Conceptverslag Raad Buitenlandse Zaken d.d. 18 november 2024
Verslag van een commissiedebat
Nummer: 2024D44954, datum: 2024-11-14, bijgewerkt: 2024-11-19 16:24, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-14 10:00: Raad Buitenlandse Zaken d.d. 18 november 2024 (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer, Raad Buitenlandse Zaken d.d. 18 november 2024
VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Concept
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en de vaste commissie voor Europese Zaken hebben op 14 november 2024 overleg gevoerd met de heer Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken, over:
de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 11 november 2024 inzake geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 18 november 2024 (21501-02, nr. 2959);
de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 23 oktober 2024 inzake verslag Raad Buitenlandse Zaken van 14 oktober 2024 (21501-02, nr. 2954).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,
Klaver
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,
Van der Plas
De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,
Westerhoff
Voorzitter: De Roon
Griffier: Blom
Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: Van Baarle, Boswijk, Van der Burg, Ceder, Kahraman, Paternotte, Piri en De Roon,
en de heer Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken.
Aanvang 10.02 uur.
De voorzitter:
Goedemorgen, ik open dit commissiedebat van de Tweede Kamercommissie
voor Buitenlandse Zaken. We spreken met de minister van Buitenlandse
Zaken, die ik van harte welkom heet met zijn staf. Het onderwerp van
bespreking is de Europese Raad Buitenlandse Zaken waar de minister
volgende week naartoe gaat. Ik tel op dit moment zeven sprekers,
inclusief mijzelf. Het kan zijn dat er nog iemand bij komt, maar dat
zien we dan wel. Ik spreek met u een spreektijd van vijf minuten af en
ik zal drie vragen ā let op: drie vragen ā per fractie toestaan. Het
woord is eerst aan de heer Kahraman van Nieuw Sociaal Contract.
De heer Kahraman (NSC):
Dank u wel, voorzitter. De uitslag van de Amerikaanse verkiezingen kwam
voor een groot aantal analisten en Amerika-experts als een verrassing.
Bij elke uitslag hadden wij ons moeten voorbereiden op een herziening
van het Amerikaanse buitenlandbeleid met een sterkere focus op de
Indo-Pacificregio. Voor Europa betekent dit dat we op het gebied van
onze verdediging zelfstandiger zullen moeten optreden, terwijl we
tegelijkertijd de banden met de Verenigde Staten hecht en constructief
moeten houden. De NAVO blijft voor ons de hoeksteen van de Europese en
Nederlandse veiligheid. We gaan er dan ook vanuit dat de VS hun
verantwoordelijkheid binnen dit bondgenootschap zullen blijven nemen.
Tegelijkertijd zijn we uiteraard zeer benieuwd welke scenario's de EU in
overweging neemt voor het Amerikaanse buitenlandbeleid onder de nieuwe
regering.
Voorzitter. We juichen het toe dat de EU de mogelijkheden onderzoekt om
de blokkade van Hongarije tegen de vrijgave van de 6,6 miljard euro aan
steun voor OekraĆÆne te omzeilen. Het lijkt erop dat er plannen zijn om
te werken met vrijwillige bijdragen van de overige EU-lidstaten. Kunnen
we ervan uitgaan dat alle andere 26 landen hun vrijwillige bijdrage
volledig zullen leveren? Ziet de minister mogelijk ook een risico dat we
met deze vrijwillige bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit een
precedent voor de toekomst scheppen?
Voorzitter. Hoe beoordeelt de minister de speelruimte van de EU na de
recente verkiezingsuitslag in Georgiƫ? Met welke mogelijke scenario's
wordt rekening gehouden? Wat zijn de gevolgen van deze uitslag voor het
toetredingsproces van Georgiƫ tot de EU? En wat kan de EU betekenen voor
de Georgische bevolking, die nu massaal de straat opgaat omdat zij de
verkiezing als oneerlijk heeft ervaren? Dreigt hier een situatie te
ontstaan die vergelijkbaar is met die in OekraĆÆne?
Voorzitter. Dan het Midden-Oosten. De spanningen in het Midden-Oosten
blijven escaleren. Met de betrokkenheid van Libanon en Iran zijn nieuwe
actoren op het toneel verschenen. Een staakt-het-vuren lijkt verder weg
dan ooit. Binnen de EU zijn er experts die voor de Unie geen rol zien
bij vredesonderhandelingen. Hoe beoordeelt de minister deze analyse?
Moet de EU niet actiever optreden in dit conflict? Wat is de visie van
de minister op de rol van Nederland, met het advies van de AIV in het
achterhoofd en met meeweging van zijn eigen expertise in deze regio waar
hij talloze contacten onderhoudt? De minister noemde het Israƫlische
verbod op UNRWA onverstandig. Wat zijn volgens hem de gevolgen van dit
verbod voor de humanitaire situatie in de Gazastrook? Wat betekent dit
voor de andere hulporganisaties, die van UNRWA afhankelijk zijn?
Voorzitter. Dan mijn laatste punt. De Iraanse Revolutionaire Garde staat
nog steeds niet op de Europese terreurlijst. Er wordt gezegd dat
hiervoor een juridisch oordeel nodig is. Wordt er momenteel gewerkt aan
een dergelijke uitspraak? Zijn er krachten binnen Europa die deze
tegenwerken, en, zo ja, welke zijn dat?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Kahraman. Er is een vraag van mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Aanstaande maandag is een van de hoofdpunten op de agenda het voorstel
van de EU-buitenlandchef om de mensenrechtenclausule in het
EU-Israƫl-associatieakkoord in te roepen. Hij stelt dus eigenlijk voor
om de politieke dialoog met Israƫl te staken. Dat is eigenlijk ook in
lijn met het advies dat de AIV aan het kabinet in Nederland heeft
uitgebracht. Ik vraag me af hoe de NSC-fractie daarnaar kijkt.
De heer Kahraman (NSC):
Wij zijn van mening dat we echt zo veel mogelijk diplomatieke druk op
Israƫl moeten uitoefenen om het te dwingen in de richting van ruimte
voor hulp aan Gaza. Wij zijn er geen voorstander van om alle banden en
gesprekken met Israƫl te verbreken. Wij vinden dat je de diplomatieke
druk richting Israƫl moet opbouwen om hulp in Gaza en ook een aantal
andere zaken voor elkaar te krijgen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter ā¦
De voorzitter:
Nee, Ć©Ć©n interruptie. Ik sta geen interrupties toe; zo moet ik het
zeggen. Ik sta drie vragen toe. Dat heb ik twee keer gezegd aan het
begin.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ja, dat u drie vragen toestaat. Ik ben nu bij vraag nummer twee.
De voorzitter:
Als u nu uw tweede vraag wilt stellen, is dat prima. Gaat uw gang.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Het gaat om een verdrag dat de EU met een ander land, namelijk Israƫl,
heeft getekend. Daar zit een mensenrechtenclausule in. Nu hoor ik de
heer Kahraman eigenlijk zeggen dat hij vindt dat een clausule in een
internationaal verdrag niet moet worden ingeroepen. Ik hoor hem spreken
over diplomatieke druk. Met alles wat er nu gaande is in Gaza, ben ik
erg benieuwd wat het kabinet volgens de NSC-fractie meer zou moeten doen
dan het nu doet.
De heer Kahraman (NSC):
Ik vind dat de diplomatieke druk echt wel opgebouwd mag worden en dat we
Israƫl moeten oproepen om zijn plicht volgens het humanitaire
oorlogsrecht na te komen. Die druk mag van ons opgebouwd worden, maar
het opzeggen van een verdrag is ons echt een brug te ver.
De voorzitter:
Ik zag nog een andere hand. Ja, van meneer Paternotte. Gaat uw
gang.
De heer Paternotte (D66):
Als ik hoor "diplomatieke druk opbouwen", denk ik: de minister is
volgens mij al vijf maanden bezig om diplomatieke druk te zetten.
Alleen, ik zie geen verandering. Ik zie niet dat het leidt tot een
staakt-het-vuren of dat er wel hulp komt. Integendeel eigenlijk zelfs:
Israƫl blokkeert juist de hulpverlening aan Noord-Gaza volledig en de
Verenigde Naties spreken nu van een mogelijke etnische zuivering in
Noord-Gaza. Dat is een hele heftige kwalificatie, die volgens mij nog
nooit op Israƫl is geplakt door de Verenigde Naties. De heer Kahraman
heeft het over het opbouwen van diplomatieke druk. Kan hij ons schetsen
wat wij nu dan moeten doen en welke stappen je dan doorloopt? Is er dan
ook een rode lijn waar we niet overheen kunnen? Ik denk dat heel veel
mensen die thuis zitten te kijken en horen over het opbouwen van
diplomatieke druk, denken: Nederland vraagt al tien maanden om een
staakt-het-vuren, maar het is er niet. We zeggen altijd al dat we meer
hulp willen, maar we zien het tegenovergestelde. Wat betekent "opbouwen
van diplomatieke druk"?
De heer Kahraman (NSC):
Volgens mij hebben we een minister die precies weet wat diplomatieke
druk is en hoe hij die moet opbouwen. Wij roepen hem ook op om die
diplomatieke druk op te bouwen richting Israƫl, vooral met betrekking
tot humanitaire hulp in Gaza. Het is echt aan de minister om daar
invulling aan te geven. Een staakt-het-vuren moet wel van twee kanten
komen. Dat wil ik er echt wel bij aangeven. Ik lees ook in de media dat
Hamas een staakt-het-vuren niet accepteert. Een staakt-het-vuren moet
dus echt van twee kanten komen. Als een van de twee partijen het niet
accepteert, wordt het heel lastig.
De voorzitter:
Ik dacht dat ik nog een andere hand had gezien. Ja, meneer Van
Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik deel de vragen die zijn gesteld aan de heer Kahraman over de
diplomatieke inspanningen die tot dusver geen greintje effect blijken te
hebben op Israƫl. Mijn vraag gaat over de diplomatieke reactie van
Nederland op het verbod van UNRWA. Ik vind het nogal wat dat een
parlement van een land, op dit moment lid van de VN, besluit om een
organisatie die met VN-mandaat is ingesteld, eenzijdig te verbieden en
daarmee ook een internationale organisatie en een besluit van de VN
ondermijnt. De Nederlandse regering heeft gezegd het besluit
onverstandig te vinden. Dat vind ik eigenlijk een hele slappe reactie,
als wij een land zijn dat het belang van internationale recht en
internationale organisaties onderschrijft. Waarom is de heer Kahraman
niet veel stelliger in zijn veroordeling van dit besluit?
De heer Kahraman (NSC):
Ik heb geen oordeel geveld over het verbieden van UNRWA. Ik heb wel
gezegd dat ik dat echt een heel onverstandig ā¦ Nou ja, ik weet niet eens
welke bewoordingen ik exact heb gebruikt. Ik vind het echt een heel fout
besluit van Israƫl om dit nu te doen. U heeft mij ook meegemaakt bij de
debatten over Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. Ik ben ook heel
kritisch richting UNRWA ā dan doel ik niet op UNRWA als organisatie,
maar wel op de afhankelijkheid van Ć©Ć©n organisatie van Ć©Ć©n
bevolkingsgroep ā maar op dit moment vind ik het echt een heel fout
besluit van Israƫl om UNRWA te verbieden zijn werk te doen in de
Gazastrook of de Westelijke Jordaanoever. Laat ik het zo zeggen. Ik hoop
ook dat de minister die diplomatieke druk gaat gebruiken richting
Israƫl. Humanitaire hulp zou in alle gevallen eigenlijk onvoorwaardelijk
moeten zijn.
De heer Van Baarle (DENK):
Laat ik positief beginnen. Ik hoor de heer Kahraman zeggen dat hij het
heel erg fout vindt dat het parlement van Israƫl het besluit heeft
genomen om UNRWA te verbieden. Dat zijn niet de bewoordingen die de
Nederlandse regering heeft gekozen. De Nederlandse regering heeft
gekozen voor de bewoordingen dat ze zich daar "zorgen" om maakt. Dat is,
laten we zeggen, in zwakte toch wel 30 stappen lager dan de bewoordingen
die de heer Kahraman gebruikt. Vindt de heer Kahraman dan ook dat de
Nederlandse regering hier stelliger in zou moeten zijn? Zou de
Nederlandse regering volgens hem moeten zeggen dat het gewoon een grote
fout is van Israƫl om eerst in het parlement en gevolgd door de regering
het besluit te nemen om UNRWA te verbieden en als terreurorganisatie aan
te duiden? Of vindt de heer Kahraman de reactie van de Nederlandse
regering, namelijk "we maken ons er een beetje zorgen over", eigenlijk
wel prima?
De heer Kahraman (NSC):
Zo heb ik de uitspraak van de regering niet opgevat. Het was ook echt
een signaal richting Israƫl. Maar het zijn de woorden van de regering.
Ik heb gezegd hoe wij er als fractie in zitten. Ik heb gezegd dat ik het
een heel onverstandig besluit van Israƫl vind om UNRWA op dit moment te
verbieden haar werk te doen in een aantal gebieden waar UNRWA actief
is.
De voorzitter:
Als er verder geen vragen zijn, dan gaan we nu door naar de volgende
spreker. Dat is de heer Paternotte van D66.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter, ik was volgens mij als vierde in de zaal, dus misschien wil
er iemand voor mij. Nee? OkƩ.
Voorzitter. Make America Great Again heeft gewonnen. Daar staat nergens
onder: The Netherlands second. We hebben dus te maken met een nieuwe
wereld. De wereld waarin we op woensdag wakker zijn geworden, zal voor
ons en, denk ik, het werk van deze minister heel veel betekenen.
Nu zei de minister-president dat het voor Nederland eigenlijk niet zo
veel betekent. Toen dacht ik: dat kan hij toch niet menen? Trump heeft
beloofd zich terug te trekken uit het klimaatakkoord. De vorige keer
beloofde hij dat ook en deed hij dat ook. Betekent dat niet veel voor
Nederland? Hij heeft beloofd importtarieven van 20% op te leggen, die de
Nederlandse economie gigantisch zouden schaden. Betekent dat niet veel
voor Nederland? Er is een nieuwe ambassadeur in Israƫl, die annexatie
van de Palestijnse gebieden wil. Ik zou de minister dus het volgende
willen vragen. Hoe kwalificeert hij de impact van deze drie dingen, dus
de annexatie, de handelstarieven en het terugtrekken uit het
klimaatakkoord, op Nederland? Hij zal natuurlijk zeggen dat we niet
weten of het gebeurt, maar uit het verleden weten we dat Trump zich vaak
aan zijn beloften houdt, ook als die beloften de wereld op zijn
grondvesten doen schudden en schaden.
De vraag is natuurlijk wat dat betekent. Wat moeten we dan doen? Europa
heeft in het verleden laten zien dat als de druk heel hoog wordt, we
ineens heel veel kunnen doen. Na de inval in OekraĆÆne, bij de
coronacrisis of bij de eurocrisis in Griekenland konden stappen gezet
worden die eerder ondenkbaar waren. Maar nu hebben we in Frankrijk een
president met een minderheidsregering. In Duitsland hebben we een
gevallen regering. De Britten zijn eruit. Er is in Europa dus echt een
leiderschapsvacuĆ¼m, net op het moment dat leiderschap hard nodig
is.
Nederland heeft, ook onder premier Rutte, laten zien wel degelijk op te
kunnen staan. Het heeft bijvoorbeeld in de F-16-coalitie en de
dronecoalitie leiding gegeven aan steun voor OekraĆÆne, met name in
West-Europa. Maar we zien nu ook Nederland afzakken in de lijst van
landen die steun geven aan OekraĆÆne. Ik zou de minister dus de vraag
willen stellen welke rol hij de komende tijd voor de Nederlandse
regering ziet, zodat Europa een duidelijk antwoord kan geven.
Dat betreft niet alleen goede handelsonderhandelingen, maar ook het
ervoor zorgen dat die oorlog niet dichter bij onze voordeur komt. In
Duitsland heeft het parlement een briefing gehad over de situatie in
OekraĆÆne. Ze zien daar dat het front steeds wankeler en de druk steeds
groter wordt. Als het front in de Donbas inderdaad valt, zou dat in
Duitsland tot een miljoen extra vluchtelingen kunnen leiden. Mijn vraag
is: heeft Nederland ook inschattingen hierover? Wat zouden de effecten
kunnen zijn van een Russische doorbraak in OekraĆÆne? Kunnen we daar in
ieder geval als Tweede Kamer een inschatting van het kabinet van
krijgen?
Is het nou echt verstandig om, ook gegeven de uitslag van afgelopen week
en de uitspraken van Amerika over Europese steun, volgend jaar 2,2
miljard euro voor militaire steun aan OekraĆÆne in de begroting te
zetten, terwijl we daar dit jaar 3,5 miljard voor inzetten? Zou het niet
mooi zijn om de belofte van onverminderde steun uit het
hoofdlijnenakkoord alsnog invulling te geven door te zeggen: "We gaan
volgend jaar niet minder, maar juist meer doen"? Dat zou ook een signaal
zijn aan Rusland van dat Europa de Russen die oorlog niet laat winnen.
Er is geen enkele reden waarom we ze dat zouden laten doen. Als Europa
zijn onze economieƫn veel groter dan die van Rusland. We geven drie keer
zoveel geld uit aan defensie. Er is geen enkele reden waarom we Rusland
die oorlog zouden moeten laten winnen. Als we dat wel doen, dan zijn de
lasten voor ons vele malen groter. Ik denk dat de minister het daarmee
eens is.
Het Midden-Oosten. Het beeld dat we nu zien, is natuurlijk heel
pijnlijk. De heer Kahraman heeft het terecht over het verbieden van
UNRWA. Maar dat betekent in de bewoordingen van bijna alle landen op de
wereld dat de noodzakelijke hulpverlening om mensen in leven te houden,
de noodhulp, in heel groot gevaar aan het raken is. Ik zou de minister
willen vragen om op een aantal zaken te reageren. Wat is zijn reactie op
de VN-interim-missie in Libanon, waar weer hekwerken en constructies
zijn vernield door het Israƫlische leger? En wat is zijn reactie op het
verbod op UNRWA? Wat is zijn reactie op de aangenomen wet die massale
deportaties mogelijk maakt van familieleden van mensen die veroordeeld
zijn voor terrorisme? Het gaat dus niet om de terroristen zelf maar om
de familieleden. En wat is zijn reactie op de stop op de hulp in
Noord-Gaza en de, zoals de VN dat kwalificeren, "mogelijke etnische
zuivering" die dat nu kan opleveren? Dat zijn termen waar internationale
organisaties altijd heel zorgvuldig mee omgaan. Die worden niet zomaar
even gescandeerd; die worden echt alleen gebruikt als de situatie als
enorm ernstig wordt beschouwd.
De vraag die daarbij opdoemt, is of we eigenlijk nog rode lijnen hebben.
We zitten al zo lang in een situatie waarin Nederland wel zegt een
staakt-het-vuren te willen of zegt meer hulp te willen bieden, maar
waarin steeds weer het tegenovergestelde gebeurt. Dus is er voor de
Nederlandse regering een rode lijn, zoals premier Rutte die eerder
vaststelde bij de aanval op Rafah?
Voorzitter, tot slot. In de Eerste Kamer is er een motie aangenomen die
de regering vraagt om wƩl te zorgen voor een regeling waardoor de
Afghaanse bewakers, de Afghan Security Guards en de beveiligers van onze
ambassade, naar Nederland kunnen komen. Zou het kabinet voor de
begroting van volgende week een reactie daarop kunnen geven?
In Moldaviƫ is gekozen voor een Europese toekomst, maar er heeft ook een
enorme Russische inmenging plaatsgevonden. Hoe kijkt het kabinet
hiernaar en is dit reden om meer te doen met de
motie-Veldkamp/Paternotte, die vroeg om Moldaviƫ direct te gaan steunen
bij de toetreding tot de Europese Unie?
De voorzitter:
Dank, meneer Paternotte. Ik zie geen vragen voor u. Het woord is aan
mevrouw Piri van GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Vorige week is Donald Trump herkozen. Inmiddels zijn de
eerste benoemingen voor de belangrijkste regeringsfuncties ook bekend.
Het is een combinatie van complotdenkers, extremisten, samenzweerders
met buitenlandse mogendheden en congresleden tegen wie juridische
onderzoeken lopen. Diplomatieke bezweringen achterwege latend betekent
zijn herverkiezing een regelrechte uitdaging voor onze economie, onze
veiligheid en de internationale rechtsorde. Volgende week behandelen we
de begroting van Buitenlandse Zaken en dan zal ik er ook uitgebreider op
ingaan.
