Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025 (36600-V) 1e TK (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D45000, datum: 2024-11-19, bijgewerkt: 2024-11-20 08:57, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-19 17:30: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025 (36600-V) 1e TK (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Begroting Buitenlandse Zaken 2025
Begroting Buitenlandse Zaken 2025
Aan de orde is de behandeling van:
het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2025 (36600-V).
De voorzitter:
We gaan van start met de begroting van het ministerie van Buitenlandse
Zaken. Nogmaals een hartelijk woord van welkom aan de minister. Fijn dat
u bij ons bent. We hebben twaalf sprekers van de zijde van de Kamer. Ik
stel vast dat zij nogal redelijk forse spreektijden hebben, maar dat kan
allemaal. Ik doe acht interrupties per fractie per termijn. Ik wil nog
ergens schorsen voor het diner. Sterker nog, dat moet ik. Ik denk dat ik
dat na de eerste of de tweede spreker doe. Dat hangt een beetje af van
het aantal interrupties.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Ik geef graag als eerste het woord aan mevrouw Piri van de fractie van
GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. En wat doe je voor mij? Dat is een vraag die ik de afgelopen
tien jaar vaak heb gekregen in zaaltjes door het hele land of als
commentaar op sociale media. Collega-woordvoerders Buitenlandse Zaken
zullen dat ongetwijfeld herkennen. Na een vurig pleidooi voor de
bescherming van mensenrechten in land X of het pleiten voor sancties
tegen dictator Y volgt soms de begrijpelijke vraag: en wat heb ik eraan?
Het antwoord is niet altijd eenvoudig, maar moet wel gegeven worden,
niet alleen vanuit een moreel besef of een besef van medemenselijkheid,
maar ook vanuit het Nederlandse eigenbelang. Opkomen voor de rechtsstaat
in een land als Hongarije deed Rutte niet alleen omdat de EU een
waardengemeenschap is, maar ook omdat het een voorwaarde is voor
Nederlandse bedrijven om zaken te doen. Deze Kamer voelde het niet
alleen als een ereplicht om de Afghaanse oud-collega's te helpen na de
machtsovername door de taliban, maar gaf ook aan dat een betrouwbare
reputatie een voorwaarde is voor de veiligheid van militairen bij
toekomstige missies. Dappere Oekraïense mannen en vrouwen blijven
steunen tegen de Russische agressie is niet alleen het juiste om te
doen, maar ook het meest verstandige voor onze veiligheid. Opkomen voor
het internationaal recht in het Midden-Oosten is niet alleen een
verplichting die nota bene in onze Grondwet staat, maar het is ook van
groot belang voor een klein land als Nederland dat politieke macht is
ingebed in regels en afspraken waar we elkaar aan houden. Waar
traditioneel de ene politieke partij meer nadruk legt op de morele
dimensie en de andere partij meer op het welbegrepen eigenbelang,
ontkennen populisten beide.
Voorzitter. In een wereld die in een hoog tempo instabieler, onzekerder
en harder wordt, is het onverantwoordelijk dat een land als Nederland,
dat zo afhankelijk is van het buitenland, willens en wetens zijn eigen
diplomatieke slagkracht en geloofwaardigheid verkwanselt. Er woedt een
oorlog op ons continent. Het Midden-Oosten staat in de vlam. De
internationale rechtsorde verbrokkelt voor onze ogen. En met Trump in
het Witte Huis krijgen we te maken met meer Amerikaans isolationisme en
protectionisme. Het minste, het allerminste wat Nederland dan zou moeten
doen, is het investeren in een goed postennetwerk. De Kamer riep het
kabinet daartoe op in de aangenomen motie-Piri/Veldkamp. Minister
Veldkamp voert juist een harde bezuiniging door.
Het minste wat Nederland zou moeten doen, is extra investeren in de ring
van instabiliteit rond Europa, zoals de Kamer een jaar geleden vroeg aan
het kabinet, via het aangenomen amendement van Piri, Paternotte en
Veldkamp. Minister Veldkamp haalt het geld dat hij als Kamerlid erbij
had geplust, weer deels weg uit zijn eigen begroting.
Het minste wat Nederland zou moeten doen, is ervoor zorgen dat de
onderhandelingspositie van Oekraïne zo sterk mogelijk is. De Kamer riep
vorig jaar via de motie-Piri/Veldkamp op om een voortrekkersrol te
blijven spelen in het steunen van Oekraïne. Waarom zien we dan juist een
afname van de Nederlandse steun, vraag ik aan minister Veldkamp.
Voorzitter. De minister weet dat het vaak jaren duurt om een relatie of
een project op te bouwen, maar dat het vele malen sneller is afgebroken.
Dit afbraakbeleid zien we terug op veel vlakken: de grootste
bezuinigingen ooit op ontwikkelingssamenwerking en daarmee ook op het
voorkomen van conflicten en een kwart minder budget voor mensenrechten.
Er wordt enorm gekort op onze strategische kennisinfrastructuur. De
aanwezige regiokennis over Azië op universiteiten wordt weggevaagd.
Alles wat Clingendael deed aan publieksvoorlichting wordt weggesneden.
En als klap op de vuurpijl wordt het budget voor de bestrijding van
terrorisme met bijna twee derde verlaagd. Een begroting zegt iets over
de politieke prioriteiten van een kabinet. Het is duidelijk dat
buitenlandbeleid er geen van is, maar dat dit nu is om ons geopolitiek
te marginaliseren en simpelweg te doen alsof het allemaal geen invloed
op ons heeft.
Voorzitter. Vandaag is het duizend dagen geleden dat Poetin Oekraïne is
binnengevallen. President Trump heeft gezegd de oorlog snel te willen
beëindigen. Niemand is tegen vrede, maar er is terecht vrees voor
gedwongen capitulatie. Juist voor een rechtvaardige vrede is het
essentieel dat Oekraïne de komende tijd niet nog meer terrein verliest.
Is de minister het met mij eens dat we juist nu alles uit de kast moeten
halen om Oekraïne te helpen, zoals wapenleveranties, financiële steun,
hulp bij wederopbouw van scholen en ziekenhuizen en steun om
energievoorzieningen op peil te houden? Waarom zie ik onvoldoende
urgentie bij het kabinet? Er wordt nu 750 miljoen euro van het
Defensiebudget overgeheveld naar volgend jaar. Kan de minister toezeggen
dat het credo dat we Oekraïne zullen blijven steunen zolang dat nodig
is, nog steeds geldt en zal gelden als de Amerikanen een andere koers
inzetten? Is hij bereid om in Brussel in te zetten op besluitvorming met
een gekwalificeerde meerderheid op het terrein van buitenlands
beleid?
Voorzitter. Dan over de oorlog in het Midden-Oosten. Door dit kabinet is
er geen enkele grens gesteld aan het roekeloze geweld van Netanyahu.
Nul. Nul consequenties zijn er verbonden aan de misdaden tegen de
menselijkheid die door Israël worden gepleegd. Dit zijn gebeurtenissen
waar de geschiedenisboeken later hard over zullen oordelen. De les die
getrokken gaat worden, gaat over onszelf. Hebben we de invloed die we
wel hebben, ingezet om erger te voorkomen, om onze stem luid te laten
horen en alle maatregelen te nemen die we kunnen om onschuldige burgers
te beschermen? Mijn vraag aan de minister is daarom: vindt hij dat hij
er op dit moment alles aan doet? Welke morele verplichting voelt hij om
de internationale rechtsorde te beschermen en het geweld te laten
stoppen? De afstand tussen de nood van de Palestijnen en wat de wereld
doet om hen te helpen, is immens groot. Wat zegt deze minister tegen de
Nederlandse kinderen die al maanden beelden zien van leeftijdsgenootjes
bevend van angst, met verminkte lichamen of begraven onder het puin? Hij
kan dan toch niet komen met het riedeltje dat we al maanden van hem
horen, namelijk "dat het toch zo goed is dat we met iedereen in gesprek
zijn", zonder enig tastbaar resultaat?
Voorzitter. Ook wil ik graag aandacht vragen voor de grootste oorlog,
die al maanden gaande is op het Afrikaanse continent, in Sudan. Ook daar
zien wij etnische zuiveringen, hongersnood en cholera. We zien miljoenen
ontheemden en vluchtelingen. Vannacht is een VN-resolutie over een
onmiddellijk staakt-het-vuren gevetood door Rusland. Hoe denkt de
minister dat het vredesproces een nieuwe impuls kan krijgen? En ondanks
een EU-wapenembargo zijn er berichten opgedoken over Franse
wapensystemen in Sudan. Is de minister bereid om zijn Franse collega te
vragen om dit voorval te onderzoeken, als dat nog niet gebeurt?
Voorzitter. Dan over het aangekondigde ambtsbericht over Syrië. Het
voornemen van dit kabinet om Syrische vluchtelingen gedwongen terug te
duwen in de armen van Assad heeft schokgolven veroorzaakt in de
gemeenschap in ons land. Ik verzoek de minister om de onrust weg te
nemen. Want zelfs áls delen van Syrië veilig kunnen worden verklaard,
hetgeen ik zeer betwijfel, gaan we niet de diplomatieke relaties met het
Assadregime herstellen en kan er van gedwongen terugkeer dus geen sprake
zijn. Graag een reactie.
Tot slot, voorzitter. De Volkskrant kopte een paar dagen geleden:
"Zorgen bij ministeries over ongewenste inmenging Israël in Nederlands
debat". En het is ook ongekend wat wij de afgelopen dagen hebben gezien.
Burgemeester Halsema vertelde bij Nieuwsuur dat nog voordat de lokale
Amsterdamse autoriteiten alle informatie hadden verzameld, premier
Netanyahu midden in de nacht, om 3.00 uur, al met een reactie kwam.
Vanuit New York kwam er op datzelfde tijdstip een tweet van de
Israëlische ambassadeur bij de VN dat er in Amsterdam een pogrom gaande
was, met terroristisch geweld door Palestijnen en hun aanhangers. De
Israëlische minister Sa'ar en de Knessetvoorzitter kwamen sneller aan op
Schiphol dan de Nederlandse premier. De Knessetvoorzitter geeft
vervolgens in het bijzijn van journalisten zijn complimenten aan de heer
Wilders, die "altijd al heeft gewaarschuwd voor de gevaren van
massa-islamitische-immigratie naar Europa". President Herzog maakt zijn
gesprek met onze koning openbaar en geeft daar volgens de RVD zelf zijn
eigen interpretatie aan. De volgende dag verschijnt er een artikel in
The Jerusalem Post dat zich baseert op een rapport van het Israëlische
ministerie van Diasporazaken, waarin allerlei valse beschuldigingen
worden gedaan tegen onder anderen een medewerker van PAX en Een Ander
Joods Geluid. De insinuatie dat zij deel uit zouden maken van een
antisemitisch en pro-Hamasnetwerk in Nederland is zeer kwalijk. Tegelijk
berichten verschillende Israëlische media dat hun inlichtingendiensten
voor de wedstrijd de Nederlandse autoriteiten al hebben gewaarschuwd
voor ongeregeldheden. Het kabinet ontkent met klem dat hier sprake van
was. We zagen twee uur geleden nog het laatste nieuwsbericht hierover.
Nog een dag later spreekt Netanyahu over twee antisemitische aanvallen
op Nederlandse bodem: de aanklacht voor oorlogsmisdaden tegen de
Israëlische premier bij het Internationaal Strafhof en de aanval tegen
Israëliërs in de straten van Amsterdam. En voor het Kamerdebat komt het
Israëlische ministerie van Diasporazaken met een nieuw rapport, van 27
pagina's, genaamd: "Dutch-based organizations with ties to Hamas behind
the november pogrom in Amsterdam". Gisteravond hadden we weer een
woedende aanval van de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken op de
burgemeester van Amsterdam.
Voorzitter. Hierover heb ik de volgende vragen aan de minister. Wat
verstaat de minister onder "buitenlandse inmenging"? Vindt hij dat hier
sprake van is? Gaat hij de ambassadeur op het matje roepen nu blijkt dat
de Israëliërs hebben gelogen over het delen van informatie met Nederland
voorafgaand aan de ongeregeldheden? Werkt Israël mee aan de uitlevering
en vervolging van Maccabi-hooligans als blijkt dat zij strafbare feiten
hebben gepleegd?
Er zijn twee rapporten, waarvan er één inmiddels openbaar is, waarin
tientallen Nederlandse staatsburgers door Israël worden beticht van
onder andere antisemitisme en terrorisme. Hoe draagt het kabinet zorg
voor de veiligheid van deze mensen nu hun namen op het internet
rondgaan? Vindt de minister de aanklacht van het Internationaal Strafhof
tegen Netanyahu voor oorlogsmisdaden een vorm van antisemitisme? Kan de
minister vertellen over de maatregelen die genomen zijn sinds de
berichten dat Israël al jaren op Nederlands grondgebied medewerkers van
het ICC afluistert en chanteert? Is de minister het met mij eens dat het
totaal ongepast is voor de Israëlische regering-Netanyahu, die zich
volgens het hoogste internationale gerechtshof schuldig maakt aan een
dreigende genocide in Gaza, om op hoge poten ons de les te komen lezen
en Nederlandse staatsburgers op deze manier openlijk te bedreigen?
Voorzitter. Deze minister is minstens de helft van de tijd bezig om
politieke brandjes te blussen die door de heer Wilders worden
aangestoken. Wat vindt hij van het bericht dat de PVV-leider mogelijk
van plan is om de Westelijke Jordaanoever te bezoeken op uitnodiging van
een extremistische kolonistenleider die openlijk pleit voor de annexatie
van alle Palestijnse gebieden? Hoe ziet het Nederlandse
ontmoedigingsbeleid in deze zaak eruit? Op welke manier is er
betrokkenheid bij deze reis van de Nederlandse ambassade, zowel in Tel
Aviv als in Ramallah?
Het is wellicht nog te vroeg om hier over de nalatenschap van de
minister te spreken, alhoewel het kabinet-Schoof geen al te stabiele
indruk maakt. Maar tegen de minister zou ik willen zeggen: laat het niet
gebeuren dat we terugkijken op deze periode en zien dat deze gekenmerkt
wordt door het herstel van banden met dictator Assad, door diplomatieke
rugdekking aan Israël terwijl het etnische zuivering uitvoerde of door
onverantwoordelijke bezuinigingen op onze diplomatieke slagkracht,
waardoor we juist in een tijd waarin buitenlandbeleid meer dan ooit
binnenlandbeleid is, onze eigen belangen minder effectief kunnen
verdedigen en onze lange traditie op het vlak van de bescherming van
mensenrechten te grabbel gooien.
Voorzitter. Nederland heeft in het verleden vaak een voortrekkersrol
gespeeld op het internationale toneel. Wij waren de medeoprichters van
de Europese Gemeenschap, namen stelling tegen de apartheid in
Zuid-Afrika en zijn het gastland van vele internationale gerechtshoven.
We toonden onze gastvrijheid aan slachtoffers van de militaire coups in
Chili en Griekenland en ondersteunden actief verzetsbewegingen in
Oost-Europa. Dat is het land dat we kúnnen zijn.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer De
Roon van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.
De heer De Roon (PVV):
Dank, voorzitter. Voor mensen die zich bezighouden met het onderwerp
buitenlandse zaken is dit ongetwijfeld een boeiende tijd. Het is een
tijd met veel onzekerheden over hoe het verder zal gaan, een tijd met
donkere wolken aan de horizon. De wereldorde opgezet na de Tweede
Wereldoorlog, waarin normen en waarden en Pax Americana in veel gevallen
de dienst uitmaken, loopt op zijn einde, lijkt het wel. Die leidende
positie van het Westen wordt uitgedaagd in Oekraïne, het Midden-Oosten
en de Chinese zeeën. Het vrije Westen staat onder druk en China wil de
landen die daar deel van uitmaken graag uit elkaar spelen. Dat kan er
volgens velen op uitdraaien dat China de nieuwe wereldorde zal bepalen,
dankzij zijn grote economie, technologische leiderschap en groeiende
militaire macht. De Verenigde Staten en zeker de Europese landen zullen
dan tot de tweede of derde garnituur in de wereld gaan behoren.
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid heeft een rapport
uitgebracht onder de titel Nederland in een fragmenterende wereldorde.
Ik geef één citaat uit dat rapport. Dat citaat luidt als volgt: "De tijd
is voorbij dat Nederland kan meedeinen op voor ons land gunstige
internationale verhoudingen". Dat is niet alleen maar een mededeling;
dat is gewoon een waarschuwing. Dat rapport is zes maanden geleden
aangeboden aan de minister-president. Mijn vragen aan de minister van
Buitenlandse Zaken daarover zijn als volgt. Kan hij aangeven hoe het
kabinet dat rapport beoordeelt? Levert het nieuwe inzichten op en geeft
het een aanleiding om zaken ter hand te nemen of anders te gaan
behandelen? Of vindt het kabinet misschien dat het alles al deed wat
gedaan kon en moest worden en is het rapport een inspiratie om daarmee
door te gaan? We moeten vandaag het rapport natuurlijk niet in detail
bespreken, maar ik verwacht wel dat de minister een impressie wil geven
van de stand van zaken bij het kabinet hierover.
Voorzitter. "Patriottisme" en "vrijheid" moeten begrippen zijn die als
een rode draad door ons buitenlandbeleid lopen. Het zijn de begrippen
waar de Amerikanen ook voor hebben gekozen met de verkiezing van Trump.
Dat was een fantastische overwinning. Een sterk en veilig Nederland
kunnen wij alleen realiseren met de Verenigde Staten als bondgenoot. We
zouden ons niet moeten inbeelden dat Nederland of, zo u wilt, Europa op
eigen houtje de boze buitenwereld zonder kleerscheuren aan zou kunnen.
Probeer daarom juist de trans-Atlantische band te versterken. Dat is
onze boodschap. Laat kwaadwillende actoren het vrije Westen vooral niet
nog verder uit elkaar spelen. We verkeren echt niet in de luxepositie om
de Amerikanen van ons af te stoten; andersom trouwens ook niet. Is de
minister dat met mij eens?
De heer Van der Burg (VVD):
Ik blijf weg bij wat de verkiezing van de heer Trump voor de Amerikanen
betekent; dat is aan de Amerikanen. Zij hebben gekozen. Maar de PVV, die
zegt op te komen voor de Nederlandse bevolking, noemt dit, ook via uw
leider, een fantastische overwinning. Maar hoe kijkt u nou aan tegen het
feit dat Trump tariefbarrières wil opvoeren, waar wij als Nederland last
van gaan krijgen bij de export van producten en vanwege het effect dat
het heeft op de inflatie? Hoe kijkt de PVV aan tegen het feit dat als
Trump stopt met de steun aan Oekraïne, dit een grotere impact op onze
begroting heeft? Ons geld kan dan namelijk niet besteed worden aan de
gezondheidszorg of het onderwijs als we het aan Oekraïne moeten
besteden. Hoe kijkt de PVV dan aan tegen het feit dat als Trump hogere
eisen gaat stellen aan de NAVO, dit ook effect heeft op Nederland en op
wat wij in Nederland moeten gaan realiseren? Is het niet zo dat datgene
wat Trump wil — wat hij voor de Amerikanen wil, is aan de Amerikanen —
ook negatieve effecten kan hebben voor Nederland, de Nederlandse
economie en daarmee de Nederlandse burger?
De heer De Roon (PVV):
Ja, dat kunt u stellen. Misschien heeft u nog wel gelijk ook. Maar dat
betekent niet dat het dus niet doorgaat. Het gaat wél door zoals Trump
het wil. Het enige wat wij kunnen, en ook moeten doen — dat zou ook mijn
vraag in de richting van de minister zijn — is om als Nederland met onze
Europese vrienden daar zo behendig mogelijk op inspelen. Dat betekent
voor bijvoorbeeld de tarieven dat je veel beter kunt zoeken naar een
samenwerking met de VS om China aan te pakken zonder dat die tarieven,
zeker voor Europa, zo sterk verhoogd worden. Als wij de VS ook iets
kunnen bieden in dat veld, kunnen wij aanspraak maken op een betere
behandeling als het gaat om tarieven. Die weg sta ik dus voor. Het
heeft, denk ik, helemaal geen zin om te zeggen: we willen het niet. We
kunnen drie keer met onze vuist op tafel slaan, maar dan gebeurt het
toch. We moeten een middenweg vinden. Dat is onze taak. Ik zeg niet dat
dat makkelijk is — het zal juist moeilijk zijn — maar dat moeten we
doen.
De heer Van der Burg (VVD):
Natuurlijk moeten we dealen met de situatie zoals die is. De VVD is een
positieve partij, dus we gaan hieruit komen, maar dat was mijn punt
niet. Mijn punt was dat het standpunt van de PVV is dat het fantastisch
is dat de heer Trump is gekozen. Vervolgens noem ik de negatieve punten
voor de Nederlanders. De PVV is de partij die zegt voor de Nederlanders
op te komen. De PVV erkent vervolgens dat de verkiezing van Trump
negatief is voor de Nederlandse burger. Vandaar mijn vraag: waarom vindt
u het fantastisch dat er iets gaat gebeuren wat voor de Nederlanders
inkomenstechnisch, op het gebied van veiligheid en op het gebied van
inflatie negatief uitpakt?
De heer De Roon (PVV):
Nou, het fantastische is natuurlijk dat de regering-Biden aan de kant is
gezet, dat de Democraten met hun gebrek aan beleid, in wezen, op het
gebied van internationale zaken aan de kant zijn gezet en dat er nu
duidelijk een keuze wordt gemaakt door Trump, die zegt: ik ga gewoon
voor Amerika; ik ga niet voor allerlei andere landen. Dat moet hij doen;
dat moet hij nastreven. Trump heeft gezegd "America first", maar hij
heeft ook gezegd: maar wel samen met andere landen. Op die zinsnede
moeten wij inspelen, want daarmee biedt hij ons een opening om in zijn
strijd voor wereldhegemonie ten opzichte van China niet het onderspit te
delven, maar die te winnen. Daar moeten we voor staan.
De voorzitter:
Interrupties duren niet langer dan 45 seconden en ik wil ook korte
antwoorden.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Het probleem met America first is natuurlijk dat alle andere landen als
laatste komen. Ik hoop dat alle partijen hier in deze Kamer zich in
ieder geval ook voor de Nederlandse bevolking willen inzetten. Maar mijn
vraag aan de PVV is eigenlijk dezelfde als die aan de minister. In het
regeerakkoord is afgesproken dat dit kabinet zo lang als nodig op
allerlei manieren Oekraïne blijft steunen. Is dat nog steeds het
standpunt van de PVV-fractie op het moment dat Trump een andere weg
inslaat?
De heer De Roon (PVV):
Wij zullen nakomen wat is afgesproken. We zullen Oekraïne dus blijven
steunen binnen de mogelijkheden die er zijn.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Het is goed om te horen dat ook wat de PVV-fractie betreft de steun voor
Oekraïne er blijft. Hoe staat de PVV tegenover alle andere ambities van
Oekraïne, zoals EU-lidmaatschap, NAVO-lidmaatschap en het bilateraal
akkoord dat dit kabinet nog heeft getekend over
veiligheidsgaranties?
De heer De Roon (PVV):
Daar ga ik niet op vooruitlopen, want dat is aan de orde op het moment
dat we een veilige en vreedzame situatie voor Oekraïne bereiken. Dan
kunnen we over die andere zaken gaan nadenken en praten. Dan weten we
ook hoe de wereldorde er op dat moment uitziet en hoe sterk of hoe zwak
Rusland dan nog staat. Dat zijn allemaal factoren die we mee moeten
wegen — waarschijnlijk zijn er nog veel meer — als wij gaan besluiten om
zo'n groot land met zo veel inwoners wel of niet toe te laten in de
organisaties die u noemt.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Erkent de PVV dat er juist met de verkiezing van Trump een gevaar
bestaat dat Oekraïne wordt gedwongen tot capitulatie? Dat zijn in ieder
geval mijn woorden; ik zie al aan het gezicht van de heer De Roon dat
dat niet zijn woorden zijn. Maar ziet de heer De Roon ook in dat
Nederland er juist nu alles aan moet doen om ervoor te zorgen dat
Oekraïne de komende weken, voordat Trump in het Witte Huis terechtkomt,
niet nog meer grondgebied gaat verliezen en eventueel met een slechtere
positie aan tafel wordt gedwongen dan het nu al heeft?
De heer De Roon (PVV):
Nederland doet nu wat het kan.
De heer Paternotte (D66):
Dan is het antwoord dus nee, denk ik. Maar mijn vraag gaat over iets
anders. Die gaat over de rechtsstaatverklaring van het kabinet. Voelt de
heer De Roon zich daaraan gehouden? Daarin staat onder andere: "De vier
partijen PVV, VVD, NSC en BBB bevestigen dat ze zich in hun plannen en
activiteiten zullen bewegen binnen de grenzen van de democratische
rechtsstaat. Dat betekent ook dat men zich houdt aan verdragen en
internationaal recht." Nu hebben meerdere VN-resoluties, een uitspraak
van het Internationaal Gerechtshof en zelfs dit kabinet gezegd dat die
bezetting, die kolonisatie van de Westbank, en die nederzettingen in
strijd zijn met dat internationaal recht. Kan de heer De Roon dus ook
voor ons bevestigen dat als zijn partijleider naar die nederzettingen op
de Westbank gaat, hij er niet voor gaat pleiten dat die blijven bestaan
of dat er zelfs een annexatie moet plaatsvinden, aangezien dat niet kan
met die rechtsstaatverklaring?
De heer De Roon (PVV):
Ik moet u zeggen: ik weet helemaal niet wat mijn fractievoorzitter daar
gaat doen en gaat zeggen, dus ik kan u wat dat betreft niks garanderen.
Dat ga ik ook niet doen, want het zou onzin zijn als ik daar toch iets
over zou zeggen.
De heer Paternotte (D66):
De heer Wilders gaat naar de westelijke oever van de Jordaan. Dat gebied
in het Midden-Oosten is ongeveer het grootste kruitvat van de
wereldpolitiek. De woordvoerder Buitenlandse Zaken van de PVV heeft geen
idee wat hij daar gaat doen en wat hij daar gaat zeggen? Dat vind ik
buitengewoon moeilijk om te geloven, maar als dat zo is, vraag je je
toch af: wat doet de heer De Roon hier dan?
