[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

inbreng verslag schriftelijk overleg over de implementatie van de herziene Detacheringsrichtlijn (Kamerstuk 29861-149)

Arbeidsmigratie en sociale zekerheid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2024D44933, datum: 2024-11-19, bijgewerkt: 2024-11-19 15:57, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z17055:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


39 861 De Implementatie van de Herziene Detacheringsrichtlijn

Nr. …..

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld … 2024

In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 28 oktober 2024 ontvangen brief De Implementatie van de Herziene Detacheringsrichtlijn (Kamerstuk 29 861, nr. 149).

Bij brief van … 2024 heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deze beantwoord. De vragen en opmerkingen van de fracties en de antwoorden van de minister zijn hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Tielen

Adjunct-griffier van de commissie,

Van den Broek

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

II Antwoord/Reactie van de minister


I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse en verwondering kennisgenomen van de brief over de implementatie van de Herziene Detacheringsrichtlijn (de Richtlijn). Deze leden zijn van mening dat een wettelijke bepaling om de inleners-cao van toepassing te verklaren op alle werknemers die in en naar Nederland gedetacheerd worden wenselijk is. Zij hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen bij.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de minister er niet voor kiest om een wettelijke bepaling te maken om de arbeidsvoorwaarden van gedetacheerden in en naar Nederland gelijk te trekken met de arbeidsvoorwaarden van werknemers in datzelfde bedrijf. Deze leden zijn van mening dat deze bepaling de positie van arbeidsmigranten zou versterken, evenals gedetacheerden in Nederland zelf. Kan de minister aangeven waarom hij van mening is dat de baten niet opwegen tegen de lasten? Hoe kan deze inschatting gemaakt worden als niet in te schatten valt hoeveel binnen- en buitenlandse werknemers baat zouden hebben bij deze uitbreiding? Hoe kijkt hij naar het signaal dat de vakbonden geven dat er wel degelijk een groep buitenlandse gedetacheerde werknemers is die baat zou kunnen hebben bij een dergelijke ingreep? Ziet hij de kwetsbare positie die deze werknemers op onze arbeidsmarkt hebben? In welke sectoren werken de werknemers die baat zouden hebben bij deze ingreep?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn verbaasd dat de minister geen einde wil maken aan concurrentie op arbeidsvoorwaarden voor buitenlandse gedetacheerde werknemers, met name omdat de minister heeft aangegeven directe dienstverbanden van belang te vinden. Hoe rijmen deze standpunten volgens de minister? Is hij het eens met deze leden eens dat het concurreren op arbeidsvoorwaarden door een dergelijke wettelijke bepaling lastiger zou worden?

In het ambtelijke onderzoek lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat het moeilijk zou kunnen zijn om de vergewisbepaling tot stand te brengen in onderhandelingen aangezien werkgevers misschien weinig voordeel in de bepaling zien. Deze leden vinden het juist daarom van belang dat er wél een wettelijke bepaling komt. Ziet de minister het risico dat als hij de cao-partners dit laat uitonderhandelen de kans bestaat dat er dus geen stap verder wordt gezet naar gelijk loon voor gelijk werk? Hoe beoordeelt hij in dat licht zijn beslissing?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat de informatievoorziening via postedworkers.nl loopt. Deze leden maken zich zorgen of de doelgroep deze website kan vinden. Hoe vindt een gemiddelde arbeidsmigrant bijvoorbeeld in de bouw zijn weg naar deze site? Begrijpen zij dan ook allemaal wat daar staat? Begrijpt de arbeidsmigrant in de bouw dat er een algemeen verbindend verklaarde cao van toepassing is en dat hij dus naar de inleen-cao moet vragen?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich grote zorgen over detachering van derdelanders via landen als Polen en Litouwen naar Nederland. Met deze route wordt hard geconcurreerd op arbeidsvoorwaarden. Werknemers krijgen een werkvergunning in een ander Europese Unie-land en worden dan (vrijwel) meteen gedetacheerd naar Nederland. Zij kunnen daarbij ook weer doorgedetacheerd worden naar een andere dienstontvanger binnen of buiten Nederland. De Richtlijn poogt doordetachering enigszins in goede banen te leiden, maar bepaalt niet of doordetachering überhaupt mogelijk zou moeten zijn. Is het onder de Richtlijn mogelijk om doordetachering door middel van een wettelijke bepaling te verbieden? Hoe kijkt de minister hiernaar?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zien het nut van buitenlandse detachering in sommige gevallen, maar zien problemen ontstaan wanneer puur arbeid wordt verhandeld onder de Richtlijn. Hoe kijkt de minister ernaar om er in de EU voor te pleiten om puur ter beschikking stellen van arbeid, en dus uitzendbureaus, onder de Richtlijn onmogelijk te maken?