Aankomende dinsdag is het 1.000 dagen oorlog in OekraĆÆne. De afgelopen
1.000 dagen heeft de Europese Unie voor meer dan 200 miljard euro aan
fossiele brandstoffen geĆÆmporteerd uit Rusland. Er meren maandelijks
twee Russische tankers aan in Rotterdam, er is een schaduwvloot
opgetuigd om sancties te omzeilen en Hongarije, nota bene momenteel
voorzitter van de Europese Unie, tekende vorig jaar een overeenkomst met
een Russisch staatsbedrijf voor de bouw van nieuwe kernreactoren. Dit
kan zo niet langer. We geven, terecht, miljarden uit om OekraĆÆne te
steunen, en tegelijkertijd betalen we Moskou ā ik herhaal ā 200 miljard
euro, waarmee zij de oorlogskas gevuld houden. De minister heeft zich
eerder, eind augustus, een keer uitgesproken over maatregelen tegen de
Russische kernexport. Kan de minister aangeven in hoeverre hij zal
pleiten voor verdere maatregelen tegen de Russische kernindustrie? En is
de minister bereid om in Europees verband te pleiten voor de uitsluiting
van Russische bedrijven voor nieuwe nucleaire projecten?
Voorzitter. Dan de situatie in Gaza. O, ik zie een vraag.
De voorzitter:
Meneer Ceder, gaat uw gang.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ook wij vinden het heel kwalijk dat ondanks sancties de Russische
oorlogskas wordt gespekt en dat soldaten, hun provisie en het materieel
voor een deel, helaas, uit Europese gelden worden bekostigd. U maakt een
terecht punt, waar ik mij helemaal bij aansluit. Een ander punt dat ik
vaker gemaakt heb, en waar tot op heden niets mee gebeurt, is dat we
indirect ook nog de Russische oorlogskas spekken doordat wij gas
importeren vanuit Azerbeidzjan, dat dat goedkoop uit Rusland heeft
gehaald. Ik heb hier eerder mondelinge vragen aan de minister over
gesteld, met het verzoek om het tijdens de COP29 aan te halen. Dat vond
hij niet gepast. Daar kan ik mij iets bij voorstellen, maar het gebeurt
gewoon. Het wordt gewoon gefaciliteerd op Europees niveau. U maakt een
terecht punt, maar ik vraag me af hoe u naar deze situatie kijkt, want
ik hoop dat we dit kunnen oplossen. Misschien komt u met een motie;
misschien kan ik die medeondertekenen. Maar wij blijven komende winter
ook op deze wijze de Russische oorlogskas spekken. Het wordt een hele
cruciale winter. Ik vraag me af hoe mevrouw Piri daarnaar kijkt.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik kom zo nog specifieker terug op Azerbeidzjan, niet zozeer in dit
perspectief, maar meer in verband met de meest recente diplomatieke rel
die zich op Twitter afspeelde. Dat is, heel eerlijk gezegd, een groot
probleem. Het grootste probleem is India, als we echt kijken naar
volumes waarmee de oorlogskas van Rusland op een indirecte manier wordt
gespekt via de verkoop van olie. Ik ben altijd bereid daar iets aan te
doen. Azerbeidzjan is een van de landen. Het is zeker niet het meest
democratische land; dat ben ik met de heer Ceder eens. Maar India is
daarin, denk ik, een veel, veel, veel groter probleem.
De voorzitter:
Gaat u verder, mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Dan de situatie in Gaza. Het is evident dat wat zich nu
afspeelt in Noord-Gaza een etnische zuivering is. De humanitaire hulp
die nu nog wordt toegelaten, is op het laagste niveau van de afgelopen
dertien maanden. Na minstens 43.000 doden door geweld, worden mensen nu
doelbewust uitgehongerd. Elke burger in het gebied wordt door Israƫl
gezien als een legitiem oorlogsdoelwit. De ministers van de
regering-Netanyahu winden er ook geen doekjes om. We hoeven niet te
gissen wat zij vinden. Zij willen het gebied ontruimen voor Joodse
nederzettingen. Het is beschamend dat het kabinet niets doet.
Beschamend! Vindt de minister de uitvoering van het zogenaamde
"generaalsplan" een rode lijn? Is hij van mening dat Israƫl bezig is met
een etnische zuivering? Bepleit hij nu eindelijk sancties? Heeft hij de
ambassadeur van Israƫl ontboden en, zo niet, wat moet er nog gebeuren om
de ambassadeur wƩl te ontbieden? Het enige bericht dat we de afgelopen
week kregen, is dat er allerlei gesprekken zijn gevoerd tussen deze
regering en de Israƫlische regering over de gebeurtenissen in Amsterdam.
We hebben geen woord, geen enkel woord, gehoord over de etnische
zuivering waar Israƫl zich nu schuldig aan maakt.
Voorzitter. De EU-buitenlandchef bepleit de mensenrechtenclausule van
het EU-associatieakkoord in te roepen en de politieke dialoog met Israƫl
te beƫindigen. Dit voorstel ligt maandag op tafel in Brussel, in het
overleg waar de minister bij is. Het is in lijn met het AIV-advies. Ik
ben dus erg benieuwd wat de inzet van de Nederlandse regering wordt. Je
hoort de Israƫlische regering niet meer over de gegijzelden. Zij worden
opgeofferd voor de politieke ambities van oorlogsmisdadiger Netanyahu en
de ziekelijke fantasieƫn van zijn extremistische ministers. Is deze
minister inmiddels bereid om serieus werk te maken van het sanctioneren
van Ben Gvir en Smotrich? Is hij bereid om, in lijn met mijn aangenomen
motie, te pleiten voor sancties tegenover de kolonisten die afgelopen
maand door het VK zijn toegevoegd aan de Britse sanctielijst?
Voorzitter. Dan Georgiƫ. Het is ongekend hoe de internationale
gemeenschap de Georgische bevolking nu in de steek lijkt te laten na
onvrije en oneerlijke verkiezingen. Is de minister bereid om te pleiten
voor sancties tegen de regering, en de hulp en de steun aan het
maatschappelijk middenveld juist nu te intensiveren?
Dan over de diplomatieke rel met Azerbeidzjan. Als je autocraten hun
gang laat gaan, niet met sancties komt na een etnische zuivering in
Karabach en het land ook nog beloont met een internationale klimaattop,
dan moet je ook niet raar opkijken wanneer Aliyev dat misbruikt.
Tot slot, voorzitter. In Turkije hebben we de afgelopen maand voor de
zoveelste keer gezien hoe democratisch gekozen burgemeesters een voor
een zijn vervangen. Ik ben benieuwd wat de minister daar in zijn contact
met Turkije aan heeft gedaan. Hebben we Ć¼berhaupt iets gedaan?
Tot slot sluit ik me aan bij het verzoek van de heer Paternotte over de
motie omtrent de Afghaanse bewakers die in de Eerste Kamer is
aangenomen.
De voorzitter:
Dank, mevrouw Piri. Dan is het woord aan de heer Boswijk van het
CDA.
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. We hebben vorige week de verkiezingen in de
Verenigde Staten gezien. Wat het CDA betreft zijn er eigenlijk twee
belangrijke dingen die wij moeten doen. Enerzijds moeten we de relatie
met de Amerikanen goed houden, los van wat we vinden van degene die er
nu zit. Uiteindelijk hebben we Amerika heel hard nodig, en Amerika heeft
Europa heel hard nodig. Het tweede, parallel daaraan, is dat wij heel
hard moeten gaan werken aan een veel gelijkwaardigere relatie met
Amerika. Dat betekent dat we meer moeten investeren in onze eigen
krijgsmacht, meer dan we nu doen, maar ook dat we economisch veel
zelfstandiger moeten gaan worden.
Het punt waar wij ons het meeste zorgen over maken, is uiteindelijk de
financiĆ«le en militaire steun aan OekraĆÆne. OekraĆÆne staat op de rand
van een kredietcrisis. Er is ontzettend hard behoefte aan geld. En dat
geld is er, namelijk in de vorm van bevroren Russische tegoeden. Continu
pleit ik hiervoor, en continu hoor ik: we gaan pas bewegen als de G7
gaat bewegen. Het is al een paar keer genoemd ā ik geloof dat collega
Paternotte het zei ā dat Nederland tot voor kort het voortouw nam op dit
dossier. Laten we dit op dit moment op dit dossier ook gaan doen, want
niemand anders gaat het doen. Wij moeten het gaan doen. Graag een
reactie.
Voorzitter. We hebben drie weken geleden in het vragenuur een mondelinge
vraag gehad over hoe Rusland escaleert met de Noord-Koreanen die nu
worden ingezet. Iedereen sprak over "een escalatie", maar we verbinden
er geen consequenties aan. Dan kan je maar beter helemaal niet over
"escalatie" praten, want dan wordt dat door Poetin geĆÆnterpreteerd als:
ze zien dat ik escaleer, maar dat heeft geen consequenties. Mijn vraag
aan de minister is dus of we nu consequenties verbinden aan deze
escalatie. Anders roep ik de minister op het woord "escalatie" niet meer
in de mond te nemen als we er geen consequenties aan verbinden.
Voorzitter. Dan de secretaris-generaal van de VN. Die ligt al onder
vuur. De VN als organisatie staat sowieso al onder druk. Ik vind het
buitengewoon schandalig dat deze secretaris-generaal wƩl naar een
conferentie van de BRICS gaat, maar niet naar een vredestop van
OekraĆÆne. Ga Ć³f naar allebei wel Ć³f naar allebei niet, maar ga niet naar
de BRICS-top en knuffelen met oorlogsmisdadigers. Ik snap dat daar ook
leden van de VN zitten. Het is prima dat je er dan heen gaat, maar dan
moet je op z'n minst ook naar de OekraĆÆense vredestop gaan. Hoe kijkt de
minister hiernaar?
Voorzitter. Er wordt ook in Zuid-Korea en Taiwan met angst en beven
gekeken naar welke consequenties de Amerikaanse verkiezingen gaan
hebben. Ik doe een appel op deze minister om het oliemannetje te zijn
tussen Europa, Taiwan, Zuid-Korea en de VS. Wij hebben elkaar namelijk
heel hard nodig tegenover de autocratische regimes. We hebben ook veel
gedeelde belangen. Zeker nu Noord-Korea betrokken is in de oorlog in
OekraĆÆne zou het positief kunnen zijn als Zuid-Korea zijn
munitievoorraden ter beschikking stelt aan OekraĆÆne. Hoe kijkt de
minister hiernaar?
Armeniƫ en Azerbeidzjan zijn al een paar keer genoemd. Al eerder hebben
collega Ceder en ik een motie ingediend die Kamerbrede steun heeft
gekregen en gaat over onze zorgen over de mogelijke verdere escalatie
vanuit Azerbeidzjan richting Armeniƫ. Wij hebben toen gezegd: zorg
ervoor dat op z'n minst de Armeense krijgsgevangenen worden vrijgelaten
en dat er nog voordat de klimaattop tot een einde is gekomen, een
vredesdeal komt tussen Armeniƫ en Azerbeidzjan. We hebben namelijk
helaas bij heel veel internationale conferenties en Olympische Spelen
gezien dat zodra die zijn afgerond, autocratische regimes snel overgaan
tot de orde van de dag. In dit geval gaat het erom dat Azerbeidzjan dan
verdergaat met zijn oorlog tegen Armeniƫ. Deelt de minister deze zorgen?
Hoe staat het met de uitvoering van deze motie? En wat zijn de
consequenties als Azerbeidzjan toch doorgaat met zijn agressie richting
Armeniƫ? Staat er een pakket klaar?
Voorzitter. Ook over het Midden-Oosten is veel te zeggen. Wij hebben
onze zorgen over hoe het nu staat met de onderhandelingen. Qatar heeft
Hamas inmiddels verzocht de spullen te pakken. Dat klinkt op zich goed.
Tegelijkertijd is dat ook een signaal dat er helemaal niet meer
onderhandeld wordt. Dan gaan onze eerste zorgen uit naar de gijzelaars
die nog steeds vastzitten, maar ook naar de Palestijnse bevolking die nu
al meer dan een jaar overgeleverd is aan de grillen van een klein
groepje mensen in de Israƫlische regering. Dat groepje wordt telkens
kleiner. De minister van Defensie heeft namelijk zijn biezen moeten
pakken, want die trok het ook niet meer. Hoe kijkt de minister
hiernaar?
Ik ben ook heel benieuwd hoe hij kijkt naar de plannen van UNRWA. Wij
vinden dat de hulp in Gaza moet worden gediversifieerd. Het is ongezond
dat er Ć©Ć©n organisatie is. Tegelijkertijd is het op dit moment de enige
organisatie, met de enige infrastructuur. Dat is niet ideaal, maar dat
hebben we ook zelf laten gebeuren. Het is dus heel onverantwoordelijk om
UNRWA nu te verbieden terwijl er nog geen alternatief is. Hoe kijkt deze
minister daarnaar?
Voorzitter. Dan Iran, toch wel de as van het kwaad, financier achter
Hamas en Hezbollah. Gisteren was er een zelfmoord van een Iraanse
activist die een ultimatum had gesteld. Hij vond dat vier vrienden van
hem moesten worden vrijgelaten. Dat gebeurde niet. Hij had gedreigd dat
als dat niet zou gebeuren, hij uiteindelijk zelfmoord zou plegen. Dat
heeft hij gedaan. Wat een trieste uitkomst! Kunnen we die Revolutionaire
Garde nu eindelijk eens een keer op de terreurlijst zetten?
Voorzitter, tot slot. Het kabinet is van plan om een diplomatieke
relatie met Assad aan te binden. Op zich zijn wij altijd voorstander van
open communicatie, maar wij zien dat het de bedoeling is om uiteindelijk
mensen terug te sturen. Dat steunt het CDA echt niet. Ik ben wel heel
benieuwd hoe het mogelijk openen van de ambassade in Syriƫ in relatie
staat tot de mogelijke bezuiniging op het postennetwerk. Stel, we gaan
in Syriƫ een ambassade heropenen, hoe kijkt het ministerie dan naar het
heropenen van een ambassade in Kabul? Ik ben namelijk echt van mening
dat het nodig is om je eigen oren en ogen te hebben in deze fragiele
regio, ook om hulporganisaties daar beter te kunnen ondersteunen.
Dat was 'm.
De voorzitter:
Dank, meneer Boswijk. Er is een vraag voor u van mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Even voor de duidelijkheid, want ik hoop dat er geen misverstanden gaan
ontstaan over het standpunt van het CDA. Ik hoor de heer Boswijk hier
zeggen: we zijn er niet voor om mensen terug te sturen naar Syriƫ. Maar
ik hoor hem een beetje openlaten of er wel diplomatieke relaties met
Assad kunnen worden hersteld. Dat zou je namelijk moeten doen als je
daar een ambassade plaatst. We hebben allerlei Europese sancties tegen
het regime. Dat zou impliceren dat je daar ook vanaf wil. Ik was niet
van ... Laat ik het zo zeggen: ik had niet gedacht en denk ook niet dat
het CDA dat vindt, maar gezien de woorden die de heer Boswijk heeft
geuit, denk ik dat het toch goed is om voor de zekerheid na te vragen
waar het CDA op dit punt staat.
De heer Boswijk (CDA):
Ik ben heel blij met deze interruptie, want het moest ontzettend snel;
we hebben zo veel onderwerpen. Ik kan hier nu uitgebreid over
uitweiden.
De voorzitter:
Nou, dat zullen we zien.
De heer Boswijk (CDA):
Nee, voorzitter, ik ga mevrouw Piri meteen geruststellen: wij zien Assad
niet als een gesprekspartner. Maar ik wil ook meteen een misverstand uit
de weg helpen. Het is mogelijk om je ambassade te openen zonder
diplomatieke contacten. Er is heel veel gepubliceerd. Ik zal na deze
vergadering wat artikelen delen met collega Piri. Je kan in een land
aanwezig zijn met een ambassade, met een vertegenwoordiger, zonder dat
jij die regering erkent. Dat is gewoon een mogelijkheid.
Ik zal een voorbeeld noemen. Japan heeft na de val van Kabul, nadat alle
westerse ambassades gesloten waren, als eerste zijn ambassade heropend.
In een statement hebben ze heel duidelijk gezegd: "Wij erkennen de
taliban niet als een legitieme regering van Afghanistan, maar wij zien
een grote verantwoordelijkheid richting de Afghaanse bevolking en ook
richting Japanse belangen in Afghanistan, dus wij heropenen de
ambassade. Op ambtelijk niveau hebben we contact met de taliban, maar
niet op politiek niveau." Het doel was bijvoorbeeld om
vrouwenrechtenactivisten en projecten tegen klimaatverandering goed te
kunnen ondersteunen. Zo'n model zou hier wat mij betreft ook van
toepassing kunnen zijn.
De voorzitter:
Helder. Er is een vraag van de heer Kahraman.
De heer Kahraman (NSC):
Ik ben toch een beetje in verwarring gebracht door de heer Boswijk. Hij
zegt: ik wil met Syriƫ geen diplomatieke banden, want dat regime is
verschrikkelijk. Maar hij wil wel kijken of er met Afghanistan diplom ā¦
De heer Boswijk zegt nu: "een ambassade". U hebt het inderdaad over een
ambassade gehad en niet over diplomatieke betrekkingen. U wilt kijken of
er in Kabul een ambassade kan komen. Ik begrijp dat even niet. U wilt
het in het ene land wel, maar in het andere land niet. Ik ga geen
kwalificaties geven aan de regimes. Ik ga niet zeggen wie erger is dan
de ander, want dan zou ik de ene onrecht doen ten opzichte van de ander
en zou ik moeten zeggen hoe verschrikkelijk het ene is tegenover het
ander. Kunt u uitleggen waarom u in het ene land waarvan u het regime
niet steunt, wel een ambassade wilt openen en in het andere land waarvan
u het regime niet steunt, geen ambassade wilt? U zegt dat u juist een
ambassade wilt om de lokale bevolking misschien te kunnen helpen.
De voorzitter:
De vragen mogen iets korter.
De heer Kahraman (NSC):
Wat is dan uw afweging? Waarom het ene land wel en het andere land
niet?
De voorzitter:
Ik wil toch vragen om de vragen en antwoorden kort te houden. Dat kan
best, als ik naar deze teksten luister.
De heer Boswijk (CDA):
Dan ga ik het nog duidelijker proberen, voorzitter. Je kunt een
ambassade of een diplomatiek kantoor openen in een land zonder
diplomatieke banden te hebben met het regime dat daar zit. Daarover heb
ik meerdere keren in debatten, ook met de voorganger van deze minister,
heen en weer contact gehad. De afgelopen weken ben ik gedoken in heel
veel literatuur op dit gebied. Het is gewoon mogelijk. Ik zou dus
zeggen: open desnoods twee kantoren, gelijkwaardig, in allebei de
landen. Het doel is niet om diplomatieke banden met Assad of met de
taliban te herstellen. Het doel is om beter oog en oor te hebben voor de
situatie die er is. Ik denk dat dat ook belangrijk is voor onder andere
je inlichtingen over terreur en de ontwikkeling daarvan, maar aan de
andere kant ook voor het kunnen ondersteunen van ngo's en
mensenrechtenactivisten daar. Ik denk namelijk dat het negeren van een
land, zoals we dat in Afghanistan in de jaren negentig hebben gedaan,
niet in het belang is van Nederland.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Ceder, het woord is aan u namens de
ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Donald Trump heeft de Amerikaanse verkiezingen
gewonnen en dat gaat gevolgen hebben voor Europa en OekraĆÆne. Trump
heeft altijd gezegd dat Europa meer moet doen voor de eigen defensie.
Wij zijn mede-indiener van een initiatiefwetsvoorstel dat de
2%-NAVO-norm wettelijk verankert. Maar de vraag is of dat genoeg zal
zijn, want we hebben heel Europa nodig. Als vanaf begin volgend jaar de
Amerikaanse militaire steun aan OekraĆÆne vermindert, heeft dat gevolgen.
Tegelijkertijd is Duitsland politiek verlamd tot minstens maart volgend
jaar. Duitsland was al meer aarzelend dan andere EU- of NAVO-lidstaten
in de militaire steun aan OekraĆÆne. De vraag is hoe de minister hiernaar
kijkt. Kan de rest van Europa dit gat opvullen? Wat gaan we de komende
maanden doen ter voorbereiding? Zijn er op z'n minst plannen? Wat is
volgens de minister een passende reactie op de escalatie, nu ook
Noord-Koreaanse troepen aan Russische kant meevechten? Wat gaat Europa
daartegenover zetten, is mijn vraag.