De heer De Roon (PVV):
Ik neem aan dat dit een retorische vraag is, die geen beantwoording
behoeft, maar ik kan u wel verzekeren dat het gesprek daarover uiteraard
zal worden gevoerd. Dan zullen we zien wat ik daarvan denk en wat mijn
fractie daarvan denkt. Dan zullen we ook zien wat er gebeurt.
De heer Paternotte (D66):
Vorige week ging het de hele week over de vraag wat de fractie van NSC
nou eigenlijk heeft aan de rechtsstaatverklaring die is getekend. Daar
staat natuurlijk glashelder in dat dat betekent dat je je in je
activiteiten en plannen beweegt binnen het internationaal recht. En het
internationaal recht is glashelder: die nederzettingen op de Westbank
zijn volkomen illegaal. Dus als ik dan de vraag stel of Wilders zich
gaat uitspreken voor annexatie, dan zou het antwoord natuurlijk moeten
zijn: "Nee, natuurlijk niet. Dat kan niet. We hebben een afspraak
gemaakt. We houden ons aan onze afspraken." Maar in plaats daarvan is
het antwoord: we zullen het zien.
De heer De Roon (PVV):
Nee, dat ziet u dan toch verkeerd.
De voorzitter:
Wacht, wacht, wacht. De heer Paternotte maakt zijn vraag af.
De heer Paternotte (D66):
Hoe moet ik dat dan zien?
De voorzitter:
Meneer De Roon heeft het antwoord al gegeven!
De heer De Roon (PVV):
Kijk, met zo'n vraag kan ik wat! Je moet dat zo zien: Judea en Samaria
mogen gewoon vrijelijk bezocht worden door heel veel mensen, dus ook
door de voorzitter van de PVV-fractie. Dat is wat hij gaat doen: hij
gaat Judea en Samaria bezoeken en hij zal daar ook op bezoek gaan bij
mensen die zich daar gevestigd hebben, die daar wonen en leven. Hij gaat
zich oriënteren op de situatie, maar ik weet natuurlijk nog niet wat hij
gaat zeggen.
De heer Paternotte (D66):
Laatste keer, laatste poging. Afgelopen zomer heeft Geert Wilders, toen
het kabinet nog geen twee weken in het kantoor zat en minister Veldkamp
nog aan het uitzoeken was hoe de telefoon precies werkte, al gezegd dat
Jordanië de enige Palestijnse staat is. Het kennismakingsgesprek van
deze minister met allerlei mensen in de regio, de regio waar nu meerdere
oorlogen gaande zijn, was meteen een gang naar Canossa. Hij mocht daar
gaan uitleggen dat het kabinet iets anders vindt dan de leider van de
grootste partij. Er werd meteen een diplomatieke crisis veroorzaakt. Ik
vraag wat hij daar gaat doen, en het antwoord is dat we dat zullen gaan
zien en dat daar mensen zijn die zich daar gevestigd hebben. Het
antwoord kan heel simpel zijn: er is een rechtsstaatverklaring en we
houden ons aan het internationaal recht. Die verklaring heeft de heer De
Roon ook getekend. Het internationaal recht is glashelder. Die
nederzettingen en die mensen die zich daar gevestigd hebben, zijn onder
het internationaal recht illegaal. Kan de heer De Roon dat bevestigen of
maakt hij hier duidelijk dat hij wel afspraken heeft gemaakt met NSC
maar dat het hem eigenlijk geen bal interesseert of hij zich er ook aan
houdt?
De heer De Roon (PVV):
Luister eens, zelfs al zou de conclusie moeten zijn dat die mensen zich
daar illegaal hebben gevestigd, dan betekent dat nog niet dat je ze niet
mag bezoeken. Dat staat nergens in de stukken; dat staat nergens in de
afspraken. Je mag daar gewoon naartoe gaan, ook als het gaat om
afspraken die gemaakt zijn over instandhouding van de rechtsnormen. Je
mag daar op bezoek gaan en je mag daar met mensen gaan spreken. U kunt
hoog en laag springen, maar dat is mijn standpunt.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter, dit is dan even een punt van orde. Mijn vraag was niet of je
daarnaartoe mag gaan. Dat mag. Mijn vraag was net of volgens de heer De
Roon die nederzettingen illegaal zijn.
De heer De Roon (PVV):
Ik heb geen reden om aan te nemen dat ze illegaal zijn. Wat mij betreft
hebben die mensen zich daar gevestigd. Of het illegaal is zal
uiteindelijk moeten worden uitgemaakt in uitonderhandelingen over wat
nou het gebied voor de Palestijnen en wat het gebied voor de Israëliërs
is. Pas dan kan er een conclusie worden getrokken over wie wellicht
ergens woont waar die niet zou moeten wonen en waar die misschien wel
weg moet. Mijn fractievoorzitter heeft uitgesproken dat de Palestijnse
staat aan de oostkant van de Jordaan is. Dat vind ik ook. Daar komen de
Palestijnen ook oorspronkelijk vandaan en dat is nog steeds hun
thuisbasis. Bijna alle leiders van de Palestijnse bewegingen hebben ook
de nationaliteit van Jordanië. Ze woonden er ook; ze wonen er in
feite.
De heer Paternotte (D66):
Ik weet echt niet wat ik hoor. Hier wordt dan even weer gezegd: alle
Palestijnen komen uit Jordanië, dus daar kunnen ze naartoe.
De heer De Roon (PVV):
Dat zeg ik niet, dat zeg ik niet. Dat hebben wij ook nooit gezegd.
De voorzitter:
De heer Paternotte, de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Je tekent een rechtsstaatverklaring en maakt afspraken met een
glasheldere inhoud over een kabinet: we blijven met onze activiteiten en
plannen binnen het internationaal recht. Het internationaal recht is
glashelder. Er waren dit jaar nog meerdere VN-resoluties. Het
internationaal Gerechtshof hier in Den Haag zegt: de bezetting van de
Westbank is illegaal en die nederzettingen zijn hartstikke illegaal. Als
ik dan de heer De Roon vraag of hij dat deelt, sluit hij zich niet aan
bij het internationaal recht, maar bij de theorie van de meest extreme
politici in Israël. De woordvoerder van NSC, de partij die die
rechtsstaatverklaring wilde, blijft ondertussen zitten. Dat geeft aan
dat de verhoudingen heel helder zijn. Er staan mooie woorden op papier,
maar ik hoef maar een paar vragen aan de heer De Roon te stellen en die
woorden zijn helemaal niets waard. Geert Wilders gaat straks naar Judea
en Samaria, naar de Westoever van de Jordaan, naar Palestina, en zal
daar waarschijnlijk weer hetzelfde doen, namelijk die hele
rechtsstaatverklaring naar de prullenbak verwijzen.
De heer De Roon (PVV):
Dat zijn allemaal speculaties van de woordvoerder van D66. Ik denk niet
dat ik daar nog op in moet gaan. Ik hou vast aan het idee dat wij
vasthouden aan onze afspraken, maar dat dat niet betekent dat wij over
zaken niet anders mogen denken. U vroeg mij wat ik dacht en dat heb ik
gezegd.
De heer Van Baarle (DENK):
We kunnen het internationaal recht niet even buiten werking stellen
omdat de PVV zo graag aan leiband van Netanyahu wil blijven lopen en
Israël wil blijven steunen. Dat is hier het geval. Het hoogste
juridische orgaan dat we met elkaar hebben, heeft uitgesproken dat het
landjepik dat Israël doet op de Westelijke Jordaanoever illegaal is
onder internationaal recht. De heer De Roon kan dan niet zeggen: maar
uit een onderhandeling moet blijken of dat zo is. Dat is zo. Dat is
uitgesproken. Onderschrijft de heer De Roon dat? Onderschrijft de heer
De Roon dat het meest gezaghebbende juridische instituut dat heeft
uitgesproken en dat dat dus ook de juridische mening is die gedeeld moet
worden in de wereld?
De heer De Roon (PVV):
Laat ik dit stellen. Het gezag van dit instituut bestaat, maar dat
bestaat niet op alle onderdelen. Als dat instituut vooruitlopend op wat
is afgesproken dingen gaat uitspreken, kun je daar anders over denken.
En dat doe ik dus.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer De Roon erkent het gezag van het meest gezaghebbende juridische
instituut dat we hebben dus niet, omdat een uitspraak van dit instituut
hem niet uitkomt. Eigenlijk zien we hier dus dat de PVV op alle vlakken
morrelt aan de rechtstaatverklaring die deze coalitie met elkaar zou
hebben afgesproken. Het meest kwalijke dat de heer De Roon in dat kader
in een eerder debat heeft gedaan, is dat hij de Palestijnen een nepvolk
heeft genoemd. Daar hebben heel veel mensen in het land aanstoot aan
genomen. Mijn vraag aan de heer De Roon is de volgende. Als deze
coalitie het internationaal recht serieus zou nemen ... Een onderdeel
daarvan is het zelfbeschikkingsrecht van volkeren. Staat de heer De Roon
nog steeds achter die walgelijke uitspraak dat Palestijnen een nepvolk
zouden zijn? Of neemt hij die hier terug en biedt hij daar zijn excuses
voor aan?
De heer De Roon (PVV):
Het Internationaal Gerechtshof heeft een uitspraak gedaan. Die uitspraak
is met de kleinst mogelijke meerderheid tot stand gekomen. Er waren heel
veel dissenting opinions. Dat betekent dat het net zo goed anders had
kunnen uitvallen. Als het Internationaal Gerechtshof over dit soort
zwaar politieke zaken op die manier tot een oordeel komt, mag je daar
best anders over denken. Dat doe ik dus. Ik denk er anders over, want ik
denk dat het veel beter is en veel meer van dienst is voor orde, recht
en vrijheid als de zaken gewoon worden uitonderhandeld, zoals ook is
afgesproken, waarvan beide partijen nog steeds zeggen: dat staat nog.
Dan moet dat gewoon gebeuren. Dan kan er wel een kleine groep juristen
dwars door een politieke zaak fietsen, maar ik vind dat je daarvan kan
zeggen: zij vinden dat, maar ik denk er anders over. Dat betekent niet
dat ik ook dingen ga doen die in strijd zijn met wat het Gerechtshof
heeft besloten. Daar zou ik niet voor willen zijn. Maar ik mag wel
zeggen dat ik er anders over denk.
De heer Van Baarle (DENK):
Eerst moest het maar in onderhandelingen bepaald worden. Nu ligt het
weer aan de meerderheid; die is blijkbaar niet groot genoeg. Er ligt
gewoon een oordeel. Er ligt gewoon een oordeel en ik vind dat de heer De
Roon zich daar niet zo makkelijk van af moet brengen. De vraag die ik
stelde, staat nog steeds. De heer De Roon heeft in deze zaal de
walgelijke uitspraak gedaan dat Palestijnen een nepvolk zouden zijn. Dat
heeft heel veel mensen geraakt. Het is verschrikkelijk om een volk hun
bestaansrecht te ontkennen door ze een nepvolk te noemen. Ik vraag de
heer De Roon: neem die uitspraak terug en bied excuses aan aan al die
Palestijnen, hier in Nederland en ook daarbuiten, die u met die
uitspraak geschoffeerd heeft. Doet de heer De Roon dat of doet hij dat
niet?
De heer De Roon (PVV):
Ik doe dat niet.
De heer Van Baarle (DENK):
Dan is de PVV dus een politieke partij die op het gebied van de
rechtsstaat, het internationaal recht, niet serieus is te nemen. Zij
laat zien dat ze daar totaal in shoppen, alleen maar om de regering van
Netanyahu te kunnen steunen. Als je een volk zijn identiteit ontneemt en
zijn bestaansrecht ontkent door te zeggen dat dat een nepvolk zou zijn,
dan doe je aan opruiing en legitimering van geweld in de richting van
dat volk. Ik vraag de heer De Roon waarom de PVV bereid is zo laag te
zinken. Waarom zakt de heer De Roon zo door de ondergrens?
De heer De Roon (PVV):
Ik merk dat u moeite heeft met de vrijheid van meningsuiting. Dat is dan
zo, maar dat betekent nog niet dat ik mijn mond ga houden over dingen
die ik vind als u daarnaar vraagt. Dan krijgt u gewoon een antwoord en
daar blijft het bij. U kunt hoog en laag springen, maar die vrijheid van
meningsuiting staat voor mij op number one.
De heer Van Baarle (DENK):
Die vrijheid van meningsuiting heeft de heer Van Baarle ook. Als er
walgelijke dingen geuit worden, als er dingen geuit worden die inherent
eigenlijk een vorm van ontmenselijking zijn, van neerkijken op een volk
— want dat doet de heer De Roon door te zeggen dat de Palestijnen een
nepvolk zouden zijn — dan vind ik dat we in dit parlement ook de taak
hebben om ons tegen dit soort giftige gedachtegoed moeten uitspreken.
Als de heer De Roon niet bereid is de woorden terug te nemen dat de
Palestijnen een nepvolk zouden zijn, dan constateer ik dat de PVV een
haatdragende, een genocideverheerlijkende partij is, die geweld in de
richting van Palestijnen en de ontmenselijking van Palestijnen met dat
gedachtegoed legitimeert en goedpraat. Ik vind dat de heer De Roon zich
daarvoor diep, maar dan ook echt diep moet schamen.
De heer De Roon (PVV):
Ik constateer dat ik de woorden die de heer Van Baarle hier uitspreekt,
walgelijk vind, walgelijk, onmenselijk en in strijd met de waardigheid
van een parlementslid, maar in ieder geval walgelijk. Dat blijf ik
herhalen en dat zeg ik nu dus ook. Meer heb ik daar niet aan toe te
voegen.
De voorzitter:
U continueert.
De heer De Roon (PVV):
Ik was gebleven bij de mededeling dat we echt niet in de luxepositie
verkeren om de Amerikanen van ons af te stoten. Andersom trouwens ook
niet. Is de minister dat met mij eens? Dat was de laatste vraag die ik
stelde. Is de minister bereid om alles op alles te zetten om die
trans-Atlantische band goed te houden en te versterken, ook als ons dat
niet makkelijk wordt gemaakt? Want daar moeten we wel op rekenen. Ik
wijs erop dat de Tsjechische minister van Buitenlandse Zaken recent
heeft gezegd dat, als Europa Amerikaanse bescherming wil tegen Rusland,
Europa de VS moet steunen ten opzichte van China. Ik vraag de minister
of hij dat ook zo ziet.
Voorzitter. In plaats van pek en veren verdient de nieuwe president van
de Verenigde Staten erkenning en waardering, vooral voor het feit dat
hij de discussie over extra defensie-uitgaven heeft aangezwengeld binnen
de NAVO. Dat deed hij op het moment dat Nederland amper 1,2% van het
bruto binnenlands product aan defensie uitgaf, ruim minder dan de
NAVO-norm. Als NAVO-lidstaat mogen we Trump buitengewoon dankbaar zijn
omdat hij voor elkaar heeft gekregen wat wij als land zelf in tien jaar
niet voor elkaar kregen. Hoe gaat de minister, hoe gaat Nederland, die
waardering overbrengen? Wat gaat Nederland doen om president Trump in
juni volgend jaar te ontvangen voor de NAVO-top in Den Haag? De PVV
heeft daar wel een idee bij, maar ik neem aan dat er al plannen in
ontwikkeling zijn. Ik hoor dat graag van de minister.
Ik zie dat er inmiddels weer een verzameling voor de
interruptiemicrofoon staat.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ja, dat is niet gek. Dit roept ook vragen op. De PVV roept deze minister
ertoe op om alles op alles te zetten om de trans-Atlantische band met de
VS te versterken en te behouden en zegt ook dat we Trump dankbaar moeten
zijn omdat er meer uitgaven kunnen gaan naar Defensie, meer uitgaven
naar de NAVO, niet per se omdat het Nederlandse volk dat wil, maar omdat
Trump dat wil, omdat de VS dat willen. Ik vraag mij het volgende af. De
nieuwe secretaris-generaal van de NAVO — u kent hem wel — roept op om 4%
van het bbp te besteden aan de NAVO. Tevens zijn er vragen om allerlei
munitiedepots van de NAVO op verzoek van de NAVO in Nederland te
plaatsen, waardoor mensen mogelijk onteigend zouden moeten worden. Hoe
kijkt de PVV daarnaar?
De heer De Roon (PVV):
Ik ken die onteigeningsplannen nog niet, maar zodra ze op tafel worden
gelegd, zullen we ze bekijken, zoals dat hoort. Vervolgens kunnen we
daarover een oordeel vellen. Maar als de NAVO aangeeft dat het wenselijk
is dat er niet alleen munitie buiten Nederland maar ook in Nederland
wordt opgeslagen, dan kun je niet op voorhand zeggen: dat willen we
niet. We moeten dat van geval tot geval gaan beoordelen en dat kan pas
als er een plan op tafel ligt.
De voorzitter:
Ik denk dat dit meer een Defensieonderwerp is.
Mevrouw Dobbe (SP):
Als we alles op alles moeten zetten voor de trans-Atlantische band, dan
vind ik dat wel een relevante vraag. De heer De Roon begon zelf over de
NAVO. Mijn vraag ging ook over de uitgaven aan de NAVO. De heer Rutte —
u kent hem wel — vraagt om 4%, ook aan ons. Vindt de PVV dat we 4% van
ons bbp moeten besteden aan de NAVO?
De heer De Roon (PVV):
Dat vind ik nu nog niet, maar we horen graag van de heer Rutte wat de
onderbouwing is voor die wens. Daar zal op enig moment een gesprek over
komen, ook met andere landen, met andere lidstaten. Als die gezamenlijk
besluiten dat het 4% moet zijn, dan zijn wij daar als NAVO-lid ook aan
gebonden. Maar u hoort mij nu niet zeggen: dat is een geweldig plan; dat
moeten we doen. Zover ben ik nog helemaal niet. Ik denk trouwens dat
heel veel afhangt van hoe het nu verdergaat met de strijd in Oost-Europa
en de manier waarop Rusland zich verder gaat ontwikkelen en
manifesteren. Dat is absoluut zeer zorgelijk. Denk aan de samenwerking
met China, Noord-Korea en Iran. Dat zijn geen goede tekenen.
Mevrouw Dobbe (SP):
Als ik al deze woorden van de heer De Roon bij elkaar samenvoeg, dan
moet ik concluderen dat we alles op alles moeten zetten om zo meteen een
goede relatie te behouden met de regering-Trump. Tegelijkertijd zijn
meer uitgaven aan de NAVO dan die 2% voor de PVV bespreekbaar, terwijl
die 2% al ontzettend veel is en we die nu al niet op krijgen. Op het
moment dat de NAVO wil dat er munitiedepots komen in Nederland, dan moet
de PVV daar nog naar kijken, maar ze zegt niet resoluut nee. De PVV
loopt aan de leiband van de NAVO met een open einde, als Trump dat maar
wil. Begrijp ik dat goed?
De heer De Roon (PVV):
Dat begrijpt u helemaal verkeerd, want wij lopen niet aan de leiband van
wie dan ook. We gaan alles wat aan ons wordt voorgelegd en wat ons wordt
voorgesteld, uiteraard beoordelen vanuit de belangen van Nederland. Maar
tot die belangen van Nederland hoort ook voldoende bescherming tegen een
dreiging vanuit het Oosten.
Voorzitter. Het kalifaat van de Islamitische Staat werd in 2018
vernietigd, maar het islamitisch terrorisme is helaas nog springlevend.
Islamitische terroristen worden zelfs weer brutaler. De Houthi's
bedreigen al ruim een jaar een belangrijke maritieme handelsroute. Hamas
en Hezbollah blijven raketten afvuren op Israël en ook op eigen Europese
bodem nemen islamitische aanslagen weer toe. Het aantal islamitische
aanslagen en pogingen daartoe is recent zelfs verviervoudigd ten
opzichte van het jaar 2022.
Dat is wat mij betreft reden genoeg om pal achter Israël te blijven
staan. Het is de enige democratie in het Midden-Oosten. De Joodse staat
verweert zich kranig tegen de ergste vormen van islamitisch geweld,
zoals de terreuraanval van 7 oktober 2023. Laten we die alsjeblieft niet
vergeten. Ook vandaag moeten we stilstaan bij wat er op die dag is
gebeurd: het barbaarse optreden van duizenden Palestijnen, het geweld,
de haat en het ongekende antisemitisme. Mijn fractie wil ook stilstaan
bij het lot van de gijzelaars, van wie er naar verluidt nog steeds 100,
of waarschijnlijk minder, vastzitten onder vreselijke omstandigheden. Ze
worden mishandeld, misbruikt en vastgehouden in tunnels. Ze worden
steeds verplaatst, zonder ook maar één medewerker van bijvoorbeeld het
Rode Kruis te zien of te spreken. Daarom vraag ik aan de minister: wat
doet dit kabinet eigenlijk nog om de islamitische wereld — dat zijn toch
de steunpilaren en de gedoogpartners van Hamas — duidelijk te maken dat
het vrijlaten van de gijzelaars geen wens is, maar een vereiste? Er is
recent zelfs een bericht verschenen dat de Hamasleiding het contact
heeft verloren met degenen die de gijzelaars bewaken. Kent de minister
dit bericht ook? Wellicht kan hij het bevestigen, ook aan de hand van
andere bronnen. Als dat zo is, wat betekent dat dan voor de pogingen om
vrijlating van de gijzelaars te bewerkstelligen door daarover te
onderhandelen? Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Het kabinet constateert terecht dat de internationale
rechtsorde snel verandert; ook de instituties die de internationale
rechtsorde moeten dragen, zou ik eraan willen toevoegen. Over het
dubieuze optreden van VN-organisaties en functionarissen kun je een
zwartboek schrijven. Het meest schrijnende voorbeeld daarvan is UNRWA,
de VN-organisatie waarvan medewerkers meededen aan de gruwelijke
moordpartijen op 7 oktober. Het lidmaatschap van Hamas en UNRWA bleek in
sommige gevallen een combideal, een soort kwaadaardige dubbele
nationaliteit.
De VN heeft ook gefaald met de UNIFIL-missie, die er niet in is geslaagd
om Zuid-Libanon stabiel te houden en vrij van terroristen van Hezbollah.
Hezbollah opereerde in de schaduw van, en een paar honderd meter buiten
UNIFIL-bases. Het Israëlische leger vond daar tunnels van Hezbollah,
inclusief wapens, waardoor in ieder geval bij mijn fractie de indruk is
gewekt dat de VN is gebruikt of zich heeft laten gebruiken door
terroristen die gevoed door Iran de vernietiging van Israël als ultieme
droom hebben. UNIFIL was en is dus een mislukking. Het is een
mislukking, omdat de uitvoering van die VN-resolutie 1701 heeft gefaald.
De PVV vraagt de minister of hij zich wil inzetten voor een robuustere
handhaving dan wat door UNIFIL is en kon worden neergezet.
Laat mij ook nog een enkel woord zeggen over de enige Nederlandse
militair die nu deel uitmaakt van UNIFIL in Libanon, voor zover ik weet.
Want die ene Nederlandse militair, hoe dapper zij ook is, is een
genderadviseur, niet een terrorisme- of wapenexpert of iets dergelijks,
nee, een genderadviseur, die op een basis werkt waar ook een
dierenopvang zit. Een VN-basis waar kittens en puppy's opgevangen
worden, terwijl Hezbollahterroristen buiten de poort hun gang konden
gaan. En dat jarenlang. UNIFIL heeft gefaald en deze Nederlandse inzet
lijkt me in het licht van wat we nu weten ook helemaal niet zinvol.
Daarom wil de PVV dat deze Nederlandse inbreng stopt. Ook moet de steun
voor UNIFIL, in de huidige opzet, worden ingetrokken. Er moet een betere
oplossing voor komen. Dat zal ook wel weer een kwestie van onderhandelen
zijn. Maar mijn vraag is: staat de minister open voor het idee dat we
met de huidige UNIFIL niet op die manier verder moeten?
Voorzitter. Nederland steunt het bestaansrecht en het recht op
veiligheid van de staat Israël en verzet zich tegen de ontkenning en
bedreigingen hiervan. Dat staat kraakhelder in het regeerakkoord. Dat is
een passage die we ook eer aan moeten doen, bijvoorbeeld door onze
militaire en diplomatieke banden met de enige democratie in het
Midden-Oosten verder aan te halen, omdat we democratieën moeten
koesteren, zeker deze democratie. Als Israël valt, zullen wij daar de
nadelige gevolgen van ondervinden. Maar hoe doe je dat nou, die banden
aanhalen? In ieder geval niet door het contact te verbreken en Israël op
allerlei wijzen te boycotten.
Nederland zond eerder een fregat naar verder gelegen democratieën om
onze betrokkenheid en ons gevoel voor hun situatie tot uitdrukking te
brengen. Zo bracht het fregat Evertsen in 2021 een bezoek aan onder meer
Japan en Zuid-Korea. Dit jaar ging het fregat Tromp op wereldreis, en
weer werden er havenbezoeken afgelegd aan onze democratische bondgenoten
in Azië. Ook voer het fregat door de Straat van Taiwan. Hoe mooi zou het
zijn als we ook een keer een fregat naar de enige democratie in het
Midden-Oosten zouden sturen? Bijvoorbeeld als er weer een Nederlands
fregat richting Azië vertrekt, zou dat idee misschien uitgevoerd kunnen
worden. Ik vraag de minister dus wat hij van het idee vindt om op enig
moment een fregat naar Israël te sturen. Graag een reactie.
Dan Iran. De onrust in het Midden-Oosten is momenteel vrijwel volledig
toe te schrijven aan Iran, en meer specifiek aan de ayatollahs, de
leiders van het Iraanse regime.
De voorzitter:
Eén seconde. Er is een vraag van mevrouw Piri, wellicht op het vorige
onderwerp.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dat klopt, voorzitter. Ik heb de heer De Roon eigenlijk niet gehoord
over ongewenste bemoeienis. Vandaar mijn vraag. Als de Israëlische
minister van Buitenlandse Zaken zegt "de Joodse gemeenschap in Nederland
wordt gediscrimineerd, wordt het mikpunt van xenofobe, antisemitische en
racistische verwijten, opmerkingen en aanvallen, en dat is een
onaanvaardbare situatie", wat is dan de reactie van de heer De Roon?
De heer De Roon (PVV):
Dat hij daar groot gelijk in heeft. Het is een kwestie van vrijheid van
meningsuiting. Het is goed als hij dat ook kenbaar maakt. Het is
trouwens ook zijn taak om dat doen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dat vermoedde ik al en dat is nou precies de dubbele standaard. Dit is
een quote waarin ik "Turkse gemeenschap" heb vervangen door "Joodse
gemeenschap" en in plaats van "antisemitisme" stond er "islamofobie".