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over de doordetachering van derdelanders via de detacheringsmogelijkheden die het vrij verkeer van personen in de Europese Unie biedt. De EU-lidstaten hebben de nationale competentie om werkvergunningen te verstrekken aan mensen van buiten de EU. Deze mensen kunnen vervolgens na een korte periode in dit land te hebben gewerkt via EU-landen doorgedetacheerd worden naar Nederland. Deze leden vragen of de minister bereid is om landen die veelvuldig meewerken aan deze constructies zoals Litouwen en Portugal aan te spreken op het feit dat zij veelvuldig werkvergunningen verstrekken aan derdelanders. Welke maatregelen gaat de minister nemen om te voorkomen dat deze constructie wordt gebruikt en misbruikt om derdelanders hier in Nederland te laten werken?

De leden van de VVD-fractie vragen of de minister bereid is om de Richtlijn aan te passen zodat alleen mensen die minstens 130% van het wettelijk minimumloon verdienen gebruik kunnen maken van een doordetachering via een ander EU-lidstaat. Zo nee, waarom niet? In welke wetgeving zou dit moeten worden aangepast? Welke stappen kan de Europese Commissie nemen wanneer Nederland besluit om wetgeving aan te passen zodat alleen mensen die minstens 130% van het wettelijk minimumloon verdienen gebruik kunnen maken van een doordetachering via een ander EU-lidstaat?

De leden van de VVD-fractie vragen of de minister bereid is om de Richtlijn aan te passen zodat alleen mensen die minstens vijf maanden hebben in de EU-lidstaat die de werkvergunning heeft verstrekt aan een derdelander. Zo nee, waarom niet? In welke wetgeving zou dit moeten worden aangepast? Welke stappen kan de Europese Commissie nemen wanneer Nederland besluit om wetgeving aan te passen zodat alleen mensen die minstens vijf maanden hebben verbleven in de EU-lidstaat die de werkvergunning heeft verstrekt aan een derdelander?

De leden van de VVD-fractie vragen wat de minister gaat doen met het advies van de Europese Commissie om meer in te zetten op handhaving bij doordetachering met derdelanders, vooral in sectoren waar veel derdelanders werken.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie informatievoorziening van groot belang acht voor adequate bescherming van gedetacheerde werknemers, dat het kabinet deze conclusie onderschrijft en dat deze informatievoorziening met name verloopt via postedworkers.nl. Deze leden zijn benieuwd welke inspanning de minister levert om deze informatiebron overtuigend zichtbaar te maken bij de gedetacheerde werknemers. Daarnaast vragen deze leden via welke andere bronnen de informatievoorziening verloopt.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie wegens zorgen over de praktische toepassing adviseert de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) een belangrijke rol te geven over de samenwerking over en handhaving van regelgeving over grensoverschrijdende detachering, met mogelijk een betrokkenheid voor de sociale partners. Deze leden vragen welke vorm deze betrokkenheid van de sociale partners mogelijk zou krijgen.

De leden van de VVD-fractie lezen dat 29% van de opdrachtnemers van mening is dat de handhaving van de IHD versterkt moet worden. Dit zou het belangrijke verbeterpunt zijn. Deze leden vragen wat de huidige handhavingsstrategie is en wat de opdrachtnemers zien als de belangrijkste mogelijkheden tot verbetering.

