Tweeminutendebat Sancties (CD 9/10) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D44998, datum: 2024-11-19, bijgewerkt: 2024-11-20 08:53, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-19 16:50: Tweeminutendebat Sancties (CD 9/10) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Sancties
Sancties
Aan de orde is het tweeminutendebat Sancties (CD d.d.
09/10).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Sancties. Het commissiedebat vond
plaats op 9 oktober jongstleden. Een hartelijk woord van welkom aan de
minister van Buitenlandse Zaken. We hebben vijf sprekers van de zijde
van de Kamer. De eerste is de heer Paternotte van de fractie van D66.
Het woord is aan hem.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Tweeënhalf jaar geleden heeft deze Kamer een uitgebreid
debat gevoerd over sancties. Dat leidde ertoe dat er geïnvesteerd werd
in een groep mensen bij Buitenlandse Zaken die aan de slag ging om het
sanctiebeleid te verbeteren en om ervoor te zorgen dat Nederland
effectiever zou worden. Door het debat dat we hebben gevoerd met deze
minister weten we dat daar heel hard gewerkt wordt, maar dat het ook een
kat-en-muisspel is, waarin je continu op zoek moet gaan naar nieuwe
manieren om sancties af te dwingen en om ervoor te zorgen dat ze
effectief zijn in het bijdragen aan de bescherming van vrijheid en
democratie.
Aangezien het Europees Parlement afgelopen week een resolutie heeft
aangenomen over de Russische schaduwvloot, zou ik de minister willen
vragen welke mogelijkheden dit volgens hem biedt. Wat is zijn reactie
daarop en wat kunnen we als Nederland extra doen om die schaduwvloot aan
te pakken, inclusief het individueel sanctioneren van schepen?
Voorzitter. Ik heb ook nog een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederlandse en Europese bedrijven indirect bijdragen
aan de Russische oorlogskas;
overwegende dat het verboden is om Russisch vloeibaar gas door te voeren
via Europese havens, maar dat dergelijk onderhoud aan de schepen een
grijs gebied is;
verzoekt de regering er in Europees verband voor te pleiten alle
diensten te sanctioneren die bijdragen aan economische activiteiten van
Rusland die gesanctioneerd zijn, zoals het doorvoeren van vloeibaar
gas;
verzoekt de regering tevens om, tot deze diensten gesanctioneerd zijn,
binnen Nederland het bieden van dergelijke diensten zo veel als mogelijk
te ontmoedigen en alle beschikbare instrumentaria hiervoor in te
zetten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Van der
Burg.
Zij krijgt nr. 90 (36410-V).
De heer Boswijk van het CDA.
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Dank aan de minister voor het debat dat we
pasgeleden hebben gevoerd over het sanctiebeleid. Dank ook voor de
beantwoording van de schriftelijke vragen over de Russische
schaduwvloot. Twee tot drie tankers varen per dag met olie langs de
Nederlandse kust. Die onttrekken zich aan de sancties die door het
Westen zijn opgelegd. Wat het CDA betreft wordt de lijst met individuele
schepen die gesanctioneerd worden, zo snel mogelijk uitgebreid,
bijvoorbeeld met de schepen die bekend zijn bij de Kyiv School of
Economics en die ook zijn geïdentificeerd. Daarnaast zou het
prijsplafond, dat nu nog op 60 dollar per vat voor Russische olie staat,
flink omlaag moeten. Graag een reactie van de minister. Is hij bereid om
deze twee aanpassingen in het sanctieregime door te voeren en om
daarvoor te pleiten?
In het debat heeft de minister ook de toezegging gedaan dat het in de
toekomst niet meer mogelijk gaat zijn dat een bedrijf enerzijds geld
verdient in Rusland en parallel daaraan subsidies aanvraagt om aan
wederopbouwprojecten in Oekraïne deel te nemen. Ik ben benieuwd hoe de
minister hier concreet uitvoering aan gaat geven.
