Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2024D44729, datum: 2024-11-29, bijgewerkt: 2024-12-10 13:51, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36625-V-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36625 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota).
Onderdeel van zaak 2024Z18739:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-12-03 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-05 10:00: Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-12-05 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-12-19 14:00: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle onderwerpen van 17 en 18 december 2024) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024‒2025 |
36 625V | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) |
Nr. 2 |
|
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:
De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Suppletoire Begroting September 2024 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).
In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.
Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 en < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.
2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS
In deze paragraaf wordt beschreven welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2024. Zoals uit de onderstaande tabellen blijkt, nemen de uitgaven per saldo af met EUR 850,4 miljoen en nemen de ontvangsten af met EUR 10,2 miljoen. Het non-ODA budget neemt af met EUR 857,8 miljoen en het ODA budget neemt toe met EUR 7,44 miljoen met als gevolg dat per saldo een totale mutatie van EUR 850,4 miljoen ontstaat.
Stand uitgaven VJN 2024 | 12.161,8 | 7.008,3 |
Totaal mutaties | ‒ 850,4 | 7,44 |
Stand uitgaven NJN 2024 (excl. OEK) | 12.115,1 | 7.015,7 |
Stand uitgaven NJN 2024 (incl. OEK) | 11.311,4 | 7.015,7 |
De HGIS standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening.
De afname is het gevolg van meerdere mutaties op de verschillende begrotingshoofdstukken. In de volgende tabel zijn deze nader uitgesplitst:
1. Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non ODA) | 16,7 | 0 |
2. Overboekingen van en naar de HGIS | 0,8 | 0 |
3. Desaldering op ontvangsten | 17,7 | 0 |
4. Kasschuif | ‒ 4,8 | 0 |
5. Onderuitputting huisvesting | 0 | 0 |
6. Verwachte onderuitputting | ‒ 77,2 | 0 |
7. Oekraïne | ‒ 803,7 | 7,44 |
Totaal | ‒ 850,4 | 7,44 |
Toelichting uitgaven:
Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo af met EUR 850,4 miljoen
ten opzichte van de stand die in de Voorjaarsnota 2024 is gepresenteerd.
Dit kent de volgende oorzaken:
- Macrobijstellingen: normaliter wordt de omvang van de HGIS bijgesteld op basis van de wijzigingen die opgenomen zijn in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product. Het kabinet heeft ervoor gekozen om nu de aanpassing van de BNI-raming als gevolg van de MEV niet te verwerken in het ODA budget. Hierdoor blijft het ODA budget ongewijzigd. Het non-ODA budget wordt wel bijgesteld en stijgt met EUR 16,7 miljoen.
- Overboekingen van en naar HGIS: er vindt een aantal relatief kleine overboekingen plaats van en naar de HGIS, waardoor het non-ODA deel van het HGIS budget per saldo toeneemt met EUR 0,8 miljoen.
- Desaldering op ontvangsten: de ontvangsten nemen per saldo toe met EUR 17,7 miljoen. Dit is met name het gevolg van o.a. hogere consulaire ontvangsten en hogere ontvangsten als gevolg van een restitutie vanuit het stopgezette Afghan National Army (ANA) Trust Fund van de NAVO.
- Kasschuif: op het terrein van non-ODA worden er middelen naar latere jaren geschoven op de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en Economische Zaken (EZ).
- Toevoeging middelenafspraak huisvesting (verwachte onderuitputting op huisvesting): er is geen mutatie.
- Verwachte onderuitputting: binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken (circa EUR 37 miljoen) en het ministerie van Defensie (EUR 40 miljoen). Deze middelen worden via de HGIS-eindejaarsmarge opgevraagd in de volgende jaren.
- Oekraïne: de mutatie van EUR 803,7 miljoen is voornamelijk het
gevolg van een kasschuif van Oekraïne budget op de begroting van het
ministerie van Defensie.
Stand ontvangsten VJN 2024 | 555,1 | 62,7 |
Totaal mutaties | ‒ 10,2 | 0 |
Stand ontvangsten NJN 2024 | 544,9 | 62,7 |
Toelichting ontvangsten:
- De ontvangsten nemen per saldo af met EUR 10,2 miljoen. Dit is met name het gevolg van een kasschuif van 2024 naar 2025 op de begroting van Defensie met betrekking tot Oekraïne.
- Het ODA deel van EUR 62,7 miljoen blijft ongewijzigd.
3 Beleid
3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Uitgaven
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat
leidt tot een verlaging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken
(V) met EUR 350 miljoen in 2024. De belangrijkste mutaties ten opzichte
van de Suppletoire Begroting September 2024 worden onder de tabel
toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de
desbetreffende beleidsartikelen.
