[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over een toelichting op de huidige staat van het salafisme, salafistische aanjagers en haatimams in Nederland en de actuele aanpak daartegen

Grondrechten in een pluriforme samenleving

Brief regering

Nummer: 2024D44879, datum: 2024-11-19, bijgewerkt: 2024-11-20 12:10, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29614 -178 Grondrechten in een pluriforme samenleving.

Onderdeel van zaak 2024Z18811:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving

Nr. 178 Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2024

In de procedurevergadering van 24 april 2024 heeft de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid verzocht om een brief over ‘de huidige staat van het salafisme, salafistische aanjagers en haatimams in Nederland en de actuele aanpak daartegen’. Met deze brief voldoe ik, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, aan dit verzoek.

Het salafisme en de Nederlandse samenleving

Dit kabinet staat voor een open en vrije samenleving waarin iedereen in vrijheid met elkaar samenleeft en kan genieten van zijn of haar grondwettelijke vrijheden. Dit betekent dat er ruimte is voor verschillende religieuze stromingen, ook als ze een orthodox karakter hebben. Echter, religie mag nooit worden gebruikt als vrijbrief om onverdraagzaamheid of haat te verspreiden. In Nederland moet iedereen, ongeacht afkomst of achtergrond, de vrijheid hebben om zijn of haar leven op de eigen manier vorm te geven. Dit moet kunnen zonder door anderen te worden beperkt in de vrije keuze over de invulling van het eigen leven. Helaas is dit in de praktijk niet overal het geval.

Voor het goed functioneren van onze democratie en rechtsstaat is het essentieel dat iedereen de waarden van vrijheid en gelijkheid respecteert. Het kabinet staat pal voor deze principes. Denkbeelden die hier lijnrecht tegenover staan, wil ik als staatssecretaris Participatie en Integratie samen met mijn collega-bewindspersonen krachtig aanpakken. Het kabinet tolereert geen gedragingen of uitspraken die de vrijheid van anderen beperken, omdat dit mensen buitensluit en de onderlinge verhoudingen tussen burgers onder druk zet. Dit hoort niet thuis in Nederland. Het kunnen ook gedragingen zijn die niet strafbaar zijn maar die we wel onwenselijk achten. Voor een succesvolle integratie en een sterke samenleving is het van groot belang dat er geen afkeer bestaat van andersdenkenden of van de samenleving zelf. Helaas zien we dergelijke problematische elementen terug binnen bepaalde salafistische stromingen, en hier zullen we als kabinet tegen optreden. Mensen die hun individuele vrijheid beknot zien, vinden mij aan hun zijde.

De staat van het salafisme in Nederland

In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) 58 concludeert de NCTV dat de dreiging voor de democratische rechtsorde die uitgaat van de salafistische beweging als geheel (zo’n 3 tot 5% van de moslims in Nederland in totaal), verminderd is. Een meer pragmatische koers lijkt binnen het salafisme aan aanhang te winnen.1 Het jaarverslag 2023 van de AIVD onderschrijft deze gematigde koers en beperkte dreiging vanuit de wahhabi-salafistische beweging en stelt dat de beweging in Nederland in 2023 nog nauwelijks werd gefinancierd of beïnvloed door geldschieters uit de Golfregio.2

Hierbij merkt het kabinet op dat de dreiging bij sommige salafistische aanjagers nog aanwezig is en acht het kabinet een sluitende aanpak op ondermijnende, onverdraagzame en antidemocratische boodschappen en gedragingen noodzakelijk, waaronder ook uiteengezet in de Nationale Extremismestrategie.3

Aanpak onverdraagzame en antidemocratische boodschappen en gedragingen

Preventie – het kabinet zet preventief in op het beschermen van de democratische rechtsorde. Door de (aanwezige) veerkracht en weerbaarheid in de samenleving te versterken tegen ongewenste vormen van polarisatie en radicalisering.4 Door gezamenlijk op te trekken met gemeenten, gemeenschappen en professionals en te werken aan een samenleving die inclusief is.5 In de loop van 2025 informeer ik uw Kamer nader over mijn plannen via de Actieagenda Integratie.

Zoals aangekondigd in het regeerprogramma wil het kabinet meer tegenwicht bieden aan onverdraagzaam en antidemocratisch gedachtegoed, dat op termijn ondermijnend kan zijn voor de democratische rechtsorde. Binnen het kabinet neem ik komende periode het voortouw in de verkenning van mogelijkheden om hier effectiever tegen op te treden. Hierbij worden in elk geval de ministeries van Justitie en Veiligheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nauw betrokken. Gedrag dat binnen de wet valt, kan wel zorgelijk en onwenselijk zijn, hoewel er niet strafrechtelijk tegen kan worden opgetreden. Bijvoorbeeld als het gaat om het verspreiden van onverdraagzaam gedachtengoed. De verkenning is erop gericht om juist tegen dit soort gedragingen effectiever tegenwicht te kunnen bieden.

Persoonsgerichte aanpak – in het individuele geval van een persoon waarbij signalen zijn van radicalisering, die uiteindelijke kunnen leiden of hebben geleid tot gewelddadig extremistische of terroristische activiteiten, is er de lokale persoonsgerichte aanpak. Deze is ook van toepassing op extremistische aanjagers wanneer zij stelselmatig en doelbewust met hun uitingen en gedragingen de democratische rechtsorde ondermijnen. De gemeenten voeren dan multidisciplinaire casus-overleggen met betrokken partners uit het veiligheids- en sociaal-zorgdomein, nemen waar nodig maatregelen en zetten op maatgemaakte interventies in.

Strafrechtelijk optreden – wanneer wel sprake is van strafbare feiten, zoals aanzetten tot haat, discriminatie, opruiing, intimidatie of vandalisme, dan is strafrechtelijk optreden in concrete gevallen mogelijk door de politie en het Openbaar Ministerie (OM). Daarnaast kan de AIVD onderzoek doen naar personen of organisaties, waarbij het vermoeden bestaat dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, dan wel de nationale veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat. Ook is uw Kamer in oktober 2023 geïnformeerd over de versterking van de maatregel om personen te weren, die ons land binnen willen en hier een extremistische boodschap uit willen dragen.6

Tot slot

Het kabinet blijft alert en houdt oog voor zorgen over antidemocratische en onverdraagzame boodschappen die ondermijnend kunnen zijn aan de democratische rechtsorde, zowel binnen de salafistische beweging als andere maatschappelijke bewegingen.7 Indien dit aanleiding geeft eerdere inschattingen of oordelen te herzien, zal dit direct gebeuren en zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.N.J. Nobel


  1. Zie: Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 58, Kamerstuk 29 754, nr. 678, p. 23-25.↩︎

  2. Zie: Jaarverslag AIVD 2023, Kamerstuk 30 977, nr. 173, p. 10.↩︎

  3. Zie: Nationale Extremismestrategie 2024-2029, Kamerstuk 30 821, nr. 218.↩︎

  4. Zie: Nationale Extremismestrategie 2024-2029, Kamerstuk 30 821, nr. 218.↩︎

  5. Kamerstuk 36 200 XV, nr. 96.↩︎

  6. Kamerstuk 29 754, nr. 694.↩︎

  7. Kamerstuk 35 228, nr. 43.↩︎