Tot slot. Het is onverteerbaar dat westerse dual-usegoederen nog steeds
hun weg vinden naar de Russische oorlogsindustrie, zoals westerse chips
die in Russische raketten worden gebruikt. De fabrikanten van die chips
zeggen dat ze er niets aan kunnen doen. Ze zeggen dat ze niet de hele
keten kunnen controleren, maar alleen hun eigen directe distributeurs.
Ze beweren geen inzicht te hebben in wat er daarna met de producten
gebeurt. Dat is wat het CDA betreft echt te gemakzuchtig. Klopt het dat
in de Russische exportdata eenvoudig te zien is welke bedrijven
betrokken zijn bij de export naar Rusland? En is de minister bereid om
te onderzoeken hoe chipproducenten gedwongen kunnen worden om hun
compliance uit te breiden, net als de banken eerder hebben moeten doen
naar aanleiding van 9/11?
De voorzitter:
Dan is het woord aan mevrouw Dobbe van de SP.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter. Sancties zijn een belangrijk middel om
diplomatieke druk uit te oefenen, zodat het niet altijd via wapens,
juist niet via wapens hoeft. Capaciteit voor de handhaving van sancties
is belangrijk, zodat zij als zij worden opgelegd, ook goed worden
nageleefd. Daarom de volgende moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de minister aangeeft dat momenteel ruim 7 fte bij het
ministerie werkzaam is die zich op zowel wetgeving als naleving
richt;
constaterende dat de Nationaal Coördinator Sanctienaleving en Handhaving
in 2022 heeft aanbevolen 4 tot 5 fte aan te nemen die zich specifiek op
naleving richt, in aanvulling op het team dat zich met wetgeving
bezighoudt;
overwegende dat sinds de nationaal coördinator in 2022 zijn
aanbevelingen publiceerde de noodzaak voor handhaving eerder is
toegenomen dan afgenomen;
verzoekt de regering 5 fte vrij te maken voor specifiek het handhaven op
de naleving van sancties,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dobbe.
Zij krijgt nr. 91 (36410-V).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Unie inmiddels veertien sanctiepakketten
tegen Rusland heeft ingesteld vanwege de illegale Russische inval in
Oekraïne;
constaterende dat, ondanks deze veertien sanctiepakketten, veel goederen
en diensten buiten de sanctiemaatregelen vallen;
overwegende dat druk op Rusland moet worden opgebouwd om
onderhandelingen aan te gaan, het geweld te beëindigen en de Oekraïense
onderhandelingspositie te versterken;
verzoekt de regering het voortouw te nemen om in Europees verband tot
een nieuw en aanvullend sanctiepakket te komen waarin de
sanctiemaatregelen worden verbreed en verdiept,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dobbe.
Zij krijgt nr. 92 (36410-V).
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Kahraman van Nieuw Sociaal Contract.
De heer Kahraman (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Vaak treffen sancties vooral de bevolking van
een land, terwijl de machthebbers in autoritaire regimes er minder last
van lijken te hebben. Hoewel humanitaire hulp is uitgezonderd van
sancties horen wij van ngo's dat landen toch getroffen worden omdat de
levering van onderdelen voor bijvoorbeeld water- of
elektriciteitsvoorzieningen toch niet plaatsvindt uit angst voor het
mogelijk overtreden van de sancties. Dit probleem doet zich momenteel
voor in Syrië. Dit raakt direct de bevolking. Ik wil de minister dan ook
verzoeken om op Europees niveau te onderzoeken hoe we dit in de toekomst
kunnen voorkomen. Sancties moeten nooit de eerste levensbehoefte van
burgers in een land raken.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Van der Burg,
VVD.
De heer Van der Burg (VVD):
Ik heb twee moties, voorzitter.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat sanctiewetgeving en lijsten met gesanctioneerde
personen en goederen regelmatig worden aangepast en uitgebreid;
overwegende dat deze voortdurend veranderende regelgeving bedrijven voor
aanzienlijke uitdagingen stelt bij het naleven van sancties;
overwegende dat bedrijven moeite hebben om te achterhalen of producten
via hun afnemers mogelijk alsnog in gesanctioneerde landen terechtkomen,
hetgeen tot veel vragen leidt;
verzoekt de regering een structureel samenwerkingsplatform op te richten
waarin betrokken ministeries, grote bedrijven uit diverse sectoren en
vertegenwoordigers van het midden- en kleinbedrijf samenwerken om best
practices en praktische oplossingen voor naleving van sancties te delen,
gezamenlijke inzichten te bevorderen en aanpassingen in het
sanctiestelsel te identificeren om naleving efficiënter, effectiever en
uitvoerbaarder te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Burg, Boswijk en
Paternotte.