Dit was de uitspraak van de Turkse minister van Buitenlandse Zaken. Ik
zal u vertellen dat op dat moment de reactie van het Nederlandse kabinet
op deze uitspraak was dat deze minister ongeïnformeerd was en dat deze
opmerking ongewenst en ongepast was. De heer De Roon ging publiekelijk
helemaal tekeer tegen het kabinet. Hij vond het schandalig en verweet
het kabinet de houding van een slappe dweil: "Hoe diep willen we buigen
voor de Turken?"
De heer De Roon (PVV):
Precies, ja.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik heb u nog geen vraag gesteld. Dit is, voorzitter, precies die dubbele
maat. Wat we nu zien, is dat Israël niet alleen vertelt wie wij moeten
vervolgen, maar ook hoe we hen moeten vervolgen. Daarnaast vertelt
Israël leugens over het delen van inlichtingen, geeft Israël een
persconferentie nog voordat ze met iemand uit het Nederlandse kabinet
contact hebben gehad en doet Israël een aanval op de burgemeester van de
hoofdstad van dit land. En dat noemt u géén ongewenste bemoeienis?
De heer De Roon (PVV):
Nee, dat noem ik niet ongewenst, want die geluiden komen uit een
democratie. De vertegenwoordigers van die democratie mogen zeggen wat
zij vinden. De geluiden die u dus valselijk presenteerde als iets wat
ten opzichte van Israël zou moeten gelden, gaan over een autocratie, de
vertegenwoordiger van een autocratie. Daar nemen wij geen boodschap van
aan. Dat zouden we ook niet moeten willen doen. Daar zou je je dus ook
als Nederlandse overheid stevig tegen moeten uitspreken.
De voorzitter:
U continueert.
De heer De Roon (PVV):
Dus dat is het verschil en dat maakt dat ik daar verschillend over
oordeel.
Voorzitter. Ik zei: de onrust in het Midden-Oosten is vrijwel volledig
toe te schrijven aan Iran, en specifiek aan de ayatollahs. Zij vieren
elk jaar weer de islamitische revolutie uit 1979. Die vieren ze en die
verdedigen ze ook. Maar veel te vieren valt er niet voor de regio, en
ook voor ons niet trouwens. De Iraanse Revolutionaire Garde en de
Iraanse proxy's zaaien dood en verderf in Iran zelf, in Irak, in Syrië
en in Libanon, in Gaza en in Jemen. Overal is het hetzelfde liedje — of
horen we dezelfde strijdkreten, kun je beter zeggen. Spijtig genoeg
bleef de terreur van het Iraanse regime niet alleen beperkt tot het
Midden-Oosten. Ook in Europa en de VS is het bal met liquidaties en
liquidatiepogingen gericht op politieke tegenstanders van Teheran, omdat
het regime doodsbang is voor alles wat het gezag van de islamitische
doodscultuur in Teheran kan aantasten. Europa is daarom dus ook een
doelwit van hun terreurcomplotten, waarbij Iran criminele netwerken
inzet. Dat baart steeds meer zorgen. In toenemende mate wordt daar ook
voor gewaarschuwd. Zo blijkt dat gevaar onder meer uit documenten van
Franse inlichtingendiensten. Zelf weten we het natuurlijk ook al donders
goed. Onze huidige premier sprak in 2019 al in een andere functie
onomwonden over liquidaties door Iran, vanuit Iran aangezet, in
Nederland. Maar wat gaat het kabinet doen aan deze toenemende dreiging
vanuit Iran? Graag een reactie van de minister.
Los van de liquidaties en pogingen daartoe schaadt Iran ook onze
nationale belangen, onze economische belangen, en wel direct door de
acties van de door Iran gesteunde Houthi's. Ik wil graag weten waarom de
Iraanse ambassade in Den Haag dan eigenlijk nog geopend is, als wij op
die manier worden aangepakt. Hoezo is het in ons belang om die haathut,
zoals wij de Iraanse ambassade in Den Haag noemen, nog open te laten?
Als de minister die ambassade niet wil sluiten, waarom zet hij dan niet
in ieder geval enkele Iraanse diplomaten uit, zoals Nederland dat jaren
geleden wel deed toen het ook nodig was? Duitsland nam ondanks wel
rigoureuze maatregelen en zette 32 Iraanse diplomaten het land uit.
Waarom doen wij dat niet als onze belangen worden geschaad? Graag een
antwoord van de minister.
Dan nog de oorlog in Oekraïne. Oekraïne zit in het nauw. De Russen
rukken langzaam op en stellen de Oekraïners voor een steeds moeilijkere
opgave. Dat komt trouwens ook doordat het rekruteren van nieuwe
militairen voor Oekraïne voor geen meter loopt. De frontlinie kan
daardoor zelfs al de komende maand nog wel 30 tot 35 kilometer
opschuiven naar het westen. Dat is een pessimistische inschatting. Een
andere ontwikkeling is hier ook nog relevant, namelijk de toenemende
steun van onvrije landen aan Rusland. Rusland werkt steeds meer samen
met Noord-Korea, China en Iran. Voor dat laatste land hebben de Russen
laatst zelfs nog twee satellieten in de ruimte gebracht, laat staan wat
dit allemaal betekent als Rusland Iran nog verder gaat helpen met het
kernwapenprogramma of het scherpstellen van de Iraanse ballistische
raketten. De PVV wil daarom dat we geen zwakte tonen naar de voornoemde
landen die elkaar vinden in het gezamenlijke doel om het Westen te
ondermijnen. Zwakte tonen moedigt landen als Rusland, Iran, China en
Noord-Korea alleen maar verder aan om onze belangen en die van onze
bondgenoten verder te ondermijnen.
Oekraïne heeft, naast militairen, wapens voor de lange afstand nodig.
Deze worden nu om verschillende redenen geleverd en Oekraïne mag die ook
inzetten. Oekraïne is zelf ook volop bezig met het ontwikkelen van
wapens, waaronder ballistische raketten. Nu zitten er Nederlandse
computerchips in Noord-Koreaanse raketten die op Oekraïne worden
afgevuurd. Wij zien die chips liever in Oekraïense exemplaren van dat
soort raketten.
De heer Van der Burg (VVD):
Laat ik beginnen met een compliment aan de PVV. Eerder in het debat ging
het over de NAVO-bijdrage. Ik ben heel blij dat de PVV heeft gezegd dat
de PVV het steunt als door de NAVO-landen besloten wordt om de bijdrage
aan de NAVO niet op 2% te zetten, maar op een hoger percentage. Hulde
daarvoor. Het is belangrijk om zo te komen tot een meerderheid in deze
Kamer.
Nu schaart de PVV zich ook nadrukkelijk achter de vrijheidswens van de
Oekraïners, maar de vrijheidswens van de Oekraïners kost geld. In
Nederland maken wij daar ook geld voor vrij, net als Europa dat doet. We
zien echter dat bijvoorbeeld de toekomstige Amerikaanse regering heeft
aangegeven daarmee te willen stoppen. Dat is in strijd met de woorden
die net zijn uitgesproken door de PVV, namelijk: we moeten Oekraïne
blijven steunen tegen de onvrije landen Rusland, Noord-Korea, China en
Iran. Ik zeg dan bij mijzelf: put your money where your mouth is. Is de
PVV bereid om de budgetten ten behoeve van Oekraïne te vergroten vanuit
de Nederlandse begroting, indien het nodig is en indien deze minister
dat aangeeft?
De heer De Roon (PVV):
Voorlopig is daar helemaal geen geld voor in de Nederlandse begroting.
Ik zie dat niet in ieder geval. Als daar voorstellen voor komen, dan
zullen wij die op hun waarde beoordelen. Ik ga niet zeggen dat we dat
dus gaan steunen, omdat een minister het wil of omdat de VVD het wil.
Dat zal allemaal gewogen moeten worden op het moment dat het aan de orde
is. Dan kijken we ook heel goed naar het Nederlandse belang, in allerlei
opzichten. Ik denk dat het ook van groot belang is om aan de VS
duidelijk te maken dat zij Oekraïne niet volledig los moeten laten.
Volgens mij is Trump dat ook helemaal niet van plan.
De heer Van der Burg (VVD):
Geen misverstand: geen enkel Kamerlid en geen enkele minister moet een
voorstel steunen omdat de VVD het wil, noch moet een Kamerlid een
voorstel steunen omdat de minister dat wil. Je doet dat vanwege de
inhoudelijke argumenten, maar die inhoudelijke argumenten gaf de PVV
zojuist. We zien dat Rusland zich versterkt met Iran, met China en met
Noord-Korea. Dat zal dus betekenen dat er vanuit Oekraïne de vraag komt
om meer economische, financiële en militaire steun. Die zal betaald
moeten worden; dat kunnen de Oekraïners niet alleen opbrengen. Vandaar
mijn stelling en daaraan gekoppeld mijn vraag aan de PVV. Dit kan dus
ook betekenen dat we meer moeten doen, niet omdat de VVD dat wil en niet
omdat deze minister het wil, maar vanwege het feit dat de Oekraïense
bevolking het recht heeft om te vechten voor de vrijheid, die ook uw en
mijn vrijheid is.
De heer De Roon (PVV):
Ze hebben zeker dat recht — dat zou ik nooit in twijfel willen trekken;
dat hebben ze gewoon — maar wij hebben het recht om zelf te bepalen
hoeveel we daaraan willen bijdragen, ook financieel. Op dit moment
constateer ik dat er gewoon geen budgettaire ruimte is voor de grote
woorden die u uitspreekt. Wat de toekomst brengt, zullen we moeten
afwachten. Daar kan ik nu helemaal niet op vooruitlopen. Het spijt me,
maar dat gaat niet.
Mijn fractie wil ook een punt maken van de demonstrerende ambtenaren bij
het departement van Buitenlandse Zaken. Daags na de herdenking dit jaar
van 7 oktober stonden ze weer op de stoep van het ministerie, tijdens
werktijd en voor een extra lang protest, niet om te pleiten voor de
vrijlating van de gijzelaars — welnee — en ook niet om te demonstreren
tegen de doodscultus van het Iraanse regime; nee, dat ook niet. Het ging
natuurlijk om het harder aanpakken van Israël. Het is in mijn ogen
ronduit smakeloos dat we ambtenaren hebben die Hamas liever in de kaart
spelen dan achter de gijzelaars van de terreurgroep te gaan staan. We
worden daar echt niet goed van. Een van die demonstraten heeft inmiddels
ontslag genomen, lezen we; dat is maar gelukkig ook. Ik wil van de
minister weten of hij andere ambtenaren kan aanmoedigen om hetzelfde te
doen. Er moet toch ook juridisch het een en ander mogelijk zijn om
maatregelen te nemen tegen ambtenaren die tijdens werktijd op deze
manier misbruik maken van de herdenking van zo'n vreselijk gebeuren als
de 7 oktoberprogrom. Graag een reactie. Zijn er nog ontwikkelingen op
dit gebied bij het departement, vraag ik de minister.
Dan kom ik bij de noordpool en de NAVO. Met de NAVO kijken we nu,
begrijpelijk, vooral naar de oostflank, en dat kost ons al heel veel
geld, terwijl er aan de noord- en zuidflank ook genoeg gebeurt. Vandaag
wil ik me kortheidshalve alleen richten op dat koude noorden, het gebied
boven de poolcirkel. Dat is een gebied waarvan sommigen, en zeker veel
Nederlanders, denken dat het ver weg is. Maar dat is in militair opzicht
helemaal niet ver weg. China zet samen met Rusland flinke stappen in dat
arctisch gebied. De grip daarop wordt steeds verder verstevigd, met alle
gevolgen van dien. Het gaat om de exploratie van grondstoffen, de
controle over nieuwe handelsroutes en onze veiligheid. Grenzend aan de
NAVO-regio is het optreden van China en Rusland in het poolgebied een
zorgwekkende ontwikkeling.
Ik pak er even wat recente berichten bij om die ontwikkeling te
illustreren. Zo gaan China en Rusland vrachtschepen ontwikkelen om
jaarrond in het poolgebied te kunnen varen. Op zich mag dat natuurlijk,
maar het is wel een teken dat ze zich van dat gebied meester willen
maken. Ook gaan beide landen zich steeds actiever op Spitsbergen richten
en maken ze plannen om er meer voet aan de grond te krijgen. Voor het
eerst heeft een Chinese ijsbreker ook een havenbezoek gebracht aan
Moermansk, op maar 100 kilometer afstand van het NAVO-grondgebied. Mijn
vraag is hoe het kabinet omgaat met al deze ontwikkelingen in het
noorden. De vorige Nederlandse polaire strategie, Beslagen ten ijs, was
opgesteld voor de periode 2021-2025. Ziet de minister in de
ontwikkelingen in het arctisch gebied aanleiding om een nieuwe polaire
strategie op te stellen voor de vijf jaar daarna? Kan daarbij dan ook de
nadruk worden gelegd op de veiligheid?
Tot slot nog één ding, voorzitter. Dat is Taiwan. Ik wil de minister
vragen of Nederland Taiwan wil steunen om deel te kunnen nemen aan
organisaties zoals de World Health Organization. Wil de minister zich,
net als de VS, uitspreken tegen de campagne van China om Taiwan te
isoleren, want die campagne is groot en sterk. Daar moeten we verzet
tegen plegen, al is het maar verbaal. Dat kunnen we niet alleen maar aan
de VS overlaten. Dat moet het hele vrije Westen doen, vind ik. Dat is in
ieder geval mijn mening. Ik vraag de minister of hij dat ook zo
ziet.
De voorzitter:
Was dit uw bijdrage?
De heer De Roon (PVV):
Dit was het.
De voorzitter:
Dank u wel daarvoor. De heer Diederik van Dijk.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Ik wil nog even terug naar het Midden-Oosten. We hebben kunnen lezen en
horen dat terroristenorganisatie Hamas onderdak heeft gevonden in
Turkije. Dat is een NAVO-partner en een kandidaat-EU-lidstaat. Ik had
erop gerekend dat de heer De Roon daar ook op terug zou komen. Hoe
waardeert de PVV dat en wat voor consequenties zouden we daaraan moeten
verbinden?
De heer De Roon (PVV):
Het is goed dat u daarnaar vraagt. Ik heb ook maar beperkt de tijd, al
is het veel meer dan veel anderen in deze zaal. Dit is een goed punt. Ik
ben het helemaal met u eens. De VS heeft al aan Turkije kenbaar gemaakt
dat ze helemaal niet gediend zijn van het feit dat die topfiguren van
Hamas weer een rijkeluisleventje kunnen gaan leiden, nu dus in Istanbul.
Wij moeten dat ook vinden. Wij moeten dat ook zeggen. Als het even kan
moeten we daarin ook met de VS en andere bondgenoten optrekken om dat
heel erg indringend duidelijk te maken in Ankara.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Duidelijk. Dank voor de reactie. We wachten de reactie van de minister
hierop af.
De heer Boswijk (CDA):
Allereerst sluit ik me aan bij de complimenten die collega Van der Burg
heeft gemaakt. Veel van wat collega De Roon zegt over de NAVO, het
belang van een trans-Atlantische band en het rapport van de WRR dat hij
aanhaalt, zijn belangrijke dingen. Ik heb beperkte spreektijd, dus ik
kan daar niet allemaal bij stilstaan. Ik ben dus blij dat de heer De
Roon erbij stilstaat, al moet ik nog maar zien wat uiteindelijk de
concrete vertaling ervan is.
Ik hoor de heer De Roon zijn zorgen uitspreken over wat er plaatsvindt
in het oosten van Europa en ten noorden van ons. Dat steun ik helemaal.
Maar ik wil het even hebben over het zuiden, het Afrikaanse continent.
Er zijn heel veel militair specialisten die ons daarop wijzen. Ik noem
Kees Matthijssen, de voormalig force commander in Mali, en Tom
Middendorp, de oud-Commandant der Strijdkrachten, die op dit moment op
televisie is. Hij geeft eigenlijk aan dat er nu heel veel speelt op het
Afrikaanse continent, zoals explosieve bevolkingsgroei, het
achterblijven van economische groei en het feit dat China en Rusland in
het vacuüm springen. Daar komt klimaatverandering ook nog een keer
overheen. Al die effecten bij elkaar zorgen voor een giftige cocktail.
De mensen hebben dan maar weinig opties. Een deel zal vervallen tot
jihadisme en een deel zal uiteindelijk gaan vluchten. Dan krijgen we
migratiestromen die nog veel erger zijn dan in 2015. Eigenlijk zegt
iedereen, alle militaire specialisten, dat je de grondoorzaken moet
aanpakken. Je moet dus op ontwikkelingssamenwerking inzetten. Je moet
met handel ervoor zorgen dat het daar beter wordt. Eigenlijk zien we dat
dit kabinet het tegenovergestelde gaat doen. Er wordt fors bezuinigd.
Natuurlijk kun je kritisch zijn op onze ontwikkelingssamenwerking in het
verleden. Echt niet alles is goed gegaan. Ik ben er dus erg voor om daar
kritisch naar te kijken. Het mag echt een stuk pragmatischer, maar nu
gaat het met de botte bijl. Door de ontkoppeling die daar nog bij komt,
zeggen eigenlijk alle specialisten dat dit onverantwoord is. En dan heb
ik het niet over de geitenwollensokkenfiguren, maar over mensen die hard
inzetten op veiligheid. Hoe kijkt de heer De Roon hiernaar?
De voorzitter:
Deze interruptie duurde twee minuut vijf. Ik ga die als twee
interrupties rekenen.
De heer De Roon (PVV):
Dank dat de heer Boswijk zijn zorgen uit over wat er zich allemaal ten
zuiden van Europa voordoet, dus over de situatie die zich daar
ontwikkelt. Ook ik vind dat uiteraard zorgelijk. Daar wordt voortdurend
een strijd geleverd, met alleen al in Sudan nu 80.000 doden, geloof ik,
en meer dan 1 miljoen mensen die van huis en haard verdreven zijn.
Achter de vreselijke strijd die daar plaatsvindt, zit ook weer het
islamitische terrorisme. We moeten vooral kijken naar wat gevaarlijk is
voor ons. Dat betekent nog niet dat we dan dus, zoals u dat stelt, meer
aan ontwikkelingshulp moeten gaan doen. We moeten de grondoorzaken
aanpakken, zegt u. Nou, in dat idee kan ik me nog vinden, maar hoe gaan
we die dan aanpakken? U stelt voor — zo komt het in ieder geval op mij
over — om dan weer flink de buidel te trekken en daar geld in te pompen
in de vorm van ontwikkelingshulp, terwijl we al decennia hebben gezien
dat dit allemaal niet veel zoden aan de dijk zet, maar ons wel heel veel
geld kost. De burger in Nederland is daar allang klaar mee. Ik wacht met
belangstelling een nieuw plan van u af over een manier waarop de
grondoorzaken daar kunnen worden aangepakt. U heeft daar alle vrijheid
toe, natuurlijk. Ik ga niet zeggen wat u wel of niet daarin zou moeten
zetten. Maar pas dan kunnen we beoordelen of er iets moet worden gedaan
in dat opzicht. Ik vind de situatie in Afrika eerlijk gezegd veel
moeilijker dan die rond de Arctic, waar ik op wees, hoewel de situatie
rond de Arctic in mijn ogen veel gevaarlijker is. We gaan komend weekend
naar de bijeenkomst van Parlementaire Assemblee van de NAVO. De heer
Boswijk gaat volgens mij ook mee. Misschien dat er daar nog briljante
ideeën naar voren komen ...
De voorzitter:
Ja, ja, ja.
De heer De Roon (PVV):
... over wat er ten opzichte van zuiden van Europa dient te
gebeuren.
De voorzitter:
Dat horen we de volgende keer.
De heer Boswijk (CDA):
Nogmaals, niet alles wat we hebben gedaan aan ontwikkelingssamenwerking
heeft de resultaten gebracht die we hadden gehoopt. Laat ik daar eerlijk
over zijn. Er is veel wensdenken geweest. Ik vind oprecht dat we daar
kritisch naar moeten kijken. Alle specialisten — en nogmaals, dat zijn
niet de geitenwollensokken, maar mensen die echt hard naar de veiligheid
kijken — zeggen dat al de veranderingen die gaan plaatsvinden, zoals de
demografische veranderingen, de klimaatveranderingen en noem alles maar
op, tot gevolg zullen hebben dat mensen door gebrek aan perspectief
uiteindelijk op drift raken. Wat bedoel ik met "op drift"? Dat is
uiteindelijk dat de vluchtelingenstromen vele malen groter zullen zijn
dan wat we in 2015 hebben gezien. De heer De Roon zegt dan dat de PVV
vindt: de Nederlander weer op één! Juist als je de Nederlander op één
zet en migratie een probleem vindt — dat deel ik; ik denk dat we
allemaal grip op migratie willen — dan is de heer De Roon het toch met
mij eens dat het veel effectiever is om ervoor te zorgen dat mensen
überhaupt niet gaan migreren? We moeten dus onze invloed dáár gebruiken,
want anders melden zich zo meteen weer allemaal mensen in Ter Apel en
hebben we dat gedoe allemaal weer.
De voorzitter:
Ja, ja, ja.
De heer De Roon (PVV):
Die invloed hebben we dus niet door daar allerlei
ontwikkelingshulpprojecten te steunen. Als er in Afrika het nodige aan
gedaan wordt om dat mogelijk te maken, kan die invloed wel zijn:
investeringen in de economie. Dat is het enige wat hen op de plaats
houdt. Al het andere is in mijn ogen weggegooid geld. Dan is de vraag:
hoe krijgen we dat voor elkaar? Ik heb daar ook het pasklare antwoord
niet voor, moet ik zeggen. Maar ik heb wel geconstateerd dat de
Verenigde Staten op dit moment heel druk bezig zijn met het ontwikkelen
van de zogenaamde Lobitocorridor, die van Angola, dwars door Afrika,
naar de Indische Oceaan loopt. Ik geloof dat die in Tanganyika moet
uitkomen. De hoop is dat daar een economische ontwikkeling op gang wordt
gebracht. Daar hebben die landen en de mensen die in die landen wonen,
veel meer aan dan aan al die ontwikkelingshulpprojectjes zoals wij die
kennen.
De heer Boswijk (CDA):
Ik ben het geheel eens met de heer De Roon dat economische ontwikkeling
uiteindelijk de duurzame sleutel is om mensen daar te houden en daar
perspectief te bieden. VNO-NCW zegt dit ook, maar die zegt ook: voordat
bedrijven zich daar gaan vestigen, moeten er wel de randvoorwaarden voor
geschapen zijn. Dan gaat het om infrastructuur en het kadaster, dat je
het eigendom vastlegt, en rechtspraak; noem alles maar op. Dat zijn
allemaal punten die je niet realiseert met economische ontwikkeling.
Daar moet je eerst ontwikkelingssamenwerking op zetten, dus dan kom je
toch weer uit bij ontwikkelingssamenwerking. Als de heer De Roon dat met
mij eens is, dan moet hij toch ook iets vinden van deze bezuinigingen.
Nogmaals, het moet pragmatischer, het is misschien te idealistisch
geweest, dat is allemaal waar. Maar met wat er nu gebeurt, krijgen we
nooit die randvoorwaardelijkheid en dus ook nooit die economische
groei.
De voorzitter:
Dat is een andere begroting, BHO, dus een kort antwoord.
De heer De Roon (PVV):
Zeker. Ik wil er ook niet al te veel op verdergaan. Ik ga gewoon kijken
hoe de Verenigde Staten varen met de ontwikkeling van die
Lobitocorridor. Hun inzet is juist heel duidelijk: we moeten de economie
stimuleren, want daar hebben die landen wat aan. Maar wat je daarbij wel
nodig hebt, is dat de leidinggevenden in zo'n land dat ook zien en zich
daar ook voor willen inzetten in plaats van alles in hun eigen achterzak
te laten verdwijnen. We zullen zien hoe dat gaat.
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Tot zover. Dank aan de heer De Roon. Dan geef ik graag nog het woord aan
de heer Paternotte, die ons richting het diner geleidt.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Het was een heel bijzonder jaar, zeker voor de positie van
Nederland. Er gingen nog nooit zo veel mensen naar de stembus als dit
jaar, over de hele wereld. Overal werden regeringen weggestemd, van
Engeland tot Frankrijk, van Japan tot India, maar in Nederland niet. Er
waren geen Tweede Kamerverkiezingen en de regering is niet weggestemd.
In die zin was ons land eigenlijk een baken van stabiliteit en rust in
een woelige wereld.
Voorzitter. Er is veel onvrede en dat moet de politiek zich aanrekenen,
maar die verkiezingen zeggen ons ook iets anders, zoals over enorme
invloed van buitenlandse inmenging, sociale media en populisme. In
Georgië werden mensen omgekocht en in Moldavië geïntimideerd. In Amerika
zagen we bommeldingen en cyberaanvallen rondom de verkiezingen. Elon
Musk kocht ooit Twitter om het platform politiek neutraal te maken, maar
nu kocht hij met behulp van X het presidentschap van het machtigste land
ter wereld. Vlak na de verkiezingen zei de aankomend vicepresident: als
Europa durft de desinformatie en de ondermijning van de platforms van
Musk te gaan reguleren, dan trekken de VS de steun voor de NAVO in. Dat
lijkt een beetje op Monty Python: mooi oud continent heeft u daar; het
zou toch zonde zijn als er wat mee gebeurt.
Voorzitter. Als dat nu al de boodschap is, hoe kan het dan dat de
premier zegt dat de verkiezing van Trump eigenlijk niet zo veel betekent
voor Nederland? Kan de minister daarop reageren en ingaan op de gevolgen
voor het Klimaatakkoord, voor onze handel en voor de NAVO?
Onlangs liep ik op de natuurbegraafplaats vlak bij waar mijn moeder
begraven ligt, langs vier bordjes, met alle vier dezelfde datum: 17 juli
2014. Twee ouders en twee jonge kinderen, een heel Nederlands gezin
weggevaagd door een Russische raket. Dat soort bordjes staan op heel
veel plekken in Nederland. Heel veel nabestaanden staan daar regelmatig
stil bij MH17 en het verlies van hun geliefden. Door MH17 kreeg
Nederland een confrontatie met de betekenis van oorlog. Daardoor weten
we dat Oekraïne nu 1.000 dagen een grote oorlog voert, maar ook dat
Rusland 3.918 dagen geleden al de Krim bezette. De oorlog begon in de
Donbas, waar in die zomer een vliegtuig uit de lucht werd geschoten.