Vastgestelde begroting 2024 | 12.790.108 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2024 | 12.202.860 | |
Stand suppletoire begroting september 2024 | 11.792.696 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Bijdrage OESO | 1.1 | 7.289 |
2) Bijdrage Internationaal Strafhof | 1.1 | 5.041 |
3) Stabiliteitsfonds | 2.4 | 7.085 |
4) Overige | 2.4 | ‒ 7.200 |
5) Afdrachten aan de Europese Unie | 3.1 | ‒ 608.269 |
6) Invoerrechten aan de Europese Unie | 3.6 | 275.804 |
7) Consulaire informatiesystemen | 4.1 | 5.049 |
8) Personeelsuitgaven | 7.1.13 | 13.200 |
9) Materiële uitgaven | 7.1.14 | ‒ 46.920 |
10) Overige mutaties | ‒ 1.043 | |
Stand 2e suppletoire begroting 2024 | 11.442.732 |
Toelichting
Artikelonderdeel 1.1 Bijdrage OESO
Het uitgavenbudget laat een stijging zien van EUR 7,3 miljoen omdat
de jaarlijkse bijdrage in 2024 hoger uitvalt dan verwacht en vanwege de
vooruitbetaling van de contributie aan de OESO.
Artikelonderdeel 1.1 Bijdrage Internationaal Strafhof
Het budget hiervoor stijgt vanwege de vooruitbetaling van de
bijdrage aan het Internationaal Strafhof.
Artikelonderdeel 2.4 Stabiliteitsfonds
De stijging van het budget voor het Stabiliteitsfonds wordt
veroorzaakt door een desaldering van de terugontvangen middelen uit het
NAVO Afghanistan National Army (ANA) Trust fund en door een overheveling
van EUR 2 miljoen vanaf de BHO-begroting ten behoeve van hulp aan
Gaza.
Artikelonderdeel 2.4 Overige
Dit uitgavenbudget daalt met EUR 7,2 miljoen. Dit is met name het
gevolg van de verdeling van het nog te verdelen non-ODA budget onder
«Overige» over verschillende artikelonderdelen.
Artikelonderdeel 3.1 BNI-afdrachten aan de Europese
Unie
De afdrachten aan de Europese Unie dalen met EUR 608,3 miljoen. Dit is
het gevolg van de vijfde aanvullende Europese begroting van 2024 (DAB5).
Daarin is sprake van een toename van geraamde ontvangen boetes en
strafbetalingen die zorgen voor EUR 170 miljoen lagere Nederlandse
bni-afdrachten en een lager voorzien betalingsniveau van de Europese
Commissie wat leidt tot EUR 437,9 miljoen lagere afdrachten.
Artikelonderdeel 3.6 Invoerrechten aan de Europese
Unie
De stijging van de Invoerrechten aan de Europese Unie wordt veroorzaakt
door een Traditionele Eigen Middelen (TEM)-nabetaling van bruto
EUR 1,2 miljoen, een technische correctie op de raming van de
TEM-nabetalingen in de Miljoenennota met EUR 5,2 miljoen en een
actualisatie van de invoerrechten om de raming van het Ministerie van
Financiën aan te laten sluiten bij de raming van de Europese Commissie
(EUR 269,4 miljoen).
Artikelonderdeel 4.1 Consulaire informatiesystemen
De uitgaven voor consulaire informatiesystemen stijgen door de
ontwikkeling van de systemen die nodig zijn voor de consulaire
dienstverlening ten tijde van crisis. Het gaat om de ontwikkeling van
nieuwe systemen en de doorontwikkeling en de instandhouding van
bestaande systemen waarvan de kosten hoger uitvallen.
Artikelonderdeel 7.1.13 Personeelsuitgaven
De personeelsuitgaven stijgen met EUR 13,2 miljoen vanwege de hogere
loonkosten uit hoofde van de nieuwe afspraken in de CAO Rijk die per
1 juli 2024 zijn geëffectueerd.
Artikelonderdeel 7.1.14 Materiële uitgaven
De materiële uitgaven laten per saldo een daling zien van
EUR 46,9 miljoen. Dit betreft de som van onder andere een verhoging van
het ICT-budget met EUR 10 miljoen, het niet volledig besteden van het
budget voor de Hoog Risico posten (EUR 34,8 miljoen) en een lagere
uitputting voor de reguliere huisvestingskosten (EUR 11 miljoen).
Ontvangsten
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat
leidt tot een verlaging van de geraamde ontvangsten van Buitenlandse
Zaken (V) met EUR 100,2 miljoen in 2024. De belangrijkste mutaties ten
opzichte van de Suppletoire Begroting September 2024 worden onder de
tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de
desbetreffende beleidsartikelen.
Vastgestelde begroting 2024 | 4.075.549 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2024 | 3.913.048 | |
Stand suppletoire begroting september 2024 | 3.749.298 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Veiligheid en stabiliteit restitutie programma's | 2.40 | 5.085 |
2) Perceptiekostenvergoeding | 3.10 | 72.700 |
3) Europees herstelfonds | 3.11 | ‒ 118.079 |
4) Consulaire diensten aan vreemdelingen | 4.20 | 7.400 |
5) Overige mutaties | 5.219 | |
Stand 2e suppletoire begroting 2024 | 3.721.623 |
Toelichting
Artikelonderdeel 2.40 Veiligheid en stabiliteit restitutie
programma's
De ontvangsten stijgen in 2024 door een restitutie vanuit het NAVO
Afghanistan National Army Trust Fund.