Voorzitter. Het is al gegaan over de uitspraken van Aliyev. We hebben
vaker gewaarschuwd voor Azerbeidzjan. Door het land steeds meer te
legitimeren en door banden aan te halen, zijn wij uiteindelijk
overgeleverd aan de grillen van Aliyev. Aliyev heeft van de week,
tijdens de COP29, ongekend hard uitgehaald naar Nederland. Wij stonden
erbij en keken ernaar. Ik vraag mij af of die opstelling ook aan de orde
kan worden gesteld in de Raad, zeker ook in verband met ā ik heb het
herhaald ā de zeer onwenselijke gasdeal met dat land, waardoor wij de
Russische oorlogskas spekken terwijl wij weten dat er een enorme opgave
onze kant op komt.
Voorzitter. Dan over Israƫl. De ChristenUnie heeft altijd gezegd dat er
een geloofwaardige exit moet zijn uit de oorlog die nu speelt. Er moet
een geloofwaardig stappenplan richting vrede zijn. Gallant, de minister
van Defensie, is ontslagen. We zien dat Qatar zich heeft teruggetrokken
als mediator. De gesprekken en de redelijke stemmen zijn dus eigenlijk
verdwenen, in ieder geval nu. Ik vraag me af hoe de minister daarnaar
kijkt. Wat is er mogelijk qua diplomatieke gesprekken om de gijzelaars
vrij te laten en om een staakt-het-vuren en uiteindelijk vrede tot stand
te brengen?
Voorzitter. Het is gegaan over UNRWA. Wat ons betreft moet er voldoende
hulp zijn. Volgens mij is dat nu niet het geval. Dat moet veranderen.
Punt. Tegelijkertijd hebben wij er als fractie geen geheim van gemaakt
dat wij UNRWA als organisatie als een belemmering zien voor duurzame
vrede, vanwege het inherente mandaat dat in 1949 is vastgesteld. Het is
zeer onwenselijk om niet te werken aan diversificatie. Toch baart het
besluit van Israƫl ons zorgen. Het voorstel dat over drie maanden in zou
gaan, kan grote gevolgen hebben. Ik vraag me af of de minister inzicht
kan geven in wat dat volgens hem zou betekenen.
Tegelijkertijd is er ook sprake van een informatieoorlog. Er is een
aantal keer hier op tafel neergelegd dat UNRWA de enige vorm van hulp
zou zijn. De Israƫlische ambassade in Nederland en andere partijen geven
aan dat UNRWA belangrijk is, maar dat zij 17% van de humanitaire hulp
aan Gaza verstrekken. Ik weet dat ook andere organisaties, zoals het
OCHA en het WFP, nu al actief zijn. Uiteraard is UNRWA de belangrijkste,
maar hoe zit het nou precies? Ik denk dat dit ook relevant zal zijn voor
de opstelling van de minister ten aanzien van het voorstel van de
Associatieraad. Ik zou graag willen weten of de minister daar feitelijk
inzicht in kan geven, zodat we weloverwogen kunnen kijken naar de
hulpvraag en naar hoe wij hulp kunnen bieden. We willen dat iedereen
hulp krijgt, maar we willen er tegelijkertijd voor zorgen dat we geen
keuzes maken op basis van informatie die misschien niet blijkt te
kloppen.
Voorzitter. Er is ook ...
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, is er een vraag van de heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik wil toch even ingaan op het punt over UNRWA. De fractie van DENK en
de fractie van de ChristenUnie hebben daar een openlijk meningsverschil
over. Dat mag in dit huis. De heer Ceder haalt cijfers aan over de
humanitaire hulp. Nog even los van de vraag of ik die cijfers
onderschrijf, zouden de cijfers die de heer Ceder noemt juist een
bevestiging zijn van het feit dat er al sprake is van
diversificatie.
Ten tweede is de kerntaak van UNRWA niet het verschaffen van acute
humanitaire hulp. De kerntaak van UNRWA is het verschaffen van publieke
diensten aan mensen die die publieke diensten niet van een overheid
krijgen. Onderschrijft de heer Ceder, los van zijn mening over het
verschaffen van acute hulp, in ieder geval dat door het verbod op UNRWA
het verschaffen van publieke diensten aan mensen die dat heel hard nodig
hebben op dit moment zeer hard onder druk dreigt te komen staan en dat
we dat niet met elkaar moeten willen?
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel voor deze vraag. Die geeft mij de ruimte om daar wat
duidelijkheid over te geven. Er moet voldoende hulp komen in Gaza. Dat
hebben wij altijd gezegd. Ik heb een motie van u gesteund en u heeft
moties van mij gesteund in het afgelopen jaar waarin we hebben gezegd:
ter land, ter zee en in de lucht, er moet voldoende hulp komen. Ik
constateer met u dat dat helaas niet het geval is.
Wat ik ook constateer, is dat het onderwerp UNRWA een vat van
tegenstrijdigheden bevat. Ik hoor de ene kant van de tafel en minister
Klever zeggen: UNRWA is too big to fail. Ik hoor u zeggen: als het 17%
is, dan is dat het bewijs dat er al sprake is van diversificatie. Het
kan niet beide waar zijn. Dat is het eerste vat van tegenstrijdigheid.
Mijn belang om de feiten op tafel te krijgen, wordt daarmee extra
verstevigd.
Het tweede wat u terecht aangeeft, is dat het mandaat van UNRWA met name
is om diensten over te nemen die de overheid zou kunnen bieden. Daar
vind ik wat van. Ik vind dat UNRWA in Libanon, Syriƫ, Gaza en op de
Westbank niet in de komende decennia de facto het bestuur kan blijven
zijn. Ik denk dat je daarmee een vreedzame en duurzame oplossing in de
weg staat. Zolang er geen bestuur opstaat en er een de-factobestuur in
stand blijft, dat door ons allemaal wordt gelegitimeerd, sta je een
definitieve oplossing in de weg.
Als u zegt dat het gaat om dienstverlening, zoals onderwijs en zorg, wat
ik met u eens ben, dan is er ook weer een vat van tegenstrijdigheid. Er
wordt nu gezegd dat het besluit van Israƫl de acute noodhulp gaat raken.
Het kan niet beide waar zijn. Stel dat UNRWA zich met name richt op
niet-noodhulp. Dat vind ik belangrijk. Dat moeten we continueren. Daarom
ben ik ook kritisch, maar ik vind wel dat je langzaam moet gaan nadenken
over hoe je dat gaat veranderen, voor een duurzame oplossing voor de
Palestijnen. Maar je kunt niet zeggen dat UNRWA er met name is om
noodhulp te verschaffen. Dan ben ik het met u eens: volgens mij is er
daar ook sprake van andere organisaties die in noodhulp kunnen voorzien.
Juist omdat u dit nu stelt, terwijl ik in het debat een ander verhaal
hoor, vraag ik dit aan de minister. Ik heb in mijn betoog gezegd dat ik
kritisch ben over het voorstel dat is aangenomen. Ik voorzie dat dit
over drie maanden, als deze wet, voor zover ik heb begrepen, in effect
treedt, niet de humanitaire situatie gaat raken. Daarom heb ik ook aan
de minister gevraagd hoe dit zit, want ik maak mij daar ernstig zorgen
over.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ceder. U kunt voort met uw betoog. Nog Ć©Ć©n
minuut.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Even kijken waar ik ben, voorzitter. Ik weet het weer.
In de Eerste Kamer is er een ander besluit genomen dan betoogd werd door
het kabinet en ook door de coalitiepartijen, waaronder NSC, namelijk dat
de Afghaanse bewakers het wƩl verdienen om geholpen te worden. Het
mantra "no one left behind" en de ereschuld gelden wel voor hen. Ik ben
benieuwd wat dat betekent, want de tijd dringt. De tijd tikt door. Het
is belangrijk dat we weten hoe het kabinet zich hiertoe gaat verhouden.
Dus ik ben benieuwd hoe het kabinet effectief op de motie gaat
reageren.
De voorzitter:
Een vraag van de heer Kahraman.
De heer Kahraman (NSC):
Ik heb de motie van de Eerste Kamer ook gezien en gelezen. Ik ben echt
oprecht ā¦ Ik bedoel het staatsrechtelijk: vindt u het de taak van de
Eerste Kamer om zich daarover uit te spreken?
De heer Ceder (ChristenUnie):
De Eerste Kamer is de ā ik weet niet of ik het in het Frans goed zeg,
dus zeg ik het maar in het Engels; misschien gaat dat beter ā chamber of
reflection. Die kijkt opnieuw en weegt opnieuw hoe het zit, in alle rust
en misschien ook wel met politieke afstand, niet gebonden aan
coalitieafspraken of druk achter de schermen. Ik denk dat de aangenomen
motie een perfect uitvloeisel van die chamber of reflection is, namelijk
dat het, zoals heel veel politieke partijen hier, maar ook de militaire
vakbonden en heel veel andere experts gezegd hebben, onverantwoord is en
niet getuigt van goed bestuur om nu de afspraken te wijzigen die in juni
2024 zijn neergelegd. Dus ik vind het juist niet politiek. Ik vind het
een apolitieke, gedistantieerde uitspraak van de Eerste Kamer. Juist
daarom vind ik dat die zwaar weegt en dat we hier iets mee moeten.
De voorzitter:
Goed. U kunt verder met uw betoog, meneer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter, volgens mij heb ik alles al benoemd, dus ik wil het hierbij
laten.
De voorzitter:
Hartelijk dank. Dan kunnen we luisteren naar de heer Van Baarle van
DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Ik begin met de situatie in Libanon en Palestina. Inmiddels
wordt de stapel rapporten groter en groter waarin internationale
organisaties stellen en bewijzen dat Israƫl zich schuldig maakt aan
oorlogsmisdaden. Dan gaat het niet alleen om onderzoekscommissies
gemandateerd door de VN, maar ook om mensenrechtenorganisaties. Onlangs
stelde Human Rights Watch dat Israƫl zich schuldig maakt aan etnische
zuivering en het verplicht "ontheemden" van mensen. Ik vraag de minister
of hij eindelijk bereid is om te onderkennen dat Israƫl zich schuldig
maakt aan oorlogsmisdaden. Wat vindt hij van de laatste conclusie van
niet alleen Human Rights Watch, maar ook van vertegenwoordigers bij de
EU en de VN, dat Israƫl zich schuldig maakt aan etnische
zuivering?
Voorzitter. Op dit moment is er in Gaza, met name in het noorden, een
acute hongersituatie. Er is nog steeds geen staakt-het-vuren. Hoe gaat
de minister druk zetten op Israƫl om ervoor te zorgen dat er acuut
humanitaire hulp naar het noorden van Gaza gaat om de hongersnood daar
te stoppen? Hoe gaat de Nederlandse regering zich inspannen voor een
onmiddellijk staakt-het-vuren?
Voorzitter. We hebben regelmatig debatten over de mensen die op dit
moment nog in Gaza verblijven. Zijn die mensen al terug? De minister
weet het antwoord op deze vraag: nee, die Europese staatsburgers zijn er
nog steeds. Wat gaat de minister doen om ervoor te zorgen dat deze
mensen terug naar Nederland en Europa kunnen komen?
Voorzitter. De situatie in Libanon is ook verschrikkelijk. Hoe spant de
minister zich in om ervoor te zorgen dat er daar een staakt-het-vuren
komt? Hoe zorgt de minister ervoor dat er acuut humanitaire hulp wordt
gegeven aan de mensen? Voor de Palestijnse gebieden hebben we een
commission of inquiry, die zich bezighoudt met het onderzoeken van
mogelijke oorlogsmisdaden. Hoe wordt met internationaal mandaat gezorgd
voor accountability voor de gebeurtenissen die op dit moment in Libanon
plaatsvinden? Is daar eenzelfde international commission of inquiry
voor, die dat documenteert?
Ik vind de reactie van de minister op het verbod voor de UNRWA dat de
Knesset heeft aangenomen en dat de Israƫlische regering gaat
implementeren, veel te slap te noemen. Ik had zonet geen interrupties
meer, maar in reactie op de heer Ceder zeg ik: volgens mij bestaat alles
naast elkaar. UNRWA is too big to fail Ć©n het hulpaanbod is
gediversifieerd, zij het dat hulporganisaties in grote mate afhankelijk
zijn van UNRWA, Ć©n UNRWA is verantwoordelijk voor het verschaffen van
publieke diensten. Kortom, UNRWA is onmisbaar. Daarom vond ik de reactie
van de Nederlandse regering veel te slap. Ik zou de minister willen
vragen het besluit alsnog te veroordelen en de Israƫlische ambassadeur
daarom te ontbieden.
Voorzitter. Het Israƫlische ministerie van Diasporazaken heeft een
rapport uitgebracht waarin mensen en organisaties in Nederland genoemd
worden. Dit Israƫlische ministerie beschuldigt deze organisaties en
mensen ervan onderdeel te zijn van georganiseerd geweld en strafbare
feiten. Ik weet ook dat er een ander rapport is waarin Nederlandse
organisaties door de Israƫlische veiligheidsdiensten en dit Israƫlische
ministerie genoemd worden. Wat vindt de minister ervan dat een
ministerie van een buitenlandse mogendheid blijkbaar mensen in Nederland
op kliklijsten, zwarte lijsten, zet en hen beschuldigt van strafbare
feiten, zonder dat er sprake is van een strafrechtelijke veroordeling?
Ik vind dat uiterst zorgwekkend en vraag de minister om dat in de
richting van de Israƫlische autoriteiten te veroordelen.
Tot slot, voorzitter. Ik weet dat ā¦
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, is er een vraag voor u van de heer Van der
Burg.
De heer Van der Burg (VVD):
Ik was wat verrast door deze bijdrage van DENK. Zegt DENK nou dat
politici in een ander land zich niet hebben te bemoeien met de situatie
in een ander land, en zeker niet over moeten gaan tot het geven van
kwalificaties aan mensen in dat andere land? Want ik hoor DENK zowel
hier als op andere plekken in Nederland niets anders doen dan mensen die
niet strafrechtelijk veroordeeld zijn voor oorlogsmisdadiger uitmaken;
ik hoor DENK niets anders doen dan dit kabinet en vorige kabinetten
oproepen om zich uit te spreken over oorlogsmisdrijven terwijl die nog
niet door de rechter zijn bewezen. Of zegt DENK: wat anderen niet mogen,
mogen wij wel?
De heer Van Baarle (DENK):
Dat de VVD en de heer Van der Burg de Israƫlische oorlogsmisdaden, waar
een stapel van bewijs voor is die deze hele kamer kan vullen op basis
van internationaal gemandateerde VN-organisaties die we gevraagd hebben
om dat te onderzoeken, onder het tapijt schuiven en niet onderkennen,
toont wat mij betreft meer aan dat de VVD en de heer Van der Burg
shoppen in het internationaal recht en wegkijken van de misdaden die
Israƫl pleegt. Iedereen heeft namelijk het besluit om die commissions of
inquiry in te stellen gesteund en op het moment dat die commissies
stellen dat Israƫl oorlogsmisdaden pleegt, kijkt de VVD daar niet naar,
is dat niet belangrijk en moeten we in ultimo gaan wachten op een
rechterlijk oordeel.
Er is een groot verschil tussen wat DENK doet, namelijk het aanspreken
van regeringen, en een buitenlands ministerie en inlichtingendiensten
van een buitenlandse mogendheid die Nederlandse staatsburgers en ngo's,
ook bekende Nederlandse ngo's, op lijsten zetten, betichten van
strafbare feiten, en die daarmee ook tot doelwit maken van campagnes. Ik
heb gezien dat mensen in Nederland op dit moment gebombardeerd worden
met bedreigende en intimiderende berichten uit Israƫl omdat hun
telefoonnummers in Israƫl gedeeld worden in Telegramgroepen en andere
groepen. Daar zit een groot verschil tussen. Ik maak me er zorgen over
als een buitenlandse mogendheid Nederlandse staatsburgers en individuele
Nederlandse organisaties ergens van beticht zonder enige grond, zonder
enige veroordeling. Dat moeten we met elkaar niet willen. Ik zou het
volgende tegen de heer Van der Burg willen zeggen. Hij is altijd heel
erg tegen buitenlandse inmenging. Ik zou hem willen vragen om Israƫl dan
niet de hand boven het hoofd te houden in zo'n geval.
De voorzitter:
Dan kan de heer Van Baarle verder met zijn betoog. Hij heeft daar nog
een minuut voor.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, die minuut gebruik ik uiteraard volgaarne.
Ik vraag de minister dit gewoon stellig te veroordelen. We hebben hier
te maken met een buitenlands ministerie, een buitenlandse
inlichtingendienst die zwarte lijsten, kliklijsten, maakt van
Nederlandse organisaties en staatsburgers. Is de minister bereid om de
Israƫlische ambassadeur hiervoor te ontbieden en om dit te
stoppen?
Voorzitter. Ik weet ook dat op dit moment ā ik heb de voorbeelden gezien
ā mensen in Nederland massaal berichten krijgen van telefoonnummers uit
Israƫl met teksten als "fuck Palestine", "we will get you" en "we know
where you are". Blijkbaar heeft dat te maken met het feit dat
telefoonnummers en locaties van mensen op dit moment circuleren in
Israƫl in Telegramgroepen ik-weet-niet-waar. Er worden mensen bedreigd
in Nederland door Israƫlische telefoonnummers. Dan heb ik het niet over
een heel klein aantal. Ik vraag de minister dat te adresseren.
Tot slot. Er zijn Maccabisupporters met het vliegtuig teruggegaan naar
Israƫl. Ik vraag aan deze minister om zich er hard voor te maken dat als
er onder die Maccabisupporters mensen zijn die in Nederland strafbare
feiten gepleegd hebben, zij niet hun vervolging ontlopen ondanks dat zij
terug zijn in Israƫl.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank, meneer Van Baarle. Dan gaan we luisteren naar de heer Van der
Burg, VVD.
De heer Van der Burg (VVD):
Kort, hoor, voorzitter. Misschien bewijst u straks in uw rol als lid van
deze commissie mijn ongelijk, maar volgens mij zijn alle onderwerpen wel
aan bod gekomen. Ik zou in een aantal gevallen een andere inkleuring
hebben gekozen dan sommige van mijn collega's, maar uiteraard wil ook ik
van het kabinet een reactie op het effect van de verkiezing in Amerika
op de situatie in OekraĆÆne, IsraĆ«l en Zuidoost-AziĆ«. Wat zijn daar de
gevolgen van? Hoe kijkt de minister naar wat dit betekent voor het
Europese beleid? Ik denk aan het op peil houden van onze financiƫn
richting OekraĆÆne. Die kunnen namelijk onder druk komen te staan als
mensen zeggen: wat zij doen, kunnen wij ook. Maar het kan ook betekenen
dat wij moeten gaan compenseren. Dan denk ik niet alleen aan geld, maar
ook aan bijvoorbeeld het leveren van ammunitie, wapens en anderszins aan
OekraĆÆne. Wat betekenen de verkiezingen voor IsraĆ«l in het kader van
onze wens tot de-escalatie en een staakt-het-vuren? Kortom, vragen die
allemaal al zijn gesteld.
Ook als het gaat om Georgiƫ en Azerbeidzjan is al het nodige gezegd. Het
is altijd goed als hier stil wordt gestaan bij Azerbeidzjan. Toen er in
Azerbeidzjan etnisch werd gezuiverd, werd er geen tram in de fik
gestoken en geen baksteen naar een politieagent gegooid door mensen die
vinden dat ze etnisch zuiveren niet vinden kunnen. Het is goed dat wij
er hier in ieder geval wel aandacht aan besteden.
Verder heb ik ook de vraag aan de minister hoe hij aankijkt tegen de
strategische onafhankelijkheid die wij als Europa veel meer moeten gaan
neerzetten, en niet alleen door de verkiezing van Trump. Denk ook aan de
terechte vragen van mevrouw Piri met betrekking tot de Russische
fossiele brandstoffen, waar we als Europa nog steeds massaal van
inkopen. Wij financieren als Europa nog steeds de oorlog tegen OekraĆÆne
door het afnemen van fossiele brandstoffen.
Tot slot, voorzitter, want ik zei dat ik het kort zou houden omdat het
meeste al is gezegd. Ik sluit me nog even aan bij de heer Paternotte met
betrekking tot sancties. Ik heb ook de vraag aan de minister hoe hij
denkt dat wij juist de druk via sancties meer kunnen opvoeren. Ik neem
als voorbeeld Rusland. Wij werken op dit moment nog te veel met lijsten
van wat niet mag, met als gevolg dat bedrijven kunnen zeggen: alles wat
niet niet mag, mag dus wel. Waarom kijken we niet naar de mogelijkheid
om als Europa te komen tot een lijst met zaken die wƩl mogen, waardoor
je makkelijker kunt handhaven en ook de druk verder opvoert?