Zij krijgt nr. 93 (36410-V).
De heer Van der Burg (VVD):
Ik werd er terecht op gecorrigeerd dat ik de medeondertekenaars van deze
motie niet noemde, voorzitter. Deze motie is meeondertekend door de
heren Boswijk en Paternotte.
De voorzitter:
Waar zouden wij zijn zonder onze Kamerbewaarders?
De heer Van der Burg (VVD):
Nergens, voorzitter, nergens. De tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het plaatsen van individuen op de sanctielijst een
langdurig en complex proces is;
constaterende dat in de Verenigde Staten sancties sneller en doelmatiger
opgelegd kunnen worden door gebruik te maken van inlichtingen van
veiligheidsdiensten;
overwegende dat het gebruik van inlichtingen kan bijdragen aan
gerichtere en effectievere sancties;
verzoekt de regering om te onderzoeken op welke wijze inlichtingen van
veiligheidsdiensten kunnen worden ingezet om sancties sneller en
nauwkeuriger op te leggen aan individuen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Burg, Boswijk,
Paternotte en Piri.
Zij krijgt nr. 94 (36410-V).
Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors tien minuten en dan gaan we luisteren naar de minister.
De vergadering wordt van 16.56 uur tot 17.06 uur geschorst.
De voorzitter:
Er zijn slechts vijf moties en een enkele vraag, dus ik denk dat we er
zo doorheen komen. Meneer de minister.
Minister Veldkamp:
Hartelijk dank, voorzitter. Het is alweer een tijd geleden dat het
commissiedebat hierover plaatsvond, namelijk op 9 oktober. Ik loop eerst
de moties langs en dan beantwoord ik de vragen.
De motie op stuk nr. 90 is van de heer Paternotte en gaat over het
verlenen van bepaalde diensten. Ik onderschrijf de doelstelling om de
Russische oorlogskas zo effectief mogelijk te raken. Vrijwel alle vormen
van dienstverlening zijn al verboden. Het kabinet ontmoedigt dergelijke
dienstverlening. Ik kan de motie oordeel Kamer geven.
De motie op stuk nr. 91 is van mevrouw Dobbe van de SP. Daarin wordt de
regering verzocht om 5 fte vrij te maken voor het specifiek handhaven op
het naleven van sancties. Deze motie moet ik helaas ontraden, want
Buitenlandse Zaken speelt geen eigen rol wat betreft die handhaving.
Buitenlandse Zaken bevordert die wel, maar het zijn andere organisaties
en instituties die zich bezighouden met de handhaving, zoals de FIOD en
de Douane. We zijn wel van plan om begin komend jaar een
nalevingsconferentie te organiseren, maar handhaving als specifiek
onderdeel daarvan is geen reguliere taak voor het ministerie van
Buitenlandse Zaken.
Mevrouw Dobbe (SP):
En als ik de tekst zou veranderen in "zorgen dat er 5 fte wordt
vrijgemaakt voor handhaving", zou de minister 'm dan kunnen steunen?
Minister Veldkamp:
Dat kan ik niet. Dan moet ik volgens de nieuwe classificatie zeggen
"ontijdig", want daar gaan dan andere bewindslieden over. Die instanties
vallen namelijk niet onder mijn portefeuille.
De voorzitter:
U bent echt een snelle leerling. Dat is belangrijk voor uw kerstrapport.
Een vraag van de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Als het ontijdig is, denk ik altijd: waar wachten we dan precies op wat
het ontijdig maakt?
