Vragenuur (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D44995, datum: 2024-11-19, bijgewerkt: 2024-11-20 08:51, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-19 14:00: Vragenuur (Vragenuur), TK
Preview document (🔗 origineel)
Vragenuur
Vragenuur
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig
artikel 12.3 van het Reglement van Orde.
Vragen Krul
Vragen van het lid Krul aan de minister van Economische
Zaken over het bericht "TEMU schendt privacy door telefoon 's
nachts te ontgrendelen en berichten te lezen".
De voorzitter:
Aan de orde is het vragenuurtje. Ik geef graag het woord aan de heer
Krul van de fractie van het CDA, die een enkele vraag heeft te stellen.
Het woord is aan de heer Krul.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter, dank u wel. Op dagen als deze denk ik altijd aan het gezegde
dat alles in het leven politiek is, maar dat politiek niet alles is. Dat
is iets wat we wat vaker in ogenschouw moeten nemen, maar goed.
Voorzitter. Inmiddels is de vraag: wat gaat er eigenlijk niet mis bij de
Chinese webshop Temu? We lazen het bericht dat Temu zelfs 's nachts je
telefoon kan ontgrendelen, zonder dat je erbij bent, audio kan opnemen
en je berichten kan lezen en daar screenshots van kan maken. Daarnaast
worden de producten van Temu onder erbarmelijke omstandigheden
geproduceerd en zijn ze vaak niet veilig. Kortom, het is gewoon
troep.
Voorzitter. Mijn eerste vraag is: wat gaat de minister concreet doen om
deze privacyschending, die al langer bekend is en die door Temu wordt
gebezigd, echt aan te pakken?
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Beljaarts:
Dank u wel, voorzitter. Dank aan het lid Krul voor de vraag en zijn
zorgen. Ik wil daar graag iets langer bij stilstaan, want ik begrijp de
zorgen en ik onderschrijf die ook. Om te beginnen ontraadt de
rijksoverheid al sinds maart 2023 haar eigen ambtenaren om apps uit
bepaalde landen met een offensief cyberprogramma tegen de Nederlandse
belangen te installeren en te gebruiken op hun telefoons en tablets. De
AIVD stelt namelijk in zijn adviezen dat die apps een verhoogd
spionagerisico kennen. Ook voor consumenten en bedrijven is het daarom
goed om de afweging te maken of zij wel apps uit deze landen willen
installeren of blijven gebruiken. Omdat de rijksoverheid de afweging
maakt om bepaalde apps niet te gebruiken, adviseer ik consumenten
nadrukkelijk om diezelfde afweging te maken.
Voorzitter. Omdat niet altijd duidelijk is wat er met je persoonlijke
data en privacygevoelige gegevens gebeurt en omdat je als consument bij
deze platforms vaak min of meer gedwongen wordt om de
gebruikersvoorwaarden te accepteren, waarvan niet duidelijk is wat
daarmee gebeurt, is het belangrijk dat alles in lijn is met de
EU-regelgeving. Ik onderschrijf dat dit een terechte zorg is. Ook ik
lees echt niet veertien pagina's aan gebruikersvoorwaarden voordat ik op
"accepteren" druk.
Maar de problematiek is breder, zoals het lid Krul aangeeft. In bredere
zin spelen er zorgen en problemen rondom deze platforms. Het betreft
niet alleen dataverzameling. Daarom trek ik het iets breder. Het betreft
bijvoorbeeld ook de productveiligheid, het brandgevaar, het gevaar voor
de gezondheid en de consumentenbescherming. Al die aspecten zijn al
eerder voorbijgekomen. Het werkt bovendien ook een oneerlijke markt en
een oneerlijke concurrentiepositie voor Europese en Nederlandse
bedrijven in de hand. Bedrijven die hier actief zijn, moeten zich houden
aan de Europese wetgeving. Het tegengaan van schendingen van wet- en
regelgeving is daarom belangrijk. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt
in de eerste plaats bij de aangewezen toezichthouders. Daar zal ik
dadelijk op terugkomen. Ik ben dan ook blij dat er onder de Digital
Services Act, waar we in deze Kamer eerder en vaker over gesproken
hebben, vanuit het consumententoezicht reeds onderzoeken lopen naar deze
praktijken. Daarnaast heb ik expliciet aandacht voor deze problematiek
gevraagd bij de Europese Commissie, ook naar aanleiding van eerdere
signalen uit de Kamer.
Het lid Krul vroeg specifiek wat wij en de toezichthouders doen om, in
dit geval, Temu zich aan de wet te laten houden. Naar aanleiding van dit
bericht heeft de staatssecretaris Rechtsbescherming navraag gedaan bij
de AP. De AP is bekend met dit bericht en vindt het zeer zorgelijk als
dit inderdaad klopt. Het Europese hoofdkantoor van Temu bevindt zich in
Ierland, zoals u wellicht weet. Daarmee is de Ierse
privacytoezichthouder in eerste instantie aan zet om hiernaar te kijken.
De Autoriteit Persoonsgegevens staat in nauw contact met de Ierse
collega's en heeft mij laten weten dat ze hen hierover actief zal
informeren.
De heer Krul (CDA):
Ik dank de minister voor de uitgebreide beantwoording. Ik raad hem aan
om eens een kijkje te nemen op deze webshop, maar zeker niet op zijn
privé- of werktelefoon, maar via de browser. Daarop zie je advertenties
voor flessenopeners in de vorm van vlindermessen en namaakpistolen. Je
ziet de meest gruwelijke dingen voorbijkomen. Nog even los van het feit
dat dat nutteloze producten zijn: alles aan die advertenties is een red
flag. Er staat vaak bij dat er slechts drie over zijn. Dat is een
leugen. Je ziet een onrealistische adviesprijs, met een hoge korting.