Dat voor nu, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Burg. Dan wil ik ten slotte nog namens mijn
eigen fractie spreken, maar ik zie dat er nog een vraag is van de heer
Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Dat laatste vind ik een goed voorstel van de heer Van der Burg, maar ik
wil een andere vraag stellen. We hadden gisteren natuurlijk een
uitgebreid debat waarin onze beide partijen in harde woorden hebben
geoordeeld over wat er in Amsterdam is gebeurd, over de antisemitische
geweldsuitbarsting daar. Maar ik heb nog een vraag over wat ik las in de
reactie van de VVD daarop. Op de website stond dat de reactie van de VVD
"losstaat van de kritische houding op wat Israƫl doet in de Gazastrook".
Toen dacht ik: welke kritische houding? Ik zat het nog even na te
kijken, maar de VVD heeft praktisch tegen elk voorstel gestemd om iets
te doen tegen het optreden van Israƫl in de Gazastrook, zelfs tegen het
voorstel om geen wapens te exporteren die kunnen worden ingezet boven
Gaza. Dat zou in lijn zijn geweest met de oproep van het Internationaal
Gerechtshof. Dus op welke kritische houding ten opzichte van het
Israƫlische optreden in Gaza doelt de VVD dan?
De heer Van der Burg (VVD):
Ik constateer dat deze minister, en naast deze minister overigens ook de
minister-president, voortdurend pleit voor een staakt-het-vuren in
Israƫl in relatie tot Gaza, en dat hij daar ook erg zijn best voor doet.
Daarbij krijgt hij de volledige steun van de VVD. Ik heb ook in deze
vergadering zelf aangegeven dat uitspraken van rechters gerespecteerd
dienen te worden, ook als het internationale rechters betreft, en zeker
als host van een aantal internationale hoven. Ik ben kritisch op datgene
wat de regering-Netanyahu aan het doen is. Dat staat los van het feit
dat de VVD zegt: Israƫl dient als land zich te kunnen verdedigen. Daarom
was de VVD ook tegen een exportverbod op wapens richting Israƫl. Het
vroegere spreekwoord was: als de Arabische landen stoppen met vechten
tegen Israƫl, is er vrede, maar als Israƫl stopt met vechten, bestaat
Israƫl niet meer. Ook in deze Kamer zijn er mensen die vinden dat het
land Israƫl gewoon op moet houden te bestaan. Israƫl heeft wapens nodig
om zich te kunnen verdedigen tegen de proxy's. Denk hierbij niet alleen
aan Hamas, Hezbollah en de Houthi's, maar ook gewoon aan een land als
Iran. Reken er maar op dat op het moment dat de F-35's niet meer de
lucht in kunnen omdat wij geen spullen meer leveren ā met "wij" bedoel
ik niet specifiek Nederland, maar het Westen ā Iran en Hezbollah dan
werkelijk iedere denkbare drone, raket of anderszins zullen afvuren op
Israƫl. Israƫl heeft die wapens nodig om zich te kunnen verdedigen. Je
kunt dus kritisch zijn op de regering-Netanyahu en op datgene wat er
gebeurt, bijvoorbeeld als het gaat om Gaza, maar ondertussen zeggen dat
de bevolking van Israƫl, het land Israƫl, het recht heeft Ʃn de
mogelijkheden moet hebben om zich te kunnen verdedigen.
De heer Paternotte (D66):
Ook mijn fractie heeft nooit gezegd dat we geen defensieve wapens mogen
leveren aan Israƫl, waar het grootste deel van het antwoord van de heer
Van der Burg over ging. Het ging om offensieve wapens die kunnen worden
ingezet boven Gaza. Maar de vraag is natuurlijk: waaruit blijkt nou wƩl
de kritische houding van de VVD? Er werd gezegd: inzetten op een
staakt-het-vuren. Daar was de VVD overigens best wel laat mee, want voor
de zomer stemde de fractie nog tegen alle moties over een
staakt-het-vuren. Maar intussen zien we het geweld alleen maar toenemen.
We zien nu zelfs ā de heer Van der Burg benoemde het ook ā een dreigende
etnische zuivering in Noord-Gaza; zo noemen de VN het. Dat is een hƩle
zware kwalificatie. Maar zelfs als wij voorstellen dat een aanval op de
VN-missie in Libanon in ieder geval consequenties moet hebben, stemt de
VVD nog steeds tegen. Ik denk dat heel veel mensen in Nederland ā ik zie
het ook bij de VVD-achterban ā radeloos zijn en zeggen: er moet meer
druk op Israƫl komen om een staakt-het-vuren en vrede te bereiken. Er
moet niet geƫscaleerd worden. Er komt geen enkel concreet voorstel om
die druk vorm te geven; er worden alleen oproepen gedaan. Ik hoop dat de
heer Van der Burg toch in de spiegel wil kijken en ik hoop ook dat als
hij zegt "we hebben een kritische houding", we die kritische houding ook
kunnen vertalen in iets concreets. Anders blijft het, denk ik, iets wat
nul komma nul impact heeft.
De heer Van der Burg (VVD):
We moeten inderdaad kijken hoe wij als westerse wereld, Europa, dus ook
Nederland, de druk op Israƫl zodanig kunnen opvoeren, dat Israƫl zich
houdt aan internationale verdragen, uitspraken en regels, zodat er zo
snel mogelijk een staakt-het-vuren in Gaza komt en de humanitaire hulp
die massaal moet worden ingezet in Gaza, kan worden geleverd. Zo zijn er
nog een aantal punten waarop we de druk op Israƫl moeten opvoeren.
Datgene wat nu gebeurt, kan namelijk niet op deze manier doorgaan.
Dat wordt niet automatisch bereikt. Omdat het de heer Paternotte was die
de vraag stelde, gebruik ik als voorbeeld nu even een motie-Paternotte
die door deze Kamer, desnoods unaniem, wordt gesteund. Op het moment dat
de regering van de Verenigde Staten het ā met alle respect voor de heer
Paternotte denk ik toch dat de heer Biden iets meer invloed heeft op
IsraĆ«l dan de heer Paternotte ā niet lukt om tot een staakt-het-vuren te
komen, moeten we dus ook niet onze eigen positie, als het gaat om het
indienen van moties als Kamerleden, overschatten. We kunnen dus ons
geweten schoon kopen door een motie in te dienen of door voor die motie
te stemmen, om vervolgens te kunnen denken "zo, nu hebben wij ons best
weer gedaan", maar daarmee sla je geen deuk in een pakje boter. Waar het
om gaat, is dat je probeert langs de diplomatieke weg Israƫl zover te
krijgen dat het zich houdt aan alle afspraken. Daarvoor heb ik het
volste vertrouwen in deze minister van Buitenlandse Zaken.
De heer Boswijk (CDA):
Ik werd eigenlijk een beetje getriggerd door de laatste opmerking van
collega Van der Burg. Ik ben het er helemaal eens, hĆØ. Ik heb echt niet
de illusie dat wij hier de wereld gaan veranderen. Dat heeft de heer
Paternotte misschien iets meer dan ik. Maar als we zeggen dat het geen
zin heeft om moties in te dienen, vraag ik me af wat we hier dan in
vredesnaam aan het doen zijn. Ik denk dat onze beperkte invloed in de
wereld ons niet ontslaat van ons werk hier en dat wij moties wƩl moeten
gebruiken. Nogmaals, ik ben echt niet van het indienen van heel veel
moties ā dat weet collega Van der Burg ā en het mag ook niet van mijn
opperhoofd, maar moties kunnen soms wel degelijk het verschil maken,
niet om je eigen geweten schoon te vegen, maar soms juist om deze
minister een duw in een bepaalde richting te geven. Ik noem maar even
ƩƩn voorbeeld. Denk aan onze positie over Armeniƫ of Afghaanse tolken en
bewakers. Deze Kamer heeft daar met moties wel degelijk echt impact
kunnen realiseren. Dus ik ben het ermee eens dat er heel veel moties
zijn waar we de muur mee kunnen behangen ā die doen niks ā maar er zijn
wel degelijk moties die het verschil maken. Ik zou dus toch de heer Van
der Burg willen oproepen om moties in te blijven dienen. Natuurlijk moet
je kritisch blijven op de inhoud, maar het lijkt mij heel erg kort door
de bocht om te zeggen: we doen het niet meer, want het heeft geen
zin.
De heer Van der Burg (VVD):
Natuurlijk ben ik dit met de heer Boswijk eens, maar dat wist de heer
Boswijk ook wel. Kijk, we hebben afgelopen dinsdag geloof ik meer moties
ingediend dan in heel 1987. Daarmee hebben we de inflatie van moties
groter laten zijn dan de geldontwaarding in die periode. Daar moeten we
echt eens een keertje naar gaan kijken met elkaar, want we zadelen
ambtenaren daarmee op met ontiegelijk veel werk, met een rendement van
helemaal niks. Dat geldt overigens ook voor het indienen van 37
mondelinge vragen per week, waarvan er 34 worden weggegooid.
Dat gezegd hebbende, maakt het wel degelijk uit wat voor soort moties je
indient. "De Tweede Kamer in vergadering bijeen waarschuwt Israƫl,
China, Rusland, Azerbeidzjan of de Verenigde Staten nog Ć©Ć©n keer." Dat
zijn moties waar ik niks mee heb. Moties waarin wij het kabinet oproepen
iets te doen, kunnen wel degelijk effect hebben. Dat soort moties moeten
we wel degelijk blijven indienen. Tegelijkertijd denk ik: waarom zou ik
een motie indienen waarin ik de minister oproep iets te doen als de
minister vijf minuten voor het indienen van die motie al heeft gezegd
dat hij de dingen gaat doen die ik graag wil zien? Dan is het dus niet
meer een motie om de minister ervan te overtuigen iets te doen ā dat
doet hij namelijk al ā maar een motie om een artikel in de krant te
krijgen, mijn achterban tevreden te kunnen stellen of een mailtje te
kunnen sturen naar iemand die mij gemaild heeft. Daar heb ik wat meer
moeite mee. En ik zie op dit moment gewoon een minister van Buitenlandse
Zaken zitten die ik volgens mij niet zo veel hoef aan te sturen met
moties, omdat hij heel zinnige dingen zegt en, nog belangrijker, heel
zinnige dingen doet.
De voorzitter:
Ik vraag de heer Paternotte of hij bereid is om even de voorzittershamer
te hanteren terwijl ik namens mijn fractie een inbreng uitspreek.
Voorzitter: Paternotte
De voorzitter:
Met alle plezier. Dan geef ik het woord aan de heer De Roon. Hij spreekt
namens de fractie van de PVV.
De heer De Roon (PVV):
Voorzitter. Daags na de nieuwsbom over de glorieuze overwinning van
Trump werd Nederland zelf wereldnieuws. En hoe? Mokum, de stad van Anne
Frank, het Holocaustmuseum en De Dokwerker, werd het toneel van een
ongekende Jodenjacht in haar straten. De schande en verontwaardiging
internationaal is enorm bij het weldenkende en niet-islamitische deel
van deze wereld. De reputatieschade voor Nederland is groot. Hoe gaat de
minister hiermee om ten overstaan van zijn collega's internationaal?
Maakt hij dat groeiende, rabiate antisemitisme in Nederland en Europa
nog een thema bij de Raad Buitenlandse Zaken?
Ik wil de minister een uitspraak van zijn ambtgenoot uit de Verenigde
Arabische Emiraten voorhouden uit 2017. De buitenlandminister van de
Emiraten zei toen: "Er komt een dag dat er veel meer extremisten en
terroristen uit Europa komen, vanwege besluiteloosheid, politieke
correctheid of de aanname dat men meer kennis heeft van het
Midden-Oosten en de islam dan wij. Maar dat is pure onwetendheid." Ik
vraag de minister om op deze woorden ā ik kan beter zeggen: deze
waarschuwing ā te reflecteren tegen de achtergrond van het groeiende
antisemitisme.
Israƫl-Libanon. Nederland blijft inzetten op de implementatie van
VN-resolutie 1701 en Hoge Vertegenwoordiger Borrell dagdroomt van de
inzet van het Libanese leger voor de handhaving ervan. Maar is dat niet
gewoon luchtfietserij, vraag ik de minister. Hoe kan dat armzalige
Libanese leger voor handhaving worden ingezet? Gelooft de minister echt
dat Hezbollah zich vrijwillig terugtrekt ten noorden van de
Litanirivier? Bij de PVV geloven we niet in dat sprookje. Waarom zou de
minister daar dan wel in geloven?
Voorzitter. Helaas is dit kabinet er steeds meer op uit om de enige
democratie van het Midden-Oosten op het strafbankje te plaatsen. Zo zijn
er kennelijk plannen in ontwikkeling om sancties op te leggen aan
Israƫlische bewindspersonen, las ik in het verslag van de vorige Raad.
De PVV vindt dat waanzin. Daarom willen we heel precies weten hoe
vergevorderd deze plannen zijn. Hoe denken de verschillende lidstaten
erover? Hoe diep is men al gezonken? Het is toch niet uit te leggen dat
bewindspersonen uit Israƫl sancties om de oren krijgen terwijl
bewindspersonen uit Turkije en Azerbeidzjan, om maar wat te noemen, al
die jaren geen enkele sanctie tegemoet hebben gezien? Graag een
reactie.
Voorzitter. Gelukkig gloort er hoop aan de horizon. Met Trump komt er
een Israƫlgezinde president in het Witte Huis, iemand die Israƫl
koestert en begrijpt hoe fout het regime in Teheran is, en die anders
dan Biden tenminste keuzes kan maken en voor stabiliteit kan zorgen.
Laat de tijd van de Abraham-akkoorden maar weer terugkeren. Deelt de
minister mijn optimisme en ziet hij kansen met Trump? Heeft het kabinet
de afgelopen maanden benut om rapport op te bouwen met het Trumpkamp?
Het team van prime minister Starmer heeft dat in ieder geval wel gedaan.
Wat gaat het kabinet vanaf nu doen om in aanloop naar de inauguratie een
goede toegang tot en een goede verstandhouding met het Trumpkamp op te
bouwen?
Dan OekraĆÆne. Mijn fractie kijkt uit naar de plannen van Trump, ook met
betrekking tot OekraĆÆne. Treed ze met open vizier tegemoet; waakzaam,
maar met open vizier. Alle doemdenkers zijn nu in paniek, maar die
lieten president Biden een paar jaar aanmodderen zonder visie en zonder
plan. In geopolitiek opzicht is de inzet van Noord-Koreaanse troepen op
het Europese strijdtoneel bijzonder verontrustend. Het is veroordeeld,
maar tot nu toe is het bij woorden gebleven over deze absurde
ontwikkeling. De minister van Defensie heeft onlangs gezegd dat het
Westen een passend antwoord daarop moet geven. Maar waar blijft dat
antwoord, vraag ik de minister. Of blijft het ook hier weer bij woorden?
Graag een reactie.
Tot slot een ongehoorde belediging aan het adres van Nederland en
Frankrijk door de president van Azerbeidzjan. Ik heb als enige bron op
dit moment iets wat ik op teletekst las; ik ga dat er even bij pakken.
Nee, ik kan het niet zo snel weer op mijn scherm toveren, maar het komt
erop neer dat de president van Azerbeidzjan in de openingstoespraak van
de COP-bijeenkomst in Bakoe Nederland en Frankrijk heeft beledigd door
te zeggen dat het kolonialisten zijn, dat ze de bevolking onderdrukken,
die gebieden uitmergelen. Ik vraag of het klopt wat daarover allemaal op
teletekst staat. In ieder geval staat daar ook dat de Franse minister
die naar de COP-bijeenkomst zou gaan om deze reden heeft gezegd: ik ga
niet. Als Frankrijk die beledigingen nou niet over zijn kant laat gaan,
dan slaan wij als Nederland toch een flater als onze bewindslieden,
minister Hermans en staatssecretaris Jansen, wel naar Bakoe gaan? Hierop
wil ik ook graag een reactie van de minister.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank aan de heer De Roon. Ik zie dat dat geen verdere vragen oproept,
voor zover mensen Ć¼berhaupt nog vragen overhadden natuurlijk. Ik geef
het voorzitterschap terug aan de heer De Roon.
Voorzitter: De Roon
De voorzitter:
Dank u wel. Dan schors ik de bijeenkomst nu voor vijftien minuten.
Daarna gaat de minister de vragen beantwoorden.
De vergadering wordt van 11.13 uur tot 11.34 uur geschorst.
De voorzitter:
We gaan verder met het commissiedebat RBZ. Het woord is dadelijk aan de
minister. Ik zal in deze ronde twee interrupties toestaan per fractie,
en een interruptie is in tweeƫn. Het woord is aan de minister.
Minister Veldkamp:
Dank, voorzitter. Dank aan de leden voor hun inbreng en
gedachtewisseling; het is altijd weer inspirerend.
Ten eerste de Amerikaanse verkiezingen: een duidelijke overwinning voor
president Trump en de Republikeinen, ook in de Senaat en nu ook in het
Huis. Onverwacht? Nee, we hielden er rekening mee. Het was een van de
mogelijkheden. In de persoonlijke sfeer heb ik ook wat weddenschappen
gewonnen, maar dat is strikt persoonlijk. Ik durf er niet professioneel
op te wedden. Feit is dat er een duidelijke overwinning ligt. Premier
Schoof heeft, zoals bekend, hem niet alleen publiekelijk gefeliciteerd,
maar de afgelopen dagen ook telefonisch contact gehad met
president-elect Trump. Daaruit werd het mij in elk geval duidelijk dat
ook de heer Trump de betrekkingen met Nederland wel op het netvlies
heeft, of als zodanig is gebriefd. De komende tijd is er sprake van
transitie. Op dit moment werken we met de Bidenadministratie.
Tegelijkertijd bereiden we ons natuurlijk voor op een
Trumpadministratie, en dan zien we de inauguratie op 20 januari.
Die herverkiezing van Trump laat voor mij zien dat de eerste keer dat
Trump werd gekozen geen aberratie, geen uitzondering, was. We wilden het
in Europa vaak zien als een "parenthĆØse", zoals dat in het Frans heet:
een periode die je tussen haken in de geschiedenis kunt plaatsen.
Daartoe zal je je ook als Nederland moeten verhouden. Uiteraard, en dat
zeg ik ook in antwoord op de opmerking van de heer De Roon, hebben we al
contact en ook contact gehad met mensen rond Trump, die mogelijk deel
zullen uitmaken van de Trumpadministratie op allerlei niveaus. Ik was
bijvoorbeeld eind september, begin oktober in Washington, ook voor de
vergadering over de anti-ISIS-coalitie. Ik heb toen echt ook even een
dag genomen om niet alleen Democraten, maar vooral een hele serie
Republikeinen te zien. Dat waren niet per se mensen op het hoogste
niveau, want die waren allemaal campagne aan het voeren, maar wel mensen
die smaakmakers of adviseurs kunnen zijn en posities als onderminister
op het Pentagon en dergelijke zullen kunnen innemen. Dus die outreach is
er zeker.
Wat mij daar als beeld van bijbleef, is dat daar waar de Republikeinen
in het verleden vaak gericht waren, ook al voor Trump, met de Tea Party
en dergelijke, op het zich afkeren van de wereld, op isolationisme, dat
nu iets minder het geval leek, in ieder geval bij de mensen die ik
sprak. Het ging vaak om: welke prioriteiten stellen we en hoever voeren
we die prioriteiten door? Het kan nog steeds zo zijn dat er meer
isolationistische elementen in zijn administratie kunnen komen. Dat
hangt inderdaad ook van benoemingen af, en van wat die benoemde personen
gaan doen en gaan zeggen.
Begin juli ben ik ook in Washington geweest en heb ik Republikeinse
congresleden en ook Democraten gesproken. Wat mij nu opnieuw opviel, is
de aandacht voor China en de opkomst van China. Iedere Amerikaanse
president, iedere volgende bewoner van het Witte Huis, zal meer aandacht
aan Aziƫ willen besteden, inclusief de opkomst van China. Die heeft
allerlei voor- en nadelen en wordt door de VS ook erg in het kader van
een great power competition geplaatst. Dat staat bovenaan de agenda. Dat
kan betekenen dat als die prioriteit ver wordt doorgevoerd, dat zeer
stellig kan betekenen dat van Europa inderdaad, zoals we al eerder
constateerden, meer verantwoordelijkheid voor zijn eigen veiligheid en
zijn eigen omgeving zal worden verwacht. Sommigen gaan daar overigens
veel verder in dan anderen. We moeten ook nog zien hoe dat gaat landen.