Minister Veldkamp:
Ik heb begrepen uit de uitleg die de Kamervoorzitter heeft gestuurd naar
de bewindslieden over het nieuwe beoordelingskader van moties, dat dit
ook kan betekenen dat het door anderen moet worden beoordeeld. Daar
hoort dan de appreciatie "ontijdig" bij, dus ik gebruik die hier graag.
Ik weet niet of ik de eerste ben die dit …
De voorzitter:
Nou, u kunt 'm op uw conduitestaat bijschrijven. Absoluut.
Minister Veldkamp:
Oké, dan heb ik vandaag toch parlementaire geschiedenis geschreven.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 91 blijft ontraden, stel ik even vast.
Minister Veldkamp:
Ja.
De voorzitter:
Dan de motie op stuk nr. 92.
Minister Veldkamp:
De motie op stuk nr. 92 is van mevrouw Dobbe en gaat over een aanvullend
sanctiepakket en de verbreding daarvan. We werken momenteel aan het
vijftiende sanctiepakket. Daar heb ik me gisteren in de Raad
Buitenlandse Zaken in Brussel nog sterk voor ingezet. Ik ben het met
mevrouw Dobbe eens dat er een stevig pakket moet komen. Daar werken we
hard aan. Nederland heeft daarbij een grote inbreng. Ik probeer in ieder
geval te zorgen dat er ten minste een deel van dat vijftiende
sanctiepakket nog voor de kerst kan worden afgerond. Ik geef deze motie
graag oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 93 van de heer Van der Burg over een structureel
samenwerkingsplatform geef ik graag oordeel Kamer, met de volgende
uitleg. We brengen nu al handhavers en bedrijfsleven bij elkaar. Er komt
in januari een sanctieconferentie. U krijgt daar nog een brief over. Ik
zie deze motie wat dat betreft als een aanmoediging. Ik ben niet van
plan nieuwe instituties te gaan oprichten. Ik ben wel van plan om mensen
bij elkaar te brengen, inclusief bedrijfsleven. We willen die ook graag
betrekken bij de vormgeving van de nieuwe sanctiewet. Dus de motie op
stuk nr. 93 krijgt oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 94 van de heer Van der Burg en anderen gaat over
het betrekken van inlichtingendiensten. De samenwerking met de
inlichtingendiensten is hierover recent geïntensiveerd. Er zijn
raakvlakken. Binnen bestaande kaders wil ik die wat hun werk betreft tot
het uiterste benutten, bijvoorbeeld als het gaat over naleving of
maatregelen om omzeiling tegen te gaan. Uiteraard hebben de diensten hun
eigen werkwijze en rapportagekanalen. Dat houden we langs die lijnen,
maar het betrekken van deze inlichtingendiensten zie ik positief
tegemoet. Daarom: oordeel Kamer.
Voorzitter. Dan waren er nog enkele vragen. De heer Paternotte vroeg
naar de aanpak van de Russische schaduwvloot. We zetten hard in op de
bestrijding daarvan, zowel in nationale handhaving als in aanvullende
Europese maatregelen. Ik heb hier gisteren ook weer over gesproken in de
Raad Buitenlandse Zaken in Brussel, ook letterlijk over de schaduwvloot.
We staan in nauw contact met internationale partners, zoals de VS, het
VK en Oekraïne, om in het algemeen Europese sancties zo effectief
mogelijk te versterken. Ik zou graag nog dit jaar aanvullende
maatregelen zien. Heel positief. Alle mogelijkheden worden ook benut om
de schaduwvloot aan te pakken, zoals ook diplomatieke outreach naar de
vlaggenstaten.
De heer Boswijk vroeg ook naar de schaduwvloot en het listen van meer
schepen. Daar werken we dus hard aan. Hij had het ook over het naar
beneden brengen van het olieprijsplafond. Dat wordt in G7-verband
vastgesteld. Dat is opnieuw een onderwerp dat we graag verder met
G7-landen bespreken. Ik kom overigens nog terug op de schaduwvloot.
Onlangs heeft in Estland, zoals u misschien heeft gezien, een
bijeenkomst op hoog ambtelijk niveau plaatsgevonden met een twaalftal
lidstaten van de Europese Unie, om dat ook verder te trekken.
