaar op de begroting; hiervoor viel het onder algemene gelden voor onderzoek van Clingendael.

Ontvangsten
Artikelonderdeel 4.1
De verwachte ontvangsten uit paspoorten vallen hoger uit dan eerder gepland. Dit komt door de 10-jaars piek, aangezien documenten die zijn uitgegeven sinds 9 maart 2014 10 jaar geldig zijn.

Artikelonderdeel 4.2
Op basis van de huidige cijfers, worden er meer visa-uitgiftes verwacht waardoor de ontvangsten hoger uitvallen.

Artikelonderdeel 4.4
Er wordt EUR 1,5 miljoen ontvangen vanuit het Ministerie van Defensie voor het Progress programma.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 5: Geheim

Uitgaven 0 0 0
5.10 Geheim 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Geen toelichting.

5.2 Artikel 6: Nog onverdeeld

Art. Verplichtingen 17.348 ‒ 10.970 6.378
Uitgaven 17.348 ‒ 10.970 6.378
6.1 Nog onverdeeld (HGIS) 17.348 ‒ 10.970 6.378
Nog onverdeeld (HGIS) 17.348 ‒ 10.970 6.378
Nog onverdeeld (HGIS) 17.348 ‒ 10.970 6.378
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting
Het geraamde budget op dit artikel is met name bedoeld voor zowel het uitkeren van loon- en prijsbijstelling als incidentele initiatieven of tegenvallers binnen de HGIS. Als gevolg van de HGIS najaarstegenvallers en -initiatieven is de mutatie van EUR 11 miljoen verwerkt.
Verder valt het bedrag op artikel 6 vrij binnen de HGIS aan het einde van dit jaar en wordt via de eindejaarsmarge van de HGIS opgevraagd in de komende jaren.

5.3 Artikel 7: Apparaat

Art. Verplichtingen 1.153.340 ‒ 33.720 1.119.620
Uitgaven 1.181.840 ‒ 33.720 1.148.120
7.1 Apparaat 1.181.840 ‒ 33.720 1.148.120
7.1.13 Personele uitgaven 679.080 13.200 692.280
7.1.13.1 Eigen personeel 667.080 13.200 680.280
7.1.13.2 Inhuur extern 12.000 0 12.000
7.1.13.3 Overige personele uitgaven 0 0 0
7.1.14 Materiële uitgaven 502.760 ‒ 46.920 455.840
7.1.14.1 ICT 66.300 10.039 76.339
7.1.14.2 Bijdragen aan SSO's 60.236 ‒ 33 60.203
7.1.14.3 Overig materieel 376.224 ‒ 56.926 319.298
7.10 Ontvangsten 29.671 2.800 32.471

Toelichting

Verplichtingen
Bij de mutaties binnen het begrotingsartikel Apparaat zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven.

Uitgaven
Artikelonderdeel 7.1.13 Personele Uitgaven
De uitgaven voor Eigen Personeel stijgen met EUR 13,2 miljoen wegens de hogere loonkosten uit hoofde van de nieuwe afspraken in de CAO Rijk die per 1 juli 2024 zijn geëffectueerd.

Artikelonderdeel 7.1.14 Materiële Uitgaven
De uitgaven voor ICT stijgen wegens de vernieuwing van het contract voor licenties en een verhoogd budget ten behoeve van de inrichting van SAP.

De uitgaven voor Overig materieel dalen met EUR 56,9 miljoen. De belangrijkste mutaties, die hieraan ten grondslag liggen, zijn o.a.:

  1. Het budget voor de Hoog Risico (HR) posten wordt in 2024 niet besteed. Dit betreft een bedrag van EUR 34,8 miljoen.
  2. Er is een lagere uitputting voor de reguliere huisvestingskosten zoals dienstwoningen, kanselarijen, beveiliging en facilitaire kosten. Dit betreft een bedrag van ongeveer EUR 11 miljoen.
  3. Verder zijn de budgetten voor juridische kosten gestegen met EUR 3,2 miljoen door enkele rechtszaken.

Ontvangsten
Artikelonderdeel 7.10
De mutatie van EUR 2,8 miljoen betreft een incidentele meerontvangst op de in 2023 ingediende vorderingen van loonkosten lokaal personeel bij andere vakdepartementen.