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie vinden het van groot belang dat er meer grip komt op arbeidsmigratie en misbruik van arbeidsmigranten wordt tegengegaan. Er moet beter samengewerkt tussen de Nederlandse en Europese toezichthouder om grip te houden op arbeidsmigratie en arbeidsmigranten te beschermen. Daarom hebben deze leden de volgende vragen over de Herziene Detacheringsrichtlijn.

De leden van de NSC-fractie constateren dat bij werknemers die langer dan 12 of 18 maanden werken vrijwel alle wettelijke bepalingen van toepassing zijn, behalve voor het aanvullende bedrijfspensioen. Aanvullend pensioen maakt echter een omvangrijk deel uit van het totale beloningspakket en daarom hebben vakbonden eerder gepleit om de gedetacheerde werknemer hiervoor te compenseren. Is het kabinet voornemens om dit standpunt ook in de EU te verdedigen en ziet het kabinet mogelijkheden om de richtlijn op termijn aan te passen?

De leden van de NSC-fractie constateren dat in de praktijk veel arbeidsmigranten verzekerd zijn via hun werkgever. In het onderzoek van Panteia over de doelmatigheid van de Herziene Detacheringsrichtlijn staat dat bij 27% van de onder de Richtlijn vallende werknemers, door de opdrachtnemer kosten ingehouden worden op het loon (37% in meting 1). Hieronder vallen ook zorgverzekeringskosten. Toch zijn er veel berichten over onverzekerde arbeidsmigranten. Er zijn subsidieregelingen voor onverzekerden maar dit is geen structurele oplossing. Welke structurele maatregelen gaat het kabinet nemen om ervoor te zorgen dat arbeidsmigranten niet langer onverzekerd zijn voor ziektekosten?

De leden van de NSC-fractie constateren dat de Richtlijn voorziet in een uitbreiding van de ‘harde kern’ van arbeidsvoorwaarden naar huisvestingsvoorwaarden. In de praktijk staat de teller op ongeveer 6000 dakloze arbeidsmigranten. Hoe reflecteert het kabinet op deze maatregel uit de Richtlijn en op deze hoge aantallen daklozen onder arbeidsmigranten?

De leden van de NSC-fractie constateren dat Europese detachering een veel gebruikte route is om werknemers van buiten de EU te werven via lidstaten met een liberaal toelatingsbeleid. Welke publiek handhavingsmandaat kent de Nederlandse Arbeidsinspectie voor cao-lonen?

De leden van de NSC-fractie constateren dat de Europese rechter in het verleden in discussies over de vergunningsplicht voor gedetacheerde derdelanders veel belang gehecht aan het beginsel van vrij verkeer van diensten. De afgelopen jaren is de toon in EU veranderd omdat duidelijk is dat de lidstaten niet de noodzakelijke bescherming kunnen bieden aan deze derdelanders. Welke mogelijkheden zijn er – nu het vrij verkeer van diensten voor derdelanders steeds minder stringent is – om handhavings-en vergunningensystemen in te voeren om de positie van de derdelander te beschermen?

De leden van de NSC-fractie constateren dat veel gedetacheerde werknemers, waaronder derdelanders, nu onwetend zijn over hun rechten en plichten. Uit het onderzoek van Panteia volgt dat het helpt om rechtstreeks informatie te verschaffen aan de werknemer in plaats van via de werkgever. De minister geeft aan in zijn brief dat hij wil onderzoeken of dit kan, mede gelet op de privacy. Binnen welke termijn zal dit onderzoek afgerond zijn? En waarom is privacy een mogelijk struikelblok terwijl het gaat om beperkte gegevensverwerking die nodig is om de gedetacheerde werknemer te beschermen?

De leden van de NSC-fractie constateren dat goede samenwerking tussen nationale toezichthouders en de Europese toezichthouder cruciaal is om de positie van gedetacheerde werknemers te verbeteren. Specifiek voor derdelanders is het echter zo dat de toezichthouders van de doorzendende lidstaat niet altijd ontvankelijk is voor samenwerking, omdat de lidstaat zelf garen spint bij de detachering van derdelanders. Doorzendende lidstaten zoals Polen, innen immers vaak de sociale premies. Hoe wil de minister ervoor zorgen dat de uitzendende lidstaten beter met de Nederlandse en Europese toezichthouder zal samenwerken?