Artikelonderdeel 3.10 Perceptiekostenvergoeding
De ontvangsten worden naar boven bijgesteld met in totaal
EUR 72,7 miljoen. Dit komt enerzijds door een TEM-nabetaling aan de
Europese Unie waarmee een EUR 143.000 hogere perceptiekostenvergoeding
samenhangt. Daarnaast vindt een technische correctie plaats op de raming
van de TEM-nabetalingen in de Miljoenennota met EUR 5,2 miljoen en een
actualisatie van de perceptiekostenvergoeding met EUR 67,3 miljoen (zie
ook kopje Uitgaven, artikelonderdeel 3.6). Bij de invoerrechten treedt
gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de
inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt,
respectievelijk de raming van het Ministerie van Financiën en de raming
van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie
geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te
corrigeren voor dit saldo-effect.
Artikelonderdeel 3.11 Europees herstelfonds
Door een technische bijstelling van het totaal aan ontvangsten van het
Herstel en Veerkrachtplan (HVP) voor 2024 wordt de stand van 2024 met
EUR 118 miljoen naar beneden bijgesteld. Het totaal gereserveerde bedrag
voor Nederland loopt namelijk niet gelijk met de omvang van de
individuele betaalverzoeken. Bij de Voorjaarsnota 2025 zullen de
resterende technische bijstellingen worden gemaakt voor de jaren na
2024.
Artikelonderdeel 4.20 Consulaire diensten aan
vreemdelingen
De ontvangsten op dit artikel stijgen door een hogere visa-uitgifte dan
oorspronkelijk geraamd.
4 Beleidsartikelen
4.1 Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 115.771 | 10.228 | 125.999 |
Uitgaven | 147.404 | 10.214 | 157.618 | |
1.1 | Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | 59.260 | 9.664 | 68.924 |
Subsidies (regelingen) | 1.725 | 500 | 2.225 | |
Internationaal recht | 1.615 | 500 | 2.115 | |
Accountability Oekraïne | 110 | 0 | 110 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 57.535 | 9.164 | 66.699 | |
Verenigde Naties | 40.000 | 134 | 40.134 | |
OESO | 2.345 | 7.289 | 9.634 | |
Internationaal Strafhof | 50 | 5.041 | 5.091 | |
Internationaal recht | 3.000 | 0 | 3.000 | |
Accountability Oekraïne | 12.140 | ‒ 3.300 | 8.840 | |
1.2 | Bescherming en bevordering van mensenrechten | 68.902 | 50 | 68.952 |
Subsidies (regelingen) | 20.164 | 896 | 21.060 | |
Mensenrechtenfonds | 20.164 | 896 | 21.060 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 48.738 | ‒ 846 | 47.892 | |
Mensenrechtenfonds | 39.088 | ‒ 846 | 38.242 | |
Mensenrechten multilateraal | 9.650 | 0 | 9.650 | |
1.3 | Gastandbeleid internationale organisaties | 19.242 | 500 | 19.742 |
Subsidies (regelingen) | 6.950 | 0 | 6.950 | |
Carnegiestichting | 6.950 | 0 | 6.950 | |
Bijdrage aan agentschappen | 10.611 | 0 | 10.611 | |
Vredespaleis | 10.611 | 0 | 10.611 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 1.681 | 500 | 2.181 | |
Internationaal Strafhof | 796 | 0 | 796 | |
Nederland Gastland | 885 | 500 | 1.385 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | |
Toelichting
Verplichtingen
Geen toelichtingen
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde zijn voor 100% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024).
Artikelonderdeel 1.1
Het budget voor artikelonderdeel 1.1 stijgt in 2024 vanwege de
vooruitbetaling van de contributies aan de OESO en het Internationaal
Strafhof. Daarnaast valt de jaarlijkse bijdrage aan de OESO in 2024
hoger uit dan verwacht.
Artikelonderdeel 1.3
In het kader van het gastlandbeleid van Nederland, wordt er
EUR 500.000 extra vrijgemaakt voor de versterking van het hek rondom het
OPCW gebouw.