Dat is een leugen. Je ziet een tijdelijke aanbieding. Dat is
waarschijnlijk ook een leugen. En last but not least zie je direct een
gratis advertentie om Klarna of een ander instrument te gebruiken om
later te betalen dan het moment waarop het product wordt
aangeschaft.
Voorzitter. Ik vind het dus heel belangrijk dat we iets doen aan
bewustwording. Hoe gaan we ervoor zorgen dat consumenten beseffen dat ze
troep kopen en dat zij zich bewust worden van de trucs die deze partijen
inzetten om consumenten te verleiden? Moeten we niet een grote campagne
voeren waarmee je mensen er bijvoorbeeld van bewust maakt waar ze online
toestemming voor geven, zoals we dat ook doen met geldzaken en met
consent? Is dat niet een route die de minister kan bewandelen, zo vraag
ik hem.
Minister Beljaarts:
Ja. We zijn daar zeker actief mee bezig. We hebben bijvoorbeeld begin
volgend jaar rondetafelgesprekken met de sector, met toezichthouders en
met consumentenbelangenorganisaties om al die signalen op te halen. De
ACM en de Autoriteit Persoonsgegevens waarschuwen al in campagnes: weet
waarvoor je akkoord geeft. De oplossing ligt natuurlijk ook deels in
Europees verband met de Digital Services Act. Daar loopt een onderzoek.
De Europese Commissie doet al daadwerkelijk onderzoek. Om comfort te
geven aan de heer Krul heb ik net denk ik vanuit het kabinet voor het
eerst een vrij stevige uitspraak gedaan richting consumenten om echt
heel goed na te denken voordat je hier gebruik van maakt. Dat heeft ook
te maken met de zogenaamde dark patterns, waarmee je verleid wordt via
aftelklokjes en dat soort algoritmen. Wij onderschrijven de zorg. Daar
begon ik mijn beantwoording aan het lid Krul ook mee. Ik ben blij dat
hij hier aandacht voor vraagt vanuit de Kamer, want het is een terechte
zorg. Wij onderschrijven die. Samen met mijn collega-bewindslieden
hebben we hier contact over. In sommige eerdere debatten zijn we hier
ook al wat specifieker op ingegaan. Dank voor het signaal. Dat neem ik
van harte mee. Er is opvolging. Er is al heel veel aandacht voor. Ik
hoop met de uitspraak die ik zojuist gedaan heb comfort te geven aan de
Kamer dat dit onze grote aandacht heeft en een grote prioriteit is.
De heer Krul (CDA):
Over die stevige uitspraak van de minister heb ik zo nog een vraag, maar
toch even heel concreet op mijn vorige vraag. Er zijn grote
publiekscampagnes als het gaat om bewustwording, bijvoorbeeld Wijzer in
geldzaken. Dat zijn grote publiekscampagnes die mensen adviseren om
nooit bankgegevens te delen. Ziet de minister een rol voor de
rijksoverheid om zo'n publiekscampagne op poten te zetten als het gaat
om dit soort webshops?
Minister Beljaarts:
Ik wil in ieder geval kijken wat de situatie nu is en wat er al aan
campagnes loopt. Ik zei dat er al campagnes lopen vanuit de ACM en de
Autoriteit Persoonsgegevens. Wat ik uiteraard met plezier kan doen, is
kijken of dat afdoende geacht wordt en of er nog extra actie benodigd is
vanuit de rijksoverheid. Dit zou ik wel willen combineren met de
rondetafels die we begin volgend jaar hebben georganiseerd omdat daar
alle stakeholders bij elkaar komen, niet alleen de
consumentenbelangenorganisaties maar ook de toezichthouders, die al
gedeeltelijke campagnes hebben lopen. Daarmee zou ik het willen
combineren. Dat is al op vrij korte termijn. We kunnen daar dan een
afgewogen oordeel ophalen om, als dat nodig is, daar extra aandacht aan
te besteden.
De heer Krul (CDA):
Ik begrijp wat de minister zegt. Ik denk dat dit steviger kan, maar daar
spreken we dan later over door.
Dan nog even over die oproep. Experts raden aan om de app van Temu niet
meer te gebruiken en om als je iets wilt bestellen, als je het toch niet
kunt laten, dat in ieder geval via de browser te doen. Het klopt dat de
overheid haar eigen personeel adviseert om dit soort apps niet te
installeren. Kan de minister klip-en-klaar de oproep herhalen richting
alle consumenten om dit soort apps niet te gebruiken?
Minister Beljaarts:
Ik heb net wat andere woorden gebruikt. Ik heb de consumenten opgeroepen
om vooral heel goed na te denken alvorens een app als deze te
installeren en daar gebruik van te maken, omdat alles een prijs heeft.
We weten inderdaad dat je met bepaalde verleidingstechnieken onder druk
gezet kan worden et cetera. Uiteraard is het van belang dat iedereen
weet dat een lage prijs ergens betaald wordt en dat Nederlandse
bedrijven die aan Nederlands en Europees recht moeten voldoen, het niet
voor elkaar krijgen om voor zulke lage bedragen de producten aan te
bieden. Ook voor het level playing field is het dus belangrijk om
precies dat level playing field te creëren. Ik heb gezegd: wees je
alsjeblieft goed bewust van waar je akkoord op geeft; niets is voor
niets. Dat onderstrepen we, maar ik heb net wat andere woorden gebruikt
dan de heer Krul.