Als ik goed luister, hoor ik ook, bijvoorbeeld toen ik afgelopen week in
Egypte en Qatar was en naar mijn Arabische gesprekspartners luisterde,
dat het nadeel van Trump een zekere mate van onvoorspelbaarheid is. We
zullen moeten kijken hoe hij dat invult en of hij inderdaad ook een
strijd met China wil aangaan met de felheid waarmee sommige van zijn
adviseurs zouden willen dat hij die aangaat. In ieder geval zal het
vragen dat Europa meer op eigen benen gaat staan. Daar moeten we verder
in investeren en het momentum verder aangrijpen. Uiteraard weten we ook
dat de stijl van een Trumpadministratie een andere zal zijn dan die van
een Bidenadministratie of een Harrisadministratie geweest zou zijn: meer
transactioneel van aard en meer gericht op het sluiten van deals. We
moeten ons ook verhouden tot het werken met die stijl. Nederland heeft
natuurlijk eerder, toch wel vrij geslaagd, met een Trumpadministratie
kunnen werken, ondanks de verschillen van inzicht die er wel degelijk
waren tussen het toenmalige kabinet en de Trumpadministratie. Het hielp
en helpt daarbij dat je kunt zeggen ā het is helemaal nagerekend ā dat
duidelijk meer dan een miljoen banen in de Amerikaanse economie
gerelateerd zijn aan Nederlandse investeringen, export naar Nederland et
cetera. Dat zijn cijfers die Trump en de zijnen zullen aanspreken. Op
sommige terreinen zullen we wel degelijk een andere koers zien.
Nogmaals, sommigen van mijn gesprekspartners zeggen: taal is
onvoorspelbaarheid. Veel zal afhangen van de benoemingen en de eigen
koers die Trump uiteindelijk kiest. Maar het voordeel van een
Trumpadministratie kan zijn, zoals mijn Arabische gesprekspartners me
aangeven, dat het wel mensen zijn die daadkracht hebben.
Dat brengt mij bij de heer De Roon die het had over de
Abraham-akkoorden. De Abraham-akkoorden zijn gesloten onder de vorige
Trumpadministratie. Die staan Ć³ndanks alles, ondanks meer dan een jaar
Gazaoorlog, overeind. Dat valt me op. Het is mij opgevallen dat ook een
Bidenadministratie die Abraham-akkoorden heeft gekoesterd.
De voorzitter:
U krijgt dadelijk het woord, meneer Paternotte. Ik zeg nog even voor
iedereen die iets later binnenkwam: twee interrupties in deze termijn
per fractie, en die interrupties zijn in tweeƫn.
De heer Paternotte (D66):
Ik wil alleen even een klein punt van orde maken. Ik krijg op de app een
bericht van iemand die zegt: Trumpadministratie? Is Trump een accountant
geworden? Ik denk dat we allemaal weten dat met "administratie" de
minister natuurlijk "administration" bedoelt, maar dat we dat in het
Nederlands meestal een "regering" noemen. Het klinkt wel mooi dat Trump
accountant zou zijn geworden, maar ik denk dat dat iets te positief
ingeschaald is.
De voorzitter:
Een kleine correctie, die de minister wel begrijpt. Ik zal het niet als
een interruptie rekenen, maar het is wel een verheldering voor het
publiek, denk ik. Gaat u verder, minister.
Minister Veldkamp:
Dank, voorzitter. Ik hoor wat de heer Paternotte zegt. Ik worstel ook
altijd met die terminologie, maar dat heeft er denk ik mee te maken dat
in Washington de term "government" vaak wordt gebruikt voor
"administratie plus Congres". Dat heeft misschien ook iets te maken met
de buitengewoon vergaande wetgevende bevoegdheden van het Congres. Dus
het is heel moeilijk om dat te vertalen. Dat geldt ook voor een
begrotingsjaar dat anders loopt in Washington: van 1 september tot 1
september. Ik gebruikte dat lelijke woord "administratie" omdat ik doel
op de uitvoerende macht: Witte Huis, kabinet en dergelijke.
Hoe dan ook, de VS zijn een hele belangrijke partner voor ons. Dat zijn
ze qua veiligheidsbeleid, en dat zijn ze economisch. Dat zien wij
allemaal, denk ik. Ik ga nu even niet vooruitlopen op en speculeren over
wat er precies allemaal zou kunnen veranderen. Ik wil ook dat we als
kabinet, vanuit die brede belangen, een positieve, pragmatische agenda
met de VS voeren. Ik ga geen enkele wisseling van de wacht in de VS
kleiner maken dan die is, maar ik ga ook niet nu heel ver speculeren
over wat het allemaal precies zou kunnen betekenen. Ik denk wel dat het
van belang is dat rapportopbouw, zoals de heer De Roon dat noemde, het
naar hen toe gaan, heel belangrijk is. Het is belangrijk, juist ook
vanuit Nederland en met de lange traditie die beide landen met elkaar
hebben, om naar elkaar toe te gaan. Het is belangrijk om te beseffen dat
de ander misschien voor sommigen van ons van een hele andere politieke
afkomst is, maar dat we met elkaar hebben te werken en gaan werken. Dat
is ongelofelijk belangrijk; ik hecht daaraan.
Ik kom op de situatie met betrekking tot Rusland en OekraĆÆne. Het niet
belonen van de Russische agressie is en blijft, ook na de Amerikaanse
verkiezingen, van fundamenteel belang voor de veiligheid en stabiliteit
van Europa. Onze aanhoudende steun is echt van existentieel belang. We
blijven OekraĆÆne ā dat kan ik u nog eens verzekeren ā actief en
onverminderd steunen. We roepen de VS op en zullen de VS oproepen
datzelfde te doen. Ik maak me heel veel zorgen over het faciliteren van
de Russische oorlogsinzet door derde landen. Daar hebben we het hier
misschien iets minder over gehad, maar eerder ging het daar wel meer
over; de heer Boswijk herinnerde aan een vragenuurtje waarin het
hierover ging. Ik vind dat die ondersteuning door derde landen niet
zonder gevolgen kan blijven. Dat ben ik ook eens met de heer Boswijk. We
zien dit met Iran, dat niet alleen drones en dronefabricage, maar ook
ballistische korteafstandsraketten heeft geleverd aan Rusland voor de
oorlog in OekraĆÆne. Nederland heeft vooropgelopen om dat niet zonder
gevolgen te laten blijven. Er is politiek een vergaand aanvullend
sanctiepakket aanvaard met betrekking tot Iran, en dat gaat nu in. Het
interessante is dat Nederland ook vaak de capaciteit heeft om daarover
mee te denken in Brussel, en ook de politieke wil, mede op grond van de
wens van de Kamer, om hierop te duwen.
Ik maak me ook zorgen over China wat dit betreft. In het communiquƩ van
de NAVO-top van juli werd dit land ook als decisive enabler genoemd. We
zien dat Chinese bedrijven spullen leveren aan Rusland die terugkeren in
wapensystemen. Ik kaart dat ook zelf aan bij China, ook op mijn niveau,
en roep andere EU-lidstaten ertoe op om dat ook te doen. Het is
opvallend dat ook mijn Amerikaanse collega Antony Blinken Europese
landen verzoekt om dat te doen: laten we dit nou samen doen, want het
kan een verschil maken om de boodschap kracht bij te zetten en over te
brengen.
De heer Boswijk (CDA):
Ik deel volledig de zorgen van de minister over China en Iran. Vooral
China speelt, denk ik, een hele dubbele rol. Daar vind ik heel veel van,
maar mijn vraag ging specifiek over de nieuwe escalatie van Rusland, nu
door Noord-Koreaanse militaire inzet. Ik hoor de minister zeggen: we
kunnen dit niet ongestraft laten. Maar we zijn nu drie weken verder en
ik denk dat lik-op-stukbeleid, dus een harde, directe reactie, de beste
manier is om escalatie tegen te gaan. Kan de minister aangeven welke
harde, directe acties er concreet zijn genomen richting Rusland, boven
op wat we al deden, als gevolg van het aan Russische zijde strijden van
Noord-Koreanen?
Minister Veldkamp:
Ik hoor heel goed wat de heer Boswijk zegt. Bilateraal hebben wij in
ieder geval meteen de Noord-Koreaanse ambassadeur ontboden. Die zit in
Bern. We hebben het dus meteen bilateraal aan Noord-Korea duidelijk
gemaakt. We hebben dit ook onmiddellijk in de EU en de NAVO aan de orde
gesteld. Die molens malen helaas wat langzamer, maar ze geven natuurlijk
wel veel meer effect dan het bilateraal ontbieden van een ambassadeur.
Dat betekent dat we daar maandag in de Raad Buitenlandse Zaken heel
duidelijk over spreken en dat ik daar ook een ambitieuze inzet zal
hebben op sancties jegens Noord-Korea. Je zou denken dat jegens
Noord-Korea alles zo ongeveer al wel gesanctioneerd is, maar dat blijkt
niet het geval. Dit doen we dus. We bespreken het ook met derde landen,
ook buiten de EU. Gisteren kwam de plaatsvervangend minister van
Buitenlandse Zaken van Zuid-Korea op bezoek. Ik heb hem hierover ook
gesproken. Dat was heel specifiek: wat kunnen we doen en wat gaan jullie
misschien doen, en gaat Zuid-Korea misschien meer wapens leveren? Ik
denk dat dit ook aan de orde komt in een forum waar Nederland niet bij
zit, namelijk dat van de G20-ministers, die volgende week bij elkaar
komen. Ik steun dat.
Dat is de reden waarom ik in de Raad Buitenlandse Zaken des te meer zal
oproepen tot het aanpakken van Noord-Korea. Ik maak me zorgen over die
Noord-Koreaanse troepen, want dit heeft gevolgen voor twee theaters,
zoals dat zo lelijk heet in militaire termen. Dat betreft OekraĆÆne, maar
natuurlijk ook het Koreaanse schiereiland. Zuid-Korea vreest de
gevechtservaring die deze troepen kunnen opdoen in de oorlog van Rusland
tegen OekraĆÆne. Zuid-Korea vreest ook wat Noord-Korea hiervoor in ruil
heeft gekregen van Rusland. Is dat uitsluitend geld, voedsel of andere
zaken waar ze behoefte aan hebben? Of is dat bijvoorbeeld ook bepaalde
hoogwaardige defensietechnologie? Ik denk even aan ballistische
raketten. Ik denk ook even aan de luchtmacht van Noord-Korea, die qua
kwaliteit wel een update kan gebruiken. Afgelopen vrijdag sprak ik met
de OekraĆÆense minister van Buitenlandse Zaken, ook om hem nog eens te
verzekeren van de voortgezette steun van Nederland, ook na de
Amerikaanse verkiezingen. Hij bevestigde ook dat er al echt gevechten
gaande zijn waarbij ze de Noord-Koreanen, overigens omgekat in Russische
uniformen en met Russische identiteitsbewijzen, tegenkomen in de oblast
Koersk. Ze zijn met name daar, maar ik ben benieuwd of ze ook elders
zullen worden ingezet.
Er is ook duidelijk gevraagd naar het verhogen van de sanctiedruk op
Rusland. Dat is ook duidelijk iets waarin Nederland vooroploopt, kan ik
u verzekeren. We werken aan het vijftiende sanctiepakket, met daarin de
schaduwvloot en dergelijke. Wat mij betreft zou daar bijvoorbeeld ook
Rosatom in kunnen zitten, het Russische nucleaire-energiebedrijf. Ik heb
dat al eens eerder gezegd. Ik vrees dat dat niet gaat lukken, omdat er
nog een aantal Russische modellen kerncentrales staan in een aantal
EU-lidstaten, van verschillende soort, koers en richting. Om dat soort
redenen lukt het niet om de handen daarvoor op elkaar te krijgen. Maar
dit zijn wel de dingen waarin Nederland echt een rol speelt en een
voortrekkersrol blijft spelen.
De heer Boswijk vroeg ook naar de bevroren tegoeden. We hebben
natuurlijk het recente akkoord gezien om een lening van 50 miljard
dollar aan OekraĆÆne te verstrekken, gefaciliteerd met de inkomsten uit
de bevroren tegoeden bij de centrale bank. Het kabinet blijft ambitieus
verkennen of er aanvullende mogelijkheden zijn om zowel de bevroren
Russische banktegoeden zelf als de inkomsten erover te gebruiken voor
steun aan OekraĆÆne. Daar roepen we ook in Brussel toe op. Ik blijf wel
zeggen: de G7 is leidend. Natuurlijk zijn we met de G7-partners in
dialoog. Maar dat is nu eenmaal hoe het in de financieel-economische
wereld werkt. Daarin hebben de G7-partners een enorm zwaar gewicht. Die
gaan echt niet zomaar individueel een stap zetten. Vooralsnog is er nog
geen internationale overeenkomst of internationaalrechtelijke basis voor
het gebruik van het onderliggende vermogen, maar dus wel van de winsten,
de overwinsten en de rente-inkomsten. Zij zien financieel-economische
risico's. Ik heb al eens eerder aangegeven dat ik een advies heb
gevraagd aan de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke
vraagstukken, hier in Nederland, over de mogelijkheid tot confiscatie
van die staatstegoeden zelf. Er is nu, op dit moment, op basis van die
rente-inkomsten en overwinsten uit die tegoeden wel degelijk een heel
zwaar en fors pakket gekomen. Dat is die 50 miljard dollar, waarbinnen
de Europese Unie die 35 miljoen aan OekraĆÆne kan verstrekken. Dus dat is
echt wel heel substantieel, en drukt dus niet op de
belastingbetaler.
De voorzitter:
Dat was een heel lang antwoord op de interruptie van de heer Boswijk,
dus ik geef hem graag de gelegenheid om in de tweede termijn van zijn
eerste interruptie hierop te reageren.
De heer Boswijk (CDA):
Alle respect voor de inspanningen van deze minister, maar ik ben toch
niet onder de indruk. Ik hoor veel wat we al wisten. Ik hoor de minister
nog steeds zeggen: we wachten de G7 af. Nou, wie zitten in de G7?
Collega Paternotte noemde al Groot-Brittanniƫ. Wij zijn er toevallig
pasgeleden geweest. Ik ben niet echt onder de indruk van de slagkracht
van de regering die daar nu zit. We kijken ook naar Duitsland: tot
volgend jaar februari is het ook maar de vraag wie daar de leiding gaat
nemen. Frankrijk idem. ItaliĆ« is ten aanzien van OekraĆÆne geen
voortrekker. De VS liggen tot volgend jaar januari ook op hun gat en
daarna is het nog maar de vraag wat ze gaan doen. We hebben ons in het
verleden ook niet continu achter de G7 verscholen. Nederland en
Denemarken hebben het voortouw genomen met de F-16's. Ik vind dat zeker
een land met een grote economie en een grote financiƫle sector bij die
bevroren Russische tegoeden het verschil moet maken. Wij moeten daar een
voortrekkersrol in spelen. Ik zal daar ook een motie over indienen. Ik
hoor de bedragen. Natuurlijk, het is een hoop geld, maar het is peanuts
vergeleken met de vernielingen die Rusland tot op de dag van vandaag
aanricht in OekraĆÆne. Ik vind het meer dan logisch dat we OekraĆÆne nu
voorzien van geld, omdat zij dat geld nu heel hard nodig hebben. Ik zie
ook echt geen enkele belemmering voor deze minister om wereldfaam te
maken en hierin een leidende rol te pakken. Hij heeft daar zo meteen
echt de steun van de Kamer voor; daar ben ik echt van overtuigd. We
moeten op dit thema echt ambitieuzer zijn.
Minister Veldkamp:
Ik deel de urgentie en de ambitie van de heer Boswijk, maar het gaat
hier om iets heel groots. Wil je dat goed doen, dan zul je de landen
waar die tegoeden groot zijn, mee moeten trekken. Die zijn in Nederland
heel klein. De grote chunk aan centrale banktegoeden van Rusland ligt
niet in Nederland. Daarin moet je dus echt met anderen optrekken en met
anderen slagkracht ontwikkelen. Er zijn dus al heel grote stappen
gemaakt. Ik wijs op die 50 miljard dollar. Dat is niet niks. Dus die
stappen zijn gemaakt. En ik verschuil me zeker niet achter de G7. Het
Nederlandse kabinet verschuilt zich niet achter de G7 en speelt wel
degelijk een leidende rol. Maar dit is weer iets anders dan die F-16's.
Over de F-16's die wij, oftewel Nederland, Denemarken, Noorwegen,
Belgiƫ, zelf hebben, kunnen we zelf besluiten. Tenminste, we hebben er
wel toestemming voor nodig gehad van de original equipment manufacturer,
dus van de VS. Maar dat is iets anders. Hier hebben we veel meer anderen
nodig om die stappen verder te krijgen. Daar werken we aan. Ik zal ook
maandag in de Raad Buitenlandse Zaken weer verder drukken op het
vijftiende sanctiepakket en ook op dit element. Dat neem ik mee, en
overigens ook sanctieomzeiling. We hebben eerder een commissiedebat
Sancties gehad. Dat is ook weer iets waar ik een ambitieuze inzet op
heb. Over de naleving van sancties praat ik ook met andere collega's,
zoals gisteren met de Deense minister van Europese Zaken.
De voorzitter:
Dan is er een vraag van mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ja, eigenlijk in aanvulling op de vraag van de heer Boswijk. Het gaat om
300 miljard euro. We weten inmiddels dat de Amerikanen, het Verenigd
Koninkrijk en Canada bereid zijn deze stappen te zetten. Zoals ik het
zie, zit de Europese Unie met twee, drie lidstaten die vooral heel erg
op hun eigenbelang en mogelijke tegenmaatregelen zitten te duwen. Als we
eerlijk zijn hebben we op z'n minst al een probleem met steun aan
OekraĆÆne. Ik denk dat het toch aannemelijk is om te zeggen dat dat
probleem de komende maanden, met de wijzigingen in het Witte Huis,
alleen maar groter wordt. De defensiebegrotingen zullen misschien
sowieso omhoog moeten. Maar dit is een bedrag dat niet van belastinggeld
wordt betaald, dus ik vraag van de minister toch echt een inzet binnen
de Europese Unie. Deze discussie moet nĆŗ gevoerd worden. Die moet nu
gevoerd worden. Dit is namelijk ook het moment waarop de Russen
proberen, nog voordat Trump de OekraĆÆners en de Russen eventueel aan een
onderhandelingstafel duwt ā¦ Poetin probeert nu natuurlijk voor eind
januari winst te boeken op dat terrein. Dus ziet de minister de urgentie
ervan in om de Europese Unie, hoe verdeeld we ook zijn, hier echt een
standpunt op te gaan laten innemen?
Minister Veldkamp:
Ja, dat zie ik en ik deel die ambitie. Die zal ik maandag nog eens
inzetten. Die zal ik inzetten plenair, in de Raad Buitenlandse Zaken,
naast de inzet op sancties, naast de inzet op ā daar kom ik zo op terug
ā de EPF-steun voor OekraĆÆne. Dit zal ik ook bespreken in een bilateraal
gesprek dat ik mede op haar verzoek heb met de inkomend Hoge
Vertegenwoordiger, mevrouw Kallas. Ik kan daarbij nog eens duidelijk
maken dat dit punt inderdaad ook in onze Kamer leeft. Uw opmerkingen, uw
urgentie en uw opduwen zetten mij daarin kracht bij. Ik wil u verzekeren
dat ik die urgentie ook zal willen uitstralen.
De heer Kahraman vroeg naar de EPF-steun voor OekraĆÆne.
De voorzitter:
Mevrouw Piri wilde nog iets zeggen, begrijp ik?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Het hoeft niet, maar ik heb volgens mij mijn interrupties in twee keer
twee. Die kan ik toch niet opsplitsen, voorzitter?
De voorzitter:
Nee, klopt, dus gaat uw gang.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dus ik moet wel; ik heb geen keus.
De voorzitter:
Gaat uw gang.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dank voor deze toezegging. Deze Raad Buitenlandse Zaken is natuurlijk
ook de eerste communicatie na de Amerikaanse verkiezingen. Ik denk dat
het heel belangrijk zou zijn ā ik vraag niet van de minister om zich
politiek uit te laten over Trump, want dat doe ikzelf wel ā om op een
bepaalde manier aan te geven dat er maandag een uitkomst is met extra
sancties ten opzichte van Rusland en extra steun ten opzichte van
OekraĆÆne. Mijn vraag is eigenlijk hoe de minister het speelveld ziet ten
aanzien van dat pakket. Krijgt de EU de handen op elkaar om maandag met
een krachtig signaal te komen langs deze twee lijnen?