4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 375.507 | ‒ 41.917 | 333.590 |
Uitgaven | 295.128 | 2.335 | 297.463 | |
2.1 | Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid | 36.868 | 2.229 | 39.097 |
Subsidies (regelingen) | 565 | 0 | 565 | |
Atlantische Commissie | 565 | 0 | 565 | |
Opdrachten | 12.000 | 1.874 | 13.874 | |
NAVO-top Nederland 2025 | 12.000 | 1.874 | 13.874 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 24.303 | 355 | 24.658 | |
NAVO | 14.800 | 0 | 14.800 | |
WEU | 740 | 90 | 830 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 2.428 | 415 | 2.843 | |
Veiligheidsfonds | 6.335 | ‒ 150 | 6.185 | |
2.2 | Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme | 19.207 | 0 | 19.207 |
Subsidies (regelingen) | 14.007 | ‒ 1.095 | 12.912 | |
Anti-terrorisme instituut | 630 | 0 | 630 | |
Contra-terrorisme | 7.920 | ‒ 1.000 | 6.920 | |
Cyber security | 4.032 | ‒ 405 | 3.627 | |
Global Forum on Cyber Expertise | 1.425 | 310 | 1.735 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 5.200 | 1.095 | 6.295 | |
Contra-terrorisme | 880 | 1.000 | 1.880 | |
Cyber security | 4.320 | 95 | 4.415 | |
2.3 | Wapenbeheersing | 11.227 | 350 | 11.577 |
Opdrachten | 1.455 | 350 | 1.805 | |
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties | 465 | 550 | 1.015 | |
Conferentie REAIM en follow up | 990 | ‒ 200 | 790 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 9.772 | 0 | 9.772 | |
IAEA | 7.592 | 0 | 7.592 | |
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties | 1.980 | 0 | 1.980 | |
CTBTO | 200 | 0 | 200 | |
2.4 | Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 194.154 | ‒ 820 | 193.334 |
Subsidies (regelingen) | 34.055 | ‒ 654 | 33.401 | |
Nederland Helsinki Comité | 28 | 0 | 28 | |
Stabiliteitsfonds | 30.000 | 0 | 30.000 | |
Training buitenlandse diplomaten | 4.027 | ‒ 654 | 3.373 | |
Opdrachten | 3.170 | 163 | 3.333 | |
Makandra | 3.170 | 163 | 3.333 | |
Bijdrage aan agentschappen | 343 | 61 | 404 | |
Makandra | 343 | 61 | 404 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 156.586 | ‒ 390 | 156.196 | |
OVSE | 6.000 | ‒ 350 | 5.650 | |
Stabiliteitsfonds | 59.759 | 7.085 | 66.844 | |
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties | 82.937 | 0 | 82.937 | |
Overige | 7.200 | ‒ 7.200 | 0 | |
Tegengaan internationale georganiseerde criminaliteit | 690 | 75 | 765 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | |
Nog te verdelen | 0 | 0 | 0 | |
2.5 | Bevordering van transitie in prioritaire gebieden | 33.672 | 576 | 34.248 |
Subsidies (regelingen) | 19.609 | ‒ 813 | 18.796 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA | 15.813 | 576 | 16.389 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 3.796 | ‒ 1.389 | 2.407 | |
Opdrachten | 4.563 | 1.660 | 6.223 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 4.563 | 1.660 | 6.223 | |
Bijdrage aan agentschappen | 1.099 | 70 | 1.169 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 648 | 70 | 718 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA | 451 | 0 | 451 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 8.401 | ‒ 341 | 8.060 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 8.401 | ‒ 341 | 8.060 | |
Ontvangsten | 1.000 | 5.085 | 6.085 | |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget van artikel 2 daalt in 2024 met bijna
EUR 42 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door een verlaging van
het verplichtingenbudget van het Stabiliteitsfonds met EUR 80 miljoen,
omdat een ontmijningstender pas in 2025 wordt toegekend. Voor de
NAVO-top 2025 worden voor EUR 32 miljoen nieuwe verplichtingen aangegaan
voor de huur van de locatie en benodigde ICT voor de top.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 2 Veiligheid en stabiliteit zijn voor 93% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024).
Artikelonderdeel 2.1
Het budget voor goede internationale samenwerking stijgt in 2024. Dit is
met name het gevolg van de verhoging van het budget voor de NAVO-top
2025 voor een eerste aanbetaling voor de locatie.
Artikelonderdeel 2.4
Het budget voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde
daalt in 2024. Dit is met name het gevolg van de verdeling van het nog
te verdelen non-ODA budget onder «Overige» over verschillende
artikelonderdelen. Op het Stabiliteitsfonds worden terugontvangen
middelen uit het NAVO Afghanistan National Army (ANA) Trust Fund opnieuw
ingezet ten behoeve van een bijdrage aan het programma Moldova
Information and Communications Technology Support. Tot slot wordt
EUR 2 miljoen vanaf de BHO-begroting overgeheveld naar het
Stabiliteitsfonds voor hulp aan Gaza.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 2.40
De ontvangsten stijgen in 2024 door een restitutie vanuit het NAVO
Afghanistan National Army Trust Fund.