De heer Krul (CDA):
Dat vinden wij jammer, maar dat is nu eenmaal het antwoord dat de
minister hier geeft.
Temu verkoopt vooral spullen van slechte kwaliteit waar de maatschappij
in principe niets aan heeft en die verre van duurzaam zijn. Tel daarbij
op de onveilige werkomstandigheden, de overconsumptie en de
koopverslaving die Temu bewust in de hand werkt en je hebt een recept
voor ellende. Ik heb daarom de volgende afsluitende vraag, die ik in een
iets lichtere variant bij de behandeling van de DSA ook al een keer
gesteld heb. Wat moet er gebeuren voordat deze minister zegt: dit soort
apps gaan op zwart? Dat kunnen we namelijk nationaal doen. Is er een
grens voor de minister waarop hij zegt: als dat gebeurt, als de
veiligheid in het geding is, dan gaan dit soort apps op zwart?
Minister Beljaarts:
Ja, uiteraard. Als eerste gaan onze toezichthouders daarover, zoals de
ACM. Het is ook niet voor niets dat we bijvoorbeeld de
Productenmeldwijzer hebben gelanceerd. Daar kunnen consumenten producten
die defect, van zeer slechte kwaliteit of onveilig zijn, melden. Die
worden dan doorgeleid naar de juiste toezichthouder. Dus daar gebeurt
heel veel. Het is uiteraard aan de ACM in dit geval om te kijken wat de
grens is als het om onveilige producten gaat. Dat is niet aan mij. Ik
denk dat elke consument zelf kan bedenken wat voor
productieomstandigheden er zijn wat betreft de arbeidsvoorwaarden en dat
soort zaken, als je een flesopener — ik weet niet precies welk voorbeeld
u net gaf — voor eigenlijk een te laag bedrag koopt. Daar hebben we als
consument zelf een verantwoordelijkheid. Dat kunnen wij niet opleggen.
Dat is de markt. We hebben als consument een morele verantwoordelijkheid
om daar goed over na te denken.
De heer Krul (CDA):
Tot slot dan. Ik denk echt dat de ambitie van de regering hierop sterker
kan zijn. Er zijn duizenden fatbikes die op dit soort webshops gekocht
worden in containers tegengehouden, simpelweg omdat ze onveilig zijn.
Dan kunnen we wel dweilen met de kraan open en in containers gaan
zoeken, maar we weten waar het begint, namelijk bij die apps. Is de
minister dat met ons eens? Zou het niet veel efficiënter en effectiever
zijn om de bron aan te pakken en dus veel meer de optie open te houden
om dit soort apps op zwart te zetten, in plaats van dat we alles wat
binnenkomt hier proberen te sorteren en controleren op veiligheid?
Minister Beljaarts:
Nee, dat is een te simplistische weergave van de complexiteit waar we
mee te maken hebben. Het is niet zo makkelijk als dit, maar ik
onderschrijf de zorg van de heer Krul en het heeft onze grootste
aandacht.
De heer Six Dijkstra (NSC):
De minister gaf aan het begin van zijn beantwoording aan: de AIVD heeft
een advies gegeven voor rijksambtenaren om apps uit landen met een
agressief cyberprogramma niet te installeren. Daarna zei hij dat
consumenten zelf een afweging moeten maken. Hebben de consumenten
volgens de minister nu de juiste handvatten om een gewogen keuze te
maken? Zo nee, waar ontbreekt het nog aan? Zo ja, waar kunnen ze die
handvatten vinden?
Minister Beljaarts:
Dat is een terechte vraag. In de beantwoording richting de heer Krul gaf
ik net ook aan dat we vanuit de ACM en de AP ook echt campagnes voeren.
Daar gaan we ook mee door. Ik heb net aan het lid Krul toegezegd dat we
dat in de rondetafelgesprekken ook mee zullen nemen. Daar zullen ook
consumentenbelangenorganisaties bij aanschuiven. We willen daar ook
achterhalen of men het met ons eens is dat er voldoende gedaan wordt. Ik
wil niet zover gaan als een toezegging geven dat we gelijk miljoenen in
campagnes gaan investeren als daaruit komt dat het niet voldoende is. Ik
vind namelijk dat de toezichthouders eerst in de gelegenheid gesteld
moeten worden om die kennis mee te nemen voor een oordeel. Ik denk dat
het signaal helder is. We hebben als rijksoverheid een taak om
consumenten goed te informeren en waar nodig te beschermen. Die taak
nemen we heel serieus.
De heer Kisteman (VVD):
Vrijdag was de Dag van de Ondernemer. Daar hebben wij gehoord dat
ondernemers aan tal van regels moeten voldoen. Mijn vraag aan de
minister is dan ook: hoe gaat hij met sinterklaas en kerst in aantocht
er vandaag nog voor zorgen dat onze Nederlandse ondernemers beschermd
worden tegen oneerlijke concurrentie van bedrijven zoals Temu?
Minister Beljaarts:
Ook dat moeten we zien. Ik onderstreep het belang van de Nederlandse
ondernemers en de Dag van de Ondernemer; dat neemt u gelijk aan. Ook dat
is iets wat we in Europees verband moeten doen. Ik kan nu niet een
quick-and-dirty antwoord geven dat iedereen tevreden zal stellen. Ook
dat moeten we in Europees verband doen. Daarin heeft ook de ACM een
belangrijke zelfstandige rol, waarbij het niet helpt als de minister van
Economische Zaken daar dwars doorheen gaat. Ik respecteer dus de
zelfstandige rol van de Autoriteit Consument & Markt, die hierop
toeziet en die haar werk heel serieus doet. Als daarvandaan ook signalen
naar ons komen dat er sprake is van marktverstoring of iets dergelijks,
ben ik de eerste die daarmee aan de slag gaat.