De leden van de NSC-fractie lezen dat de minister in de brief aangeeft dat ook sociale partners betrokken kunnen worden bij het bevorderen van de naleving van de regels. Voor welke (handhavings)bevoegdheden en op welke manier zullen sociale partners betrokken worden?

De leden van de NSC-fractie constateren dat de Europese Commissie overweegt dat de lange onderaannemingsketen een belangrijke uitdaging is voor lidstaten bij de bestrijding van ongewenste arbeidsmigratie. Eerder constateerde de Adviesraad Migratie dat de lange detacheringsketen van verschillende partijen zorgt voor onduidelijkheid. Sommige EU-landen, waaronder België, Frankrijk en Italië, hebben een plafond gesteld aan het aantal onderaannemingsniveaus binnen de keten. Nederland kent deze beperking niet. Is het kabinet voornemens om ook hier ook beperkingen aan te stellen, waarom wel of niet?

De leden van de NSC-fractie constateren dat de bouwsector erom bekend staat dat met grote aantallen (buitenlandse) werknemers wordt gewerkt die wisselen per bouwproject. In de evaluatie van Panteia wordt opgemerkt dat een Bouwplaats-ID uitkomst kan bieden. Dit is een bouwplaatsregistratiesysteem waarin de onderlinge relaties zichtbaar worden op de bouwplaats. In hoeverre wil de minister inzetten op een bouwplaats-ID of een equivalent daarvan, zodat er beter overzicht is wie op welke plaatsen werkzaamheden worden verricht?

De leden van de NSC-fractie constateren dat uit het onderzoek van Panteia blijkt dat veel werknemers/werkgevers moeite hebben om de looncomponenten in de verschillende landen te bepalen en vergelijken. Toegankelijke informatie is in dat kader essentieel. Hoe wil de minister dit verbeteren? Eén van de mogelijkheden is de Europese remuneratiën-calculator. Wil het kabinet in Europees verband inzetten op de ontwikkeling van een dergelijke calculator zodat informatie eerder en beter ter kennis kan worden gebracht?

De leden van de NSC-fractie constateren dat een veelgehoord probleem is dat op papier soms alles goed geregeld lijkt maar de praktijk anders is. Zoals ook in het onderzoek van Panteia wordt opgemerkt werken gedetacheerde werknemers soms meer arbeidsuren dan op papier is afgesproken. Handhaving kan dan alleen effectief zijn als de toezichthouder niet uitgaat van de papieren-werkelijkheid. Hoe wil het kabinet de handhaving inrichten zodat ook deze gevallen opgespoord kunnen worden?

De leden van de NSC-fractie lezen dat de Europese Commissie constateert dat handhaving van de Richtlijn lastig kan zijn. Eerder is door de Adviesraad Migratie geadviseerd om een zwarte lijst van malafide werknemers op te stellen, maar het kabinet vond dit vooralsnog niet nodig. Nu ook dit rapport laat zien dat handhaving moeilijk is: is de het kabinet wel voornemens om een zwarte lijst op te stellen van malafide ondernemingen?

De leden van de NSC-fractie constateren dat uit het onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat derdelanders kwetsbaar zijn, omdat deze in hoge mate afhankelijk zijn van de werkgever. Als de werkgevers hen ontslaat dan verliezen zij ook hun verblijfsrecht, waardoor zij vaak illegaal blijven hangen in het land waar ze het laatst verbleven. Op het advies van de Adviesraad Migratie gaf de vorige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan dat het in de rede ligt dat de arbeidsmigrant terugkeert naar de lidstaat waar hij een werkvergunning heeft gekregen. Hoe gaat het kabinet ervoor zorgdragen dat de arbeidsmigrant niet illegaal in Nederland verblijft? Hoe gaat het kabinet ervoor zorgen dat de EU-lidstaat die de verblijfsvergunning verstrekt ofwel de werkgever die de arbeidsmigrant heeft aangenomen meer verantwoordelijkheid gaat nemen voor ontslagen gedetacheerde werknemers?