4.3 Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 10.139.327 | ‒ 331.148 | 9.808.179 |
Uitgaven | 10.078.686 | ‒ 331.148 | 9.747.538 | |
3.1 | Afdrachten aan de Europese Unie | 5.876.571 | ‒ 608.269 | 5.268.302 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 5.876.571 | ‒ 608.269 | 5.268.302 | |
BNI-afdrachten | 4.173.831 | ‒ 608.269 | 3.565.562 | |
BTW-afdrachten | 1.467.432 | 0 | 1.467.432 | |
Plastic-grondslag | 235.308 | 0 | 235.308 | |
3.2 | Europees Ontwikkelingsfonds | 71.652 | 0 | 71.652 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 71.652 | 0 | 71.652 | |
Europees Ontwikkelingsfonds | 71.652 | 0 | 71.652 | |
3.3 | Een hechtere Europese waardengemeenschap | 20.442 | 993 | 21.435 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 20.442 | 993 | 21.435 | |
Raad van Europa | 13.181 | 993 | 14.174 | |
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank | 7.261 | 0 | 7.261 | |
3.4 | Versterkte Nederlandse positie in de Unie | 5.599 | 324 | 5.923 |
Subsidies (regelingen) | 348 | 0 | 348 | |
EIPA | 348 | 0 | 348 | |
Opdrachten | 525 | 0 | 525 | |
Europa College beurzenprogramma | 190 | 0 | 190 | |
EU-sanctiebeleid | 335 | 0 | 335 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 4.726 | 324 | 5.050 | |
Benelux bijdrage | 4.726 | 324 | 5.050 | |
3.5 | Europese Vredesfaciliteit | 154.908 | 0 | 154.908 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 154.908 | 0 | 154.908 | |
Europese Vredesfaciliteit | 154.908 | 0 | 154.908 | |
3.6 | Invoerrechten aan de Europese Unie | 3.949.514 | 275.804 | 4.225.318 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 3.949.514 | 275.804 | 4.225.318 | |
Invoerrechten | 3.949.514 | 275.804 | 4.225.318 | |
Ontvangsten | 3.639.943 | ‒ 45.460 | 3.594.483 | |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 3 Effectieve Europese Samenwerking
neemt af. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de
mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 3 Effectieve Europese samenwerking zijn voor 99% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024).
Artikelonderdeel 3.1
De BNI-afdrachten aan de Europese Unie nemen af met EUR 608,3 miljoen
vanwege twee oorzaken:
- Hogere boetes en strafbetalingen (-EUR 170,3 miljoen)
Op 10 oktober publiceerde de Commissie de vijfde aanvullende Europese begroting van 2024 (DAB5). Hierin is een actualisatie van zowel de uitgaven- als de ontvangstenzijde van de begroting gepresenteerd. DAB5 bevat een stijging van de inkomsten met EUR 2,8 miljard door hoger dan geraamde ontvangen boetes en strafbetalingen. Deze hogere overige inkomsten vanuit boetes (o.a. schending van de mededingingsregels) zorgen voor EUR 170,3 miljoen lagere Nederlandse bni-afdrachten. - Bijstelling raming Nederlandse afdrachten door het lager
voorziene betalingsniveau van de Europese Commissie
(-EUR 437,9 miljoen)Normaal gesproken is de Nederlandse raming van
de EU-afdrachten gebaseerd op het maximale bedrag dat de Europese Unie
in dat jaar vanuit haar begroting mag uitgeven (de maximale inzet van
het MFK-betalingenplafond inclusief de speciale instrumenten). Eerder
dit jaar is de Nederlandse raming bij de Voorjaarsnota aangepast vanwege
een verwachte onderuitputting van de EU-begroting. De vijfde aanvullende
begroting (DAB5) geeft het Europees betalingsniveau voor 2024 op EUR
149,7 miljard weer. Aangezien DAB5 de laatste aanvullende begroting van
2024 is, is het betalingenniveau zoals door de Commissie geraamd de
meest realistische inschatting van de uitputting van de EU-begroting
voor 2024. Daarom is besloten om in de Nederlandse raming van de
EU-afdrachten het betalingenniveau zoals door de Commissie in DAB5
geraamd over te nemen. Het betalingenniveau van de Commissie, inclusief
de maximale inzet van speciale instrumenten, ligt circa EUR 7,2 miljard
lager dan het betalingenniveau waarop de Nederlandse ramingen vóór deze
bijstelling waren gebaseerd. Deze bijstelling betekent een verlaging van
de raming van de Nederlandse bni-afdracht in 2024 met EUR 437,9
miljoen.
Het is hierbij van belang om te melden dat een deel van deze onbenutte middelen via de inzet van speciale instrumenten kan worden doorgeschoven naar latere jaren in het MFK. Dit gebeurt ieder jaar in de technische aanpassing die in juli verschijnt. Dan wordt duidelijk wat de gevolgen zullen zijn van de Europese onderuitputting in 2024 voor de Nederlandse afdrachten in 2025-2027.