Minister Veldkamp:
Ik ga me daar in ieder geval voor inzetten. Dat is ook waarom ik
vrijdag, terwijl ik in AziĆ« op bezoek was, nog eens met de OekraĆÆense
minister van Buitenlandse Zaken heb gesproken. Dat is ook waarom ik
diverse bilaterale contacten aanga in de marge van internationale
bijeenkomsten, maar ook anderszins. Ik ben ook uitgenodigd om begin
december naar Londen te komen om bijvoorbeeld over dit soort zaken
verder te praten. Je hebt namelijk ook het VK als G7-speler nodig. Dat
is typisch een onderwerp om daar aan de orde te stellen. Dus mijn inzet
is zeker om op het gebied van de bevroren tegoeden, op het gebied van de
sancties en ook op het gebied van de tekst "waar staan we?", juist ook
na deze Amerikaanse verkiezingen, duidelijk te maken waar Europa staat.
Wat ons betreft gaat het dan om onverminderde steun voor OekraĆÆne:
politiek, militair, financieel, moreel. Er moet militaire steun zijn,
maar ook steun voor bijvoorbeeld energie en energie-infrastructuur en
andere vormen van steun die via dat grote financieringspakket tot stand
kunnen komen. De inzet daarvoor staat dus buiten kijf.
Voorzitter, als ik daarop mag doorgaan: ik wil ook graag dat de
EPF-steun voor OekraĆÆne uit de blokkade komt en dat die middelen worden
vrijgegeven. Dat duurt al te lang. We zijn ook achter de reden.
Hongarije blokkeert de besluitvorming. Er worden nu opties onderzocht om
die middelen toch vrij te krijgen. Een van die opties zou zijn: een
gecoƶrdineerde vrijwillige bijdrage met deelname van 26 lidstaten. Die
optie is gebaseerd op bestaande European Peace Facility-afspraken, dus
die zou kunnen. Gesprekken daarover zijn gaande tussen lidstaten. Daar
doet Nederland ook aan mee. Ik kan daar nu niet op vooruitlopen, maar ik
hoop dat er maandag een stukje voortgang wordt bereikt. Maar als dat
niet meteen het geval is, zal ik ook bilateraal met de Hongaarse collega
daarover in gesprek blijven. We doen alles om een oplossing te vinden
zodat die er is, en zodra die er is, zal ik de Kamer graag
informeren.
De voorzitter:
Gaat u verder met uw betoog, minister.
Minister Veldkamp:
Dan kom ik bij het Midden-Oosten. Ik hoef hier niet uit te leggen dat de
stabiliteit in het Midden-Oosten van ā¦ Pardon?
De heer Paternotte (D66):
Excuus. Als de minister doorgaat met het Midden-Oosten, zou ik graag nog
een interruptie over OekraĆÆne willen plegen.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Eens met de vragen die collega's Piri en Boswijk hebben gesteld over de
tegoeden en de sancties. Fijn dat de minister zich ook daarvoor wil gaan
inzetten. We hebben natuurlijk wel een enorme escalatie gezien met de
Noord-Koreanen die nu meevechten. Zo werd het ook genoemd door het
kabinet. Ik zag dat minister Brekelmans zei: deze enorme escalatie
verdient een passende reactie. Ik vroeg me af wat die passende reactie
is.
Minister Veldkamp:
Die passende reactie is wat mij betreft als volgt. EĆ©n. We hebben het
bilateraal meteen uitgedragen. Twee. We stellen het aan de orde in de
NAVO en de EU. Wat mij betreft komen er in de EU ook duidelijk nieuwe
sancties, lik op stuk inderdaad, richting Noord-Korea. Dat is wat we op
dit moment kunnen doen. Een andere passende sanctie is de voortgezette
en voortdurende steun voor OekraĆÆne, juist nu. Ik herhaal: juist nu. Dat
lijkt me duidelijk. Het is moeilijk. De Noord-Koreaanse troepen vechten
zo te zien op dit moment met name in de oblast Koersk. Daar heeft
OekraĆÆne het ook zeer zwaar en zet het zeer veel eenheden in. Het is een
vorm van horizontale escalatie die buitengewoon zorgelijk is, dus dat
onderschrijf ik. We zijn in gesprek binnen de NAVO, ook van de week
weer, met de Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken, die toch nog
even langs is geweest bij de Noord-Atlantische Raad, om hier verder vorm
aan te geven.
De heer Paternotte (D66):
Voortgezette steun bilateraal aan de orde stellen en een nieuw
sanctiepakket waren, denk ik, dingen die we al deden of die geen
verandering zijn, dus ik weet niet of dat door Rusland of Noord-Korea
echt als een reactie wordt gezien. Mijn vraag is of de minister zich ook
hard wil maken voor een serieuze reactie, die bijvoorbeeld kan zitten in
meer militaire steun, een reactie die in ieder geval enige indruk zal
maken en die niet de indruk wekt dat we eigenlijk niets doen, behalve
ons uitspreken.
Minister Veldkamp:
Dat is zo en daar zal ik ook in de Raad Buitenlandse Zaken toe oproepen:
meer steun, stevige steun, voortgezette steun. Die van Nederland staat
ook buiten kijf. Dat zien andere EU- en NAVO-lidstaten ook. Nogmaals, ik
heb het gisteren met de Zuid-Koreaanse plaatsvervangend minister
besproken. Daar hebben we uitgebreid overleg mee gevoerd. Ik hoop ook
dat landen zoals Zuid-Korea zelf meer militaire steun aan OekraĆÆne
zullen geven nu ze met deze escalatie kunnen zien dat het niet alleen
een Europese aangelegenheid is, maar dat de situatie, de Russische
agressie, ook andere delen van de wereld raakt. Dat doe ik ook
internationaal. Ik was afgelopen donderdag bijvoorbeeld in Singapore,
een land dat ook duidelijk is over de steun aan OekraĆÆne, wat niet ieder
Aziatisch land is. Dat is ook het soort landen dat je wil aanmoedigen in
die steun.
De heer Van der Burg (VVD):
Met de heer Paternotte heb ik in ieder geval een positieve grondhouding
als het kabinet ervoor kiest om extra steun te gaan geven. Ik meende de
minister te horen zeggen dat een van de onderdelen van de gepaste
reactie extra sancties jegens Noord-Korea waren. Ik vraag in ieder geval
aan de minister: waar moet ik dan aan denken? Noord-Korea heeft namelijk
een van de zwaarste sanctieregimes ter wereld. Dus wat kunnen we daar
nog aan toevoegen? Op zich sta ik er positief tegenover als de minister
dat kan, maar wat is dat dan? En waarom alleen jegens Noord-Korea en
niet ook jegens Rusland? Rusland heeft immers de Noord-Koreanen erbij
gehaald. Dat is deel Ć©Ć©n.
Deel twee. Kan de minister nog even stilstaan bij mijn gedachte om te
kijken of je inmiddels niet om moet keren richting Rusland? Het gaat dan
niet om sancties in de vorm van een lijst wat er niet mag maar om
sancties in de vorm van een lijst van wat er wel mag. Dat is makkelijker
te controleren en strikter. Dat is dus ook een duidelijker
signaal.
Minister Veldkamp:
We kijken ook naar extra sancties tegen Rusland. Denk aan een extra
impuls voor het vijftiende sanctiepakket, dat in de maak is. Nogmaals,
Nederland speelt daar een voortrekkersrol in. Ik ga even niet in op alle
techniciteit, ook omdat een deel van hoe dit in de EU gaat vertrouwelijk
is. Maar ook richting Noord-Korea nemen wij een voortrekkersrol. De
omkering die u noemt, vind ik op dat gebied ook juist interessant.
Noord-Korea is al heel veel gesanctioneerd, maar nog niet op alle
gebieden. Er zitten natuurlijk mazen in de wet. Je zou dus ook kunnen
zeggen dat je een omkering doet, en dat je alles sanctioneert behalve
misschien x of y. Dat is precies wat ik in de Raad Buitenlandse Zaken
aan de orde wil stellen.
De voorzitter:
Meneer Van der Burg?
De heer Van der Burg (VVD):
Ik laat aan mevrouw Piri zien dat je niet alles in tweeƫn hoeft te doen,
voorzitter.
De voorzitter:
Dan kan de minister voort met zijn betoog.
Minister Veldkamp:
Als het gaat over het Midden-Oosten, dan vertel ik eerst even waarop wij
inzetten. In de eerste plaats gaat het om ā dat is misschien een
diplomatiek toverwoord, maar wel belangrijk om het tastbaar te maken ā
regionale de-escalatie.
Ik kijk dan in de eerste plaats even naar Israƫl en Iran, want daar
hebben we, in tegenstelling tot in het verleden, afgelopen maanden ook
rechtstreekse beschietingen over en weer gezien. We hebben op 1 oktober
een raketregen van Iran op Israƫl gezien. We hebben op 25 oktober een
reactie daarop van Israƫl op Iran gezien. Een reactie daarop van Iran op
Israƫl blijft nog uit. Dat gaat niet vanzelf. Dat gaat door inzet van
vele betrokken landen, en ook niet alleen gelijkgezinde landen.
Verschillende soorten landen zetten zich daarvoor in. De reactie van
Israƫl op Iran eind oktober is vrij terughoudend en vrij gericht
geweest, ook als boodschap aan Iran om daar niet op te reageren. Iran
heeft er tot nu toe ook niet op gereageerd. Maar er is natuurlijk een
risico dat dat wel gaat gebeuren. In die directe beschietingen zit in
mijn optiek een heel groot risico, namelijk dat er iets fout gaat, dat
er iets geraakt wordt wat misschien niet in de eerste plaats het doelwit
was. Als Iran zegt "wij richten ons alleen op militaire en
institutionele doelen", dan zeg ik tegen Iran: "Ja, maar u weet ook dat
Kirya, de defensiestaf van Tel Aviv, naast een winkelcentrum zit. U weet
ook dat het hoofdkantoor van Mossad naast een bioscoopcomplex zit." Voor
je het weet heb je een doel geraakt, en misschien mensen geraakt,
waardoor het bijna onvermijdelijk wordt in de dynamiek van het
Midden-Oosten dat de ander daar buitengewoon, buitengewoon sterk op zal
reageren. Dan hebben we met z'n allen een Midden-Oosten waarin nog veel
grotere problemen ontstaan. Dit zijn dingen waar ik met collega's ook
over spreek. Dat heb ik de afgelopen weken overigens weer gedaan.
Het tweede waarvoor we ons op dit moment blijven inzetten, los van de
ernst van de gewelddadigheden, is de situatie rond Libanon. U weet dat
ik geen traan om Nasrallah en het ontmantelen van Hezbollah laat.
Tegelijkertijd zie je ook dat er talloze onschuldige burgerdoden zijn en
dat meer dan een miljoen mensen in Libanon op de vlucht zijn. Ik wil
graag dat er een situatie komt waarin men aan beide kanten van de blauwe
lijn tussen Libanon en Israƫl weer veilig naar huis kan. Actueel is
natuurlijk de resolutie 1701, de veiligheidsresolutie van inmiddels
achttien jaar oud. Kan die worden uitgevoerd op een wijze waardoor
Hezbollah zich inderdaad terugtrekt ten noorden van de Litanirivier? We
hebben de afgelopen achttien jaar gezien, zeg ik tegen de heer De Roon,
dat Hezbollah dat inderdaad niet vrijwillig deed. Misschien ontstaat
daar nu een andere situatie. Kan er dan een soort handhavingsmechanisme
bij komen waardoor het gebied ten zuiden van de Litanirivier vrij van
Hezbollah en dergelijke groepen blijft? Dat houdt dan wel in dat daar
iemand moet zijn. Bij voorkeur is dat dan de Libanese krijgsmacht, die
daar wel internationale steun en versterking bij behoeft. Tegelijkertijd
wil je natuurlijk ā denk even aan resolutie 1559 van de Veiligheidsraad
ā dat Libanon zich kan ontworstelen aan de gijzeling waarin Hezbollah
het land, ook bestuurlijk, heeft gehouden de afgelopen decennia. De
Libanese minister zei: ik ben al meer dan twee jaar demissionair, maar
om een andere reden dan ministers in Belgiƫ of Nederland. Er zit ook al
lange tijd geen president meer.
Dit soort specifieke dingen heb ik besproken in Qatar en Egypte met de
Israƫlische collega die ik het afgelopen weekend zag. Hij was om de
verkeerde redenen in Nederland, maar ik heb hem hier wel gezien. Het is
typisch dat bijvoorbeeld de Arabische ministers zeggen: werken aan zo'n
bestuurlijke doorbraak in Libanon moet toch hand in hand gaan met het
werken aan een staakt-het-vuren en omgekeerd? Zij waarschuwen er wel
voor dat er niet even vanuit het buitenland een nieuwe president aan
Libanon wordt opgedrongen; zij herinneren ons dan aan 1982, toen Bashir
Gemayel, die nog president-elect was en nog niet in functie was
getreden, binnen een maand werd opgeblazen.
Aan dit staakt-het-vuren in Libanon en aan de bestuurlijke stappen wordt
gewerkt. De VS zijn daarin de grote krachtpatser, met gezant Amos
Hochstein. Frankrijk werkt er ook aan. Ik ben enkele weken geleden ook
op de conferentie over Libanon van president Macron geweest, waar ik een
aantal mensen heb gesproken. Daar wordt aan gewerkt in de regio.
Nederland wil dat ook graag kracht bijzetten. We werken dus aan
de-escalatie tussen Iran en Israƫl en we werken aan de situatie in
Libanon.
Uiteraard is, met het oog op de Palestijnse gebieden, ook de Gazastrook
een heel groot punt van zorg. U weet dat ik altijd zorgen heb over de
gegijzelden, net als vele Israƫli's, die daar vaak voor demonstreren;
ook demonstreren ze vaak tegen het beleid van hun eigen regering. Daar
heb ik heel veel zorgen over. Die moeten we niet uit het oog verliezen.
Dat breng ik ook altijd consequent in op Europees niveau. Het is ook
zaak om te komen tot een situatie waarin er veel meer humanitaire hulp
de Gazastrook in kan. Daar zetten we ons heel concreet voor in. De VS
zetten zich daarvoor in. Ook de VN-gezant, mevrouw Sigrid Kaag, zet zich
daarvoor in, heel concreet, op hele concrete details. Nederland doet dat
ook. Nederland heeft daarbij ook een duidelijke rol; dat kunt u nagaan
bij een aantal andere landen. De toegang die we tot Israƫl hebben,
gebruiken we om al die zaken aan te kaarten.
Afgelopen weekend heb ik met minister Saar gesproken. Hij was hier om
verkeerde redenen, namelijk vanwege de vreselijke gebeurtenissen in
Amsterdam, maar hij was dus hier en ik heb lang met hem gesproken over
die gebeurtenissen, maar ik kan mevrouw Piri verzekeren dat ik ook met
hem heb gesproken ā dat vond ik volstrekt logisch ā over de situatie in
zijn regio. Hij begon daar zelf over. Over de voedselsituatie in de
noordelijke Gazastrook heb ik bijvoorbeeld duidelijk opgebracht dat het
rapport van het IPC Famine Review Committee een urgentie van dagen en
niet van weken heeft. En dan hebben we het heel concreet over dingen die
moeten gebeuren. Met die internationale inzet, en daar zijn wij niet de
enigen in, proberen we in ieder geval stapjes te zetten en iets te
bereiken, ook als een staakt-het-vuren niet meteen binnen bereik ligt.
Daarover heb ik uitgebreid gesproken met bijvoorbeeld de premier van
Qatar, die voorzitter is geweest, en dat nog steeds is, van het
staakt-het-vurenoverleg, en ook met Egypte. Dan heb je het echt over
aantallen, dit, dat, de Netzarim-corridor, de Philadelphi-corridor, de
Rafah Border Crossing, de poliovaccinaties van de afgelopen maanden, de
corridors, de humanitaire pauzes die daarvoor nodig zijn, de centra et
cetera.
We hebben ook gesproken over de capaciteit van grensovergangen. Er is nu
een nieuwe grensovergang open, bij Kissufim. Dat ligt niet zo ver ten
zuidwesten van Re'im, waar dat Nova Festival heeft plaatsgevonden, met
die vreselijke slachting. Vanuit Kissufim kun je naar Al-Qarara, net ten
noorden van Khan Younis, in de Gazastrook. We zijn nog verder aan het
bespreken wat de verwerkingscapaciteit voor goederen is, maar dat is
typisch iets waar we ons voor inzetten.
De heer Van Baarle vroeg ook naar de Nederlanders in de Gazastrook. Ik
kan hem zeggen dat ik ook daarover spreek met mijn Israƫlische collega.
Ik kan hem ook zeggen dat vandaag twee van hen zullen vrijkomen en in
Nederland zullen kunnen aankomen. Van de zeven Nederlandse staatsburgers
zijn er nu, as we speak, twee onderweg. Dat is heel complex, want ze
moeten via het Rode Kruis de Gazastrook, het land, uit, met toestemming
van de Israƫli's. De Nederlandse ambassade brengt die over. Dan moeten
ze via de Westbank Jordaniƫ in en in Jordaniƫ moeten ze op een vliegtuig
naar Nederland. Op dit moment begeleiden we twee van hen daarin. Ik zet
me ervoor in dat ook de overigen en allen van de consulaire doelgroep de
Gazastrook zo snel mogelijk uit kunnen.
Er werd gevraagd naar UNRWA. Onze zorg over en afkeuring van de
Knessetwetgeving heb ik duidelijk gemaakt. Ik herken het beeld dat we
daarin onvoldoende stevig zijn niet; integendeel. Die Knessetwetgeving
werd op een maandag aangenomen en dinsdag heb ik de Israƫlische minister
gecontacteerd. Er is een EU-27-verklaring opgesteld, waarbij Nederland
een van de landen was die telkens het snelst op conceptteksten
reageerden. Het lag niet aan ons dat dat een paar dagen geduurd heeft,
maar toen het toch wel een paar dagen bleek te duren om eruit te komen,
hebben minister Klever en ik hier zelf nog eens op gereageerd. Verder
verwijs ik in de eerste plaats naar minister Klever voor de rol van
UNRWA. Afgelopen weekend heb ik met de Israƫlische minister nog
besproken dat wij ons heel veel zorgen maken over de situatie die
ontstaat als de wetgeving die is aangenomen, na de 90 dagentermijn ook
wordt uitgevoerd. Dan krijgt Israƫl namelijk zelf de
verantwoordelijkheid in de schoot geworpen voor wat UNRWA nu dagelijks
doet, met de rol die het bij distributie speelt, niet alleen in de
Gazastrook, maar ook op de Westbank en elders. Wie gaat die taken dan op
zich nemen? Dat stellen we echt wel heel duidelijk aan de orde.
Ik zeg er wel bij: UNRWA is wel een organisatie waarbij we in de loop
der jaren heel veel scheefgroei hebben gezien. Ik kan me overleggen
herinneren van vijftien jaar geleden, toen ik bij het ministerie van
Buitenlandse Zaken werkte, op het gebied van de VN, waarin we het al
hadden over scheefgroei binnen UNRWA. Dat ging dan over vragen als
waarom UNRWA slechts een adviescommissie en geen bestuursraad had, zoals
UNICEF, hoe het in elkaar zat, waar ze vergaderden, hoe het zat met
neutraliteit en al die dingen meer. Ik kan me dat echt herinneren. Ik
denk dat iemand als oud-minister Koenders, die toen minister voor
Ontwikkelingssamenwerking was, zich dat ook wel zal herinneren. Het
rapport van mevrouw Colonna dat is uitgekomen, bevat 50 aanbevelingen op
50 bladzijden. Ik hecht er sterk aan dat die aanbevelingen worden
uitgevoerd, want die adresseren juist die scheefgroei.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben blij dat de minister aangeeft dat je over de rol van UNRWA, een
organisatie bedoeld om ontheemden te helpen ā dat betreft dan alleen het
Palestijnse volk, want de UNHCR is voor de rest van de wereld ā in ieder
geval een normaal gesprek moet kunnen voeren. Hij zegt dat die discussie
al langer bestaat. Ik ben blij dat de minister dat in ieder geval
aangeeft, want het lukt mij nog niet om hierover een normaal gesprek te
voeren, over de vraag: hoe nu verder? Ik heb de afgelopen jaren gekeken
hoe het zit met het mandaat dat in 1949 is gegeven: in hoeverre draagt
dat bij aan vrede en aan een duurzame oplossing, met name voor de
Palestijnen?
De minister verwijst naar mevrouw Klever, terwijl zij alleen gaat over
de distributie van noodhulp, die nu voor een deel via UNRWA verloopt.