Daardoor weten we ook wat er gebeurt als je hoopt dictators te sussen
door ze een stuk tegemoet te komen, door daarna toch mee te werken aan
Nord Stream, door nauwelijks sancties op te leggen.
Ik zag Geert Wilders vandaag op een foto staan met de Hongaarse minister
van Buitenlandse Zaken, die kort hiervoor op een veiligheidstop was
geweest met Syrië, Belarus en Rusland. Die wil precies dat: appeasement
van Poetin. Ze stonden voor een portret van Winston Churchill. Die zou
wel iets hebben gevonden van appeasement, denk ik.
Dat brengt me bij vandaag, want in de Baltische Zee werden twee kabels
doorgesneden. Dat is sabotage, gericht op Europese landen die Oekraïne
steunen, zei de Duitse regering. Artikel 4 van het Noord-Atlantisch
Verdrag luidt: de partijen zullen onderling overleg plegen wanneer naar
de mening van een van haar de territoriale onschendbaarheid, politieke
onafhankelijkheid of veiligheid van een der partijen wordt bedreigd. Dus
wat nu gebeurt, is een artikel 4-situatie. Is de minister bereid om
hierover in overleg te treden met Duitsland, Finland en de Baltische
staten?
Voorzitter. We zagen het ook aan iets anders. Toen Scholz van de week
met Poetin sprak en hem vroeg om niet te escaleren, kreeg hij een dag
later antwoord in de vorm van 210 drones en raketten op de hele
Oekraïense energie-infrastructuur. Die steun aan Oekraïne is niet zeker
in handen van Trump, want het was de zoon van Trump die op social media
over Zelensky postte: "President Zelensky, nog 38 dagen totdat je je
zakgeld verliest". Trump wil Tulsi Gabbard als hoofd van de Amerikaanse
inlichtingendiensten. Dat werd in de Russische staatsmedia gevierd en
bejubeld. Dat is ook niet zo gek, want zij staat erom bekend dat ze zegt
dat Poetin Oekraïne binnenviel vanwege biologische wapens die gemaakt
zouden worden door de Amerikanen in Oekraïne. Die benoeming is nog niet
definitief, maar in Washington wordt al gezegd: bondgenoten gaan zich
straks afvragen welke informatie je nog met Amerika deelt. Wat D66
betreft moeten we inderdaad serieus heroverwegen welke inlichtingen we
nog met de Amerikanen kunnen delen als dit de benoeming wordt. Mijn
vraag is: sluit de minister volledig uit dat we naar die samenwerking
onder Trump moeten kijken?
Voorzitter. Het is duidelijk dat er een grote verantwoordelijkheid op
Europa komt te liggen. Aan ons de vraag om op te staan. Daar hebben we
twee kansen voor. Eén, we moeten doen wat ik eigenlijk net ook een deel
van de coalitie hoorde zeggen: nu afspreken dat de raming van militaire
steun voor Oekraïne volgend jaar van 2,2 miljard naar 3,5 miljard gaat.
Wil de minister dat toezeggen? En we moeten ons als Nederland hard gaan
maken voor een officiële uitnodiging voor Oekraïne om lid te worden van
de NAVO, zodat de gesprekken over toetredingsvoorwaarden kunnen worden
gestart. Dat vraagt ook om in de EU bij meerderheid te gaan besluiten
over buitenlandpolitiek en om serieus met een Europese krijgsmacht aan
de slag te gaan.
Ten slotte nog één ding, want laten we eindelijk eens de illusie
afschudden dat China een normale partner is. We vermoedden al dat China
militaire steun biedt aan Rusland in de oorlog tegen Oekraïne, maar
inmiddels heeft de EU dit aangekaart in Beijing, omdat er duidelijke
aanwijzingen zijn dat een Chinees bedrijf drones produceert voor
Rusland. China wil de wereld veranderen en de internationale rechtsorde
naar z'n hand zetten. Tot nu toe heeft Nederland China steeds getypeerd
als partner, concurrent en systeemrivaal — heel genuanceerd. Maar is dat
nou logisch als die partner ons ministerie van Defensie hackt, voor
Rusland de oorlog in Oekraïne mogelijk maakt met geld en wapens, steeds
dreigender is richting een cruciale handelspartner voor ons, namelijk
Taiwan, de Iraanse economie overeind houdt, Iran technologie voor drones
levert en ook nog met de Houthi's afspraken maakt over het beschieten
van westerse schepen, terwijl Chinese schepen met rust worden gelaten?
Is de minister bereid om China vanaf nu primair als systeemrivaal te
zien, net zoals de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger van de EU dat doet, en
wil hij dat ook verwerken in de nieuwe Chinastrategie?
Voorzitter. De onrust in de wereld vraagt om een sterke aanwezigheid van
Nederland, maar het postennet zal met 10% krimpen. Terwijl Rusland en
China hun invloed uitbreiden en overal ambassades openen, trekken wij
ons terug. Als de minister dit toch wil doorzetten, hoe wordt dit dan
ingevuld? Wij lazen namelijk dat hij dat nog niet weet. Maar waar
stemmen we bij deze begroting dan precies mee in, vraag ik hem. Wij
moeten als Kamer toch inzicht krijgen in zo'n kaalslag op onze positie?
Daarom wil ik die uitwerking nog voor de tweede termijn hebben. Dan doel
ik niet op een overzicht van alle fte's per post, maar ik wil wel op z'n
minst de prioriteiten zien. Ik wil in ieder geval antwoord op de
volgende vragen. Kan de minister uitsluiten dat hij posten zal
dichtgooien? En als hij wel posten gaat sluiten, kijkt hij dan naar
specifieke regio's of werkzaamheden? Hoe voorkomen we dat bezuinigingen
op ICT ons extra kwetsbaar maken voor cyberaanvallen? Welke gevolgen
hebben de bezuinigingen voor Nederlanders in het buitenland, die nu al
maandenlang moeten wachten op een nieuw paspoort? Met die informatie
kunnen we donderdag een zinnig debat voeren.
Voorzitter. De minister zei in zijn eerste interview afgelopen juli dat
hij zich minder kritisch zou opstellen tegenover Israël, omdat hij meer
verwacht van stille diplomatie. We zijn nu vijf maanden verder en ik
vraag me af of dat werkt. Of kan hij aangeven waaruit blijkt dát het
werkt? We zien namelijk hongersnood in Noord-Gaza. We zien 2 miljoen
Gazanen bijeengedreven op een heel klein gebied, waar mensen voor de
tweede keer een ellendige winter in tenten moeten gaan doorbrengen. Er
zijn meer dan 17.000 kinderen gedood. Het vermoeden is dat van de 101
gijzelaars misschien de helft nog in leven is. De Israëlische minister
Yoav Gallant zei na diens ontslag dat Israël ze heeft opgegeven. We
kennen al die feiten, maar mijn zorg is dat we er te veel zorgen over
uitspreken. Want Israël verbiedt UNRWA en de minister is bezorgd. Israël
valt de VN-missie in Libanon aan en het kabinet uit grote zorgen. Israël
blokkeert de hulpverlening naar Noord-Gaza met hongersnood tot gevolg en
Nederland is concerned. De VN spreekt van een dreigende etnische
zuivering en opnieuw heeft Nederland zorgen. Maar terwijl het kabinet
zorgen uitspreekt, reist straks de schaduwminister van Buitenlandse
Zaken, Wilders, naar de bezette gebieden om opnieuw te pleiten voor
annexatie van Palestina door Israël. Hij ontkent zelfs het bestaansrecht
van het Palestijnse volk. De minister hoeft het niet eens te zeggen,
maar ik ben ervan overtuigd dat hij daar ook bezorgd over is. Een
Europese ambtenaar zei onlangs: "If the West kills international law,
nobody can revive it". We staan dus voor een heel serieuze keuze: kiezen
we voor het internationaal recht of kijken we weg van de schendingen die
niet meer te ontkennen zijn?
We zien de onrust in de samenleving. Die komt ook door het gevoel dat
het kabinet te stil is en geen daden achter woorden zet. Mensen zijn
daardoor radeloos, en dat begrijp ik. Daarom is onze vraag niet wat we
vinden of waar we bezorgd over zijn, maar is onze vraag: gaan we ook een
keer wat doen? Is er iets dat Netanyahu kan doen dat wij niet accepteren
of heeft hij carte blanche? Al zeven maanden vraagt Nederland om het
EU-associatieverdrag met Israël te bespreken. Wat doet de minister als
de deadline van december verloopt? Gaan de continue aanvallen van Israël
op de VN-missie in Libanon ooit consequenties hebben? Is het kabinet
bereid om sancties in te stellen tegen kolonisten en degenen in de
regering-Netanyahu die illegale nederzettingen blijven faciliteren? De
top van Hamas wordt nu gevraagd om Doha te verlaten, iets waar wij een
jaar geleden al over begonnen, maar die gaat zich nu steeds meer
verschansen in Turkije. Accepteren we dat van een NAVO-bondgenoot of
gaan we Turkije hierop aanspreken? Wij zijn overigens van mening dat er
heel snel een Europese krijgsmacht moet komen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors tot 20.00 uur voor het diner.
De vergadering wordt van 18.56 uur tot 20.01 uur geschorst.
De voorzitter:
We gaan voort met de begrotingsbespreking Buitenlandse Zaken. Het woord
is aan de heer Van der Burg van de fractie van de VVD.
De heer Van der Burg (VVD):
Voorzitter. Ik ga het vandaag met u over een aantal zaken hebben.
Uiteraard ga ik het hebben over Rusland/Oekraïne, Iran/Israël/het
Midden-Oosten en China/Taiwan. Ik ga het hebben over vergeten
conflicten. Zo heb ik die maar even genoemd, want we zijn wel heel erg
bezig met beperkte delen van de wereld. Ook ga ik het hebben over het
postennet — dat wordt niet het hoofdonderdeel, maar het is wel
belangrijk om bij stil te staan — en mensenrechten. Daarnaast heb ik nog
een flink aantal vragen aan de minister op deze thema's.
Mevrouw Piri begon haar bijdrage niet met een vraag van haarzelf, maar
met een vraag aan haar: maar wat doe je voor mij? Maar al deze
onderwerpen, of het nu gaat om Oekraïne, Israël of China, gaan er gewoon
om dat we zorgen dat het goed is voor Nederlanders. Als je het namelijk
hebt over de oorlog in Oekraïne, dan heb je het natuurlijk over de
vrijheid van Oekraïners om zelf de keuze voor hun land te maken. Zij
vechten voor hun vrijheid. Maar ze vechten ook voor onze vrijheid. De
oorlog in Oekraïne is meer dan alleen een veiligheidsvraagstuk of
vrijheidsvraagstuk; het gaat ook gewoon over de inflatiecijfers in
Nederland op het moment dat Rusland de graanexport tegenhoudt. Als het
gaat over China en de onafhankelijkheid van China, dan bespreken we dat
hier bij Buitenlandse Zaken, maar het gaat net zo goed gewoon over de
vraag: waar halen we onze medicijnen vandaan? Als het gaat over de
blokkade van de Straat van Taiwan, dan gaat het er ook gewoon meteen
over dat binnen no time onze economie daardoor getroffen wordt. Dat kost
banen. Dat kost mensen dus gewoon hun inkomen. De prijzen stijgen. Het
heeft een direct effect op wat we aan het doen zijn. De afgelopen
maanden hebben bewezen dat de oorlog tussen Israël en Hamas en de oorlog
tussen Israël en Hezbollah effect hebben op onze Nederlandse
samenleving.
Als het gaat om het postennetwerk, dan gaat het ook gewoon over hulp aan
Nederlandse bedrijven om te kunnen ondernemen in het buitenland. Het
gaat over hulp aan Nederlanders in het buitenland, die daar wonen, die
zich daar misdragen hebben of die gewoon op vakantie zijn. Dus juist als
het gaat om de portefeuille Buitenlandse Zaken, antwoord ik, via de
voorzitter, op de vraag die gesteld werd aan mevrouw Piri: dan hebben we
het dus gewoon over zorgen dat het goed gaat met de Nederlanders. Daar
zijn drie mensen met name verantwoordelijk voor: het driemanschap
Schoof, Veldkamp en Brekelmans. Ik heb buitengewoon veel vertrouwen in
het driemanschap. Dat heb ik ook al eerder gezegd. Ik heb ook
buitengewoon veel vertrouwen in deze minister. Maar het legt ook een
extra verantwoordelijkheid op deze drie, met name op deze minister. Deze
minister heeft ook gewoon een cv en een "verleden" daarmee, in de
positieve zin van het woord, waardoor hij ook gewoon extra
verantwoordelijkheid op zich kan nemen, bijvoorbeeld als het gaat om
Israël. Daar kom ik straks nog op.
Het is al door velen gezegd, niet alleen door mevrouw Piri in het debat,
maar ook door vele mensen in perscommuniqués, op X of elders: het is
vandaag 1.000 dagen geleden dat de oorlog in Oekraïne groter werd. Want
de heer Paternotte zei al, terecht: de oorlog in Oekraïne begon in 2014.
Laten we met elkaar beseffen dat Nederland, na Oekraïne en Rusland, het
derde land in de wereld is als het gaat om het aantal slachtoffers als
gevolg van die oorlog. Ik weet toevallig dat de heer Paternotte, net als
ik, zelf mensen kende die aan boord zaten van het vliegtuig MH17. Het is
1.000 dagen geleden en je ziet in de artikelen nu een soort moeheid
ontstaan. Het is minder in de media. Mensen vragen zich af: maar wat
zijn jullie aan het doen voor mij? Ik gaf daar net al enig antwoord op.
Maar het is buitengewoon belangrijk dat wij Oekraïne blijven steunen, na
1.000 dagen en zolang als het nodig is, ten eerste omdat je nooit mag
accepteren dat een land er niet zelf voor kan kiezen om zich aan te
sluiten bij X of Y en ten tweede omdat je nooit mag accepteren dat een
land kan besluiten een ander land te veroveren. We dienen steun te geven
aan mensen die vechten voor hun eigen vrijheid. Maar de Oekraïners
vechten ook voor de vrijheid van Europa, want de honger van Poetin stopt
niet bij de Donbas en de Krim. Andere landen, ook landen binnen de NAVO,
zouden zich grote zorgen moeten maken als Poetin de strijd in Oekraïne
zou winnen.
Ik ga niet zo lang als de heer Paternotte in op de overwinning van de
heer Trump in Amerika, maar voor Oekraïne betekent die wel dat er zich
vraagstukken kunnen voordoen. Op in ieder geval dat punt heb ik dus een
aantal vragen aan de minister. Worden er scenario's uitgewerkt op
Nederlands niveau, op Europees niveau en op NAVO-niveau om ervoor te
zorgen dat de financiën, de economie en uiteraard de militaire
ondersteuning van Oekraïne op peil kunnen blijven? Wordt er nagedacht
over de vraag hoe we ervoor zorgen dat er ammunitie geleverd kan worden?
Want daarin hebben we het als Westen wel laten afweten. Die miljoen
granaten zijn er nooit gekomen. Wat is de visie van de minister op de
longstrikecapaciteit? De Amerikanen hebben nu enigszins gezegd: nu mogen
er dingen. De Duitsers blokkeren het nog steeds. Hoe kijkt de minister
daarnaar? En kan Nederland ook bijdragen? We hebben goede stappen gezet
in de ontwikkeling van drones, maar kan er op dat gebied meer
gebeuren?
Ook graag een reactie van de minister op iets wat ook al werd aangestipt
door de PVV. Rusland omringt zich steeds meer met Noord-Korea, China en
Iran. We zien nu dus inderdaad ook Zuid-Korea reageren. Heeft de
minister en hebben de NAVO-landen contact met Zuid-Korea en bijvoorbeeld
Japan over wat daarin kan gebeuren? Ziet de minister ook — ik begrijp
dat dat ook raakt aan de portefeuille van de minister van Defensie —
andere mogelijkheden om de relatie met Oekraïne te versterken en zijn
power te versterken?
Tot slot, voorzitter, over Rusland. Het is al even genoemd dat ook
gisteren glasvezelkabels zijn doorbroken. Daar wordt in ieder geval door
de Duitsers sabotage vermoed. Hoe reageert de minister daarop?
Als ik even mijn puntje over Oekraïne mag afmaken, dan mag u mij daarna
gaan aanspreken, grillen et cetera. Oké, ik laat het hierbij voor
Oekraïne. Dan geef ik u de gelegenheid en dan reageer ik daarop. Dan
doen we het op die manier.
De voorzitter:
Zullen we afspreken dat de voorzitter de gelegenheid geeft?
De heer Van der Burg (VVD):
Sorry, voorzitter. Dat was disrespectvol naar u toe. Dat was niet zo
bedoeld.
De heer Paternotte (D66):
Wat galant dat de heer Van der Burg zijn verhaal — bam! — onderbreekt,
nog voordat hij klaar is met Oekraïne. Ik vond het heel goed dat hij
even wees naar die long-strike capability, omdat Nederland, minister
Brekelmans en ook deze minister, al zo vaak de vraag heeft benadrukt:
wat heeft Oekraïne nodig om zich te verdedigen zonder één hand op de rug
gebonden te hebben? Nu had ik bij het Oekraïnedebat dat wij in maart
hadden met toenmalig Kamerlid Veldkamp, gezegd dat dat een heel
belangrijke mogelijkheid is en dat de Duitsers daar ook een stap in
zouden kunnen zetten. Vicekanselier Habeck zei zelf ook al: de Duitsers
hebben uiteindelijk de allerbeste raketten. Alleen, die willen ze tot nu
toe nog niet leveren. Nu hebben de Britten eerder gezegd: we hebben zelf
geen F-16's, maar we doen wel mee aan de F-16-coalitie, want we kunnen
met onderhoud en training ontzettend veel betekenen. Zou de heer Van der
Burg het ook een goed idee vinden om te kijken of Nederland een bijdrage
kan leveren aan een coalitie van landen die ervoor kan helpen zorgen dat
de long-strike capability van Oekraïne versterkt wordt? Dan kunnen wij
daar ook een bijdrage aan leveren.
De heer Van der Burg (VVD):
Ik denk dat dat moet gebeuren, ja.
De voorzitter:
Kort, daar houden we van.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik hoop op net zo'n duidelijk antwoord van de heer Van der
Burg op mijn vraag. In de interruptie net bij de collega van de PVV
hoorde ik de collega van de VVD pleiten, eigenlijk zoals ik in mijn
bijdrage heb gedaan, voor meer economische, financiële en militaire
steun voor Oekraïne. Volgens mij was dat ook mijn pleidooi. Nou weten we
dat die noodzaak er absoluut ligt. Alleen al het begrotingstekort van
Oekraïne is op dit moment 35 miljard. Voor 15 miljard hebben ze nog geen
oplossing gevonden. Dit kabinet heeft nu 750 miljoen euro die
beschikbaar was, overgeheveld naar volgend jaar. De afspraak in het
kabinet is dat steun voor Oekraïne buiten de begroting om is. Je hoeft
dus niet ergens iets weg te halen om extra geld in te zetten. Bij de
suppletoire begroting kom ik met een amendement om die 750 miljoen van
dit jaar voor niet-militaire steun te gebruiken. Ik hoop op hetzelfde
antwoord als bij de heer Paternotte. Steunt de heer Van der Burg
dat?
De heer Van der Burg (VVD):
Nee, op voorhand niet. Dat is dus niet hetzelfde antwoord. Kijk, het
kabinet komt met voorstellen voor wat het denkt dat nodig is. Dat doet
het in overleg met de NAVO-landen. Op het moment dat het kabinet zegt
dit jaar extra geld nodig te hebben om Oekraïne te ondersteunen,
bijvoorbeeld als gevolg van keuzes die worden gemaakt door de
regering-Trump, door ontwikkelingen op het front of door hele andere
zaken, dan komt het kabinet met voorstellen. We weten dat BBB Oekraïne
al heeft opgegeven en daar al een andere staatsvorm van heeft gemaakt,
maar u heeft gemerkt dat u in ieder geval met de PVV en de VVD goed zit.
Dan zullen wij positief op het kabinet reageren.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Maar de heer Van der Burg gaf eigenlijk zelf al aan wat misschien een
probleem is, namelijk twee partijen die in het kabinet zitten. Eentje
komt niet eens opdagen bij een debat over buitenlands beleid. Over de
andere hoorden we het volgende. Vandaag is er een verklaring getekend op
initiatief van het CDA. Tien partijen in deze Kamer zeggen te willen dat
de steun aan Oekraïne onverminderd doorgaat. De grootste regeringspartij
zat daar niet bij. Dus waarom kunnen we dat niet gewoon als Kamer doen?
Er zijn hier tien partijen voor die steun. We hoeven helemaal niet te
wachten op een initiatief van het kabinet. Iets meer lef, meneer Van der
Burg!
De heer Van der Burg (VVD):
Zoals u heeft gezien, was ik ook een van die tien partijen die die
verklaring hebben ondertekend. Gezien het cv van de VVD in de afgelopen
tweeënhalf jaar, hoeft zich daarover nadrukkelijk geen zorgen te maken.
Ik zeg alleen dat ik ervan uitga dat het kabinet, en speciaal de
ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken, beter weten wat er op dit
punt nodig is dan u en ik, omdat zij gewoon veel meer informatie hebben.
Ik weet zeker dat wanneer het kabinet niet uitkomt met de budgetten die
het heeft, het met voorstellen om dat te regelen onze kant op zal komen.
Dan vindt het bij de VVD een welwillend oor. Ik ga er van uit dat dat
ook geldt voor mijn coalitiepartner, de PVV. Van de BBB weten we het
niet, maar ik weet ook dat er nog steeds een meerderheid in deze Kamer
is, zelfs als één, twee of drie coalitiepartijen niet mee zouden
doen.
Tegen u zeg ik daarentegen: praat nog even met uw collega, bijvoorbeeld
als het gaat over de steun aan defensie in zijn geheel. U bent namelijk
op dit moment de enige reguliere grote partij die heeft gezegd tegen het
wetsvoorstel te zijn om minimaal 2% van de begroting te besteden aan
defensie. Dat zou in ieder geval een goede basis kunnen leggen. Dat
gezegd hebbende, voorzitter …
De voorzitter:
Gaat u vrolijk verder.
De heer Van der Burg (VVD):
Ja, voorzitter. Dan wilde ik de overstap maken naar het Midden-Oosten.
Het volgende is belangrijk. Ik ben zeker niet de enige die dat vindt. Ik
verwacht dat ook andere partijen er nog over gaan beginnen, al was het
maar omdat het eerder is gedaan. We zullen ervoor moeten zorgen dat we
nadrukkelijk ons sanctiebeleid met betrekking tot Iran versterken. De
Revolutionaire Garde hoort bijvoorbeeld gewoon thuis op de
terrorismelijst, want Iran speelt een buitengewoon kwalijke rol, via
Hezbollah, Hamas, de Houthi's of gewoon direct tegen Israël. De kwade
genius daar is Iran. Laten we eerlijk zijn; het werd al eerder in het
debat gezegd: ook veel van het terrorisme in Europa vindt steun bij
juist het misdadige regime dat de bevolking van Iran onder de duim
houdt. Daar zullen we dus echt met elkaar aan moeten werken. Wat mij
betreft zetten we er harder op in. Dat is ook een vraag aan de minister:
hoe staat hij tegenover een volledig stopzetten van de export naar Iran?
Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat reizen naar Iran nog verder wordt
beperkt?
Voorzitter. Een van de dingen waarover ik een motie overweeg, is het
volgende. We komen wel met de code rood, maar vervolgens trekt niemand
zich er wat van aan. Op het moment dat het echt misgaat — kijk
bijvoorbeeld even naar wat er gebeurde in Gaza, dat al een hele lange
tijd een code rood had, en naar Libanon, dat een code rood had — moeten
vervolgens Nederlanders hun leven wagen om ervoor te zorgen dat mensen
veilig terug kunnen worden gehaald. Denk behalve aan Iran ook aan
Rusland, waar nu soms mensen in gijzeling worden genomen, zogenaamd
omdat ze een misdrijf hebben gepleegd, die vervolgens handelswaar zijn
om mensen uit het Westen te ruilen tegen Russische mensen die hier
gevangen zijn gezet wegens het daadwerkelijk plegen van misdrijven. Ik
overweeg dus om daarover met een motie te komen, maar ik hoor graag hoe
de minister daarover denkt. Tot slot heb ik op dit punt nog de vraag:
hoe kijkt de minister aan tegen de positie van Iran? Wat kan daarin op
Europees vlak gebeuren?
Voorzitter. Dan over Israël. Laat daarover geen misverstand zijn. Als
het gaat om de bezettingen …
De voorzitter:
De heer Paternotte wellicht nog over het vorige punt?
De heer Paternotte (D66):
Ik ben dan even benieuwd hoe dat dan zou moeten werken, want dat wordt
dan een soort van reisadvies, zo van: ga niet, nee, echt niet! Als
iemand dan toch gaat — omdat een familielid overleden is of ik weet niet
wat — en hij komt vast te zitten, hoe werkt het dan? Wat moeten we dan
doen? Wat moeten we dan anders doen dan als iemand nu in bijvoorbeeld
een rood land komt vast te zitten?
De heer Van der Burg (VVD):
Weet u, meneer Paternotte, mensen maken ongetwijfeld hele domme keuzes.
In gevangenissen in de rest van de wereld zitten mensen die er gewoon
voor gekozen hebben om misdadiger te worden en drugs te smokkelen naar
Nederland, maar daarbij zijn gepakt. Deze mensen zitten daar terecht en
krijgen terecht nog steeds consulaire hulp. Dus ook als iemand toch naar
Rusland of naar Iran gaat, kun je niet zeggen: jammer, we hadden je
gewaarschuwd, het was code zwart, je blijft er maar zitten en je had
maar anders moeten doen. Je kunt er echter wel over nadenken of je niet
gewoon verder moet gaan en zeggen: zodra wij code zwart afkondigen is
het gewoon niet meer toegestaan om als Nederlander die kant op te
reizen. Het is net zo goed niet toegestaan om drugs te smokkelen. Als je
het dan toch doet, dan helpen we je, maar dan volgt er wel een sanctie.
Want op dit moment gaan mensen doelbewust nog steeds op vakantie naar
Rusland — ik heb het niet specifiek over Nederlanders in dit voorbeeld —
waar ze met een of andere smoes worden gearresteerd en dan geruild
worden tegen iemand die in Zweden of het Verenigd Koninkrijk is gepakt.
