Beëdiging van het de heer R.J. Dekker (FVD) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D44996, datum: 2024-11-19, bijgewerkt: 2024-11-20 08:52, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-19 15:00: Beëdiging van het de heer R.J. Dekker (FVD) (Beëdiging), TK
Preview document (🔗 origineel)
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat de heer Van Oostenbruggen geen lid meer is
van de Tweede Kamer als gevolg van zijn benoeming tot
staatssecretaris.
Voorts deel ik mede dat de heer Van Houwelingen mij heeft bericht dat
hij met ingang van 19 november 2024 ontslag neemt als lid van de Tweede
Kamer. Zijn opvolger zullen wij straks beëdigen. De heer Van Houwelingen
heeft afgezien van een afscheid in deze zaal.
Beëdiging de heer Dekker
Beëdiging de heer Dekker
Aan de orde is de beëdiging van de heer R.J. Dekker
(FVD).
De voorzitter:
Dan is nu aan de orde de beëdiging van een nieuwe collega. Ik geef het
woord aan de heer Ellian tot het uitbrengen van verslag namens de
commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven. Het woord is aan
hem.
De heer Ellian (voorzitter van de commissie):
Dank, voorzitter. De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven
heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer R.J. Dekker
te Amsterdam. De commissie is tot de conclusie gekomen dat de heer R.J.
Dekker te Amsterdam terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor om hem toe
te laten als lid van de Kamer. Daartoe dient hij wel eerst de eden zoals
die zijn voorgeschreven bij de Wet beëdiging ministers en leden
Staten-Generaal van 27 februari 1992, Staatsblad nr. 120, af te
leggen.
De commissie verzoekt u tot slot om de Kamer voor te stellen het
volledige rapport in de Handelingen op te nemen.
De voorzitter:
Ik dank de commissie voor haar verslag en stel voor dienovereenkomstig
te besluiten.
Daartoe wordt besloten.
(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)
De voorzitter:
Ik verzoek de leden en de overige aanwezigen in de zaal en op de
publieke tribune, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan. De heer
Dekker is in het gebouw der Kamer aanwezig om de voorgeschreven eden af
te leggen.
Ik verzoek de Griffier hem binnen te leiden.
(De heer Dekker wordt binnengeleid door de Griffier.)
De voorzitter:
Welkom. De door u af te leggen eden luiden als volgt:
"Ik zweer dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd,
rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook,
enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks
noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal
aannemen.
Ik zweer trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan
de Grondwet.
Ik zweer dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal
vervullen."
De heer Dekker (FVD):
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
De voorzitter:
Heel goed. Ik wens u van harte geluk met uw lidmaatschap van deze
Kamer.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.