Dat debat gaan we vandaag voeren. Waarom breng ik dit op? Minister
Veldkamp gaat volgens mij wel degelijk over wat het mandaat van UNRWA
zou zijn. Dat is verlengd en komt in 2026, zeg ik uit mijn hoofd, weer
ter sprake. Mijn fractie zou het gezond vinden als we een normaal en
redelijk gesprek kunnen voeren, met inachtneming van de gedachte dat
humanitaire hulp geboden zou moeten worden. Mijn vraag is in hoeverre de
voorwaarden die in 1949 zijn vastgelegd, anno 2024 of 2026 nog steeds
bijdragen aan een duurzame oplossing voor met name de Palestijnse
bevolking. Dat ligt wel degelijk bij minister Veldkamp, omdat dat in
VN-verband besproken zou moeten worden. Daarom breng ik het op. Mijn
vraag is dus of minister Veldkamp bereid is om op het ministerie nu al
voorbereidingen te treffen voor een gesprek over de vraag in hoeverre
een herijking van dat mandaat in het belang is van wereldvrede en van
met name de Palestijnse bevolking. Is hij bereid hier serieus naar te
kijken?
Minister Veldkamp:
Ik hoor wat de heer Ceder zegt. Een normaal gesprek is altijd van
belang. Ik zeg er wel bij dat de humanitaire situatie in de Gazastrook
op dit moment zodanig urgent is dat ik voorrang geef aan die
problematiek. Bijvoorbeeld als het gaat over het Wereldvoedselprogramma
van de VN en dergelijke, zie ik dat die voor distributie van voedsel
zwaar leunen op de krachten van UNRWA. Daar heb ik mee te maken.
Ondertussen heb je het rapport van mevrouw Colonna. Dat neem ik zeer
serieus. Daar moeten we echt naar kijken en aan werken. Het lijkt me
duidelijk dat we ook moeten kijken naar de diversificatie. Ik noem de
motie-Tuinman. Maar op dit moment vind ik de humanitaire situatie in de
Gazastrook zodanig problematisch, dat ik denk dat de meer principiƫle
discussies misschien op een ander moment moeten worden gevoerd,
inderdaad op normale toon en wijze. De urgentie zit voor mij bij de
humanitaire situatie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben het helemaal eens met minister Veldkamp. Daarom heb ik me ook
kritisch geuit over de aangenomen wet van de Israƫlische regering. Ik
constateer wel dat het al decennia urgent is. Juist omdat het al
decennia urgent is, wordt de principiƫle vraag eigenlijk nooit
besproken, met als gevolg dat een mandaat, voortvloeiend uit 1949, wordt
uitgevoerd dat steeds verlengd wordt. Mijn fractie komt in ieder geval
tot de conclusie dat dat een oplossing niet dichterbij brengt, met name
voor de Palestijnse bevolking. Mijn vraag is daarom niet om daar nu naar
te kijken, want ik heb ook in mijn interruptie met de heer Van Baarle
gezegd dat er gewoon hulp moet komen voor de Palestijnse bevolking, ter
land, ter zee en in de lucht. We moeten dat gewoon fiksen. Klaar. Maar u
zult wel voorbereidingen moeten treffen voor dat gesprek, dat volgens
mij over twee jaar plaatsvindt. Ik wil voorkomen dat we over twee jaar
opnieuw dezelfde redenatie hebben. De situatie is urgent. Ik hoop het
niet, maar het kan zomaar zo zijn dat er dan nog steeds humanitaire hulp
nodig is en de discussie alsnog verlengd wordt. Mijn vraag is: zou de
minister in ieder geval ter voorbereiding op het aflopen van het mandaat
willen kijken in hoeverre een herijking wel of niet wenselijk is, zonder
daarmee afbreuk te doen aan de huidige situatie? Ik vind dat die
inderdaad prioriteit verdient, maar volgens mij kan het en-en zijn. Kan
u daarbij ook herschikken waar u uw capaciteit primair aan
besteedt?
Minister Veldkamp:
Daar wil ik graag naar kijken. Dan wil ik ook even terugkijken in de
archieven en vragen naar de stukken uit 2007, toen we ook zo'n discussie
hebben gevoerd in Nederland. Hoe, wat, waar en hoe zit dat? Uiteindelijk
kwamen we tot de conclusie dat dat internationaal een buitengewoon
gevoelige discussie zou zijn. Dat had ook te maken met hoe de
internationale kaarten lagen. Dat zou een buitengewoon gevoelige
discussie zijn. Op dat moment kozen we ervoor om ons daar niet in te
laten horen. Dat is toen politiek afgewogen. Maar dit speelt over twee
jaar. Ik blijf erbij dat het nu over de humanitaire situatie gaat. Ik
denk dat we met elkaar delen dat de urgentie heel groot is. Daar wil ik
praktisch en pragmatisch in handelen.
De heer Paternotte (D66):
Ik denk dat de minister glashelder maakt dat de urgentie heel hoog is en
dat de nood in Gaza gigantisch hoog is. De VN spreken niet voor niets
over een "dreigende etnische zuivering". De minister heeft er duidelijk
veel verstand van. Ik neem dan ook aan dat het kabinet niet mee kan gaan
in de voorstellen die de PVV en de SGP hebben aangekondigd, namelijk om
vanaf volgend jaar ā dat is over zeven weken ā te stoppen met elke
bijdrage aan UNRWA. Ik neem aan dat die ontraden gaan worden.
Minister Veldkamp:
Ik verwijs in de eerste plaats naar de begrotingsbehandelingen die
plaatsvinden, ook die van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, maar
ik zou zeggen dat ik het ontmantelen van UNRWA en dergelijke op dit
moment niet aan de orde vind. Gezien de situatie vind ik dat dat niet de
discussie is die gevoerd moet worden. Ik ben dus op dit moment ook niet
voor het stopzetten van de hulp aan UNRWA.
Voorzitter. De Westelijke Jordaanoever.
De voorzitter:
Ik zie dat de heer Paternotte nog iets wil zeggen. Gaat uw gang.
De heer Paternotte (D66):
Ik vind het fijn dat de minister er duidelijk over is dat het
ontmantelen van UNRWA nu echt niet aan de orde kan zijn. UNRWA heeft
natuurlijk wel een enorme relatie met een van de belangrijke Europese
donorlanden die die organisatie nog enigszins overeind heeft weten te
houden het afgelopen jaar, namelijk Nederland. Dank voor de
duidelijkheid.
Minister Veldkamp:
Ja, en misschien zou ook een aantal landen uit de regio meer kunnen doen
voor UNRWA. Ik zie ook wel dat sommige Arabische landen die ik weleens
bezoek, geen steun verlenen aan UNRWA en daarmee een moeizame relatie
hebben. Laat ook hen soms de daad bij het woord voegen.
De Westelijke Jordaanoever verdwijnt ondertussen niet uit mijn hoofd en
hart. Ik wil er even op wijzen dat Nederland zich ook via de minister
van Financiƫn heeft ingezet voor het verlengen van de banking
correspondence, de banking waivers, zodat ook met Palestijnse banken
zaken kunnen worden gedaan. Die is met een maand verlengd. Dat vind ik
te kort. Het is ook iets wat ik bij de Israƫlische minister aan de orde
heb gesteld. Er zou meer stabiliteit moeten zijn en daar zetten we ons
samen met een aantal G7-partners voor in. Tegelijkertijd zijn we bezig
met zaken zoals de zogeheten clearance revenues, de door de Israƫlische
autoriteiten voor de Palestijnse Autoriteit geĆÆnde douanetarieven en
dergelijke, en het overmaken daarvan. Want dat is Palestijns geld en dat
moet gewoon bij de Palestijnse Autoriteit terechtkomen.
Door de heer Boswijk, geloof ik, werd erop gewezen dat Qatar niet meer
zou willen bemiddelen in de Gazastrook. Ik denk dat het nieuws dat
daarover in sommige media is gekomen, te hoekig is. Qatar nuanceert dat
ook en benadrukt dat de communicatielijn met Hamas en ook met Israƫl nog
steeds wordt beschouwd als een waardevol middel om een rol te spelen.
Ook het sluiten van het kantoor van Hamas in Doha is niet aan de orde.
Ze zeggen wel dat het van belang is dat er voldoende ruimte is om die
onderhandelingen te voeren. Het is toch net iets anders, net iets
genuanceerder, dan zoals het in de media is gekomen. Wel zal men de
bemiddeling alleen willen hervatten als de necessary seriousness
available is. Je ziet dus dat er op dit moment, helaas, niet veel schot
in zit. Ik blijf zeggen dat het feit dat het tot nu toe niet is gelukt,
niet betekent dat je het niet moet blijven proberen. Ik zeg dat met het
oog op de humanitaire situatie, maar ook met het oog op de Israƫlische
gegijzelden. Daarover blijven we met Qatar, Egypte en dergelijke in
gesprek.
Ik kijk even iets breder in de regio ... Nee, laat ik even een andere
volgorde kiezen, voorzitter. Excuses.
Door mevrouw Piri werd gevraagd naar het voorstel van de heer Borrell om
de politieke dialoog binnen het kader van het EU-associatieakkoord met
Israƫl op te schorten. Ik vind dit een lastige, want de inzet was
telkens juist het aangaan van die politieke dialoog. Ook door de Kamer
werd gezegd: de EU moet nu met Israƫl in gesprek; dat moet nu
plaatsvinden. Op Europees niveau is telkens toegezegd dat dit nog
tijdens het Hongaarse voorzitterschap, dus dit jaar, gaat gebeuren. Ik
vind het lastig dat ik nu ineens een brief krijg van meneer Borrell
waarin staat dat die juist niet moet plaatsvinden. Al voordat deze brief
mij bekend was, was ik van plan om dit maandag bij de heer Borrell, de
aankomend Hoge Vertegenwoordiger, mevrouw Kallas, en een aantal anderen
zoals de Hongaarse collega aan te kaarten: wanneer gaan we die dialoog
nu laten plaatsvinden, want het is toch wel zaak dat dat gebeurt? Wij
dringen daarop aan, want het is zaak dat je van gedachten kunnen
wisselen. Ik zal dit maandag meenemen, maar het heeft mijn voorkeur dat
het gesprek wel degelijk plaatsvindt. Hoewel ik kan begrijpen dat
sommigen die verontwaardiging voelen, vind ik dat je met het
verontwaardigd dichtgooien van deuren elkaar weer een kans ontneemt om
dingen juist aan te kaarten die je buitengewoon veel zorgen baren. Dat
over het associatieakkoord. Ik weet niet hoe het verder maandag in de
Raad zal gaan.
Daarmee kom ik ook op de opmerking van de heer De Roon over het
sanctioneren van Israƫlische ministers. Ook dat plan lanceerde de Hoge
Vertegenwoordiger groots in de media, maar pas aan het eind van die
ministerraad ā er waren nog drie ministers overgebleven, onder wie
ikzelf ā zei hij dat hij dit op het werkniveau van diplomaten had laten
aankaarten. Het beeld ontstond dat hierover de hele dag druk was
vergaderd, maar dat was het enige wat er gebeurde. Ook hierbij was
duidelijk dat de Hoge Vertegenwoordiger zich niet van, zeg maar, de
landingsrechten qua unanimiteit en dergelijke onder de 27 had verzekerd.
Ook door publieke verklaringen was al duidelijk dat een aantal lidstaten
waaronder Italiƫ, Hongarije en dergelijke dat absoluut niet zouden
willen. Dus wat dat betreft is dat de situatie. Ik ben benieuwd hoe de
discussie maandag verloopt, maar ik wil bij de huidige en de aankomende
Hoge Vertegenwoordiger en het Hongaarse voorzitterschap wel even nagaan
hoe zij vinden dat de hazen moeten lopen.
De heer Boswijk had het ook nog over Syriƫ.
De voorzitter:
Er is nog een vraag van mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ja, toch nog even over dat associatieakkoord. Ten tijde van de
voorganger van deze minister ā ik heb het dus echt over mei, juni ā
wisten we dat door Israƫl allerlei schendingen van het oorlogsrecht
werden begaan. Deze minister geeft dat op een aantal punten ook zelf aan
in de beantwoording van de schriftelijke vragen voor de
begrotingsbehandeling van volgende week. Hij erkent dat Israƫl op
meerdere punten het oorlogsrecht schendt en niet handelt in lijn met de
internationale verdragen. Vervolgens heeft de EU in mei, juni bedacht:
voordat we overgaan tot opschorten, nodigen we de Israƫlische minister
van Buitenlandse Zaken uit. Prima, maar inmiddels zijn we vijf maanden
verder. Maar het feit dat de Israƫlische minister van Buitenlandse Zaken
niet bereid is om met de EU dit gesprek aan te gaan, betekent natuurlijk
niet dat de EU niet gewoon actie kan ondernemen. Hoe kijkt de minister
daarnaar? Stel dat de Israƫlische minister van Buitenlandse Zaken ook in
de maand november en ook in de maand december niet bereid is om hier een
dialoog over aan te gaan, vindt deze minister dan dat je dan dus niks
moet doen? Als het gesprek niet kan plaatsvinden, kan je geen sancties
opleggen: is dat nou echt de opvatting van dit kabinet? Zoals ik het
begrijp, leek het daar net wel op.
Minister Veldkamp:
Nee, dan begrijpt mevrouw Piri mij verkeerd. Ik wil maandag met de Hoge
Vertegenwoordiger, de aankomend Hoge Vertegenwoordiger, de Hongaarse
collega en de collega's in de Raad in gesprek: waar staat dit nu, want
het was toch inderdaad de bedoeling dat dit allang zou hebben
plaatsgevonden? Dat was ik sowieso al van plan voordat deze brief kwam.
Ik heb ook enig ongeduld omdat dit nog niet heeft plaatsgevonden. Dat
zou nog dit jaar gebeuren. Nou, dan moet het nog dit jaar gebeuren.
Laten we kijken naar het hoe en wat als Israƫl daartoe niet bereid zou
zijn, maar ik heb de desbetreffende informatie nog niet compleet. Ik wil
dit graag maandag aankaarten. Dat zal ik doen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dan over wat zich nu afspeelt in Noord-Gaza. Ik zal de feiten hier niet
benoemen, want daar is de minister zich ontzettend goed van bewust. Ik
vraag de minister wat zijn definitie is van een etnische zuivering.
Vindt hij dat Israƫl daar nu mee bezig is in Noord-Gaza? Zo nee, waarom
niet?
Minister Veldkamp:
Ik ga nu van hieruit geen etiketten plakken op wat daar precies aan de
hand is. Wat ik wel zie, wat ik zeker zie, is dat daar een buitengewoon
zorgelijke humanitaire situatie is ontstaan. Afgelopen week heb ik die
al betiteld als catastrofaal. Het is een catastrofale situatie. Ik heb
dat ook nog eens gezegd tegen de Israƫlische minister. Die moet echt
ongelofelijk snel worden "geadresseerd", om dat lelijke woord maar te
gebruiken. Ik heb ook gezegd hoe ik het zie. Israƫl heeft het recht om
zichzelf te verdedigen en kan op zichzelf gerechtvaardigd oorlog voeren
na de verschrikkingen van 7 oktober, maar dat betekent niet dat je geen
kritiek mag leveren op de wijze waarop Israƫl die oorlog voert. Ik maak
mij op dit moment heel ernstige zorgen daarover, zorgen die ik ook
richting de Israƫlische kant heb gecommuniceerd. Als Israƫl zou handelen
volgens het generaalsplan of eilandplan, dat geloof ik al werd genoemd ā
overigens ontkent Israƫl dat, maar stel dat dat plan bestaat of heeft
bestaan en dat IsraĆ«l langs die lijn zou opereren ā dan is dat een
schending van het internationaal humanitair recht. En daar maak ik me
gewoon ernstige zorgen over. Daarover praten we ook met de Israƫlische
autoriteiten. Dat doe ik. Nogmaals, we praten daar ook over met
collega's van landen in de regio.
De heer Van Baarle (DENK):
De minister weet dat ik de zinsnede dat Israƫl het recht heeft om zich
te verdedigen in het licht van wat er op dit moment gebeurt echt
spuugzat ben. De rapporten waaruit blijkt dat wat Israƫl doet
oorlogsmisdaden zijn, kunnen we inmiddels metershoog opstapelen. Ik
citeer uit het meest recente VN-report van de commissie die onderzoek
doet naar de toedracht van de gebeurtenissen. Die commissie schrijft:
"The developments in this report lead the Special Committee to conclude
that the policies and practices of Israel during the reporting period
are consistent with the characteristics of genocide." Daaronder liggen
rapporten waarin gesproken wordt van "etnische zuivering", "het
bombarderen van burgerdoelwitten" en "het mensen doelbewust afsluiten
van voedseltoevoer". Is de Nederlandse regering eindelijk bereid te
benoemen dat de Israƫlische regering oorlogsmisdaden pleegt en het
internationaal recht schendt in Gaza? Is de Nederlandse regering bereid
de Israƫlische regering ook als zodanig te behandelen, als schenders van
het internationaal recht?
Minister Veldkamp:
Ik kijk in de eerst plaats naar wat ik kan doen en naar wat we als
Nederlandse regering kunnen doen. Ik zie dat we ons daarvoor inzetten.
Dat doe ik niet alleen, maar dat doet de hele Nederlandse
vertegenwoordiging, diplomaten en dergelijke. Ik zie dat bijvoorbeeld de
VN-gezant voor de Gazastrook, mevrouw Kaag, dat ook doet met haar team.
Wat wij doen, bespreek ik bijvoorbeeld ook met de nauw betrokkenen bij
het staakt-het-vuren in Gaza, zoals Qatar, de VS en Egypte. Wat wij
concreet doen, wordt in ieder geval gewaardeerd door de regionale
partners. Anders zouden we niet bij heel uitgebreide en zeer urgente
gesprekken en dergelijke daarover worden ontvangen en dan zou er niet en
dƩtail worden gesproken.
Op dit moment zijn we ook met een aantal Europese en andere landen in
gesprek. Het gaat telkens over zaken die we bij Israƫl aan de orde
stellen. Dan gaat het inderdaad over de extra grensovergang die nu open
is. Dan gaat het inderdaad over procedures bij checkpoints. Dan gaat het
inderdaad over poliovaccinaties. Dan gaat het over medische evacuaties.
Dan gaat het over de evacuatieorders, waardoor mensen zich telkens
moeten verplaatsen. Dat heb ik tot aan premier Netanyahu opgebracht. Het
gaat over de bescherming van humanitaire hulpverleners. Het gaat over de
bescherming van journalisten. Het gaat over al dat soort dingen. Maar
het gaat ook over rioolsystemen en watervoorzieningen. Al die dingen
probeer ik zo concreet mogelijk te maken.
Ik hoor wat de heer Van Baarle zegt. Ik kan grote beoordelingen plakken
op de situatie. Ik noem de situatie "catastrofaal". Daar hou ik het
graag bij, want dat vind ik al ernstig genoeg. Ik probeer samen met
anderen wegen te vinden om kracht bij te zetten, zodat we de situatie
heel concreet kunnen verbeteren voor mensen op de grond. Als ik moet
kiezen tussen grote woorden of misschien iets minder grote woorden die
me wel dichter bij concrete verbeteringen brengen, dan kies ik op dit
moment voor het laatste.
De heer Van Baarle (DENK):
Het gebruik van grote of minder grote woorden mag er niet toe leiden dat
oorlogsmisdaden onder het tapijt worden geveegd. Ik heb het net
voorgelezen: "The practices of Israel during the reporting period are
consistent with the characteristics of genocide." Ik vraag deze minister
om inderdaad alles te doen on the ground, in het diplomatieke verkeer,
om ervoor te zorgen dat de mensen in Gaza hulp krijgen. Maar ik vraag
deze minister ook om als minister van Buitenlandse Zaken van Nederland,
dat zegt te staan voor het internationaal recht, een oorlogsmisdaad een
oorlogsmisdaad te noemen en een schending van het humanitair recht een
schending van het humanitair recht. Ik vraag de minister waarom hij zich
in het geval van Israƫl verhult achter wollig taalgebruik en een misdaad
niet een misdaad noemt. Dat moet de minister wel doen.
Minister Veldkamp:
Wat er daar gebeurt, kan ik niet in alle gevallen precies ā¦ Ik kan wel
aanspreken. Ik kan wel heel concreet aanspreken op allerlei zaken, omdat
wij nog deuren open hebben. Nederland veroordeelt schendingen. Nederland
roept consequent op tot het respecteren van het internationaal
humanitair recht. Dat doen we trouwens richting iedereen, alle partijen.
Ik heb niet de illusie dat de vazallen van Iran, zoals Hezbollah, Hamas,
de Houthi's en bepaalde groepen die vanuit Irak opereren, zich daaraan
houden, terwijl ze zich daar ook aan moeten houden. Ik zeg wel richting
Israƫl: democratie vergt anders, hoe moeilijk het ook is. Het belang dat
wij hechten aan het internationaal humanitair recht onderstrepen wij.
Dat is van belang.