We zullen duidelijk moeten maken dat keuzes van mensen consequenties
hebben.
De voorzitter:
Helder. U continueert.
De heer Van der Burg (VVD):
Dan Israël en de nederzettingen. Nederzettingen op de Westbank zijn
volgens het internationaal strafrecht gewoon illegaal. Daarnaast zien
wij dat er door de settlers, de kolonisten, voortdurend zaken worden
gepleegd die in ieder geval strafbaar zijn volgens het internationaal
strafrecht, maar eigenlijk in iedere democratie strafbaar moeten zijn.
Wij zien dat de Israëlische regering daar niet of volstrekt onvoldoende
tegen optreedt. Dan hoort onze nog steeds behoorlijke relatie met Israël
er ook wel toe te leiden dat wij een extra verantwoordelijkheid hebben
om Israël daarop aan te spreken. Ik zei het al: deze minister heeft
nogal een cv, ook als het gaat om Israël; hij heeft daar goede
contacten. Je mag van dit kabinet verwachten dat het kabinet Israël erop
aanspreekt op het moment dat daar zaken plaatsvinden die in strijd zijn
met het internationaal recht en bijvoorbeeld ook direct Nederlandse
zaken raken. Er zijn de nodige projecten door Nederland gefinancierd en
vervolgens vernietigd door settlers dan wel door anderen op de Westbank.
Direct door ons gefinancierd en kapotgemaakt door de settlers! Ik vind
dat we daar wel een verantwoordelijkheid in hebben. In het verleden heb
ik bijvoorbeeld al uw aandacht gevraagd voor een specifiek project,
zoals ook mijn motie over Tent of Nations al eerder is gesteund door een
groot deel van deze Kamer.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ken de heer Van der Burg en de VVD als een partij die het belangrijk
vindt dat we dingen duiden op een juiste wijze. Ik viel even over het
punt dat alle nederzettingen waar Joods leven zou zijn op de Westbank
illegaal zouden zijn. Kijk, als DENK dat zegt, laat ik dat lopen, maar
van de VVD denk ik: dat is volgens mij wel heel erg platgeslagen. Er
zijn verschillende manieren waarop in de afgelopen decennia Joden op de
Westbank zijn gekomen. Er zijn gevallen waarin eigendom van Palestijnen
waarschijnlijk aantoonbaar is overgenomen, zonder dat daar afspraken
over zijn gemaakt. U noemde net Tent of Nations; dat is zo'n geschil. Ik
vind dat dus onrechtmatig. Maar er zijn ook gevallen waarin Joden grond
gekocht hebben van Palestijnen. Om dan te zeggen dat dat een
nederzetting is en dus de facto illegaal is, ook onder internationaal
recht ... Volgens mij is dat een oversimplificatie van de werkelijkheid.
Nogmaals, als de heer Van Baarle dat roept, laat ik dat lopen, want in
zijn wereld is dat allemaal ... Nee, wat ik probeer te zeggen is: het is
wel belangrijk dat we het dan duiden. Mijn vraag aan de heer Van der
Burg is: ziet hij ook dat daar waar eigendom gekocht is van Palestijnen
... Vanwege de Oslo-akkoorden zeggen zowel de PA als de Israëlische
regering tot op heden over Area C: in Area C kan Israël beslissingen
maken zolang er geen duidelijkheid is over de definitieve bestemming. Is
de heer Van der Burg het ermee eens dat dat niet de facto altijd
illegaal is?
De voorzitter:
Wacht even. Deze interruptie duurde 2 minuten en 6 seconden in plaats
van 45 seconden, dus ik reken deze weer als twee interrupties. De heer
Van Baarle wil een persoonlijk feit maken.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Ceder mag van DENK en van mij persoonlijk als politicus vinden
wat hij wil, maar ik heb nooit gezegd dat het Joodse leven, wat de heer
Ceder mij in de schoenen werpt, illegaal zou zijn. Ik vind dat de heer
Ceder mij door dat te uiten in een hoek duwt waar ik niet hoor. Ik werp
dat echt verre van mij. Ik vind dat echt een walgelijke uiting.
De voorzitter:
Dat is rechtgezet.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Mag ik daar even op reageren, voorzitter?
De voorzitter:
Heel kort.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Het ging erom dat nederzettingen, en daarmee dus álle, zonder
nuancering, illegaal zijn. Ik zou de heer Van Baarle niet in de schoenen
willen schuiven dat …
De voorzitter:
Rechtgezet.
De heer Ceder (ChristenUnie):
… hij al het Joodse leven niet acceptabel zou vinden.
De voorzitter:
De heer Van der Burg heeft tijd gehad om na te denken over het
antwoord.
De heer Van der Burg (VVD):
Ja, voorzitter, en ik ga wel even door op het woord "Joods", want daar
moeten we bij wegblijven, daar moet de heer Ceder bij wegblijven. Het
gaat om Israëli. Juist als je kiest voor het woord "Joods", dan voed je
daarmee ook de discussie in de zin dat Joden iets doen. Nee, Israëli
doen iets. Die kunnen toevallig ook Joods zijn, maar het zijn Israëli.
Anders wordt meteen ook de link gelegd met Joden hier in Nederland of
waar ook ter wereld. Dat onderscheid moet je nadrukkelijk maken.
De Westbank wordt door sommigen ook wel "bezet gebied" genoemd na '67.
Volgens mij zijn op twee partijen na alle partijen in deze Kamer, dus 13
partijen, voor het streven naar een tweestatensysteem. Alleen de PVV is
tegen een tweestatensysteem, want kiest voor de staat Israël en DENK is
tegen een tweestatensysteem, want kiest alleen voor de Palestijnse
Staat. Maar de heer Ceder en ik kunnen vinden dat er een
tweestatenstelsel moet komen; dat tweestatenstelsel komt er alleen maar
op het moment dat een deel van het land uiteindelijk Palestijns land
gaat worden en een deel van het land Israëlisch land is en blijft. Dan
moet je dat dus niet vervolgens proberen tegen te werken door doelbewust
extra nederzettingen te creëren. Dat is één.
Twee. Het is walgelijk wat er op 7 oktober is gebeurd, maar dat is van
een andere orde en rechtvaardigt niet een groot deel van de
nederzettingen die nu worden gebouwd en de activiteiten van de
gewelddadige settlers — sorry, "kolonisten" moet ik steeds zeggen — op
de Westbank. Ik sprak over de Westbank en niet over de "bezette
gebieden", maar in het kader van het internationaal recht wordt er wel
gesproken over het terugkeren naar de grenzen van voor '67, met
uitzondering van de Golan, wat weer een ander land is.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ja, voorzitter, ik probeer het in 45 seconden te doen. Ook ik vind het
nederzettingenbeleid onwenselijk als je voor een tweestatenoplossing
bent, maar dat was niet mijn vraag. Het tweede punt dat de heer Van der
Burg maakte, ging over kolonisten die geweld plegen. Ook dat verwerp ik.
Ik heb daar ook Kamervragen over gesteld, maar ook dat was niet mijn
vraag. Mijn vraag was of je kan stellen dat alle Israëlische
nederzettingen de facto illegaal zijn. De stelling die ik voorlegde, was
dat er illegale nederzettingen zijn — eens — maar dat niet elke
Israëlische aanwezigheid, met name in Area C, de facto illegaal kan
zijn. Dat was mijn punt, omdat de heer Van der Burg in zijn betoog de
suggestie wekte dat dat de facto allemaal illegaal is.
De heer Van der Burg (VVD):
Maar daar zijn de heer Ceder en ik het over eens: niet elke Israëlische
aanwezigheid op de Westelijke Jordaanoever valt onder die categorie. Het
gaat heel nadrukkelijk om de categorie gewelddadige settlers die zich
niets aantrekken van recht, God en gebod. Daar heb ik het nadrukkelijk
over.
Voorzitter. We zien dat Israël, ook als het gaat om andere onderdelen,
niet datgene doet wat wij graag willen. Dan denk ik bijvoorbeeld aan
Gaza. Laat ik een voorbeeld noemen: de IDF verbieden burgers nu om terug
te keren naar Noord-Gaza. Dat mensen in een oorlogssetting op een
gegeven moment wordt ontraden om daarnaartoe te gaan of dat er
geadviseerd wordt om weg te gaan, zou je juist als iets positiefs kunnen
zien. Op het moment dat er een aanval komt mensen adviseren om weg te
gaan zodat ze geen burgerslachtoffer worden, is te begrijpen. Maar je
kunt niet zeggen dat er niet teruggekeerd mag worden naar het gebied.
Dat is ook niet wat de Europese Unie, Nederland en de westerse wereld
willen. Wat gaat de minister doen om duidelijk te maken aan Israël dat
burgers op termijn, wat die termijn ook is, gewoon moeten terugkeren
naar Noord-Gaza? Wat gaat de minister doen om duidelijk te maken aan
Israël dat, als het gaat om noodhulp en anderszins, er wel degelijk
stappen moeten worden gezet?
Ik zeg dit in de beperkte tijd die ik heb, dus ik blijf nu even weg bij
de andere component: Israël heeft voor 7 oktober, na 7 oktober, het
volledige recht om zichzelf te verdedigen, heeft het volledige recht om
aanvallen uit te oefenen op terroristische organisaties als Hamas en
Hezbollah. Maar die discussie hebben we al heel vaak met elkaar gevoerd.
U kent de positie van de VVD daarin. Daar ben ik vaak genoeg kritisch op
aangesproken door sommige leden van dit parlement en dat gaat
waarschijnlijk ook nu gebeuren.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel voor dit betoog, want daar zaten een aantal punten in waar ik
het hartgrondig mee eens ben, waaronder de erkenning dat het Israëlische
nederzettingenbeleid illegaal is. Zie ook de uitspraak die het
Internationaal Gerechtshof daarover heeft gedaan. Het is heel goed als
onze minister opkomt voor het internationaal recht. De heer Van der Burg
sprak net ook over een aantal dingen die nu gebeuren in Gaza en die ook
in strijd zijn met het internationaal recht. Ik vind dat heel goed. Ik
heb nog een vraag. De heer Van der Burg zegt dat we van de minister
mogen verwachten dat hij de Israëlische autoriteiten en de regering
daarop aanspreekt. Moet het alleen bij aanspreken blijven, zoals nu? Of
moeten we ook daadwerkelijk stappen gaan zetten en iets verder gaan dan
dat?
De heer Van der Burg (VVD):
De minister en het kabinet — want dit geldt niet alleen voor deze
minister, maar voor het hele kabinet — moeten de stappen zetten die
ertoe bijdragen dat er een cease-fire, een staakt-het-vuren, komt in
Gaza, dat er noodhulp kan worden verleend aan de burgerslachtoffers en
dat alle stappen worden gezet die uiteindelijk leiden tot stabiliteit.
Dat is één.
Twee. De minister moet stappen zetten die een structurele bijdrage
leveren aan vrede in het Midden-Oosten. Om te beginnen moet er
veiligheid zijn voor alle Israëlische burgers, moeten de gijzelaars
terugkeren en moet er wat gebeuren in de gebieden rondom Israël. Dat
vindt veelal in beslotenheid, in het geheim, plaats. Dan spreek je met
mensen met wie je soms liever niet zou spreken. Een cease-fire tussen
Hamas en Israël betekent dat je moet praten met terroristen, want anders
kom je niet tot een cease-fire met Hamas. Als je tot een
staakt-het-vuren wilt komen met Hezbollah, moet je contacten hebben met
Hezbollah, terwijl je het liefst geen contacten zou willen hebben met
een terroristische organisatie. Dat moet de minister achter de schermen
doen. Maar dat geldt niet alleen voor deze minister, want dit gebeurt op
internationaal niveau. Je moet kijken wat daarbij voor instrument kan
worden ingezet. Het is wat mij betreft altijd een combinatie van de
wortel en de stok. Maar de vraag wanneer je de wortel en wanneer je de
stok inzet, laat ik graag over aan diplomaten, die daar veel meer
verstand van hebben dan in ieder geval ik.
Mevrouw Dobbe (SP):
Bedankt weer voor dit antwoord. Op zich ben ik het daar helemaal mee
eens, maar we zien nu alleen de wortel. We hebben heel vaak discussies
en debatten gehad met deze minister over de vraag wat we kunnen doen om
zaken af te dwingen en om druk te zetten zodat het internationaal recht
wordt gewaarborgd. Alleen, die gesprekken helpen niet. Deze minister
heeft een heleboel gesprekken. Hij is er heel druk mee. Dat geloof ik
met heel mijn hart, maar het blijft bij die gesprekken. Er is waardering
voor die gesprekken, maar dat is het dan ook. Hoe staat het met de stok
waar de heer Van der Burg het over heeft? Is het nu niet tijd om te
werken aan het opzeggen van het associatieakkoord, aan sancties en aan
het zetten van verdere stappen?
De heer Van der Burg (VVD):
Ik wil een paar dingen zeggen. Ik wil niks negatiefs zeggen over de
wortel en de stok die deze minister of dit kabinet kan inzetten, maar de
wortel en stok van president Biden en de Verenigde Staten zijn een stuk
groter. Toch zie je dat dat op dit moment niet lijkt te werken. Als het
Biden niet lukt om Netanyahu iets te laten bewegen, dan lukt dat deze
minister ook niet. Ik wil daarmee niks negatiefs zeggen over deze
minister. Je zult om te beginnen moeten kijken hoe je als gezamenlijke
gemeenschap dingen voor elkaar kunt krijgen. Je moet de inschatting
maken welk instrument je wanneer moet inzetten. Het gaat wat mij betreft
niet alleen om de Nederlandse wortel en stok, maar om de wortel en stok
op internationaal niveau. Dat is één.
Twee. Het gaat uiteindelijk om iets wat duurzaam moet zijn. Je moet
rekening houden met de geopolitieke situatie waarmee je nu te maken
hebt. Netanyahu weet ook dat het vanzelf 20 januari wordt. Het is heel
erg leuk wat deze minister vindt, maar als het 20 januari wordt, dan
verandert er veel op het gebied van de Israëlpolitiek in een best wel
groot land aan de andere kant van de oceaan. Ik heb liever dat de
minister keuzes maakt voor de lange termijn, dan dat hij op de korte
termijn een succesje lijkt te scoren om de Nederlandse bevolking en het
Nederlandse parlement "rustig" te krijgen. Het gaat mij uiteindelijk om
vrede in de regio en om vrede tussen Israël en de buurlanden.
Mevrouw Dobbe (SP):
Daar gaat het ons ook om.
De heer Van der Burg (VVD):
Uiteraard.
Mevrouw Dobbe (SP):
En het klopt, natuurlijk: in Amerika is alles groter. Ook de stok en de
wortel zijn dus groter in Amerika. Maar de heer Van der Burg praat er
wel een beetje omheen, want mijn vraag was: wat kan dit kabinet, deze
minister, doen? De vorige minister maakte er bijvoorbeeld een heel punt
van dat zij het associatieakkoord aan de orde ging stellen en dat daar
dus ook gevolgen aan verbonden zouden worden. Dat is allemaal niet
gebeurd. Het enige wat dit kabinet tot nu toe heeft gedaan, is
gesprekken voeren. Wij weten ook: als je doet wat je deed, krijg je wat
je kreeg. In dit geval is dat dat Israël gewoon niet luistert. Dus is
het nu niet tijd dat er eindelijk wat gebeurt, ook gelet op de enorme
humanitaire ramp die al maanden onder onze ogen in Gaza maar ook op de
Westbank plaatsvindt, en gelet op alle oorlogsmisdaden die daar worden
gepleegd en alles wat daar in strijd met het internationale recht
gebeurt?
De heer Van der Burg (VVD):
Ik blijf even weg bij de waardering, in de neutrale zin van het woord,
van datgene wat de vorige minister heeft gedaan, want dat deed ze mede
namens mij. Ik moet hier niet over mijn eigen beleid gaan
meediscussiëren. Dus daar blijf ik even weg. Ik ga ervan uit dat dit
kabinet, zeker het driemanschap waar ik het net over had, inclusief de
fantastische ondersteuning die ze hebben op ambtelijk en
ambassadeursniveau, de juiste keuze maakt om ertoe te komen dat er
uiteindelijk een bijdrage — die zal vanuit Nederland beperkt zijn binnen
de context van Europa, laat staan binnen de context van de wereld —
wordt geleverd aan een staakt-het-vuren dan wel, nog beter, op de
langere termijn aan vrede tussen Israël en omliggende landen.
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Van der Burg en ik, onze fracties, verschillen van mening over
de vraag waar we op dit onderwerp naartoe moeten. Ook op veel andere
vlakken verschillen we van mening, maar gelukkig niet over de vraag of
de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever illegaal is. In
aanvulling op wat mevrouw Dobbe naar voren brengt, het volgende. Als de
heer Van der Burg daadwerkelijk namens de VVD die conclusie trekt, welke
stappen zouden er dan extra gezet moeten worden door de Nederlandse
regering om die illegale bezetting te stoppen, bijvoorbeeld als het gaat
om het ontmoedigingsbeleid dat deze regering nu voert? Zouden we dan
niet naar wegen moeten proberen te zoeken om dit aan te scherpen? Zouden
we niet moeten kijken of we de bevroren tegoeden van gewelddadige
kolonisten, net als de Russische tegoeden, kunnen gebruiken om de
positie van de Palestijnen te verbeteren? Welke aanvullende stappen zijn
er volgens de heer Van der Burg te zetten tegen die illegale bezetting?
Het zouden de voorbeelden kunnen zijn die ik noemde.
De heer Van der Burg (VVD):
Kijk, om te beginnen is er een heel erg, heel erg, heel erg groot
verschil tussen Israël en bijvoorbeeld Rusland. Dat zijn echt
onvergelijkbare grootheden. Dus die vergelijking ga ik niet maken. Maar
ik kan me voorstellen dat je gaat kijken hoe je gewelddadig gedrag van
settlers kunt verminderen dan wel daar gevolgen aan kunt verbinden. Ik
ben dus benieuwd hoe de minister denkt over het uitbreiden van de
sanctielijst met gewelddadige settlers of mensen die daarin een
specifieke rol spelen. Dat zou een maatregel kunnen zijn. Dit is een
voorbeeld. Het gaat ook te ver om dat nu allemaal af te lopen. Bovendien
ben ik daar ook niet deskundig in. Ik laat het ook graag aan de minister
en zijn team over om met voorstellen daarvoor te komen. Ik vertrouw deze
minister en ik heb het idee dat hij goede dingen doet, maar ik wil in de
beantwoording komende donderdag wel het gevoel krijgen dat hij full
swing niet alleen bezig is met mensenrechten als het gaat om de
Oeigoeren in China of misstanden in Jemen, maar dat hij zich ook inzet
voor de mensenrechten die geschonden worden door bijvoorbeeld de
gewelddadige settlers.
De voorzitter:
U continueert.
De heer Van der Burg (VVD):
Voorzitter. Ik ga naar China. We moeten kijken hoe we partnerschappen
kunnen afsluiten met andere landen, met andere partijen, bijvoorbeeld
als het gaat om kritieke grondstoffen. Op dit moment zijn we voor onze
brandstof namelijk afhankelijk van Rusland, voor onze spullen
afhankelijk van China en voor onze Defensie, voor onze veiligheid, nog
te veel van Amerika. Wij moeten daarin echt onafhankelijker worden. Mijn
vraag aan de minister is dan ook welke stappen hij zet om nieuwe
partnerschappen af te sluiten op het gebied van kritieke grondstoffen.
Hoe kijkt de minister ertegen aan om de Global Gateway, het EU-programma
op het gebied van investeringen, meer competitief te maken? Hoe kijkt de
minister ertegen aan om de informatievoorziening over de Chinese
dreiging te beïnvloeden? We zien nog te veel dat het kopen van een
Chinese auto wordt gezien als iets wat goedkoop is in plaats van als
iets wat een gevaar is. Uiteraard vraag ik de minister ook of hij extra
aanvullende militaire aanwezigheid in de Indo-Pacific overweegt. Denk
daarbij even aan de Tromp. Gaan we dat soort zaken nadrukkelijk
herhalen? Wij waren in Taiwan, en daar werd in ieder geval het bezoek
van de Tromp heel nadrukkelijk gewaardeerd als een belangrijk
signaal.
Voorzitter. In het kader van de tijd ga ik snel door naar vergeten
conflicten. We staan ongelofelijk veel stil bij Oekraïne en bij Israël,
om die twee er maar even uit te pakken. Dat zijn ook buitengewoon
belangrijke conflicten, die ook een grote impact hebben op de
Nederlandse samenleving. Maar Sudan is minstens zo erg. Als ik
bijvoorbeeld even kijk naar de hulp, heeft de EU het afgelopen jaar
inmiddels zo'n 940 à 950 miljoen vrijgemaakt voor Gaza, maar de hulp aan
Sudan was rond de 250 miljoen. Het moet niet zo zijn dat een
journaaluitzending bepaalt hoeveel hulp er naar een bepaald land gaat.
Vraag aan de minister: hoe voorkom je dat die mediabelangstelling de
hoogte van de humanitaire hulp bepaalt?
Voorzitter. In het kader van de tijd ook aandacht voor het conflict dat
er is in Jemen. Dat komt ook ergens uit voort.
De voorzitter:
Eerst nog even een vraag van de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben het met de heer Van der Burg eens dat er veel conflicten zijn
waar we hier weinig aandacht voor hebben in de Kamer, maar waar ook niet
evenredig veel geld naartoe gaat. Maar het is wel zo dat het kabinet
juist vanwege strategische overwegingen zegt: wij moeten wat specifieker
gaan uitkiezen op welke landen wij ons richten als het gaat om hulp,
steun en zakendoen. Dat staat wel haaks op uw betoog, waar ik het
overigens mee eens ben, dat je veel breder zou moeten kijken en dat je
ook zou moeten kijken waar Nederland zou kunnen helpen. Dit brengt mij
bij een bredere vraag. We zien dat Rusland zich inkoopt in Afrika en
Zuid-Amerika. We zien dat China dat doet, we zien dat opkomende
economieën dat doen. Dit kabinet lijkt dat wel te willen doen, maar
tegelijkertijd trekt het zich qua financiële middelen terug. Ik ben even
benieuwd wat uw visie daarop is als het gaat om onze Buitenlandse
Zakenvisie ten aanzien van onze invloed in het buitenland.
De heer Van der Burg (VVD):
Ik ben het echt met de heer Ceder oneens. Juist Sudan en juist Jemen
zijn uitermate belangrijk, ook voor Nederland, en zouden dus focuslanden
moeten zijn. Jemen staat in de top vijf van landen waarvan mensen in
Nederland asiel krijgen, terwijl we toch zien dat asiel een best wel
belangrijk onderwerp is in de Nederlandse politiek. De oorlog in Sudan
leidt tot enorme vluchtelingenstromen richting Egypte, wat een effect
heeft op de stabiliteit in het Midden-Oosten, wat wij een buitengewoon
belangrijk thema vinden. Dat staat nog even los van het feit dat je via
Egypte door kunt gaan naar Libië, waar je vervolgens de oversteek kunt
maken naar Italië. Dan hebben we het ook weer over de
migratieproblematiek. Juist als het gaat om de vergeten conflicten als
Jemen en Sudan heeft het een ongelofelijk direct effect op de Europese
en de Nederlandse samenleving. Het past dus uitstekend binnen het beleid
van het kabinet om meer te focussen.
Als het gaat over de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking, horen
die eigenlijk niet thuis bij deze minister, maar ik ga er toch heel kort
wat over zeggen. Daarmee horen die ook niet thuis bij u en mij, althans
niet in dit debat. Misschien horen die wel bij u thuis als het gaat om
een andere minister, maar ik ga er in ieder geval van uit dat het budget
voor ontwikkelingssamenwerking, ongeacht welke grootte dat budget heeft,
door het kabinet wordt ingezet om ervoor te zorgen dat dit op een
zodanig strategische manier gebeurt dat wij als Nederland aan de ene
kant anderen helpen en tegelijkertijd daarmee onze eigen doelstellingen
verwezenlijken. Dat moet dan overigens gebeuren in een tweemensschap,
namelijk tussen deze minister en die van BHOS.
De voorzitter:
Maar dat is een andere begroting.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat is inderdaad een andere begroting, maar BHO hangt wel samen met het
ministerie van Buitenlandse Zaken. Het heeft ermee te maken dat we geen
schizofreen beleid kunnen gaan voeren ten aanzien van hoe Nederland
staat ten opzichte van wat wij wel of niet doen ten aanzien van de rest
van de wereld. Ik ben het eens met de heer Van der Burg als hij zegt dat
Jemen ook belangrijk is voor Nederland, maar het is juist dit kabinet
dat op ontwikkelingshulp de grootste bezuiniging allertijden doorvoert.
Dat is één. Dan gaat het niet om Buitenlandse Zaken, maar het gaat wel
over de vraag, die wel bij Buitenlandse Zaken thuishoort, hoe de VVD
kijkt naar hoe Nederland als land, als speler zich zou moeten opstellen
jegens en verhouden tot andere delen van de wereld, wetende dat China en
Rusland gewoon invloed aan het inkopen zijn, ook in ons eigen
Koninkrijk, namelijk in het Caribisch deel van het Koninkrijk, terwijl
wij ons financieel aan het terugtrekken zijn. Ik ben benieuwd hoe de VVD
naar die spanningen kijkt.
De heer Van der Burg (VVD):
Terecht is er na de Tweede Wereldoorlog een dekolonisatie geweest. We
zien nu dat China aan het koloniseren is in een soort 5.0-variant van
wat wij voor de Tweede Wereldoorlog deden. Het is buitengewoon slecht
voor de landen die de heer Ceder net noemde om zo in zee te gaan met
China, want China levert geen hulp, maar koopt invloed, macht en
letterlijk landen of gebieden in die landen op. China handelt vanuit
Chinees belang en niet vanuit het belang van het land waarin ze dingen
doen. Daarin vinden de heer Ceder en ik elkaar. Dat betekent dus ook dat
de minister voor Buitenlandse Handel — de OS-kant zit er ook nog aan,
maar ik heb het nu over de Buitenlandse Handel — stappen moet zetten om
juist ook op die manier verbinding aan te gaan met landen, steden en
gebieden om daarin concurrentie te vinden. Dat zal ze niet alleen, maar
samen met andere ministers moeten doen. Maar nogmaals, dat hoort
eigenlijk niet thuis bij de begroting van Buitenlandse Zaken.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik concludeer — tenminste, als ik de antwoorden beluister — dat de VVD
als fractie geen antwoord heeft op mijn vraag: hoe moeten wij ons
opstellen niet alleen ten aanzien van het bevorderen van de
internationale rechtsorde, maar ook ten aanzien van onze afnemende
invloed in landen waar we normaliter een band mee hebben? Denk aan het
Caribisch deel van ons eigen Koninkrijk en oud-kolonie Suriname, maar
ook aan landen in Afrika en Zuid-Amerika. We zien dat landen als China
en Rusland daar meer invloed krijgen en dat heeft geopolitieke gevolgen
voor ons. De VVD zegt eigenlijk: we zien en constateren het, maar we
stellen er niets tegenover, want financieel doet de regering dit niet.