De voorzitter:
Dank u wel. Tot zover dit onderwerp.
Vragen Saris
Vragen van het lid Saris aan de minister van
Economische Zaken, bij afwezigheid van de staatssecretaris Fiscaliteit
en Belastingdienst, over de uitspraak van de Hoge Raad over de
arbeidskorting voor WIA-gerechtigden.
De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan mevrouw Saris van de fractie van Nieuw
Sociaal Contract voor het stellen van een mondelinge vraag. Het woord is
aan haar.
Mevrouw Saris (NSC):
Goedemiddag, voorzitter. Op 15 november heeft de Hoge Raad geoordeeld
dat de wettelijke bepalingen over de arbeidskorting in strijd zijn met
het discriminatieverbod in mensenrechtenverdragen doordat er verschillen
zijn in de berekening van de arbeidskorting tussen WGA-uitkeringen, die
worden ontvangen via de werkgever, en uitkeringen die rechtstreeks van
het UWV worden ontvangen. De Hoge Raad biedt zelf geen oplossing, maar
verwijst naar de wetgever. Dit leidt weer tot een langere tijd van
onzekerheid. Wat ons betreft onderstreept dit voorbeeld het belang van
een grondwettelijk hof. Dat hoeft namelijk niet te wijzen naar de
wetgever, maar lost dit soort problemen direct op.
Voorzitter. Volgens de cijfers van de minister van SZW ontvangt een
grote groep arbeidsongeschikten een WGA-uitkering. Het betreft dus een
grote groep, die ook nog eens in een kwetsbare situatie zit en die door
deze uitspraak in onzekerheid zit over de gevolgen van deze uitspraak
voor de door hen ontvangen uitkering. Het is daarom van groot belang dat
er snel duidelijkheid komt vanuit de overheid over hoe er
rechtszekerheid gaat worden geboden aan de groep op wie de uitspraak van
toepassing is. Mijn vraag aan de minister is: hoe gaat het kabinet de
gevolgen van deze uitspraak in kaart brengen en op welke termijn kan er
duidelijkheid worden verwacht over op welke manier er rechtszekerheid
gaat worden geboden?
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Beljaarts:
Dank u wel, voorzitter. Dank aan het lid Saris voor de terechte en heel
actuele vraag. Zoals u weet vervang ik zowel de staatssecretaris als de
minister van Financiën, aangezien zij in de Eerste Kamer zijn.
Laat ik inleidend het volgende zeggen. De Hoge Raad heeft zich inderdaad
uitgesproken over de reikwijdte van de arbeidskorting, die bedoeld is om
de arbeidsparticipatie te bevorderen. We bestuderen momenteel het arrest
en brengen de gevolgen hiervan in kaart, ook omdat het zo actueel is. De
Hoge Raad stelt dat er sprake is van schending van het
discriminatieverbod, zoals u ook aangaf. Er is ook sprake van ongelijke
behandeling van gelijke gevallen zonder rechtvaardiging. Vooralsnog
geeft de Hoge Raad de wetgever de mogelijkheid om zelf deze ongelijkheid
op te heffen. In aanloop naar de uitspraak van de Hoge Raad zijn
verschillende richtingen uitgewerkt om de ongelijkheid op te
heffen.
Voorzitter. De betrokken bewindspersonen hebben hier op zeer korte
termijn overleg over. Er is ook een bwo gepland begin december. Het
kabinet ziet het als een urgente zaak, mede natuurlijk omdat de Hoge
Raad een sterk signaal afgeeft dat deze ongelijkheid snel moet worden
weggenomen. Het kabinet zal u hier begin volgend jaar nader over
informeren. Het heeft onze grootste aandacht.
Mevrouw Saris (NSC):
Dank u wel voor uw antwoord. Ik was inderdaad in de veronderstelling dat
de heer Van Oostenbruggen zijn eerste optreden zou hebben in vak K. Dank
voor uw antwoord. Voor Nieuw Sociaal Contract is het belangrijk dat
arbeid wordt beloond. Wees ook eerlijk voor mensen die maximaal werken.
Het is fijn om te horen dat de minister dit op korte termijn voor deze
groep in kaart wil gaan brengen. Toch blijft het voor Nieuw Sociaal
Contract een ernstig signaal dat de Hoge Raad eraan te pas moet komen om
te beoordelen dat de wettelijke bepalingen over de arbeidskorting in
strijd zijn met het discriminatieverbod in mensenrechtenverdragen. Hoe
reflecteert de minister daarop?
Minister Beljaarts:
Dank u wel voor de vraag. Hierin wil ik de betrokken bewindspersonen
niet tekortdoen door hen niet rechtstreeks te laten reageren. Als
mevrouw Saris genoegen neemt met het feit dat het de hoogste urgentie
heeft van het kabinet, dat er begin december een bewindsliedenoverleg
plaatsvindt en dat we hier begin volgend jaar op terugkomen, dan zou ik
dat van harte aanbevelen. Als u op kortere termijn een zienswijze heeft,
kan ik daar een schriftelijke verklaring op toezeggen binnen een
respectabele termijn. Maar dan vraag ik wel de flexibiliteit om het de
bewindspersonen niet op te korte termijn te laten doen, omdat het een
heel recente uitspraak is en omdat deze uitspraak het ook verdient om
heel zorgvuldig afgewogen te worden.
Mevrouw Saris (NSC):
Dank voor uw antwoord. Het lijkt me heel goed dat er namens het kabinet
een brief komt, zodat hier duidelijkheid over komt, want zorgvuldigheid
staat voorop, ook bij Nieuw Sociaal Contract.