Artikelonderdeel 3.6
De ramingen voor de invoerrechten aan de Europese Unie worden naar boven
bijgesteld met EUR 275,8 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:
- TEM-nabetaling
Er is een Traditionele Eigen Middelen (TEM)-nabetaling van bruto EUR 1,2 miljoen in 2024 gedaan aan de Europese Unie naar aanleiding van een herbeoordeling van dossiers. - Correcties TEM-nabetalingen
Er vindt een correctie van EUR 5,208 miljoen plaats op de raming van de TEM-nabetalingen in de Miljoenennota, omdat het gebruikelijk is de totale invoerrechtenstand te muteren en daarnaast een mutatie op te nemen voor de perceptiekostenvergoeding (in de meeste gevallen 25% van het totaal, in enkele gevallen was dit 20% afhankelijk van het betreffende jaar). Deze uitsplitsing in twee mutaties was niet gedaan in de Miljoenennota, daardoor hoogt deze mutatie in de 2e suppletoire begroting de invoerrechtenstand (en ook de perceptiekostenvergoeding stand, zie artikelonderdeel 3.10) alsnog op tot dit totaal. - Actualisatie invoerrechten
Bij de invoerrechten treedt gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op, omdat aan de inkomsten- en uitgavenkant een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het Ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Hierdoor worden de invoerrechten naar boven bijgesteld met EUR 269,4 miljoen en de perceptiekostenvergoeding naar boven bijgesteld met 67,3 miljoen.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 3.10
De raming van de perceptiekostenvergoeding stijgt met EUR 72,7 miljoen.
Dit wordt met name veroorzaakt door de correctie TEM-nabetalingen
(EUR 5,2 miljoen) en een actualisatie van de perceptiekostenvergoeding
(EUR 67,3 miljoen) zoals toegelicht bij artikelonderdeel 3.6. Daarnaast
leidt de bij artikelonderdeel 3.6 genoemde TEM-nabetaling van
EUR 1,2 miljoen tot een EUR 143.000 hogere
perceptiekostenvergoeding.
Artikelonderdeel 3.11
Dit betreft een technische bijstelling van het totaal aan
ontvangsten van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) voor 2024 van
EUR -118 miljoen. Bij de wijziging van het HVP in oktober 2023 is het
totaal gereserveerde bedrag voor Nederland toegenomen met
EUR 735 miljoen, naar EUR 5,4 miljard. Dit aanvullende bedrag is in
september 2023, een maand eerder, opgenomen in de begroting van 2024,
door de ontvangsten in 2026 op te hogen met EUR 735 miljoen. Deze
ophoging loopt echter niet gelijk met de omvang van de individuele
betaalverzoeken, die in het in 2023 gewijzigde plan ook zijn aangepast.
Om dit gelijk te stellen wordt de stand van 2024 met EUR 118 miljoen
naar beneden bijgesteld. Bij de Voorjaarsnota 2025 zullen de resterende
technische bijstellingen worden gemaakt voor de jaren na 2024. Meerjarig
is het effect van deze technische bijstelling op de totale raming
beperkt. Bij de mutatie in de eerste
suppletoire begroting 2024 is de ontvangst van het tweede
betaalverzoek van EUR 1,185 miljard van 2024 naar 2025 verplaatst, omdat
deze middelen naar verwachting in 2025 worden uitbetaald. Die mutatie
staat wel gelijk aan de gewijzigde omvang van het tweede betaalverzoek
(EUR 1,185 miljard).
Geldstromen richting de EU
Om een integraal beeld te geven van alle geldstromen richting de EU
wordt met ingang van de Ontwerpbegroting 2024 in de BZ-begrotingsstukken
een extracomptabele tabel opgenomen met een totaaloverzicht van:
– Artikel 3.1: Nationale afdrachten aan de Europese Unie (bni, btw en
plasticafdrachten);
– Artikel 3.6: Traditionele eigen middelen (TEM; invoerrechten);
– Artikel 3.10: Perceptiekostenvergoeding
– Artikel 9 Begroting Financiën: Vertragingsrente betaald aan de
Europese Commissie
V (BZ) | 3.1 | Nationale afdrachten | 5 876 571 | ‒ 608 269 | 5 268 302 |
Bni-afdracht | 4 173 831 | ‒ 608 269 | 3 565 562 | ||
Btw-afdracht | 1 467 432 | 0 | 1 467 432 | ||
Plastic | 235 308 | 0 | 235 308 | ||
V (BZ) | 3.6 | Invoerrechten | 3 949 514 | 275 804 | 4 225 318 |
V (BZ) | 3.10 | Ontvangsten EU | 2 188 838 | 72 700 | 2 261 538 |
Perceptiekostenvergoeding | 982 248 | 72 700 | 1 054 948 | ||
Overige ontvangsten EU | 1 206 590 | 0 | 1 206 590 | ||