Ik heb over het generaalsplan gezegd wat ik heb gezegd. Verder wijs ik
erop dat Nederland financieel heeft gesteund, bijvoorbeeld via het
Internationaal Strafhof. Daar zitten ook de experts die daar meer van af
moeten weten. Naast de vaststelling dat ik mij buitengewoon veel zorgen
maak over de humanitaire situatie en bepaalde handelingen, zeg ik dat ik
mij richt ā daar vraag ik begrip voor ā op de vraag: kunnen wij ons
richten op het heel concreet verbeteren van een bepaalde situatie? Ook
als morgen een staakt-het-vuren helaas, helaas, ondanks onze inzet voor
vrede niet mogelijk is ā voor zo'n staakt-het-vuren heb je overigens
twee partijen nodig ā wil ik wel dat er voor de mensen op de grond een
concrete verbetering is. Die inzet blijft, net als de inzet om
Nederlanders uit Gaza te krijgen, de inzet om een extra grensovergang te
openen en de inzet om de kinderen een poliovaccinatie te geven. Voor al
die dingen zetten wij ons in.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik begrijp minister Veldkamp en ik steun hem ook. Voor mij gaat het om
een gerechtvaardigde oorlog. Een aantal doelen waren vastgesteld. De
gijzelaars vrij: dat is nog niet gebeurd. Zorgen dat de dreiging van
Hamas, die nu is uitgebreid naar Hezbollah, wordt weggenomen. Zolang dat
niet gebeurt, is zowel het noorden van Israƫl als het zuiden van Israƫl
onbewoonbaar. Dat is een onacceptabele situatie. Dat begrijp ik, maar ik
heb in mijn betoog aangegeven dat wij al langer pleiten voor een plan na
afloop. Wij constateren dat Gallant is ontslagen. De heer Boswijk zei
dat hij zijn conclusies had getrokken, maar hij is gewoon weggestuurd.
Volgens mij was dat nog een redelijke stem. Nog steeds moeten er
gijzelaars vrijgelaten worden, maar wat is het plan van de EU? Ik heb
het niet over het zetten van druk op Israƫl, want daar gaat het mij niet
om. Wat is de rol van Nederland en de EU om tot een plan te komen voor
hoe het Midden-Oosten er na deze oorlog uit zou moeten zien? Wij vinden
dat belangrijk en dat hebben wij ook al eerder aangegeven. Met het
weggaan van Gallant en de opmerkingen over Noord-Gaza, die nu worden
ontkracht, vragen wij ons af wat de rol van de minister hierin is, ook
in Europees verband.
Minister Veldkamp:
Ik hoor heel goed wat de heer Ceder zegt. Ik zou graag tot een plan, in
ieder geval voor the day after, voor de Gazastrook willen komen. Het
valt mij op dat als je nu met de Golfstaten en dergelijke hierover
spreekt, ze zeggen: wacht even, er zijn nu urgentere zaken; we praten
een andere keer over the day after. Uiteindelijk wil je tot een
doorbraak komen in de hele regio. Op dit moment ligt de urgentie bij het
de-escaleren en het adresseren van de individuele conflicten. Daarachter
zit bovendien de ontwrichtende rol van Iran als een beschermer en hoeder
en soms ook aanstuurder van Hezbollah. Dan kijk ik toch ook weer naar
wat de heer De Roon zei over de Abraham-akkoorden. Voor 7 oktober werd
er concreet onderhandeld door de VS met Saudi-Arabiƫ over een akkoord op
het gebied van defensie en op het gebied van kernenergie. Ook werd er
gekeken naar een akkoord tussen Israƫl en Saudi-Arabiƫ. Historisch
gezien ā de heer Ceder zal dat bij uitstek begrijpen ā zou dat
buitengewoon, zeer bijzonder zijn. In Israƫl beseft men ook hoe
bijzonder dit zou zijn. Ik hoop dat er weer een weg komt waarbij je kunt
kijken naar zo'n soort doorbraak. Ik wil ook het sprankje van hoop op
wat de tweestatenoplossing heet overeind houden en in gesprek blijven
gaan met mensen die zich daarvoor inzetten, ondanks alles, ondanks de
trauma's waardoor daar op dit moment weinig ruimte voor is in de
hoofden. Ik denk ook even aan bijvoorbeeld het Arabische
vredesinitiatief van 2002. Er liggen overal plannen. Er zijn
interessante plannen. Ik denk ook even aan de Clintonparameters, die nog
steeds in allerlei opzichten toepasbaar zijn. Er zijn heel veel plannen
gemaakt. Op dit moment zijn we even bezig met het managen van de urgente
situatie en het beperken van de ellende. Daarvoor is, nogmaals, mijn
inzet in de eerste plaats op Israƫl en Iran. In de tweede plaats moeten
we met Libanon nu echt wel snel tot een vorm van een staakt-het-vuren
komen en een situatie waarin ā daar heeft u gelijk in, zeg ik tegen de
heer Ceder, voorzitter ā die tienduizenden IsraĆ«liĆ«rs weer terug kunnen
naar het noorden van hun land, waar ze al meer dan een jaar geleden uit
hun huizen verdreven zijn door de beschietingen van Hezbollah. We moeten
tot een situatie komen waarin ook voor de Gazastrook verder kan worden
gekeken dan die verschrikkelijke oorlog, die me echt aangrijpt.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Wat de heer Veldkamp zegt over het verbinden van met name Israƫl en
Saudi-Arabiƫ, zou historisch zijn. President Biden klapte uit de school
toen hij zei dat volgens hem 7 oktober net aan de vooravond stond van
... Misschien dat het ook wel met die reden op 7 oktober plaatsvond,
juist omdat dat akkoord dichterbij leek te komen, wat funest zou zijn
voor Iran. "En de Palestijnen", hoor ik van een collega. Nou, daar
moeten we het een andere keer over hebben, want daar ben ik het niet mee
eens.
Ik vind het wel jammer dat minister Veldkamp dezelfde logica gebruikt
als net bij mijn vraag over UNRWA, namelijk dat het urgente vooropstaat,
en niet het belangrijke. Volgens mij kan het en-en. Ja, we moeten ervoor
zorgen dat de brandhaard geblust wordt. Daar ben ik het mee eens. Maar
volgens mij moet je tegelijkertijd aan the day after werken. Wat ik zo
ingewikkeld vind, is dat de EU zich in haar rol voornamelijk beperkt
tot: we moeten sancties opleggen; we moeten het hebben over waar wij
stappen kunnen zetten. Maar er wordt niet nagedacht over de vraag: wat
is onze rol als het gaat om het plan voor the day after? Dat hoor ik in
ieder geval niet. Het zou me een lief ding waard zijn ... Ik wil de
minister uitdagen ā misschien kan hij dit toezeggen ā om komende week
bij het gesprek naast het urgente, ook het belang van het belangrijke op
tafel te leggen. "Beste EU, wij hebben ook een verantwoordelijkheid als
het gaat om nadenken over een plan voor the day after, zowel in het
belang van het bestaansrecht van Israƫl als in belang van een toekomst
voor het Palestijnse volk." Zou de minister in ieder geval toe willen
zeggen om dat ook op tafel te leggen? Wie weet gebeurt er wat en komen
we een paar stappen verder.
Minister Veldkamp:
Ik hoor wat de heer Ceder zegt en dat neem ik ook aan, dus om naast het
urgente ook naar het belangrijke te kijken. Er worden natuurlijk al
plannen gemaakt. Ik denk ook even aan het bredere plaatje, bijvoorbeeld
aan de global alliance waarbij allerlei landen bij elkaar zitten ā
Nederland neemt deel, maar Arabische landen en de EU zijn er ook bij
betrokken ā om verder te kijken: hoe kun je de komende jaren plannen als
de tweestatenoplossing kracht bijzetten? Welke carrots zijn er? Hoe zit
dat in elkaar? Hoe kun je dat verder brengen? Tegelijkertijd staan op
dit moment natuurlijk zowel bij de Palestijnen als de Israƫliƫrs de
trauma's voorop. Die bieden bij maar heel weinig mensen op dit moment
ruimte om met hen over die plannen aan tafel te zitten. Dat zie ik ook.
Maar ik hoor heel goed wat de heer Ceder zegt. Dat neem ik ook aan. Ik
zal bijvoorbeeld ook zondagavond eerder afreizen naar de Raad
Buitenlandse Zaken om met de heer Olmert en zijn Palestijnse
counterpart, van wie ik even de naam kwijt ben ... Oud-premier Olmert
van Israƫl en een voormalige Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken
proberen, ondanks alles, met elkaar in gesprek te zijn en plannen te
ontwikkelen: hoe kun je toch verder, want we wonen hier nu eenmaal
allebei? Hoe ga je dat doen? Dat belangrijke zal ik niet van de horizon
laten verdwijnen. Ik hoor wat u zegt en dat neem ik graag mee.
De voorzitter:
Beste mensen, we hebben nu nog iets meer dan tien minuten om dit debat
af te ronden. Ik zal nu dus geen interrupties meer toestaan. Mocht
blijken dat de minister toch ver voor 14.00 uur klaar is, is er wellicht
toch nog gelegenheid voor interrupties. Ik zeg dit allemaal omdat
inmiddels is besloten dat het tweeminutendebat een uur wordt vervroegd
en om 13.30 uur zal plaatsvinden.
Minister Veldkamp:
Dan ga ik er staccato doorheen.
De voorzitter:
De minister gaat verder met zijn betoog.
Minister Veldkamp:
De heer Boswijk had een vraag over Syriƫ en banden met het Assad-regime.
Ik zie ook graag de stukken, de expertstukken over die politieke
betrekkingen, als hij die heeft, maar ik weet niet waar de heer Boswijk
de indruk aan ontleent dat wij nu contacten zouden aangaan met Assad. Op
dit moment hebben we dat plan niet en is er geen sprake van contacten
met het Assadregime.
De heer Kahraman vroeg naar de Revolutionaire Garde op de
terroristenlijst. Ik hoor wat de heer Kahraman zegt. Het staat maandag
niet op de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken, maar Nederland blijft
daar wel aan werken. Op dit moment is er nog steeds onvoldoende
draagvlak binnen de EU.
Georgiƫ. Ik maak me al langer grote zorgen over die situatie. We hebben
de foreign agent law gezien, maar ook de family values law en diverse
uitspraken. Het blijft belangrijk om de pro-Europese krachten daar te
ondersteunen. Feitelijk is het EU-toetredingsproces stilgelegd. We
hebben ook gezien wat overzeese waarnemers hebben geconstateerd met
betrekking tot onregelmatigheden en een ongelijk speelveld in aanloop
naar de verkiezingen. Ik worstel wel met de hele problematiek. Als je
puur zou zeggen "als gevolg hiervan moeten we sancties gaan toepassen en
dergelijke", duw je het land dan niet verder weg en juist in de armen
van Moskou? Hoe kun je Georgiƫ, terwijl je staat waar je voor staat
vanuit Europa, toch bij je houden en duidelijk blijven maken, ook aan de
bevolking, dat wij ze graag onze kant op zien bewegen, richting de
noties en waarden waar wij in Europa voor staan? In ieder geval zullen
we ook bilateraal onze inzet voortzetten, ook via onze ambassade, voor
het ondersteunen van het maatschappelijke middenveld daar. Dat doen we
via het zogeheten Matrafonds en mensenrechtenfondsen. Het plan is om dat
stevig te doen. Ik weet dat onze ambassadeur, Meline Arakelian, zich
daar ten volle voor inzet.
Ik wil er nog een keer op wijzen dat we bij de Raad Buitenlandse Zaken
ontbijt zullen hebben met de Moldavische minister Popsoi. In 2025 zullen
daar ook weer parlementaire verkiezingen zijn en bij vorige verkiezingen
hebben we alle mogelijke manieren van onrechtmatige beĆÆnvloeding van de
verkiezingsuitslag en pogingen daartoe gezien. Dat is ook iets waar we
blijvend aandacht voor hebben.
Tot slot. Zowel de heer Van Baarle als de heer De Roon wezen even op
Mokum, zoals ik het maar even noem, en de gewelddadige gebeurtenissen
daar. Ik wil hier niet het debat overdoen dat gisteren is geweest. Er is
genoeg over gezegd. Maar ik kan wel zeggen dat ik van plan ben om in de
Raad Buitenlandse Zaken aan te kaarten wat er is gebeurd, in de zin van
dat er antisemitisme is in Europa. Dat is de afgelopen jaren
buitengewoon toegenomen en sinds 7 oktober explosief toegenomen.
Daardoor zijn op dit moment heel veel ogen op Nederland gericht, maar
dat kunnen we ook omdraaien naar een situatie waarin Nederland aankaart:
hoe kunnen we samen de aanpak hiervan versterken? In de Raad Algemene
Zaken vorige maand in Luxemburg hebben we een verklaring aangenomen over
antisemitisme en Joods leven en een EU-statusrapport over de nationale
aanpak hiervan. Ik wil kijken hoe je dat kan versterken. Dit gezien de
opmerkingen die ik ook weleens in het commissiedebat Raad Algemene Zaken
heb gemaakt, namelijk dat ik me al een tijdje heel veel zorgen maak over
of er over een aantal decennia nog zichtbaar Joods leven in Europa
mogelijk zal zijn. Dat heb ik in New York gezegd en marge van de
Algemene Vergadering samen met de Franse minister. Ik heb het ook vorige
maand bij het commissiedebat Raad Algemene Zaken gezegd. Maar ik wil het
ook invulling geven. Mokum is de stad van De Dokwerker en Anne Frank,
maar het is ook de stad van Spinoza ... Dat is een beetje een apart
beeld. Zoals u weet staat het bij de Stopera. De heer Van der Burg zal
het goed kennen. Er staat ook een uitspraak bij: het doel van de staat
is de vrijheid. Die vrijheid moet ook kunnen worden gewaarborgd,
inclusief voor de Joodse gemeenschap van Nederland. Dat is iets wat ik
aan de orde ga stellen op de Raad Algemene Zaken, die een dag later
plaatsvindt, en waarbij bijvoorbeeld ook de Nederlandse rechtsstaat
wordt bekeken. Ik kan er zelf niet heen gaan vanwege de
begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken die we dan samen hebben, maar
de minister van Binnenlandse Zaken heb ik bereid gevonden om naar die
Raad te gaan. Zij zal de thematiek daar aan de orde stellen, zodat ook
duidelijk is dat we kunnen kijken of we deze verschrikkelijke situatie
kunnen gebruiken als een kans om samen in Europees verband verder te
varen.
Voorzitter, hier wil ik het op dit moment bij laten.
De voorzitter:
Heeft u punten van orde of iets anders? Meneer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Ik moet zo de vergadering verlaten. Dat wilde ik alvast even melden. Ik
neem aan dat er vast een tweeminutendebat wordt aangevraagd, waarvan we
al een vooraankondiging hebben gedaan, maar ik wil dat even zeker
stellen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Mijn vragen over Britse sancties en wat daarmee te doen
maandag bij de RBZ, in lijn met mijn eerdere motie, zijn niet
beantwoord. Ook voor de vragen die ik had over Turkije geldt dit. Ik
moet helaas weg omdat ik een volgende meeting heb om 13.00 uur. Het is
prima als de minister die schriftelijk wil beantwoorden, maar ik wil er
wel graag een antwoord op.
De heer Boswijk (CDA):
Het antwoord op de vragen over Armeniƫ en Azerbeidzjan heb ik denk ik
gemist, maar die waren in mijn inbreng wel belangrijk. Ik weet dat de
heren Kahraman en Ceder daar ook vragen over hadden.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Ik heb het antwoord op mijn vraag over het rapport en de
lijsten die Israƫl maakt van Nederlandse organisaties en Nederlanders
gemist.
De voorzitter:
Minister, misschien kunt u nog op iets ingaan of kunt u toezeggen dat u
schriftelijk gaat antwoorden.
Minister Veldkamp:
Het rapport waar de heer Van Baarle over sprak. Het kabinet is tegen
elke vorm van buitenlandse inmenging. Ik ben niet bekend met die
kliklijsten en lastercampagnes. Ik neem dat op met de minister van
Justitie en Veiligheid. Ik heb dat rapport niet ontvangen.
Het punt van Turkije en de burgemeesters komt aan de orde in gesprekken
die de ambassade in Ankara heeft met Turkse instanties. Daarnaast hebben
we in de EU en de Raad van Europa ook zorgen geuit over die
ontwikkelingen.
Ik wijs ook maar even op de uitspraken van de Azerbeidzjaanse president
Aliyev. Die keuren we af. Dat hebben we ook duidelijk gemaakt.
Onmiddellijk is dat ter plaatse duidelijk gemaakt door degene die op dat
moment in de stoel zat bij de klimaatconferentie: Jaime de Bourbon. Hij
heeft dat daar onmiddellijk duidelijk gemaakt bij de aanwezige
Azerbeidzjaanse minister. We hebben dat ook langs de gebruikelijke
bilaterale diplomatieke kanalen gedaan. Ik heb de wat ongebruikelijke
stap genomen om een verklarinkje op Twitter te laten plaatsen.
Diplomatie is iets anders dan het plaatsen van boze verklaringen op
Twitter, maar in dit geval hebben we dat wel gedaan. Het is een
uitspraak waarvan ik zeg: ik vrees dat de president van Azerbeidzjan
zich vergist dan wel verkeerd is geadviseerd. We weten allemaal dat de
werkelijkheid ten aanzien van ons Koninkrijk echt heel, heel anders in
elkaar zit. Ik heb begrepen ā maar ik ga dat na ā dat de Nederlandse
delegatie daar al aanwezig is. De klimaattop is belangrijk, maar we
maken tegelijkertijd wel heel erg duidelijk aan de Azerbeidzjaanse
autoriteiten, en we hebben dat ook publiekelijk gedaan, dat dit
uitspraken zijn die mij buitengewoon de wenkbrauwen doen fronsen ā laat
ik het zo zeggen. Tot slot, voorzitter, gaan we dit ook bij de Raad
Buitenlandse Zaken aan de orde stellen.
De heer Boswijk (CDA):
Ik heb mijn zorgen geuit met betrekking tot het einde van deze
klimaattop. We zien namelijk bij veel internationale conferenties ā
lees: de Winterspelen in Rusland ā dat deze landen daarna met nog meer
zelfvertrouwen hun geopolitieke avonturen voortzetten en dat die angst
er ook is van Azerbeidzjan richting Armeniƫ, ook omdat die
krijgsgevangenen nog steeds vastzitten, wat natuurlijk onacceptabel is.
Ook wijs ik op die vredesdeal die maar niet wordt gesloten. De Kamer
heeft al een eerdere motie hierover gesteund. Wat gaat de minister
hierop doen? Ik houd mijn hart vast.
Minister Veldkamp:
Ik weet wat daar gaande is. Azerbeidzjan heeft een wens om een corridor
te hebben via Armeens grondgebied, de Zangezur-corridor, naar de exclave
Nachitsjevan. Azerbeidzjan heeft ook zorgen over grondwettelijke
bepalingen aan de Armeense kant die zouden wijzen op Nagorno-Karabach,
wat Armeniƫ anders ziet. Op dit moment zijn er vredesbesprekingen
gaande, zoals u weet. Ik vind het belangrijk om er echt op in te zetten
dat die worden voortgezet. Dat is iets om maandag in de Raad nog aan de
orde te stellen. Een groot aantal van de gevangenen, krijgsgevangenen en
dergelijke is wederzijds uitgeruild. Ik kan even niet zo snel vinden om
hoeveel personen dit gaat, maar ik kan de heer Boswijk daar achteraf wel
over informeren. Er zijn bij mijn weten nog enkele tientallen Armeense
gevangenen in Azerbeidzjan, waaronder een tiental soldaten en
dergelijke, maar ook een aantal bestuurders van Nagorno-Karabach.
Daarover zijn nog internationale besprekingen gaande, in ieder geval
zeker ook over die Armeense soldaten. Het gaat niet meer om hele grote
aantallen, maar het is wel van belang. Dit nemen we ook mee.
De voorzitter:
Dank u wel. Aan het slot vermeld ik volledigheidshalve en ook formeel
toch nog even dat de vooraankondiging van het tweeminutendebat gewoon
wordt doorgezet. Dat zal dus om 13.30 uur plaatsvinden; daarover hebben
we bericht gekregen van de Griffie.
Ik sluit dit overleg. Dank voor uw bijdragen en dank aan de minister
voor de beantwoording.
Sluiting 13.00 uur.
ONGECORRIGEERD STENOGRAM Aan ongecorrigeerde verslagen kan geen enkel recht worden ontleend. Uit ongecorrigeerde verslagen mag niet letterlijk worden geciteerd. Inlichtingen: verslagdienst@tweedekamer.nl |
---|