Als ik uw antwoorden beluister, zegt u ook niet: "Het is een nieuwe vorm
van dekoloniseren. Oké, dat beschouwen we dan maar." Kan ik dan
concluderen dat dat de visie is van de VVD ten aanzien van hoe wij ons
als land de komende jaren moeten opstellen?
De heer Van der Burg (VVD):
Nee, dat is niet de visie van de VVD. Als de voorzitter goed geslapen
heeft en net lekker gegeten heeft, dan zou hij u ruimte kunnen geven om
het inderdaad te hebben over zaken die eigenlijk thuishoren onder
Buitenlandse Handel. De eilanden binnen ons Koninkrijk horen gewoon
thuis onder Binnenlandse Zaken en niet eens onder Buitenlandse Zaken.
Dus dat debat ga ik graag op een andere plek met u aan dan bij de
begroting Buitenlandse Zaken, want ik zou de eilanden en landen in ons
Koninkrijk in ieder geval niet tot Buitenlandse Zaken willen
rekenen.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik juich ontzettend toe dat we het hier hebben over Sudan. We hebben het
hier vaker over gehad. Het is een vergeten conflict. Ik denk dat de
analyse klopt dat het hier minder wordt besproken en er door het kabinet
minder dan op andere plekken inzet op wordt gepleegd, omdat het minder
op televisie en in de media is. Mijn vraag is als volgt. Ik heb tijdens
die andere begroting ook dat debat gevoerd. Ik heb vorige week ook een
ander debat gehad waarin ik de minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingshulp vroeg: is het mogelijk om iets extra's te doen voor
Sudan? Ze komen inderdaad geld tekort om al de humanitaire hulp te geven
die nodig is. Toen zei zij: nee, we vinden dat we al genoeg doen. Kunnen
wij op de steun van de VVD rekenen op het moment dat wij een voorstel
doen om toch wat extra's te doen voor Sudan, vanwege die humanitaire
hulp?
De heer Van der Burg (VVD):
Om te beginnen hangt het natuurlijk altijd af van de dekking die door uw
partij gekozen wordt. Dat is stap één. Daarna worden er ook afspraken
over gemaakt binnen een coalitie. U weet hoe het werkt. We moeten dat
dus tegen die tijd beoordelen. Het hangt er ook vanaf hoe het kabinet
daarnaar kijkt. Er kan op meerdere manieren hulp verleend worden aan
Sudan. We vinden elkaar in ieder geval op het punt dat er meer aandacht
moet komen voor Sudan.
De voorzitter:
Oké, heel goed. U continueert.
De heer Van der Burg (VVD):
Voorzitter. Om te voorkomen dat ik klappen van u krijg, schrap ik het
een en ander in mijn betoog en ga ik afrondend nog een vraag stellen
over het postennet. Hulde aan de minister, want ten opzichte van het
hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma zien we nadrukkelijk dat er
ook stappen zijn gezet om het postennet zo veel mogelijk in stand te
houden. Maar ik krijg graag nog wel een toelichting van de minister. Hoe
vult hij die bezuiniging, die uiteindelijk toch nog is gebleven, op een
zodanige manier in dat dit juist de consulaire component het minst
raakt?
Tot slot, voorzitter. Ik kan in dit verband mensenrechten niet onbenoemd
laten. Hoe gaat de minister ook op dat punt invulling geven aan
specifieke onderdelen van het Nederlandse beleid? Ik denk dan
bijvoorbeeld aan lhbtiqap+. Met betrekking tot specifieke groepen denk
ik aan de jezidi's, maar ik denk ook: hoe gaat u de
mensenrechtenprogramma's die er zijn, zo effectief mogelijk
inzetten?
Punt, voorzitter, want ik heb een minuut gestolen van mijn tijd van
donderdag.
De voorzitter:
Een goed gesprek met uw fractiesecretaris. Tot zover. We gaan luisteren
naar de heer Boswijk van de fractie van het CDA.
De heer Boswijk (CDA):
Voorzitter. Vandaag markeren we de trieste mijlpaal dat het 1.000 dagen
is sinds de grootschalige Russische invasie in Oekraïne. Ondertussen
breidt de oorlog in het Midden-Oosten zich verder uit en raken deze
conflicten ook telkens nauwer met elkaar verweven. Wat we hier zien, is
de strijd tussen autocratieën — Rusland, China, Iran — en democratieën.
Het doel van de autocratieën is duidelijk: de wereldorde sinds 1945
ontmantelen, maar hun invloed beperkt zich niet tot deze landen. De
BRICS-bijeenkomst vorige maand in Rusland, de verschuivende
stemverhouding in de VN en de groeiende afstand tussen het globale
Zuiden en het Westen tonen aan hoever hun tentakels reiken. We staan op
een scharnierpunt van de geschiedenis. De generatie van nu groeit op in
een wereld waarin Europa voor het eerst in de wereldgeschiedenis slechts
een bijrol lijkt te gaan spelen. Hoe zorgen we ervoor dat Europa een
speler blijft en geen speelveld wordt?
De westerse leiders lijken collectief afgeleid te zijn. De VS zitten nu
midden in een machtswisseling. Duitsland maakt zich op voor
verkiezingen. Frankrijk wankelt vanwege een instabiele coalitie. Het VK
denkt naïef dat een reset met China mogelijk is. En laten we onze eigen
politieke chaos niet vergeten. Intussen verliezen we niet alleen
geopolitieke invloed, maar ook economisch terrein. De VS zijn goed voor
bijna 25% van het wereldwijde bruto binnenlands product. De EU blijft
steken op 18% en dat aandeel krimpt. De staat Californië heeft twee
maanden geleden het stokje overgenomen van Duitsland als het gaat om de
omvang van de economie, terwijl Californië de helft van het aantal
inwoners van Duitsland heeft. Het gaat niet alleen over cijfers, maar
ook over onze toekomst, onze welvaart en onze onafhankelijkheid.
Nederland weet met zijn open economie als geen ander dat zijn kracht
ligt in diplomatie en de internationale rechtsorde, want op basis van
pure macht zal Nederland altijd het onderspit delven. Als we relevant
willen blijven, moeten we nu handelen. Ik wil vandaag stilstaan bij drie
belangrijke onderwerpen waarop we kunnen laten zien wat we zijn: speler
of speelveld.
Allereerst Oekraïne. We moeten Oekraïne resoluut blijven steunen tegen
de illegale oorlog van Poetin. Hier staat meer op het spel dan de
vrijheid van Oekraïne. De veiligheid van heel Europa hangt af van deze
uitkomst. Poetin stopt niet bij Oekraïne. Daarbij komt het volgende: als
agressors worden beloond en het Westen zijn bondgenoten niet blijft
steunen, dan heeft dit consequenties voor andere plekken op de wereld.
Denk bijvoorbeeld aan Taiwan. En ja, het is te laat, maar het is goed
dat de VS nu eindelijk het terugslaan op Russisch grondgebied toestaan.
Welke consequenties verbinden de Europese landen nu aan de escalatie
door Rusland met de inzet van Noord-Koreaanse soldaten? Wat is de
reactie van de minister op de brief met, wat het CDA betreft, vijf goede
aanbevelingen, die is medeondertekend door oud-minister Ollongren? Met
de herverkiezing van Trump is de Amerikaanse steun aan Oekraïne onzeker.
Welke scenario's onderzoekt de minister om onze steun aan Oekraïne te
blijven waarborgen? Hoe reageren de collega's van deze minister in de
Europese Raad van Buitenlandse Zaken op de door deze Kamer aangenomen
motie om vaart te maken met het confisqueren van de Russische tegoeden
en niet de G7 af te wachten?
Ook onze inzet op het Afrikaanse continent bepaalt of wij speler of
speelveld zullen zijn. Als we ons nu afkeren van dit continent en het
overlaten aan Rusland en China, moeten we niet gek opkijken dat in de
nabije toekomst de zuidflank net zo gevaarlijk zal zijn als onze huidige
oostgrens. Nu al zien we dat het Afrikaanse continent zich van ons
afkeert. Het meest zichtbaar wordt dit in het centrum van de
Centraal-Afrikaanse Republiek, in de hoofdstad. U zult daar namelijk een
beeld zien staan van de Wagner Group. Mensen in de Centraal-Afrikaanse
Republiek zien de leden van de Wagner Group namelijk niet als
oorlogsmisdadigers, zoals wij naar hen kijken — wij zien ze als de
oorlogsmisdadigers van Irpin en Marioepol — maar als helden. Daar kunnen
we van alles van vinden, maar dat is de context waar we rekening mee
moeten houden. Daarom heb ik de volgende vragen. De Afrikastrategie die
in de vorige periode in deze Kamer met brede steun van zowel links tot
rechts werd aangenomen, hield rekening met deze veranderende context.
Het ontbreekt alleen nog aan een uitwerking van een actieplan met
duidelijke doelen. Is de minister bereid om die te maken? Is de minister
bereid om bij de bezuiniging op de diplomatieke posten het Afrikaanse
continent te ontzien? Ik sluit me aan bij de vragen van volgens mij
collega Paternotte om een overzicht te leveren van wat de bezuinigingen
gaan inhouden. We vinden die bezuinigingen overigens erg onverstandig,
maar dat terzijde.
Wat ook bepalend zal zijn bij de vraag of wij speler of speelveld zullen
zijn, is de oorlog in het Midden-Oosten en hoe wij ons daartoe
verhouden. Dit is misschien wel het meest complexe conflict, waar ook ik
mee worstel. Na de gruwelijke terroristische aanval van Hamas van 7
oktober 2023 kon Israël niet anders dan hard reageren, want Israël heeft
het recht en ook de plicht om zijn burgers te beschermen. Israël heeft
daarvoor drie opdrachten. Ten eerste is dat de vergelding van Hamas. Ten
tweede is dat het bevrijden van de gijzelaars. Ten slotte gaat het om
het herstel van de afschrikkende werking van Israël. We moeten ons
namelijk voorstellen dat Israël zich in een vijandige omgeving bevindt.
Het is daarom belangrijk dat de afschrikking weer op orde is. Hierbij
heeft Israël de verantwoording om altijd binnen de grenzen van het
oorlogsrecht te handelen, ook als een terreurorganisatie als Hamas zich
daar duidelijk niet aan houdt. Inmiddels zijn we een jaar verder en zijn
drie van de twee opdrachten vervuld. De kopstukken van Hamas zijn gedood
en de afschrikwekkende werking van Israël is hersteld. Helaas zitten tot
op de dag van vandaag nog vele gijzelaars vast en moeten we, denk ik,
concluderen dat hun bevrijding ook met nog meer geweld niet dichterbij
gaat komen. Daarbij wordt de Palestijnse bevolking nu al een jaar aan
vreselijk geweld blootgesteld. Er zijn vele onschuldige doden en we
kunnen niet langer toekijken hoe de toekomst van de bevolking onzeker
blijft. Ook de Palestijnse bevolking heeft recht op vrede en veiligheid,
maar helaas wordt enig perspectief hierop door de Israëlische regering
tot op heden niet gegeven. Graag een reactie van de minister hierop. Is
het niet hoog tijd om de druk op Israël op te voeren? Gisteren bleek
opnieuw dat door Nederland gefinancierde projecten in de Westelijke
Jordaanoever worden vernield. Graag ook een reactie van de minister
hierop.
Waar wij terecht Russische agressie veroordelen, maar in het
Midden-Oosten toch een beetje lijken weg te kijken van het gebrek aan
perspectief voor de Palestijnse bevolking, wordt dat ons aangerekend als
hypocrisie. Nogmaals, Rusland is niet te vergelijken met Israël, zoals
collega Van der Burg al zei, maar het is wel waar dat de druk op Israël
echt nog onvoldoende is. Dat wordt ons aangerekend, met name door landen
in het Globale Zuiden. Deelt de minister deze zorg?
Het CDA vindt dat onze waarden ons verplichten kritisch te zijn naar
onze bondgenoten. We vinden dat we onze bondgenoten moeten helpen met
het blussen van brandjes, maar ze ook moeten waarschuwen als ze deze
brandjes blussen met benzine.
Ten slotte nog een aantal punten over de weerbaarheid. Recent is een
rapport van de voormalige Finse president in opdracht van de Europese
Commissie uitgekomen. Hij pleit voor een "all hazard"-benadering van de
weerbaarheid; een whole of government and whole of society approach. Kan
de minister hierop reageren?
Daarnet werd door collega De Roon ook het rapport van de WRR aangehaald.
Dat gaat ook voor een heel groot stuk over het weerbaar maken van onze
Nederlandse samenleving. Kan de minister daar iets over vertellen? Dit
vergt namelijk ook coördinatie. Mede dankzij het CDA heeft Nederland nu
een Nationale Veiligheidsraad, maar dit is nog vooral een praatclub en
geen formele raad. Andere landen, zoals Zweden en Denemarken, hebben die
inmiddels wel. Ze hebben zelfs een minister voor civil defence. Hoe gaat
het kabinet de coördinatie voor de nationale veiligheid versterken? Het
CDA denkt aan een coördinerend bewindspersoon en aan frequente
persconferenties hierover. Wat gaan we doen tegen buitenlandse
beïnvloedingsoperaties en de verspreiding van desinformatie? Zweden
heeft hiervoor zelfs een apart agentschap opgericht. Graag een
reactie.
Voorzitter. Ik begon mijn inbreng met de trieste mijlpaal van de duizend
dagen die de oorlog in Oekraïne aan de gang is. Tegelijkertijd geeft dit
ons ook hoop, want de Oekraïners laten namelijk het onmogelijke zien.
Een operatie die maar 48 uur zou duren, houden ze nu al 1.000 dagen
tegen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Kahraman, Nieuw Sociaal Contract.
De heer Kahraman (NSC):
Dank u wel, voorzitter. We leven in onzekere tijden, of het nu gaat om
de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten, de assertieve houding van
China of andere internationale uitdagingen, zoals migratie en
klimaatverandering. Het lijkt alsof oude internationale organisaties,
zoals de Verenigde Naties, hun beste tijd hebben gehad en aan kracht
hebben ingeboet. Machtsverschuivingen zijn aan de orde van de dag. De VN
Veiligheidsraad lijkt niet langer een getrouwe afspiegeling van de
huidige mondiale verhoudingen. Nieuwe allianties, zoals de BRICS,
stellen de wereld voor nieuwe uitdagingen. Hoe ziet de minister al deze
ontwikkelingen? Wat is zijn visie op de toekomst van internationale
vraagstukken en uitdagingen? Hoe staat hij tegenover een hervorming van
de VN en andere internationale organisaties?
De verkiezing van Donald Trump tot nieuwe president van de Verenigde
Staten zal ongetwijfeld voor onzekerheid zorgen op het internationale
toneel. Voor ons als Nieuw Sociaal Contract blijven de Verenigde Staten
een belangrijke bondgenoot op het gebied van veiligheid en economie. Wij
roepen het kabinet dan ook op om te blijven investeren in de goede
betrekkingen met de Verenigde Staten. Welke president er ook gekozen
werd, de VS hebben zich de laatste jaren steeds meer gericht op de
Indo-Pacificregio. Die trend zal waarschijnlijk doorzetten. Europa zal
daarom meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor zijn eigen veiligheid
en voor stabiliteit in de omliggende regio's, zoals het Midden-Oosten en
Afrika.
Op economisch gebied is het van belang dat Europa nauw blijft
samenwerken met de Verenigde Staten om een handelsoorlog te voorkomen,
aangezien die negatieve gevolgen zou hebben voor Nederland.
Tegelijkertijd moeten Nederland en Europa ervoor zorgen dat zij
wereldwijd concurrerend blijven, en dat vraagt om een sterke focus op
innovatie.
Voorzitter. Wij waarderen de inzet van de minister om ondanks de
bezuinigingen Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel te
blijven steunen tegen de Russische agressie. Daarom roep ik de minister
op om binnen de EU een coalitie te smeden die de steun aan Oekraïne niet
laat verslappen. De verkiezing van Trump als president zal ongetwijfeld
een nieuwe dynamiek brengen in de oorlog in Oekraïne. NSC was verheugd
dat president Zelensky aangaf dat hij volgend jaar mogelijk een
diplomatieke oplossing ziet voor de beëindiging van de oorlog. Laten we
hopen dat dit geen ijdele hoop is.
Voorzitter. Wij hebben ook een debat over consulaire zaken gehad, maar
helaas heeft de minister het niet over consulaire zaken gehad. Daar wil
ik dus toch aandacht aan geven tijdens deze begroting, maar ik zie dat
er een interruptie is.
De voorzitter:
Op het vorige punt wellicht. Dit is uw laatste interruptie, mevrouw
Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ja, voorzitter.
Ik hoor de heer Kahraman zeggen, terecht wat mij betreft: zet die steun
aan Oekraïne voort. Ik hoor hem ook zeggen: ga kijken naar coalities
binnen de EU. Als het aan mij ligt, gaat de hele EU die steun doen, maar
we weten dat het vaak op een of twee landen hangt. Die spreken dan
veto's uit en daardoor gingen bijvoorbeeld heel vaak bepaalde sancties
tegen Rusland niet door. Mijn vraag is dus eigenlijk of NSC van mening
is, zoals het vorige kabinet ook vond, zoals mijn fractie ook van mening
is en zoals een aantal partijen aan de rechterkant ook vinden, dat we
moeten kijken naar gekwalificeerdemeerderheidsbesluitvorming op het
terrein van buitenlands beleid.
De heer Kahraman (NSC):
Nee, daar zijn wij het niet mee eens. We vinden de soevereiniteit van
Nederland belangrijk. De EU is een samenwerking van 27 landen. Bij
EU-beleid willen we echt de soevereiniteit van Nederland behouden. Maar
ik denk wel dat we moeten kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat we met
z'n allen op één lijn komen. En mocht dat niet lukken, dan moeten we
gaan kijken of we misschien met 26 landen in Europa bepaald beleid
kunnen uitvoeren.
Voorzitter. We zijn blij dat de minister er aan het begin van zijn
ambtstermijn in is geslaagd om de bezuinigingen op het postennetwerk van
22% terug te brengen naar 10%. Toch hebben wij vragen over de concrete
plannen die voorliggen met betrekking tot deze bezuinigingen. Welke
prioriteiten worden er gesteld? Welke posten komen mogelijk te vervallen
en welke posten blijven open? Hoe wordt gegarandeerd dat Nederland zijn
internationale invloed behoudt, bijvoorbeeld bij internationale
organisaties, en dat de dienstverlening aan Nederlanders in het
buitenland behouden blijft? Wij pleiten ervoor dat besluiten over het
sluiten van posten weloverwogen worden genomen en dat juist in landen
waarin de mensenrechten onder druk staan, posten openblijven. Voor NSC
is het belangrijk dat Nederland zijn bijdrage blijft leveren aan de
bescherming van mensenrechten en democratie wereldwijd. Kan de minister
toezeggen dat hij deze posten zo veel mogelijk gaat ontzien bij de
bezuinigingen?
De heer Boswijk (CDA):
Het is inderdaad een schrale troost dat die bezuinigingen nu minder
groot zijn dan ze voorheen waren. Tegelijkertijd weten we dat er enorm
bezuinigd gaat worden op ontwikkelingssamenwerking. Maar met name in
fragiele staten zijn de diplomatieke posten soms voor meer dan de helft
afhankelijk van ontwikkelingssamenwerking. Dan is het dus mooi dat het
misschien maar 10% wordt, maar als je ondertussen aan de andere kant
heel veel budget verliest, dan kan het gevolg alsnog zijn dat posten
moeten sluiten of enorm moeten afschalen, waardoor ze hun werk niet meer
kunnen doen. Sluit u zich dus aan bij de oproep van collega Paternotte?
Hij verzocht de minister: maak die inventarisatie voor de tweede termijn
en neem daarin dan ook gelijk mee wat de impact van de bezuinigingen
vanuit ontwikkelingssamenwerking op de diplomatieke posten zou kunnen
zijn. Ik vrees namelijk dat we die consequenties nu nog niet kunnen
overzien.
De heer Kahraman (NSC):
Het zou knap zijn als de minister binnen twee dagen zo'n bezuiniging
heel duidelijk uitgevoerd heeft en z'n ambtenaren hem daar dan van
informatie over kunnen voorzien. Ik geef hier aan wat bij als Nieuw
Sociaal Contract belangrijk vinden. Wij vinden mensenrechten en
democratie belangrijk. Dat geef ik mee aan de minister. Ik vraag hem of
hij dat mee wil nemen in z'n overwegingen bij waarop hij gaat
bezuinigen. Ik neem aan dat de minister gewoon terugkomt naar de Kamer
als hij de bezuiniging inzichtelijk heeft en daar met ons het debat over
gaat voeren. Ik hoef het dus niet binnen nu en twee dagen te hebben.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik kan het pleidooi voor mensenrechten van de heer Kahraman alleen maar
ondersteunen. Ik weet ook dat hij mensenrechten belangrijk vindt en dat
het voor zijn partij ook belangrijk is. Daarom verbaasde het mij wel. Er
wordt in deze begroting namelijk fors bezuinigd op onder andere het
Mensenrechtenfonds, terwijl we allemaal weten hoe belangrijk dit is voor
stabiliteit, democratie en de rechtsstaat, zoals de heer Kahraman ook
zei. Als de heer Kahraman dat belangrijk vindt, kan hij dan naast ons
staan als wij vragen om in ieder geval de bezuiniging op mensenrechten
in deze begroting terug te draaien?
De heer Kahraman (NSC):
Ik ga niet vooruitlopen. We moeten helaas bezuinigen. Ik had ook liever
gezien dat we extra geld hadden en het hadden kunnen uitgeven. Helaas is
het geld dat binnenkomt te weinig om aan alle wensen te kunnen voldoen.
Ik ga heel kritisch kijken waar we wel en niet op willen bezuinigen.
Helaas zal er ook op mensenrechten iets bezuinigd moeten worden.
De voorzitter:
U continueert.
De heer Kahraman (NSC):
Voorzitter. Organisaties die zich inzetten voor Nederlanders in het
buitenland wijzen al jaren op problemen rondom paspoortverlenging. De
afstanden die hiervoor moeten worden afgelegd en de kosten die daarmee
gepaard gaan, zijn soms zo groot dat sommige Nederlanders ervoor kiezen
om hun paspoort niet te verlengen, met als gevolg dat zij het risico
lopen om hun Nederlanderschap te verliezen. Ook het maken van een
afspraak voor paspoortverlenging blijkt in sommige landen een probleem
te zijn. Essentiële documenten worden vaak niet digitaal opgeslagen en
moeten bij elke nieuwe aanvraag opnieuw worden ingediend. De wettelijke
termijn voor het uitgeven van paspoorten wordt vaak niet nageleefd.
Daarnaast worden in veel landen commerciële partijen, zoals VFS Global,
ingeschakeld voor de verwerking van aanvragen, wat leidt tot klachten.
Wij vragen ons af of deze taken wel aan een commercieel bedrijf moeten
worden uitbesteed. Waarom heeft het ministerie besloten dit belangrijke
kernproces uit handen te geven? Die vraag wil ik graag bij de minister
neerleggen. Ook horen wij dat het aanvragen van visa voor
niet-Nederlandse partners vaak zo lang duurt dat kortdurende vakanties
of familiebezoeken in Nederland soms niet mogelijk zijn. Wij willen
weten hoe de minister hiertegenover staat, zeker met het oog op de
geplande bezuinigingen. Daarnaast zijn wij benieuwd naar de visie van de
minister op een eventuele uitbreiding van de bevoegdheden van honorair
consuls, een suggestie die wordt gesteund door zowel organisaties als de
consuls zelf. Daarom overweeg ik een motie in te dienen om de minister
te vragen om te onderzoeken in hoeverre een uitbreiding van deze
bevoegdheden een oplossing zou kunnen bieden voor structurele en actuele
knelpunten.
Voorzitter. NSC wil bijdragen aan de samenwerking met Suriname, gezien
de bijzondere band tussen beide landen. Wij roepen de minister dan ook
op om zich in te blijven zetten voor visumvrij reizen voor Surinamers
die voor 1975 zijn geboren, toen Suriname nog onderdeel van het
Koninkrijk was. Suriname is een belangrijk land voor Nederland en heeft
bijgedragen aan onze welvaart. Wij vragen de minister dan ook om zich op
Europees niveau in te zetten voor visumvrij reizen of een andere
regeling die het voor Surinamers makkelijker maakt om naar Nederland te
reizen.
Voorzitter. Dan mijn één na laatste punt. Wij zijn blij dat de minister
zich internationaal inzet voor de oprichting van een IS-tribunaal, zoals
ook vastgelegd in het hoofdlijnen- en regeerakkoord. Wij roepen de
minister op om hierin voortgang te maken en in het eerste kwartaal van
2025 met een concreet plan naar de Kamer te komen. Wij verzoeken ook om
in de begroting voor 2025 rekening te houden met de oprichting van dit
tribunaal en met het organiseren van een internationale conferentie,
waarin experts en politici samenkomen om een concreet plan van aanpak
voor de realisatie van het tribunaal op te stellen. Een conferentie met
internationale experts en politici zou een eerste stap zijn om draagvlak
te creëren en een concreet actieplan te ontwikkelen. Ik zal daarom een
amendement indienen om hiervoor budget beschikbaar te stellen.
Voorzitter. Dan mijn laatste punt: het Midden-Oosten. Het Midden-Oosten
verkeert in een onrustige situatie. Wij hopen dat er betere tijden
aanbreken en dat landen de kans krijgen hun staatsstructuren te
versterken. Juist in zulke tijden zijn minderheden bijzonder kwetsbaar.
Wij roepen de minister dan ook op om speciale aandacht te blijven
besteden aan de bescherming van minderheden in het Midden-Oosten, zodat
zij hun taal, religie en cultuur in veiligheid kunnen behouden. De
rechten van minderheden moeten verankerd worden in de grondwetten van
deze landen. Nederland moet hierin een stimulerende rol spelen. We
moeten zorgen dat hiermee geen nieuwe problemen ontstaan omdat dit niet
fundamenteel is ingericht.