Voorzitter. Ik heb nog een vraag aan de minister. Eerder waren UWV en de
Belastingdienst niet heel duidelijk over het feit dat betalingen via de
werkgever tot een hoger netto inkomen zouden leiden. Is dit nu beter in
de communicatie vanuit het UWV en de Belastingdienst? Worden mensen
daarop gewezen?
Minister Beljaarts:
Dat is een hele goede vraag van mevrouw Saris. Ik stel voor dat we de
beantwoording daarvan in dezelfde brief meenemen.
Mevrouw Saris (NSC):
Dan heb ik nog een laatste vraag aan de minister. Dank voor uw reflectie
op de onwenselijkheid. Kunt u ook aangeven welke mogelijkheden van
rechtszekerheid er zijn bij een dergelijke uitspraak? En hoe is er bij
vergelijkbare uitspraken gehandeld in het verleden? Ik kan me
voorstellen dat deze vraag ook zal worden vervat in de brief die naar
ons zal komen.
De voorzitter:
U heeft zelf al een beetje het antwoord gegeven.
Mevrouw Saris (NSC):
Ik dacht: laat ik eens aardig zijn vandaag.
Minister Beljaarts:
Dank voor het aanbod van mevrouw Saris. Ik neem dat graag aan.
Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
De Kamer is even heel aardig geweest richting de heer Beljaarts. Dat is
altijd goed. Ik vind het ook fijn dat we over procedures praten, maar
dit gaat over 11.000 mensen. 11.000 mensen gaan tot €5.500 missen als
dit de verkeerde kant opgaat. Ik heb dan ook maar één echte vraag aan
dit kabinet, aan de heer Beljaarts. Is de heer Beljaarts of is dit
kabinet bereid om ervoor te zorgen dat het de goede kant op gerepareerd
wordt? Dat betekent dat iedereen gewoon de arbeidskorting krijgt die hij
moet krijgen in plaats van dat het de verkeerde kant opgaat en 11.000
mensen dus €5.000 moeten gaan inleveren.
Minister Beljaarts:
Dank voor de vraag. Ik begrijp de zorg, want dit is geen goed nieuws,
zeker niet als het jezelf betreft. Daar loop ik zeker ook niet voor weg.
Wat ik net trachtte aan te geven, is dat de uitspraak redelijk vers is.
Die moet nog verder bestudeerd worden. Het kabinet en de betroffen
bewindspersonen hebben meerdere mogelijke toepassingen op dit verhaal.
Het is niet aan mij om daarop vooruit te lopen, omdat de afstemming
eerst interdepartementaal moet plaatsvinden. Er komt nog een
bewindsliedenoverleg en ook komt er nog een reactie naar de Kamer.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik doe een oproep aan het kabinet om in ieder geval rechtsherstel toe te
passen, dus om echt gevolg te geven aan deze uitspraak. We moeten ervoor
zorgen dat het niet "glas, plas, was" wordt. Ik heb een vraag aan de
minister, hoewel ik snap dat hij hier als vervanger staat. Vorige week
hadden we nog een uitgebreid debat met de minister van Financiën, toen
in de functie van staatssecretaris. Hij stond te pochen en zei: kijk
eens hoe hoog die arbeidskorting is; dit was zonder mijn aanwezigheid
niet denkbaar, want er ligt een relatie tussen mijn aanwezigheid in de
Haagse politiek en de hoogte van de arbeidskorting! Wat was hij er trots
op. Inmiddels is die meer dan €5.500 max. De kernoorzaak is precies dat
het verschil tussen het wel of niet arbeidskorting genieten gigantisch
groot is geworden. Moet de conclusie niet gewoon zijn dat de
arbeidskorting fors lager moet bij de vereenvoudiging van het
belastingstelsel die het kabinet voorstaat? Het moet gewoon niet zo veel
uitmaken of je wel of geen recht hebt op arbeidskorting.
Minister Beljaarts:
Dank u wel. Ik neem het signaal ter harte en ik neem het mee. Daar
zullen we in de schriftelijke reactie op terugkomen.
De heer Vijlbrief (D66):
Ik heb er bijzonder veel begrip voor dat de minister hier staat als
vervanger van twee andere bewindslieden, maar het is toch een beetje
onbevredigend dat we het vragenuur nu eindigen met processen. Ik ga het
nog een keer proberen. Het kabinet kan kiezen. Het kabinet kan iedereen
arbeidskorting geven of niemand. Dat is gelijk. Mevrouw Patijn heeft
daar een helder oordeel over. Ik vraag aan de minister of hij zou kunnen
ingaan op het dilemma dat hier ligt. Welke afweging ligt hieronder? Als
ik nu weer als antwoord krijg dat dat in de brief terugkomt, dan begrijp
ik dat wel. De minister is echter ook lid van het kabinet en het kabinet
spreekt met één stem — nou, dit kabinet eigenlijk niet, maar dat hoort
het wel te doen — dus ik zou van hem willen horen hoe hij daartegen
aankijkt.
Minister Beljaarts:
Dank, voorzitter, voor de vraag van de heer Vijlbrief. Het moge
duidelijk zijn dat er morele en financiële afwegingen zijn. Daarin
hebben we een keuze te maken. In aanloop naar de uitspraak zijn al
bepaalde scenario's uitgewerkt, dus ik denk dat redelijk in beeld is wat
de effecten zouden kunnen zijn, als de uitspraak links- of rechtsom was
uitgevallen. Er is echter wel een zorgvuldige afweging nodig. Dat bedoel
ik echt niet procesmatig, procedureel of om me er gemakkelijk vanaf te
maken, maar het betreft meerdere departementen en bewindspersonen en ook
zijn er financiële implicaties in een tijd waarin we geen budgetten over
hebben. Dat maakt het té complex om hier nu een bevredigend antwoord aan
de heer Vijlbrief te geven.