IX (FIN) | 9.44.2 | Vertragingsrente | 219 | 0 | 219 |
Totaal | 7 637 466 | ‒ 405 165 | 7 232 301 |
4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
Budgettaire gevolgen van beleid
Art. | Verplichtingen | 76.562 | 14.188 | 90.750 |
Uitgaven | 72.290 | 13.325 | 85.615 | |
4.1 | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 16.561 | 4.350 | 20.911 |
Subsidies (regelingen) | 2.825 | ‒ 699 | 2.126 | |
Gedetineerdenbegeleiding | 2.825 | ‒ 699 | 2.126 | |
Inkomensoverdrachten | 540 | 0 | 540 | |
Gedetineerdenbegeleiding | 540 | 0 | 540 | |
Opdrachten | 13.196 | 5.049 | 18.245 | |
Consulaire bijstand | 384 | 0 | 384 | |
Reisdocumenten en verkiezingen | 5.048 | 0 | 5.048 | |
Consulaire opleidingen | 400 | 0 | 400 | |
Consulaire informatiesystemen | 7.364 | 5.049 | 12.413 | |
4.2 | Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren | 22.018 | 4.413 | 26.431 |
Opdrachten | 20.990 | 3.840 | 24.830 | |
Ambtsberichtenonderzoek | 150 | 0 | 150 | |
Visumverlening | 2.058 | 0 | 2.058 | |
Legalisatie en verificatie | 80 | 0 | 80 | |
Consulaire informatiesystemen | 18.702 | 3.840 | 22.542 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 1.028 | 573 | 1.601 | |
Bijdragen asiel en migratie | 1.028 | 573 | 1.601 | |
4.3 | Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur | 8.433 | 419 | 8.852 |
Subsidies (regelingen) | 4.597 | 48 | 4.645 | |
Internationaal cultuurbeleid | 4.597 | 48 | 4.645 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 3.836 | 371 | 4.207 | |
Internationaal cultuurbeleid | 3.836 | 371 | 4.207 | |
4.4 | Uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 25.278 | 4.143 | 29.421 |
Subsidies (regelingen) | 10.072 | ‒ 1.043 | 9.029 | |
Instituut Clingendael | 2.050 | ‒ 1.362 | 688 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 5.058 | 175 | 5.233 | |
Internationale manifestaties en diverse bijdragen | 321 | ‒ 271 | 50 | |
Publieksdiplomatie | 2.043 | 482 | 2.525 | |
Onderzoeksprogramma | 100 | 299 | 399 | |
Academische Leerstoel Anton de Kom | 200 | ‒ 66 | 134 | |
Opvolging excuses Slavernijverleden | 300 | ‒ 300 | 0 | |
Opdrachten | 10.161 | 5.481 | 15.642 | |
Adviesraad Internationale Vraagstukken | 746 | 0 | 746 | |
Instituut Clingendael | 1.450 | 2.742 | 4.192 | |
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties | 1.000 | 0 | 1.000 | |
Algemene voorlichting | 1.390 | 427 | 1.817 | |
Koninklijk Huis ¿ inkomende en uitgaande bezoeken, officiële ontvangsten | 2.500 | 600 | 3.100 | |
China-strategie | 0 | 14 | 14 | |
Onderzoeksprogramma | 3.075 | ‒ 196 | 2.879 | |
Kennisplatform Oost-Europa | 0 | 1.888 | 1.888 | |
Conferenties uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 0 | 6 | 6 | |
Bijdrage aan agentschappen | 1.400 | 0 | 1.400 | |
Algemene voorlichting | 1.000 | 0 | 1.000 | |
Verkeersnotificaties | 400 | 0 | 400 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 3.645 | ‒ 295 | 3.350 | |
Europese bewustwording | 1.063 | ‒ 427 | 636 | |
Publieksdiplomatie | 2.582 | 132 | 2.714 | |
Ontvangsten | 78.684 | 9.900 | 88.584 | |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen op artikel 4 stijgen met EUR 14 miljoen met name in
verband met de contracten voor de doorontwikkeling van de consulaire
informatiesystemen.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden zijn voor 87% juridisch verplicht (stand 21 oktober 2024)
Artikelonderdeel 4.1
Er wordt geïnvesteerd in de consulaire informatiesystemen. Het gaat om
de ontwikkeling van nieuwe systemen en de doorontwikkeling en de
instandhouding van bestaande systemen waarvan de kosten hoger uitvallen.
Ook stijgen de kosten vanwege de extra inzet van capaciteit die in het
afgelopen jaar nodig was door de wereldwijde crises.
Artikelonderdeel 4.2
Aangezien het nieuwe consulaire informatiesysteem nog niet af is en de
oude nog in de lucht moet worden gehouden, is er extra budget nodig voor
de laatste betalingen. Ook wordt er EUR 573.000 toegekend om de
contributie aan het Internationaal Centrum voor de Ontwikkeling van
Migratiebeleid (ICMPD) te voldoen. Hier is Nederland sinds maart 2023
lid van.