Voorzitter. Ik wil afsluiten en de minister en het kabinet heel veel
succes en wijsheid wensen bij het uitvoeren van deze begroting.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste interruptie van de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Goed punt over Suriname, trouwens. Daar ben ik het mee eens.
Mijn vraag gaat over de rechtsstaatverklaring. Die is eigenlijk zo
ontzettend duidelijk. De vier partijen spreken af dat ze zich in hun
plannen en activiteiten zullen bewegen binnen de grenzen van de
rechtsstaat. Dan staat er in die rechtsstaatverklaring nog expliciet:
"Dat betekent ook dat men zich houdt aan verdragen en het internationaal
recht". Dan is het ondenkbaar dat Geert Wilders op de Westbank kan staan
en zeggen: "Deze settlements, deze kolonies, zijn prima. Sterker nog,
alle Palestijnen kunnen naar Jordanië." Dan is dat gewoon direct in
strijd met de rechtsstaatverklaring. De vraag die ik aan de heer
Kahraman zou willen stellen, is: hoe werkt het dan als Wilders zoiets
zou doen, zoals hij afgelopen zomer deed? Je hebt natuurlijk alleen iets
aan een rechtsstaatverklaring als die ook gerespecteerd wordt door de
partijen die 'm hebben afgesproken. Dus hoe ga je ermee om als een
partij over de grens gaat? Wat gebeurt er dan?
De heer Kahraman (NSC):
Het is nog niet gebeurd. U geeft aan dat het potentieel zou kunnen
gebeuren. Ik verwacht dat de heer Wilders zich gaat houden aan die
rechtsstaatverklaring. Mocht dat niet zo zijn, dan zullen wij — ik hoop
ook meerdere partijen uit de coalitie — de heer Wilders daarop
aanspreken en hem verzoeken om dat achterwege te laten.
De heer Van Baarle (DENK):
Vindt de heer Kahraman dat de PVV, en specifiek de heer De Roon, buiten
de rechtsstaatverklaring is getreden doordat de heer De Roon spreekt
over de Palestijnen in termen van "een nepvolk"? Het lijkt mij niet in
lijn met het internationaal recht om de Palestijnen "een nepvolk" te
noemen. Het lijkt mij ook niet in lijn met onderdeel 7 van de
rechtsstaatverklaring, namelijk een open, feitelijk en respectvol debat.
Dus vindt de heer Kahraman dat de PVV daarmee buiten die verklaring is
getreden?
De heer Kahraman (NSC):
Ik heb de heer De Roon vandaag niet horen zeggen dat hij de Palestijnen
een nepvolk vindt. De heer Van Baarle bezigt nu die term. U grijpt, denk
ik, terug op iets wat in het verleden is gezegd door de heer De Roon. Ik
ga geen uitspraken doen over iets wat iemand in het verleden heeft
gezegd. Als er iets in dit debat is gezegd, dan mag u mij daarop
aanspreken. Daar kan ik dan ook op reageren.
De voorzitter:
Uw laatste interruptie.
De heer Van Baarle (DENK):
Dit is gezegd door de heer De Roon toen deze coalitie al bestond. Ik heb
de heer De Roon in dit debat gevraagd om de verschrikkelijke uitspraak
dat de Palestijnen een nepvolk zijn, terug te nemen en zijn excuses
daarvoor te maken. Dat weigerde hij te doen, dus hij staat daar nog
steeds achter en hij uit die uitspraak nog steeds. Ik vraag de heer
Kahraman: als we de rechtsstaatverklaring serieus moeten nemen, moet hij
toch erkennen dat een uiting zoals de PVV die heeft gedaan, namelijk dat
de Palestijnen een nepvolk zijn, gewoon buiten de rechtsstaat valt? Is
de heer Kahraman bereid om dat te doen?
De heer Kahraman (NSC):
Meneer Van Baarle, ik heb duidelijk gezegd dat ik de heer De Roon de
woorden die u in de mond neemt, niet heb horen zeggen. Als dat wel zo
was, had ik erop gereageerd. De Palestijnen zijn een volk dat bestaat en
dat recht heeft op zelfbeschikking. Ik heb al vaker in het debat … Wij
staan voor een tweestatenoplossing. Zo staan wij als NSC in deze
kwestie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik vind dat ook de heer Kahraman, net als de heer Van der Burg, goede
teksten uit over hoe Nederland zich zou moeten positioneren en de
internationale rechtsorde zou moeten bevorderen. Er wordt bezuinigd op
het postennetwerk en op buitenlandse handel en
ontwikkelingssamenwerking. NSC werkt mee aan die grote
bezuinigingsoperatie; een visie op wat we daartegenover stellen
ontbreekt. Dan kan ik niet anders dan concluderen dat Nederland onder
leiding van het kabinet-Schoof, mede dankzij NSC, de komende jaren
achterop zal raken wat betreft zijn internationale positie, zowel
financieel, als geopolitiek, als qua daadkracht. Ik vroeg mij af of de
heer Kahraman het daarmee eens is of dat hij oprecht gelooft dat
Nederland met de keuzes die nu gemaakt zijn — denk aan die bezuinigingen
— over een aantal jaren juist, mede door die beslissingen, een sterkere
internationale positie heeft.
De heer Kahraman (NSC):
In mijn beleving is dit niet de sterkste bezuiniging ooit op
Buitenlandse Zaken. We hebben eerder veel zwaardere bezuinigingen gehad.
Ik had ze liever ook niet gehad. Dat heb ik eerder in mijn antwoorden al
eens gezegd. Ik had liever gehad dat we geld hadden en extra geld konden
uitgeven aan Buitenlandse Zaken. Dan hadden wij hier een mooier debat
kunnen hebben. Helaas, we kunnen geen geld uitgeven dat we niet hebben.
Dat is waarmee we het moeten doen. Ik denk dat deze minister uitermate
geschikt is om te bekijken hoe we onze invloed in het buitenland kunnen
behouden, ook met de 10%-bezuiniging die op het postennetwerk gedaan
moet worden. Ik bedoel: die was hoger. Dat heb ik ook in mijn bijdrage
gezegd. Ik ben heel blij dat deze minister het terug heeft kunnen
brengen naar 10%.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Inderdaad, dat is een compliment waard. Het is van een hele forse
bezuiniging gegaan naar een forse bezuiniging; dat is het toch wel. Het
is goed dat de heer Veldkamp zich daarvoor heeft ingezet, maar de heer
Kahraman heeft mijn vraag niet beantwoord. OS is natuurlijk een andere
portefeuille, maar valt wel onder de leiding van Buitenlandse Zaken.
Daar wordt de bni-koppeling losgelaten, waarvan uw voormalig collega
mevrouw Zeedijk erkend heeft dat dat niet is afgesproken, maar wel is
doorgevoerd. Op termijn zal dat wel betekenen dat dat de grootste
bezuiniging is. De bni-koppeling die we al 50 jaar hanteren, wordt
namelijk losgelaten.
Maar goed, mijn vraag was de volgende. Als we kijken naar de bezuiniging
op het postennetwerk en ten aanzien van BHO, dus ook ten aanzien van
handel, en naar strategische overwegingen, zien we dat we eigenlijk
terugtrekkende bewegingen maken. Mijn vraag is of dat rijmt met het
NSC-verhaal en of het uw overtuiging is dat Nederland er internationaal
onder leiding van kabinet-Schoof over een aantal jaar sterker voor zal
staan. Of ziet u het pessimistisch in?
De heer Kahraman (NSC):
Morgen gaan we het debat voeren over de BHO-begroting. Ik zal proberen
daar aanwezig te zijn om namens NSC het woord te voeren. U weet dat wij
geen voorstander waren van het bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking.
Alleen, de uitslag van de verkiezingen was heel duidelijk: er waren
partijen gekozen die daar wel een heel duidelijke visie op hadden. Wij
hebben kunnen instemmen met de bezuiniging die is gedaan. Over hoe de
bni-koppeling in elkaar zit, moeten we echt morgen debatteren, denk
ik.
De voorzitter:
Oké, dat doen we allemaal morgen.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Ik zit me eigenlijk een beetje te verbazen over de inbreng. Dat zit 'm
vooral in het volgende. Niet om de heer Kahraman te gaan recenseren,
maar er gebeuren best wel veel grote dingen in de wereld, en nu hoor ik
dat een behoorlijk deel van de inbreng gaat over consulaire zaken; u
hebt een mooi punt gemaakt over Suriname. Maar ik hoor helemaal niks
over Gaza. Zou de heer Kahraman niet ook zijn visie, of de visie van
zijn fractie, willen delen op hoe we nu omgaan met de grote zaken die in
de wereld spelen? Want het is natuurlijk wel de begroting van
Buitenlandse Zaken waarmee we ons als Nederland en Europa sterk moeten
laten staan in de grotere wereldorde. Ik vind het dus eigenlijk een
beetje een beperkte inbreng. Ik vraag dus of daar nog een reflectie op
kan komen.
De heer Kahraman (NSC):
Ik heb bewust gekozen om het niet over Gaza te hebben, omdat we daarover
eigenlijk elke week een debat hebben hier. We hebben een commissiedebat
gehad over consulaire zaken en we hebben daar nul minuten aan consulaire
zaken besteed, terwijl dat echt de kerntaak is van Buitenlandse Zaken en
deze minister. Ik vind dat als je een begroting behandelt waarbij de
kerntaak consulaire zaken is, je daar echt aandacht aan mag besteden.
Dat is wat ik heb gedaan. Ik heb bewust gekozen om dat niet te doen,
want — u kunt de debatten terugkijken — het standpunt van NSC met
betrekking tot Israël en Gaza is volgens mij klip-en-klaar. Als u met
mij vandaag weer een debat wil voeren over Gaza, dan kan dat. Maar ik
heb hiervoor zelf gekozen omdat consulaire zaken echt een kerntaak zijn
van Buitenlandse Zaken. Die vind ik echt belangrijk. Dat gaat om
Nederlanders die in het buitenland zijn en hulp nodig hebben. Soms
zitten ze in de gevangenis en dan hebben ze ook hulp nodig in die
gevangenis. Daar heb ik me op gefocust.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Om even in herinnering te brengen: dat commissiedebat over consulaire
zaken ging inderdaad niet over consulaire zaken, maar over de weigering
van deze coalitie om Afghaanse bewakers terug te halen; dat kwam omdat
de coalitie het debat daarover hier blokkeerde. Dat vind ik hier dus een
beetje een gekke sprong, want anders hadden we dat debat natuurlijk
gewoon kunnen voeren waar het thuishoort. Maar dat kon niet. Dit was de
enige uitweg. De heer Kahraman gaat over zijn eigen inbreng, dus mijn
punt ging er eigenlijk niet over dat hij daar zelf voor kiest. Het is
jammer dat hij daar op deze manier op inzoomt.
Mijn punt ging over het volgende. We hebben hier een BuZa-begroting met
een enorme bezuiniging, juist ook op punten waarvan de heer Kahraman
zelf zegt dat die belangrijk zijn. En — daar wil ik de heer Kahraman op
uitdagen en hij geeft mij de kans om daar extra over te spreken — hij
laat een heleboel grote zaken in deze wereld liggen. Het is natuurlijk
niet zo dat we geen ontwikkelingen zien als het gaat over Israël en
Gaza, en zeker niet als het gaat over de relatie tussen Israël-Gaza en
Trump aan het stuur. Daar zou ik de heer Kahraman dus wel graag over
willen horen.
De heer Kahraman (NSC):
Ons standpunt is duidelijk. Wij hebben altijd gezegd dat wat er is
gebeurd, verschrikkelijk is. Wat Hamas heeft gedaan door Israël binnen
te vallen en daar 1.200 man af te slachten, was echt ongekend. Wij
hebben ook gezegd dat Israël het recht heeft om Hamas te bestrijden.
Hamas heeft ook gijzelaars uit de burgerbevolking meegenomen. We hebben
gezegd dat Israël het recht heeft om die gijzelaars te bevrijden. We
hebben wel altijd gezegd dat Israël moet opletten om het oorlogsrecht in
acht te nemen. We hebben ook gezegd dat we Gaza zo veel mogelijk
humanitair moeten ondersteunen. In het debat van vorige week, dat toch
weer over Gaza en UNRWA ging, heb ik volgens mij ook gezegd: ik vind het
een foute beslissing dat Israël op dit moment UNRWA wil verbieden. Ik
vind heel wat van UNRWA, maar ik vind het een foute beslissing dat het
op dit moment gebeurt. Dat is hoe wij erin zitten. Volgens mij hebben we
dat debat elke week.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank, ik ben daar blij om. Het is jammer dat ik het moest uitlokken,
maar ik ben daar blij om. Dan heb ik misschien nog wel een specifieke
vraag. Aan het begin van de inbreng werd gezegd: we moeten de relatie
met de VS, de Verenigde Staten onder leiding van Trump, goed houden.
Tegelijkertijd zien we ook dat de rode lijn die de VS getrokken heeft
als het gaat over Israël en Gaza, overschreden wordt. De uitspraken van
de aanstaande president Trump laten zien dat we daar niet op hoeven te
wachten, als het gaat over het de-escaleren in dit conflict. Zouden we
dan niet als Nederland, als Europa, extra stappen moeten gaan zetten?
Daarbij ga ik een aantal collega's aanhalen. De opschorting van het
EU-associatieverdrag ligt al maanden op tafel. Daar wordt nog niet goed
over gesproken. Is de NSC-fractie, gezien al deze ontwikkelingen, er ook
voor dat we hier nu in gaan versnellen, tan we druk gaan zetten en dat
we als Nederland en als Europa zelf die druk gaan zetten? Van de
Verenigde Staten hoeven we namelijk niets te verwachten.
De heer Kahraman (NSC):
Deze vraag heb ik vorige week echt ook beantwoord. Ik heb toen
aangegeven dat ik vind dat de minister meer diplomatieke druk moet
uitoefenen op Israël, vooral omdat er meer humanitaire hulp in Gaza moet
binnenkomen. Ik heb ook gezegd dat wij er geen voorstander van zijn om
het associatieverdrag op te zeggen. Dit is exact hetzelfde antwoord als
ik vorige week gaf.
Voorzitter. Het gebeurt vaak dat mensen uit de zaal gewoon opmerkingen
maken. Ik vind wel dat u …
De voorzitter:
Dat moet niet gebeuren, want dat is irritant en ook niet meer te volgen
voor de mensen thuis. We gaan luisteren naar mevrouw Dobbe van de
SP.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter. Wie vrede wil, moet investeren in vrede. Voor
vrede is nodig dat we investeren in diplomatie, in de internationale
rechtsorde en stabiliteit in de wereld door middel van
ontwikkelingssamenwerking. Dit zijn allemaal zaken waar deze regering op
bezuinigt. Mensenrechtenverdedigers en mensenrechtenorganisaties zijn
cruciaal voor vrede, democratie en rechtsorde in de wereld, maar er
wordt fors bezuinigd op de financiering van de bescherming van
mensenrechten, waaronder het werk van het Mensenrechtenfonds. Dit is
onverstandig en onacceptabel. Mijn vraag aan de minister is of hij deze
bezuiniging van tafel wil halen.
Het is hier eerder al gezegd: het is nu 1.000 dagen na de start van de
vreselijke en misdadige inval van Poetin in Oekraïne. Schattingen van
aantallen doden en gewonden aan beide zijden lopen inmiddels op tot
tussen de 70.000 en een half miljoen. Deze bloedige oorlog zit al lange
tijd zo goed als in een patstelling. De stap om Amerikaanse
langeafstandsraketten, ATACMS, in Rusland te gebruiken, betekent vooral
een risico op het uitbreiden van deze oorlog, net als de wapenwedloop
die wordt aangejaagd. Dat brengt niet het einde van deze oorlog. Een pad
naar vrede ontbreekt. President Zelensky zei vorige week dat hij er
alles aan wil doen om in het komende jaar de oorlog te stoppen, en dat
het tijd is voor serieuze diplomatie. Waar is de steun van de
Nederlandse regering hiervoor? Welke stappen zet de Nederlandse regering
hierin? Waar is de druk als het gaat om bijvoorbeeld het uitvoeren van
moties, waaronder ook moties van de SP, die vragen om de bevroren
Russische tegoeden in te zetten om die druk op Rusland op te
voeren?
Investeren in vrede is ook investeren in de internationale rechtsorde,
maar deze regering doet het tegenovergestelde. In de reactie van dit
kabinet ten aanzien van Gaza wordt namelijk de morele ondergrens steeds
lager gelegd. Wanneer wordt er eindelijk actie ondernomen en wanneer
wordt bijvoorbeeld het associatieakkoord opgezegd? Hoe zit het met het
nieuws van Investico waaruit blijkt dat met steun van de Israëlische
autoriteiten op de Westbank schade is toegebracht aan Nederlandse
projecten, het nieuws dat deze informatie niet altijd bekend wordt
gemaakt aan de Tweede Kamer en het nieuws dat de Israëlische regering
hier niet op wordt aangesproken?
De heer Van der Burg (VVD):
Ik was blij verrast door de openingswoorden, maar het ging al heel snel
mis.
Mevrouw Dobbe (SP):
Nee, hoor!
De heer Van der Burg (VVD):
De openingswoorden "als je vrede wilt" klonken mij namelijk bekend in de
oren. Dat is namelijk een zeer bekend gezegde. Dat gezegde eindigt
echter met "bereid je dan voor op oorlog". Dat is het spreekwoord: als
je vrede wilt, bereid je dan voor op oorlog. Een van de redenen waarom
Oekraïne aangevallen is door Rusland, is dat zij in de jaren negentig
hun kernwapens hebben opgegeven omdat Rusland zei: die heb je niet meer
nodig; wij beschermen je wel. De SP is niet voor de 2%-norm die wij
willen als het gaat om Defensie-uitgaven. De SP loopt ook niet voorop
als het gaat om ondersteuning in de zin van wapens richting Oekraïne.
Bent u het er dan niet mee eens dat wolven als Poetin, roofdieren als
Poetin zou ik zeggen, de zwakte ruiken en daarom toeslaan?
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik ben wel blij met deze vraag, want ik ben het fundamenteel oneens met
de uitdrukking "wie vrede wil, moet zich voorbereiden op oorlog". Want
wie vrede wil, moet investeren in vrede, niet in oorlog. De start van
deze oorlog is totaal te wijten aan Poetin, die heeft besloten om deze
illegale oorlog te starten. Op dit moment investeren de NAVO-landen, ook
de Europese NAVO-landen, vele malen meer in Defensie dan Rusland. Als
wij nog meer investeren in Defensie, hebben we nog meer dan Rusland.
Maar het is nog maar de vraag in hoeverre dat afschrikwekkend werkt. Ik
vind het een hele gevaarlijke ontwikkeling dat er alleen maar wordt
ingezet op wapens. Overigens hebben wij de wapenleveranties aan Oekraïne
altijd gesteund, behalve de wapens die over de grens in Rusland kunnen
worden gebruikt, zoals de F-16's en de ATACMS. De andere
wapenleveranties en militaire steun hebben we altijd gesteund. Maar er
moet een pad zijn naar vrede. Dat hebben we ook altijd gezegd. We zien
dat dat pad naar vrede ontbreekt.
De heer Van der Burg (VVD):
Dus Rusland mag en kan gewoon vanaf Russisch gebied schieten op
Oekraïne, maar Oekraïne kan zich wat de SP betreft niet verdedigen met
F-16's die de grens over gaan? Als Israël de wapens neerlegt, bestaat
Israël aan het einde van het jaar niet meer. Landen moeten zich kunnen
verdedigen. De enige reden dat wij vrede hebben in Europa en in
Nederland, is omdat de Russen weten dat wij voldoende wapens hebben om
terug te kunnen vechten. Wie vrede wil, bereidt zich voor op oorlog. Dat
werkt afschrikwekkend, in ieder geval bij Iran, Poetin en andere landen
die vergelijkbaar denken.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik heb dus niet gezegd dat Oekraïne zich niet mag verdedigen. Als de
heer Van der Burg goed had geluisterd, had hij gehoord dat ik zei: we
hebben wapenleveranties aan Oekraïne altijd gesteund. Maar alles wat kan
leiden tot een uitbreiding van deze verschrikkelijke oorlog, tot meer
slachtoffers en het verlengen van de oorlog terwijl er nog meer
slachtoffers vallen, terwijl we allemaal weten dat deze oorlog
uiteindelijk gaat eindigen aan een onderhandelingstafel en nergens
anders … Dat weten we allemaal. Wij vragen om inzet daarvoor. Tot nu toe
zien wij heel weinig inzet om daar te komen. Er wordt hier gezegd: er
moet worden gewerkt aan de positie van Oekraïne aan die
onderhandelingstafel. Helemaal mee eens. Je moet niet onderhandelen
vanuit een positie van zwakte. Maar als jij niet eens probeert om aan
die onderhandelingstafel te komen — die inzet is er nu niet — zijn dat
allemaal holle woorden. Die wapenwedloop vind ik heel gevaarlijk. Die is
veel gevaarlijker voor de stabiliteit van deze wereld dan deze
retoriek.
Ik was bij mijn "tot slot", want ik wil het ook nog hebben over Sudan.
Dat is ook belangrijk. In grote meerderheid sprak de Kamer zich uit voor
een VN-wapenembargo voor heel Sudan en het stoppen van wapenleveranties
via derde landen. Welke stappen zet deze regering hier nu in? Hoe kijkt
de minister aan tegen de berichtgeving dat Frankrijk het wapenembargo
tegen Darfur geschonden heeft? Is de minister bereid — ik vroeg dit
eerder ook aan de minister voor BHOS, maar toen werd ik hiernaartoe
doorverwezen — om ervoor te zorgen dat de Fact-Finding Mission zijn werk
in Sudan kan blijven doen? Het is namelijk ontzettend belangrijk dat ze
daarop voort kunnen borduren. We weten dat zij met tekorten kampen op
het gebied van financiën en personeel. Wat kunnen wij nog meer doen om
het geweld te stoppen en meer humanitaire hulp te geven aan Sudan?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
U bedankt. De heer Van Baarle van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Ik werd deze zomer getriggerd door een interview met deze
minister in De Telegraaf waarin hij zei: ik ga een minder uitgesproken
koers varen. Een minder uitgesproken koers. Wat bedoelde de minister
precies met die uitspraak? Want een minder uitgesproken koers is niet
wat we nodig hebben als we kijken naar de wereld. We zien de totale
vernietiging in Gaza, de honger, de slachtoffers, de ziektes. Dan minder
uitgesproken worden betekent dat dit kabinet nog een grotere wegkijker
van Israëlische oorlogsmisdaden wordt dan het vorige kabinet onder
Rutte. Dat is niet iets om trots op te zijn.
Hoe duidelijker moeten de signalen vanuit de internationale organisaties
zijn? Volgens de VN zijn het aantal burgerdoden, de omvang van de
vernietiging en de Israëlische minachting voor het internationaal recht
ongekend. Gaza is letterlijk bijna weggevaagd. Het bestaat bijna niet
meer. 70% van de 44.000 burgerslachtoffers zijn vrouwen en kinderen. De
VN spreekt van etnische zuiveringen en zegt dat de blokkade van
humanitaire hulp als wapen gebruikt wordt door Israël. De
leefomstandigheden in Gaza zijn volgens de VN daardoor totaal ongeschikt
geworden voor menselijk bestaan. Wanneer gaat de minister zich hier nou
eens eindelijk fél tegen uitspreken? Waarom kan hij niet zeggen dat
Israël een flagrante schender is van het internationaal recht? Waarom is
deze minister niet bereid om gewoon te onderkennen dat Israël
oorlogsmisdaden pleegt? Hoeveel rode lijnen, zoals de inval in Rafah en
het bieden van onvoldoende humanitaire hulp, mag Israël nog ongestraft
blijven overschrijden? Wanneer komt de minister eindelijk tot het
inzicht dat er daden nodig zijn tegen Israël, bijvoorbeeld het
opschorten van het EU-associatieverdrag? Er was eindelijk druk
georganiseerd om dat EU-associatieverdrag met Israël ter discussie te
stellen, maar we wachten hier al maanden op. Van Israëlische zijde wordt
dit proces gefrustreerd. Hoe gaat de Nederlandse regering er eindelijk
voor zorgen dat we dit EU-associatieverdrag als pressiemiddel gaan
inzetten?
Ondertussen zien we pogingen van Israël om het politieke debat in
Nederland en daarbuiten te beïnvloeden. Denk aan de Israëlische spionage
en intimidatie van het Internationaal Strafhof en uitspraken van
Israëlische officials, die wat er gebeurde in Amsterdam een "pogrom"
noemen, Wilders en anderen complimenteren omdat ze tegen de islam
knokken en de burgemeester van Amsterdam aanvallen. Er is ook een
zogeheten speciaal rapport opgesteld door het Israëlische ministerie van
diaspora en bestrijding van antisemitisme. In dit rapport wordt allerlei
Nederlandse organisaties verweten antisemitisch te zijn en banden te
hebben met bijvoorbeeld Hamas. Ik vraag de minister om zich onomwonden
uit te spreken tegen deze extreem gevaarlijke buitenlandse inmenging
door Israël en op te komen voor zijn eigen Nederlandse burgers. Is hij
hiertoe bereid? Kan hij deze Israëlische inmenging stoppen? Is hij
bereid om hiervoor de Israëlische ambassadeur te ontbieden?
Op de Westelijke Jordaanoever is de situatie nog steeds verschrikkelijk.
Dagelijks worden Palestijnen aangevallen en vermoord. Soms worden huizen
in brand gestoken door Israëlische kolonisten, die eigenlijk terroristen
zijn. Die doen dat onder het toeziend oog van het Israëlische
bezettingsleger. Ook projecten op de Westelijke Jordaanoever die door
Nederland zijn gefinancierd, zijn verwoest, zo bleek uit onderzoek van
Investico. Kan de minister dit krachtig veroordelen? Wanneer kunnen we
extra sancties verwachten tegen gewelddadige kolonisten, met name ook
tegen de organisaties en de mensen daarachter die dit annexatiebeleid
mogelijk maken? Wanneer gaat Nederland het ontmoedigingsbeleid
aanscherpen en een vuist maken tegen het economisch profiteren van de
illegale annexatie? Ik heb eerder een motie aangehouden die verzoekt om
bevroren tegoeden van gewelddadige kolonisten te gebruiken om de positie
van Palestijnen te verbeteren. Is de minister bereid om dit serieus te
onderzoeken?