De heer Vijlbrief (D66):
Laat ik mijn vervolgvraag er dan maar aan opofferen. Misschien is het
toch verstandig als minister Beljaarts aan minister Van Hijum zou kunnen
meegeven dat wij hier volgende week tijdens de begrotingsbehandeling wel
een punt van zullen maken. Ik denk dat dit ook geldt voor mijn collega's
die sociale zaken doen. We willen namelijk volgende week toch wel een
eerste indicatie krijgen van in ieder geval de afwegingen die er liggen.
Dat zou ik minister Beljaarts nog mee willen geven.
De voorzitter:
Prima.
Minister Beljaarts:
Ja, dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Tot zover dit onderwerp. Hartelijk dank aan de minister voor zijn
aanwezigheid hier.
Vragen Van der Plas
Vragen van het lid Van der Plas aan de staatssecretaris
Herstel Groningen, bij afwezigheid van de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, over het bericht "Woo leidt tot
toename van intimidatie en bedreiging".
De voorzitter:
Ik heet van harte welkom de staatssecretaris Herstel Groningen. Fijn dat
u bij ons bent. Ik geef graag het woord aan mevrouw Van der Plas van de
fractie van BBB voor het stellen van een mondelinge vraag. Het woord is
aan haar.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil even beginnen met een punt van orde. Dat
punt van orde is aan de voorzitter gericht. Wij hebben een vraag gesteld
aan de minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Uitermark. De vraag waar
het hier over gaat, is haar dossier. Mevrouw Uitermark is niet in het
land. Ik heb begrepen dat ze op een dienstreis is naar Brussel, terwijl
het gangbaar is dat bewindspersonen zich beschikbaar houden voor het
vragenuur op dinsdag tussen 14.00 uur en 15.00 uur. Er wordt
uitdrukkelijk aan hen verzocht om dan geen afspraken buiten de deur te
maken, omdat dit het moment is waarop zij verantwoording afleggen aan
ons parlement, aan de Tweede Kamer.
Ik vind het heel vreemd, en dan druk ik mij heel zacht uit, dat de
minister op dienstreis is naar Brussel. Mijn vraag aan u, voorzitter, is
of dat klopt. Waarom is deze dienstreis belangrijker dan het
beantwoorden van vragen van de Tweede Kamer, waaraan zij verantwoording
heeft af te leggen? Ik zeg erbij dat ik het natuurlijk zeer waardeer dat
de staatssecretaris Herstel Groningen — moet u nagaan: Herstel
Groningen, dus het is niet zijn dossier — in ieder geval bereid is
geweest om naar de Kamer te komen.
De voorzitter:
In het Blauwe Boek — dat zijn de regelingen met betrekking tot
bewindspersonen — staat inderdaad: gij zult dinsdag beschikbaar zijn.
Maar daar worden ook een aantal ontbindende redenen gegeven waarom een
bewindspersoon elders kan zijn: een bezoek aan de Koning, verplichtingen
in de Eerste Kamer, maar bijvoorbeeld ook onvermijdelijke buitenlandse
bezoeken. De minister van Binnenlandse Zaken verkeert in Brussel. Het is
niet zozeer een dienstreis, zoals u zei, maar zij is aanwezig bij de
Raad Algemene Zaken. Dat is een onvermijdelijke buitenlandse
verplichting, dus ik heb er vrede mee dat mevrouw Uitermark, onze
minister van BZK, er niet is en vervangen wordt door de
staatssecretaris.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Oké, dat is dan duidelijk. Ik wil daarbij wel opmerken dat het vaker
voorkomt dat ministers of staatssecretarissen aan wie de vraag gesteld
wordt, niet aanwezig zijn. Ik snap dat er in een Europese Raad, een
Europese agenda, geen rekening wordt gehouden met de agenda van Den
Haag. Dat begrijp ik helemaal. Maar ik zou de voorzitter wel willen
vragen om nog een keer uitdrukkelijk bij bewindspersonen aan te geven
dat ze zich toch wel beschikbaar moeten houden voor de Kamer tijdens het
vragenuur, tenzij er echt andere hele belangrijke zaken zijn, zoals u
die voorstelt. Want nogmaals, het komt vaker voor. Maar dank u wel voor
uw uitleg.
De voorzitter:
Om even antwoord te geven: ik doe dat al, want ik doe intakegesprekken
met alle nieuwe bewindspersonen. Die komen allemaal bij mij op de
voorzittersvleugel en dan nemen we even de zaken door. Ze krijgen ook
nog een cadeautje ter kennismaking. En dan meld ik ze precies wat ik u
net meldde, namelijk: gij zult aanwezig zijn, met een aantal
uitzonderingen. Dus het gebeurt al en over het algemeen gaat het goed.
Had u verder nog vragen vandaag?
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nou, ik heb nog een aantal vragen voor de staatssecretaris Herstel
Groningen, maar die gaan niet over Groningen. Nogmaals, zeer veel
waardering dat de staatssecretaris hier is, als onderdeel van het
ministerie van Binnenlandse Zaken.