Artikelonderdeel 4.4
Er wordt extra geld toegekend aan Instituut Clingendael voor het
Progress 2.0 programma, waar het Ministerie van Defensie ook aan
bijdraagt. Ook vallen de kosten van werkbezoeken van het Koninklijk Huis
aan Denemarken en Zweden hoog uit, waardoor het budget stijgt met
EUR 600.000. Kennisplatform Oost-Europa is nu apart zichtbaar op de
begroting; hiervoor viel het onder algemene gelden voor onderzoek van
Clingendael.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 4.1
De verwachte ontvangsten uit paspoorten vallen hoger uit dan eerder
gepland. Dit komt door de 10-jaars piek, aangezien documenten die zijn
uitgegeven sinds 9 maart 2014 10 jaar geldig zijn.
Artikelonderdeel 4.2
Op basis van de huidige cijfers, worden er meer visa-uitgiftes verwacht
waardoor de ontvangsten hoger uitvallen.
Artikelonderdeel 4.4
Er wordt EUR 1,5 miljoen ontvangen vanuit het Ministerie van Defensie
voor het Progress programma.
5 Niet-beleidsartikelen
5.1 Artikel 5: Geheim
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | |
5.10 | Geheim | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten
Geen toelichting.
5.2 Artikel 6: Nog onverdeeld
Art. | Verplichtingen | 17.348 | ‒ 10.970 | 6.378 |
Uitgaven | 17.348 | ‒ 10.970 | 6.378 | |
6.1 | Nog onverdeeld (HGIS) | 17.348 | ‒ 10.970 | 6.378 |
Nog onverdeeld (HGIS) | 17.348 | ‒ 10.970 | 6.378 | |
Nog onverdeeld (HGIS) | 17.348 | ‒ 10.970 | 6.378 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | |
Toelichting
Het geraamde budget op dit artikel is met name bedoeld voor zowel het
uitkeren van loon- en prijsbijstelling als incidentele initiatieven of
tegenvallers binnen de HGIS. Als gevolg van de HGIS najaarstegenvallers
en -initiatieven is de mutatie van EUR 11 miljoen verwerkt.
Verder valt het bedrag op artikel 6 vrij binnen de HGIS aan het einde van
dit jaar en wordt via de eindejaarsmarge van de HGIS opgevraagd in de
komende jaren.
5.3 Artikel 7: Apparaat
Art. | Verplichtingen | 1.153.340 | ‒ 33.720 | 1.119.620 |
Uitgaven | 1.181.840 | ‒ 33.720 | 1.148.120 | |
7.1 | Apparaat | 1.181.840 | ‒ 33.720 | 1.148.120 |
7.1.13 | Personele uitgaven | 679.080 | 13.200 | 692.280 |
7.1.13.1 | Eigen personeel | 667.080 | 13.200 | 680.280 |
7.1.13.2 | Inhuur extern | 12.000 | 0 | 12.000 |
7.1.13.3 | Overige personele uitgaven | 0 | 0 | 0 |
7.1.14 | Materiële uitgaven | 502.760 | ‒ 46.920 | 455.840 |
7.1.14.1 | ICT | 66.300 | 10.039 | 76.339 |
7.1.14.2 | Bijdragen aan SSO's | 60.236 | ‒ 33 | 60.203 |
7.1.14.3 | Overig materieel | 376.224 | ‒ 56.926 | 319.298 |
7.10 | Ontvangsten | 29.671 | 2.800 | 32.471 |
Toelichting
Verplichtingen
Bij de mutaties binnen het begrotingsartikel Apparaat zijn de
verplichtingen gelijk aan de uitgaven.
Uitgaven
Artikelonderdeel 7.1.13 Personele Uitgaven
De uitgaven voor Eigen Personeel stijgen met EUR 13,2 miljoen wegens de
hogere loonkosten uit hoofde van de nieuwe afspraken in de CAO Rijk die
per 1 juli 2024 zijn geëffectueerd.
Artikelonderdeel 7.1.14 Materiële Uitgaven
De uitgaven voor ICT stijgen wegens de vernieuwing van het contract voor
licenties en een verhoogd budget ten behoeve van de inrichting van
SAP.
De uitgaven voor Overig materieel dalen met EUR 56,9 miljoen. De belangrijkste mutaties, die hieraan ten grondslag liggen, zijn o.a.:
- Het budget voor de Hoog Risico (HR) posten wordt in 2024 niet besteed. Dit betreft een bedrag van EUR 34,8 miljoen.
- Er is een lagere uitputting voor de reguliere huisvestingskosten zoals dienstwoningen, kanselarijen, beveiliging en facilitaire kosten. Dit betreft een bedrag van ongeveer EUR 11 miljoen.
- Verder zijn de budgetten voor juridische kosten gestegen met EUR 3,2 miljoen door enkele rechtszaken.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 7.10
De mutatie van EUR 2,8 miljoen betreft een incidentele meerontvangst op
de in 2023 ingediende vorderingen van loonkosten lokaal personeel bij
andere vakdepartementen.