De heer Boswijk (CDA):
De minister verwijst wel vaker naar de G7. Dat snap ik, want die is
natuurlijk relevant. Tegelijkertijd moeten we constateren dat de G7 voor
een groot deel een beetje op zijn kont ligt. Amerika zit natuurlijk in
een transitie. Er komen verkiezingen aan in Duitsland. Frankrijk heeft
geen hele stabiele coalitie. Groot-Brittannië heeft zijn eigen interne
struggles. Is de minister bereid om in Europa het voortouw te nemen,
zoals hij ook eerder deze week heeft gedaan, als het gaat om het
verlagen van dat olieprijsplafond? Ik snap dat je de G7 daarvoor nodig
hebt, maar ik heb eerlijk gezegd niet zo veel vertrouwen in het aannemen
van een passieve houding totdat de G7 het er een keer over gaat
hebben.
Minister Veldkamp:
Ik kan de heer Boswijk toezeggen dat ik met de G7-leden ook hierover in
contact zal gaan. Het feit dat ze niet altijd zijn opgelijnd en soms
juist uit elkaar liggen qua positie, biedt soms ook een kans om juist nu
dat gesprek goed aan te gaan en hun koers te beïnvloeden.
Voorzitter. De heer Kahraman vroeg om het ontzien van de lokale
bevolking bij sancties. Om to the point te komen: sancties zijn zo
ontworpen dat humanitaire goederen en diensten worden ontzien. Soms kan
er wel sprake zijn van overcompliance en zogeheten derisking. Excuses
voor deze terminologie. Dit houdt in dat banken vaak terughoudend kunnen
zijn in bijvoorbeeld geld overmaken naar landen waartegen sancties
gelden, zoals Syrië. Nederland zet zich in voor het doorvoeren van
waarborgen van brede humanitaire uitzonderingen in EU- en
VN-sanctieregimes. Het kabinet onderhoudt nauw contact met
hulporganisaties om de problemen op dit punt te signaleren. Ook neemt
het kabinet deel aan de rondetafels hierover met ngo's en banken, over
financiële toegang. Ik neem dit dus graag mee.
De heer Boswijk, tot slot, vroeg nog naar subsidies en de
subsidieaanvragen van bedrijven in relatie tot activiteiten in Oekraïne
als zij ook nog steeds activiteiten in Rusland ondernemen. Ik beschouw
het zelf als buitengewoon onwenselijk dat bedrijven die zaken doen in
Rusland, subsidie krijgen voor een activiteit die ze in Oekraïne
ontwikkelen. Er is een brief hierover van collega Klever. Als het goed
is, heeft uw Kamer die brief vandaag ontvangen. Ik verwijs graag naar
die brief. We voeren ook wat dat betreft het beleid graag uit.
Hier wil ik het bij laten.
De voorzitter:
Hartelijk dank en dank voor uw beknoptheid. Een vraag nog van de heer
Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Ik had nog een vraag gesteld over de compliance van fabrikanten van
chips. Als gevolg van 9/11 is de compliance richting de financiële
sector heel erg uitgebreid. Dat was toen ook allemaal "onmogelijk", maar
bleek uiteindelijk toch mogelijk te zijn. Hoe kijkt de minister naar die
mogelijkheden?
Minister Veldkamp:
Dat neem ik graag mee. Dat ga ik onderzoeken en bespreken.
De heer Boswijk (CDA):
Wanneer kunnen wij daar ongeveer een reactie op verwachten?
Minister Veldkamp:
Ik zal zorgen dat u daar dan een brief over krijgt.
De voorzitter:
Ik dacht dat de vraag was: wanneer?
Minister Veldkamp:
Wanneer? Dat moet ik echt even uitzoeken, maar binnen twee weken.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit debat.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Dinsdag stemmen wij over de moties. Ik schors vijf minuten en dan gaan
we stemmen. Om 17.20 uur gaan we stemmen en daarna gaan we meteen door
met de begroting van Buitenlandse Zaken.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.