Voorzitter. Uit een enquête van de boerenorganisaties, LTO, de
producentenorganisatie veehouderij en Vee & Logistiek blijkt dat
boeren en andere ondernemers in de veehouderij hebben meegemaakt dat de
overheid woonadressen en andere persoonsgegevens publiceerde. Bij
Woo-verzoeken blijkt dat persoonlijke informatie van boeren,
veehandelaren en veetransporteurs onvoldoende is beschermd tegen
openbaarmaking. Het is niet voor het eerst dat heel veel boeren en hun
gezinnen aangeven dat zij een toename ondervinden van laster,
intimidatie, bedreigingen en erger, nadat gegevens bekendgemaakt zijn.
Hoe kan het dat persoonsgegevens worden gepubliceerd, vraag ik de
staatssecretaris. Wat vindt het kabinet hiervan? Laat ik benadrukken dat
de Wet open overheid een goed middel is voor mensen in Nederland om
informatie op te vragen waar de overheid over beschikt, maar voor boeren
zijn het vaak gegevens over de locatie en de oppervlakte van een
boerderij. Omdat boerengezinnen meestal op het eigen bedrijf wonen,
betreft het informatie die direct ingrijpt in de persoonlijke
levenssfeer. Iedereen kan dus met één druk op de knop zien waar een
veehouder of veehandelaar woont en hoeveel dieren diegene heeft, naar
aanleiding van zo'n Woo-verzoek. Elke Nederlander, inclusief
boerengezinnen, heeft het recht op bescherming van de persoonlijke
levenssfeer. De verhalen die wij horen, zijn hartverscheurend. We horen
over boeren die bedreigd en geïntimideerd worden, die mensen op hun erf
krijgen, bij wie borden opgehangen worden met "moordenaar", of van wie
de kinderen geïntimideerd worden. Ook bij PAS-melders, die in de knel
zijn gekomen door een falende overheid, gebeurt dit. Nu is het weer de
overheid die ze in de problemen brengt. Ziet de staatssecretaris dat ook
zo?
In artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens staat
dat iedereen recht heeft op respect voor het gezinsleven en het
privéleven. Maar boeren lijken vogelvrij. Iedereen heeft recht op
privacy en respect voor het gezinsleven, behalve de boer. Ik mag
ongevraagd niet eens in onze eigen BBB-ledenadministratie kijken, maar
het hele hebben en houden van boeren mag wel met iedereen worden
gedeeld. Wat vindt de staatssecretaris hiervan?
Hoe is het mogelijk dat een wet die bedoeld is om transparantie te
bevorderen — dat is een groot goed, benadruk ik nog maar een keer — zo'n
gevaarlijke bijwerking heeft? Is dit goed bestuur, vraag ik de
staatssecretaris en indirect ook de minister, die juist van een partij
is die goed bestuur op het voorhoofd heeft geschreven, wat ook een hele
goede zaak is. Hoe gaat het kabinet de persoonlijke levenssfeer van
boeren en al die andere Nederlandse ondernemers beschermen?
Voorzitter, tot slot. Kan de Woo, de Wet open overheid, worden aangepast
om te voorkomen dat persoonsgegevens van boeren en anderen die risico
lopen, zomaar op straat komen te liggen? Is anonimiseren niet het minste
wat we kunnen doen om deze mensen te beschermen? Waarom heeft het
kabinet, ondanks de jarenlange waarschuwingen, hier nog steeds geen werk
van gemaakt?
Voorzitter. De angst onder boeren is reëel en het speelt al heel erg
lang. Ik roep het kabinet op om nu eindelijk de daad bij het woord te
voegen en maatregelen te nemen, want ook onze boeren verdienen
bescherming. Hoe staat de staatssecretaris daarin?
Dank u wel.
De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Marum:
Moet ik nog wat indrukken?
De voorzitter:
U hoeft niets in te drukken. Dat doen wij voor u.
Staatssecretaris Van Marum:
Heel fijn, dank u wel.
Dank u wel, mevrouw Van der Plas, voor deze vragen. Laat ik beginnen met
te benadrukken dat ik het onwenselijk vind dat boeren en anderen in de
landbouwsector in toenemende mate te maken hebben met intimidatie en
bedreiging. Openbaarheid van overheidsinformatie is een groot goed, maar
tegelijkertijd hebben wij ook de zorgplicht om mensen te beschermen
tegen uitwassen als intimidatie en bedreiging. In de Wet open overheid
is een EU-richtlijn en het Verdrag van Aarhus over milieu-informatie
geïmplementeerd. Deze richtlijn gaat uit van zo veel mogelijk
transparantie. Dit maakt dat eventuele uitzonderingsgronden van de Woo
om een verzoek tot informatie te weigeren, beperkt moeten worden
uitgelegd, waardoor dit soort verzoeken dus vaker in het voordeel van de
openbaarheid vallen. Tegelijkertijd mag het natuurlijk nooit zo zijn dat
openbaar gemaakte overheidsinformatie wordt misbruikt voor intimidatie
en bedreiging. We zullen daarom bezien hoe we deze negatieve
neveneffecten kunnen mitigeren. Daarvoor gaan we ook in gesprek met de
sector om te horen wat er precies aan de hand is en wat we daar mogelijk
aan kunnen doen.
De voorzitter:
U heeft nog dertien seconden, mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dan zou ik het volgende aan de staatssecretaris willen vragen. Dank dat
u afstand neemt van dit soort verschrikkelijke praktijken. Wat kunnen
wij in Europa doen om de richtlijn zodanig te krijgen dat dit soort
effecten niet meer optreden? De staatssecretaris geeft aan dat hij dat
wil gaan doen, maar mijn vraag is hoe we dat gaan doen. Als daar nu geen
antwoord op gegeven kan worden, dan wil ik daar graag een brief
over.