De leden van de NSC-fractie lezen in het werkdocument van de Europese Commissie dat lidstaten naast de overheidssites ook moeten inzetten op andere vormen van communicatie, bijvoorbeeld flyers in verschillende talen, het opzetten van hulplijnen. Naar aanleiding van deze bevindingen: gaat het kabinet naast de verbetering op de overheidssite ook inzetten op andere vormen van communicatie om de arbeidsmigranten te bereiken zoals bijvoorbeeld bij Registratie Niet-ingezetenen (RNI-)loketten, en zo ja, welke en wanneer?

Uit het onderzoek van de Europese Commissie volgt andermaal dat derdelanders moeite hebben om rechten te claimen, zowel in het land waar de derdelanders werken als het land waar zij de verblijfs- of werkvergunning hebben gekregen. Uit het werkdocument van Europese Commissie blijkt dat er daarom een breed netwerk van sociale partners en NGO’s moet worden ingezet om de noodzakelijke hulp te bieden. Welke netwerk bestaat er nu al in Nederland voor derdelanders die hun rechten willen claimen, is dit voldoende effectief en hoe wil de het kabinet dit netwerk versterken?

Uit het werkdocument blijkt dat er een verschil van inzicht bestaat tussen lidstaten in het nemen van er additionele maatregelen voor derdelanders. Deze leden vinden het juist belangrijk dat Nederland in Europees verband zich er hard voor maakt dat de afspraken rondom derdelanders strenger en duidelijker worden. Wat is het standpunt van het kabinet en hoe wil zij in Europees verband haar doel bereiken?

In het ambtelijk onderzoek lezen de leden van de NSC-fractie dat een doorkruising van de huidige cao-systematiek zodanig ingrijpend is dat deze niet in verhouding staat tot de beperkte baten van een wettelijke optie. Zijn er volgens het kabinet daadwerkelijk juridische gevolgen verbonden als deze cao-systematiek in lichte mate wordt doorkruist? Of gaat het meer om het principe? In het ambtelijk onderzoek worden enkele problemen aangekaart die kunnen opkomen als een niet algemeen verbindend verklaarde cao via een wettelijke optie van toepassing worden verklaard op gedetacheerde werknemers. In hoeverre zijn deze problemen vergelijkbaar met een wel algemeen verbindend verklaarde cao? Daarbij spelen toch dezelfde problemen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de bijhorende onderzoeken. Deze leden hebben hier een vraag over.

De leden van de SP-fractie hebben zijn recentelijk een situatie tegengekomen in de Botlek, waar arbeidsmigranten uit landen buiten de EU, zoals Wit-Rusland, Moldavië en Nepal, gedetacheerd door Poolse en Letse bedrijven maandenlang als vrachtwagenchauffeur in Nederland werken. Zij slapen die tijd in hun cabine en hebben vaak geen toegang tot sanitaire voorzieningen zoals een douche of toilet. Ook breken deze bedrijven de cabotageregels door alleen binnenlands vervoer te regelen, de vrachtwagens rijden niet terug naar Polen. Door het detacheren van medewerkers van buiten de EU via Polen ontstaat er een driestrijd tussen Nederlandse vrachtwagenchauffeurs, arbeidsmigranten uit de EU en gedetacheerde arbeidsmigranten van buiten de EU. Omdat de gedetacheerde werknemers akkoord gaan met lagere lonen en slechtere arbeidsomstandigheden dan de Nederlanders en EU-arbeidsmigranten wordt de vrachtvervoer goedkoper, maar wordt de kwaliteit van de werkomstandigheden slechter en vermindert de werkgelegenheid. Hoe wil de minister hiertegen optreden, zodat gedetacheerde werknemers van buiten de EU niet meer uitgebuit worden en de arbeidsomstandigheden worden verbeterd?

II Antwoord/Reactie van de minister