Staatssecretaris Van Marum:
Dank u wel voor deze vervolgvraag. Een van de toezeggingen die ik kan
doen, is dat wij bij omliggende landen gaan kijken hoe zij hiermee
omgaan en of wij daar een voorbeeld aan zouden kunnen nemen. Daarnaast
wordt eind 2025 de wetsevaluatie van de Woo opgestart, waarbij zo nodig
ook nog gekeken kan worden hoe dit punt zich daartoe verhoudt. In de
eerste helft van 2025 zullen wij hier met een brief op terugkomen.
De voorzitter:
Een vervolgvraag van mevrouw Bromet.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Ja, namens GroenLinks-PvdA. Transparantie is ontzettend belangrijk. Wij
staan daar dus ook voor. Excessen, bijvoorbeeld intimidatie, horen niet
plaats te vinden. Stel dat je die dingen tegen elkaar af moet wegen. Ga
je dan minder transparant zijn om die excessen niet aan te hoeven
pakken? Hoe kijkt de staatssecretaris daarnaar? En hoe kijkt hij naar de
eenmanszaken die ook gewoon gevestigd zijn op huisadressen, waar
misschien ook wel misstanden plaatsvinden? Kan de staatssecretaris
hiervan meer duiding geven binnen dit hele veld?
Staatssecretaris Van Marum:
Dank u wel voor de vraag, mevrouw Bromet. In algemene zin is
openbaarheid van zaken gewoon heel erg belangrijk. Daar hebben we die
wet ook voor ingesteld. Maar als er ongewenste bijeffecten zijn, als
mensen geïntimideerd of bedreigd worden, moeten we kijken hoe we dat
kunnen mitigeren en hoe we daar een oplossing voor kunnen vinden. Dat
betekent niet dat je minder transparant hoeft te zijn, maar je kunt wel
kijken hoe je de mensen die het betreft, kunt beschermen. We moeten bij
de evaluatie van de Woo kijken of er middelen voor zijn en of daar een
richting in gevonden kan worden, of dat er op een andere manier
bescherming kan worden geboden. Dat lijkt mij de aangewezen weg.
Het is een zeer serieus probleem. We moeten namelijk ook zorgen voor de
veiligheid van burgers, of dat nou boeren of ondernemers zijn. We moeten
ook zorgen dat er openheid van zaken gegeven kan worden. Maar dat mag
niet leiden tot gevaar voor mensen op eigen erf.
De heer Buijsse (VVD):
Ik kan de oproep van mevrouw Van der Plas alleen maar onderschrijven.
Ook ik ken boeren die te maken hebben gehad met bedreigingen als gevolg
van de Wet open overheid. Ik kan de aanpak alleen maar onderschrijven,
waarvoor dank. Ik zou een pleidooi willen houden voor gemeentes,
plattelandsgemeentes, kleinere gemeentes, die ook te maken hebben met de
uitvoering van de Wet open overheid. We zien namelijk een stortvloed van
verzoeken. We zien ook dat deze gemeentes met hun capaciteit niet in
staat zijn om deze verzoeken adequaat te behandelen. Ik zou er dus toe
willen oproepen om hier rekening mee te houden bij de wetsevaluatie. Ik
zou u de vraag willen stellen of u in de brief — u verwees daarnaar —
duidelijk kunt maken hoe het onderzoek en de evaluatie zijn afgebakend.
Het verzoek is dus om kleine gemeentes daar ook bij te betrekken.
Staatssecretaris Van Marum:
Ik zal deze vraag ook doorgeleiden naar de minister.
De heer Deen (PVV):
De staatssecretaris geeft aan dat hij met de sector, in dit geval de
boerensector, in gesprek wil gaan. Omdat het probleem ook speelt in
andere sectoren, wil ik vragen of hij bereid is het wat breder te
trekken.
Staatssecretaris Van Marum:
Die toezegging kan ik wel doen.
De voorzitter:
Tot zover het vragenuurtje.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik had nog een interruptie.
De voorzitter:
Dan moet u wel bij de interruptiemicrofoon gaan staan, want anders weet
ik niet dat u nog meer noten op uw zang heeft.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Het fijne van deze staatssecretaris is dat hij altijd kort en puntig
formuleert, zoals de voorzitter dat graag ziet. Daar moet ik nog een
beetje aan wennen, want soms zijn de verhalen ellenlang. Daar doe ik
zelf heel hard aan mee, moet ik zeggen.
Voorzitter. Ik wil de staatssecretaris bedanken voor zijn inzet hierop.
Ook wil ik het kabinet toch nog iets meegeven. Bedreiging en intimidatie
zijn gewoon strafbare feiten die worden gepleegd. Misschien kan de
staatssecretaris met de minister van LVVN nog even bespreken dat boeren
er meer op gewezen moeten worden dat hier aangifte van gedaan moet
worden. Ik heb altijd geleerd: als je het niet meldt, bestaat het niet.
Misschien zou de staatssecretaris met de minister toch eens kunnen
kijken of ze boeren en de sector erop kunnen wijzen dat ze dit soort
intimidatie en bedreigingen kunnen melden bij de politie of bij de
wijkagent.
Staatssecretaris Van Marum:
Zoals gezegd hebben wij aangegeven dat wij met de sector in gesprek
gaan. Dit kan daarbij onderwerp van gesprek zijn.
De voorzitter:
De antwoorden worden niet veel langer, denk ik.
Dank aan de staatssecretaris voor zijn korte en puntige aanwezigheid. Ik
schors tot 15.00 uur; dan gaan we stemmen en beëdigen.
De vergadering wordt van 14.40 uur tot 15.02 uur geschorst.