Voorzitter. Er woedt ook een verschrikkelijk conflict aan onze grenzen.
Dat begon in 2014 en werd nog verschrikkelijker met de criminele
Russische invasie van Oekraïne op 24 februari 2022. Vandaag hebben we
het dieptepunt van 1.000 dagen bereikt sinds die invasie, met vele
slachtoffers en verschrikkingen als gevolg. DENK vindt dat de schuldigen
aan Russische zijde berecht moeten worden en wij keuren onomwonden de
illegale Russische invasie af.
Tegelijkertijd is vandaag ook een moment om kritisch te reflecteren op
de richting van deze oorlog. Er is overduidelijk sprake van een impasse.
Er is nauwelijks progressie op het slagveld. Sterker nog, het Oekraïense
leger heeft sinds november 2022 nauwelijks tot geen terreinwinst weten
te boeken. De grootste verliezers zijn de mannen en vrouwen op het
slagveld, die hun leven riskeren en die hun leven ook al in groten
getale hebben verloren. De vraag is: hoelang gaan we hiermee door? Hoe
houdbaar is het om Oekraïne op deze wijze financieel en militair te
blijven steunen? We kunnen immers niet eindeloos blijven opdraaien voor
de begroting van Oekraïne. We kunnen ook niet eindeloos wapensteun
blijven leveren aan Oekraïne. Dit kan realistisch gezien gewoon niet
eindeloos doorgaan.
We kunnen ook niet van escalatie naar escalatie blijven gaan, met als
uiteindelijk risico dat Nederland direct betrokken raakt bij deze
oorlog. We moeten ons afvragen of we met onze betrokkenheid deze oorlog
niet langer laten duren dan hij nu al duurt. President Zelensky heeft
onlangs aangegeven dat deze oorlog volgend jaar via diplomatieke weg
moet worden opgelost. Ook DENK wil dat er wordt ingezet op een
diplomatieke oplossing, op een direct staakt-het-vuren en op
vredesonderhandelingen. Gaat de regering de weg steunen om de oorlog via
diplomatieke weg zo snel mogelijk te beëindigen?
De heer Boswijk (CDA):
Mijn oren beginnen een beetje te klapperen. Iedereen is voor vrede en
iedereen wil dat de oorlog in Oekraïne vandaag voorbij is. Ik weet niet
waar collega Van Baarle de afgelopen 1.000 dagen heeft gezeten, maar
Rusland lijkt op dit moment niet met iets van een handreiking te komen.
Sterker nog, Olaf Scholz, die in de afgelopen weken een beetje dezelfde
woorden uitte als collega Van Baarle, belde onlangs nog met Poetin. Wat
was het antwoord van Poetin? Massale raketaanvallen op allerlei
Oekraïense steden, waarbij meerdere burgerslachtoffers zijn omgekomen.
Ik ben heel benieuwd. De heer Van Baarle doet een aantal suggesties. We
moeten onderhandelen met Poetin en we moeten stoppen met de
wapenleveranties. Hoe ziet de heer Van Baarle dat dit uiteindelijk tot
vrede gaat leiden, waarbij Oekraïne nog steeds zijn eigen toekomst kan
bepalen en de agressie van Rusland niet beloond wordt?
De heer Van Baarle (DENK):
Wat we op dit moment in ieder geval kunnen concluderen, is dat er een
volslagen impasse is bereikt. Het punt dat ik hier wil maken, is niet
dat DENK niet voor solidariteit met het Oekraïense volk is. Maar wij
hebben serieuze kanttekeningen bij de vormen van wapensteun die in de
afgelopen tijd geleverd zijn, met name de langeafstandsraketten en de
wapens die worden ingezet op het territorium van de Russische Federatie.
Dat vinden wij een escalatie die niet direct in ons voordeel is. Wat de
heer Boswijk zegt, klopt dus niet.
Tegelijkertijd constateer ik ook dat er in de grote coalitie van landen
die op dit moment Oekraïne steunen nooit een serieuze poging is
ondernomen om zo snel mogelijk een staakt-het-vuren te bereiken en om
ervoor te zorgen dat er sprake is van onderhandelingen. Dat is ook niet
serieus gepoogd van de zijde van anderen. We zien dat zo veel mensen hun
leven verliezen op het slagveld en dat er nog steeds sprake is van een
impasse. We moeten met elkaar heel realistisch concluderen dat Nederland
dit niet eindeloos kan volhouden. We kunnen niet eindeloos met elkaar
zeggen dat we de begroting van Oekraïne gaan financieren en dat we
Oekraïne defensief blijven steunen. Dat is gewoon niet realistisch.
De voorzitter:
Ja, ja.
De heer Van Baarle (DENK):
We moeten aansturen op onderhandelingen. Daar heb ik een aantal
randvoorwaarden bij. De soevereiniteit van Oekraïne staat wat mij
betreft niet ter discussie als het gaat om de gebieden die op dit moment
illegaal bezet zijn. Er moet berechting komen voor iedereen, zowel van
Oekraïense zijde als van Russische zijde. Er zijn stapels bewijs voor
wat er is gebeurd aan Russische zijde. Die mensen moeten berecht
worden.
De voorzitter:
Ja, helder. Helder.
De heer Boswijk (CDA):
De heer Van Baarle zegt: met langeafstandswapens escaleren wij. Ik denk
echt dat dat een verkeerde voorstelling is van de feiten. Rusland viel
Oekraïne binnen. Rusland maakt plaats na plaats en stad na stad gelijk
met de grond. Rusland legt massagraf na massagraf aan. Als Rusland vanaf
Russisch grondgebied continu dag in, dag uit burgerdoelen bestookt, is
het dan niet meer dan logisch dat we Oekraïne in staat stellen om
legitieme militaire doelen in Rusland te raken? Ik hoor de heer Van
Baarle ook zeggen: er is geen serieus initiatief genomen om tot vrede
met Rusland te komen. Dat is er wel degelijk. Er is die
vredesconferentie van Zelensky geweest, waar zich meer dan 100 landen
bij hebben aangesloten. Dat is wat mij betreft toch een vrij grote
coalitie.
De voorzitter:
Ja.
De heer Boswijk (CDA):
Dus nogmaals, meneer Van Baarle, als u zegt "oké, Oekraïne mag daar niet
escaleren, ik zie geen vredesinitiatief vanuit Oekraïne ontstaan"
...
De voorzitter:
Jajajaja.
De heer Boswijk (CDA):
... hoe denkt de heer Van Baarle dan dat dit gaat eindigen als Rusland
Oekraïne überhaupt niet als een soeverein land erkent? Hoe ga je daarmee
onderhandelen?
De heer Van Baarle (DENK):
Ik begon mijn bijdrage aan dit onderwerp ook precies met wat de heer
Boswijk zei. Het begon met de criminele Russische invasie van Oekraïne.
Die begon overigens al in 2014, dus niet 1.000 dagen geleden. En dat
onderken ik ook. Dus laat daar geen misverstand over zijn. Maar de inzet
van die langeafstandswapens brengt het enorme risico met zich mee —
daarbij kijk ik naar het Nederlandse perspectief — dat Nederland direct
betrokken raakt bij die oorlog in Oekraïne. Dat is het enorme risico als
we toestaan dat ook Nederlandse wapentuig gebruikt wordt op het
territorium van de Russische Federatie. Ik wil onder geen beding dat
Nederland direct betrokken raakt bij deze oorlog. Ik verwerp de
Russische invasie van Oekraïne. Ik verwerp de oorlogsmisdaden die
Rusland heeft gepleegd in Oekraïne. Tegelijkertijd zie ik dat iedere
escalatie, van welke kant dan ook, weer gevolgd wordt door een escalatie
van een andere kant en dat we daardoor op dit moment in een race zitten
die alleen maar tot meer slachtoffers leidt. Op dit moment is die race
uitzichtloos, omdat de situatie op het slagveld een patstelling heeft
bereikt. Dan moeten we met elkaar de volgende conclusie trekken. Als
geen van beide partijen op dit moment op het realistische pad van een
militaire overwinning zit — gelukkig is er voor Rusland geen perspectief
dat ze Kyiv kunnen veroveren — dan is de enige realistische weg die van
de diplomatie. En daar moeten we massaal op inzetten. De conferentie die
de heer Boswijk noemde, heeft er in ieder geval niet toe geleid dat dat
bewerkstelligd is. Dus ik plaats mijn kanttekeningen erbij of die zo
effectief was.
De heer Boswijk (CDA):
Dus de heer Van Baarle zegt: we moeten stoppen met — vanuit zijn
perspectief — "escaleren" en we moeten diplomatie gebruiken. Maar als
wij stoppen met wapenleveranties wordt de situatie voor de Oekraïners op
het slagveld veel slechter. Dan wordt de positie van Oekraïne aan de
onderhandelingstafel veel slechter. Het resultaat is dat we geen vrede
krijgen in Oekraïne, maar een capitulatie. Dat is wat er uiteindelijk
gaat gebeuren. Ik ben heel benieuwd hoe de heer Van Baarle daarnaar
kijkt.
Tot slot wordt hier gezegd dat wij moeten uitkijken dat wij niet van
onze kant escaleren. "Als Rusland escaleert, dan escaleren wij ook". Dat
is wat de heer Van Baarle continu zegt. Ziet de heer Van Baarle nou
werkelijk waar niet dat Rusland telkens escaleert omdat wij ons elke
keer laten intimideren in de zin van: nou, laten we maar uitkijken met
hoe we hierop reageren? Dat heeft tot gevolg dat Poetin elke keer denkt:
die slappe westerlingen slikken toch alles, dus ik ga gewoon door. Dat
is ook mijn kritiek geweest op deze minister.
De voorzitter:
Ja, de heer Van Baarle.
De heer Boswijk (CDA):
Je kunt wel zeggen: we zien nu een escalatie vanwege Noord-Korea in dit
conflict ...
De voorzitter:
Jajajaja.
De heer Boswijk (CDA):
... maar als je dan niks doet, dan weet Rusland één ding zeker ...
De voorzitter:
Heel goed.
De heer Boswijk (CDA):
... namelijk: ik kan gewoon doorgaan.
De heer Van Baarle (DENK):
Wat die wapenleveranties betreft: de heer Boswijk zegt nu een aantal
keer alsof wij voor een categorische stop zouden zijn. Die hebben wij
nooit bepleit. Wij waren altijd een politieke partij waarmee valt te
praten als het erom gaat Oekraïners erbij te helpen zich op hun eigen
territorium te verdedigen. Wij spreken ook onze steun uit in de richting
van mensen in Oekraïne die lijden. Mensen in nood moet je helpen. Waar
ik tegen pleit, is een escalatie die ertoe kan leiden dat Nederland
direct betrokken raakt bij deze oorlog. Dat is het geval op het moment
dat Nederlands wapentuig door Oekraïne ingezet kan worden op het
grondgebied van de Russische Federatie. Ik wil gewoon niet dat Nederland
direct betrokken raakt bij deze oorlog. Dat is hoe ik erin sta.
Bovendien heb ik serieuze twijfels bij die onderhandelingen. Gelet op de
staat van de Russische Federatie en het enorme aantal mensenlevens dat
het kost om minimale territoriale progressie in Oekraïne te boeken,
vraag ik mij af of diplomatie niet echt een uitweg zou kunnen bieden.
Poetin moet voor zichzelf ook de berekening maken dat het pad dat hij nu
is ingeslagen, de Russische Federatie in een ravijn stort. Dat is niet
goed voor Poetin en niet goed voor het Russische volk. Dus wat dat
betreft ben ik misschien wat hoopvoller dan de heer Boswijk.
De heer Van der Burg (VVD):
"We kunnen niet door blijven gaan, want het is al 1.000 dagen. We kunnen
niet door blijven gaan met het steunen van de slachtoffers van deze
oorlog. Daar kunnen we niet mee door blijven gaan. Er ligt ergens een
grens, misschien niet bij 1.000 dagen, maar dan wel bij 2.000 dagen, bij
3.000 dagen of bij 10.000 dagen. Dan stoppen we met hulp geven." Is dat
wat DENK zegt?
De heer Van Baarle (DENK):
Nee.
De heer Van der Burg (VVD):
Dus als het aan DENK ligt, blijven wij doorgaan met de steun aan
Oekraïne zolang de oorlog voortduurt. Dat is één. Twee. Als er vanuit
Rusland wordt aangevallen met raketten op Oekraïne, hoe verdedigt
Oekraïne zich dan als het wapentuig wordt afgeschoten van de andere kant
van de grens?
De heer Van Baarle (DENK):
De heer Van der Burg gaf een hele simplistische en kinderlijke
samenvatting van mijn bijdrage door een aantal dagen te koppelen aan
hetgeen ik in mijn betoog gesteld heb. Wat ik gewoon heel realistisch
naar voren heb proberen te brengen is dat wij hetgeen wij doen voor
Oekraïne, niet kunnen blijven doen tot het einde der dagen. Dat is
gewoon niet realistisch. Wij kunnen niet tot het einde der dagen
Oekraïne vanuit Nederland militair en financieel blijven steunen. Dat
heb ik geprobeerd naar voren te brengen. Iedere samenvatting die de heer
Van der Burg eraan geeft met een aantal dagen, komt gewoon niet overeen
met wat ik stel. Het tweede punt. Ja, Oekraïne heeft het recht om
zichzelf te verdedigen, maar aan de andere kant heb je ook gewoon een
hele harde belangenafweging. Op het moment dat Oekraïne zichzelf gaat
verdedigen door met Nederlands wapentuig een aanval te verrichten op het
grondgebied van de Russische Federatie is er een directe dreiging dat
Nederland betrokken raakt. Daar past DENK voor.
De voorzitter:
U continueert. O. De heer Paternotte. Maar ik heb hem al acht keer
gehoord.
De heer Paternotte (D66):
Even over de orde. De heer Van der Burg stelde net de vraag hoe Oekraïne
zich moet verdedigen tegen Russische raketten vanaf …
De voorzitter:
Oké.
De heer Paternotte (D66):
… Russisch grondgebied. Ik ben wel ben benieuwd naar het antwoord op die
vraag. Ik heb het niet gehoord.
De voorzitter:
Jajaja, antwoord.
De heer Van Baarle (DENK):
Volgens mij waren de interrupties van de heer Paternotte op. Dit was
geen punt van orde. Laat iemand anders die vraag lekker stellen. Ik heb
er niet zo'n zin in dat wij hier in dit debat met punten van orde
verkapte interrupties gaan plaatsen. Dat doe ik zelf ook nooit. Helemaal
nooit.
De voorzitter:
Dat noemden wij in de volksmond altijd "een Boris van der Hammetje". Die
was daar ijzersterk in.
De heer Van Baarle (DENK):
Inderdaad.
De voorzitter:
U continueert.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. In 2021 sprak een Kamermeerderheid uit dat de behandeling
van de Oeigoeren als genocide kan worden bestempeld. De Oeigoeren worden
in strafkampen gedwongen, waar ze onder dreiging aan het werk moeten.
Kritische Oeigoeren verdwijnen en komen terecht in eufemistisch genoemde
"heropvoedingskampen". De oorspronkelijke islamitische namen worden
vervangen door Chinese namen, waarmee Oeigoeren letterlijk worden
uitgewist. Ik wil weten hoe de Nederlandse regering op dit moment de
druk op China opvoert om op te komen voor de rechten van de Oeigoeren.
Hoe gaat Nederland producten die gemaakt zijn met Oeigoerse dwangarbeid
weren? Is de minister bereid om te bepleiten dat er een nieuwe
Fact-Finding Mission komt, zodat de onderdrukkers van de Oeigoeren
kunnen worden gedocumenteerd, opdat deze mensen uiteindelijk
verantwoording moeten afleggen over hun misdaden?
Tot slot een punt over de Rohingya. De Rohingya worden al jaren
vervolgd, verdreven en vermoord. De leefomstandigheden van de Rohingya
zijn met de dag alleen maar verergerd. In vluchtelingenkampen, waaronder
in Bangladesh, zien we dat de Rohingya nauwelijks nog genoeg te eten of
voldoende slaapplekken hebben. De 600.000 Rohingya die nog steeds in
Myanmar zijn, bevinden zich in een verschrikkelijke situatie. Wat gaat
de Nederlandse regering doen om de positie van de Rohingya te verbeteren
en om de druk op de Tatmadaw op te voeren, de sancties tegen hen uit te
breiden en ervoor te zorgen dat de sancties die op dit moment tegen hen
zijn ingesteld, niet worden ontlopen? Hoe gaat de minister
internationaal bepleiten dat er meer steun en hulp moeten komen aan de
Rohingya die op dit moment in vluchtelingenkampen verblijven?
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
De heer Dekker, Forum voor Democratie.
De heer Dekker (FVD):
Voorzitter, dank u wel. De begroting van het ministerie van Buitenlandse
Zaken gaat voor het overgrote deel over onze bijdrage aan diverse
supranationale instellingen en activiteiten, met als belangrijkste
natuurlijk de EU, maar ook bijvoorbeeld de NAVO. Je zou kunnen zeggen
dat dit een beleidsarme begroting is. Het Nederlands beleid is niet goed
terug te vinden. We zijn een klein radertje in diverse doorlopende
internationale verplichtingen waarin we ons geluid laten horen. Wat is
dat geluid dan? Dat is eigenlijk het geluid van de consensus. Die
consensus is er de laatste jaren steeds duidelijker. Duitsland,
Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en vooral de Verenigde Staten bepalen
de richting. Nederland doet er gewoon aan mee en loopt zelfs, waar het
kan, voorop.
Wat ons betreft is veruit het belangrijkste onderwerp het
Oekraïneconflict en de oorlog met Rusland. In de toelichting bij de
begroting wordt de gebruikelijke context gegeven, het gevestigde
verhaal. Dat is als volgt. Het is al gezegd: Rusland is vandaag precies
1.000 dagen geleden plotseling en zonder duidelijke aanleiding de
soevereine staat Oekraïne binnengevallen, heeft daar dood en verderf
gezaaid en de oostelijke provincies van Oekraïne veroverd. De Oekraïners
hebben tot dusverre dapper standgehouden tegen het grote Rusland, maar
het valt tegen. Met hulp van het Westen is Rusland tegengehouden en zijn
enorme verliezen toegebracht. De strengst denkbare economische sancties
zijn ingesteld tegen het land, terwijl aan Oekraïne grootschalige steun
is verleend. Maar ondanks dit alles en ondanks enorme verliezen aan
manschappen en materieel, lijken de Russen nu toch vooruitgang te boeken
en dat moeten we koste wat kost voorkomen. De overtuiging is immers dat
de gevaarlijke dictator Poetin met zijn agressieve expansie niet zal
stoppen bij Oekraïne. Hij wil de Sovjet-Unie en zelfs het hele
Warschaupact weer in ere herstellen. Daarom is het ook onze oorlog.
Poetin mag dit niet winnen.
Voorzitter. De situatieschets die ik zo-even gaf, is misschien wat
beknopt, maar geeft naar mijn idee wel de essentie weer van de versie
van de gebeurtenissen die de gemiddelde Nederlander en de gemiddelde
westerse burger over het Oekraïneconflict dagelijks gepresenteerd
krijgt. Met dat verhaal heb ik al vanaf het eerste begin grote moeite,
allereerst vanuit het gewone Nederlandse belang. Rusland is veruit het
grootste land ter wereld met een enorm kernwapenarsenaal, naar verluidt
zelfs nog groter dan dat van de Verenigde Staten. Oekraïne was indertijd
een onderdeel van de Sovjet-Unie, van Rusland in de volksmond. Wanneer
die twee landen ruzie krijgen, is het in eerste instantie niet onze
zaak. Geen van beide landen is lid van de NAVO. Met Oekraïne hebben we
geen bijzondere banden. Het is dus een soort familievete binnen een
familie die niet de onze is. We zouden hooguit een sussende rol kunnen
spelen, met vrede op ons continent als doel. Maar om nu voluit partij te
kiezen voor Oekraïne en de grootste kernmacht op aarde uit te dagen,
leek mij bij aanvang al een bijzonder slecht idee. Om meteen te roepen
"dit is ook onze oorlog", leek mij meteen al onverantwoord. We zitten
hier tenslotte voor Nederland. We brengen ons land op die manier in
gevaar. Waar is de diplomatie gebleven?
Wanneer je je verdiept in de achtergronden en oorzaken van het
Oekraïneconflict, wordt het nog veel gekker. Dan blijkt dat de
situatieschets die ons is voorgehouden een volstrekte verdraaiing is van
de werkelijkheid. Dan blijkt dat de oostelijke provincies van Oekraïne,
waar grotendeels etnische Russen wonen, stelselmatig werden onderdrukt
en na de Maidancoup in 2014 met westerse hulp vanuit West-Oekraïne
werden bestookt, met vele duizenden burgerslachtoffers tot gevolg.
Rusland heeft daar op alle denkbare manieren aandacht voor gevraagd en
heeft daar zelfs met Oekraïne, Frankrijk en Duitsland via de VN
verdragen over afgesloten. Die werden geschonden en naderhand door
Merkel en Hollande weggelachen als vertragingstactiek om Oekraïne de
gelegenheid te geven zich te kunnen bewapenen tegen Rusland.
Bedrog!
Dit door het Westen schenden van verdragen en afspraken blijkt sinds het
begin van de jaren negentig een voortdurend terugkerend patroon te zijn.
In dat licht bezien is er helemaal geen sprake van het zonder aanleiding
binnenvallen van een soevereine staat, een unprovoked attack. Er was wel
degelijk een concrete en urgente aanleiding. Er werden tienduizenden
mensen met shelling om het leven gebracht. Overigens verdient het begrip
"soevereine staat" hier ook wel wat nuance. Voorafgaand aan de
Maidancoup zijn door de Verenigde Staten miljarden gestoken in de opbouw
van de democratie in Oekraïne, zoals indertijd door John McCain en
Victoria Nuland trots werd vermeld. In feite werd Oekraïne in die tijd
al klaargestoomd als een westerse stormram tegen Rusland. Het land werd
veranderd in een zwaarbewapend fort. Er zijn twaalf volledig toegeruste
CIA-spionageposten, Forward Operating Bases, opgesteld aan de Russische
grens. Het land werd zeker na 2014 in feite volledig bestuurd door de
VS. Het aanstellen en ontslaan van sleutelfiguren in de rechterlijke
macht werd ook direct beïnvloed door de Verenigde Staten, getuige het
geforceerde ontslag van de aanklager in de Burismazaak. Vandaag de dag
zou Oekraïne geen dag kunnen overleven zonder westerse financiële hulp.
Bij een soevereine staat heb ik toch andere associaties.
Het beeld dat oprijst, is er een van het jarenlang met intimidatie, list
en bedrog trachten te verzwakken van Rusland, het drijven van een wig
tussen de EU-landen en Rusland en het grotendeels misbruiken van
Oekraïne voor dit geopolitieke doel. Ook het opblazen van de Nord
Streampijpleiding past in dat beeld. In eerste instantie werd die actie
Rusland in de schoenen geschoven, maar die absurditeit werd door niemand
geloofd. Laatst werd in een onbewaakt ogenblik door mevrouw Kaja Kallas,
de nieuwe buitenlandsezakenvertegenwoordiger van de EU, geopperd dat
Rusland eigenlijk opgedeeld zou moeten worden in een groot aantal aparte
landen; regime change, met een scenario van balkanisering. Is dat
eigenlijk niet het achterliggende doel van het Westen, om vervolgens de
natuurlijke rijkdommen te kunnen exploiteren? Is het niet volstrekt
begrijpelijk dat Rusland hier ernstige problemen mee heeft?
Voorzitter. Het is verbijsterend dat er ook in de reguliere media geen
enkele poging wordt gedaan om de bedoeling van Rusland met deze oorlog
serieus te doorgronden. Al decennia, eigenlijk al sinds mijn jongste
jeugd, geldt hier het adagium dat de Russen, wanneer het aan hen ligt,
liefst het hele continent tot de Noordzee zouden willen bezitten. Een
Rus in de keuken; het Halbe Zijlstraperspectief. Deze russofobie is
nergens op gebaseerd en onbegrijpelijk, zeker na het uiteenvallen van de
Sovjet-Unie in 1991. Hier valt op dat de westerse media en de bekende
denktanks geheel functioneren als spreekbuis van de NAVO, die haar
informatie weer direct lijkt te betrekken van de Oekraïense diensten.
Voor een onafhankelijke analyse zijn we aangewezen op social media en
podcasts van vrijdenkers die ter plaatse hun eigen bronnen hebben en die
met grote kijkersaantallen leven van abonnementen en donaties. Bekende
namen zijn hier: Jeffrey Sachs, John Mearsheimer, Douglas Macgregor,
Jacques Baud, The Duran, Scott Ritter, Brian Berletic, Gilbert Doctorow,
the Military Channel en er zijn er nog veel meer.
Wat de Russen zelf hebben aangegeven als doel van hun militaire operatie
is helder en niet geheel onbegrijpelijk. Men wil de Russische bevolking
beschermen, ook die in oostelijk Oekraïne. Men wil geen agressieve
NATO-staat aan de grens. Oekraïne moet neutraal zijn en ontwapend. In
2022 heeft men hiertoe een conceptovereenkomst gesloten met Oekraïne.
Toen was van Russische veroveringen nog helemaal geen sprake. Deze
overeenkomst werd echter door Boris Johnson namens de NAVO sterk
ontraden en hij overtuigde Zelensky om door te vechten. Op dat moment
had deze hele oorlog nog kunnen worden voorkomen.
Dan de oorlog zelf, de voortgang op het slagveld. Ook hier worden we
naar mijn overtuiging volstrekt verkeerd voorgelicht. De Russen zouden
enorme tekorten aan munitie hebben. De soldaten zouden massaal
deserteren. Men zou slechts over antieke wapensystemen beschikken met
chips uit wasmachines. De NAVO is op alle gebieden superieur. De nieuwe
Leopardtank zou het verschil maken. De Bradley was grensverleggend. De
Javelin zou effectief zijn tegen Russische tanks. Van drones hadden de
Russen nog nooit gehoord en de HIMARS, de Patriots, de F-16-systemen, de
ATACMS, de SCALPs en de Storm Shadows waren onverslaanbaar. Van dat
alles is niets gebleken. Qua productie van munitie en oorlogstuig lijkt
Rusland het gehele Westen ruimschoots te overtreffen. Van tekorten lijkt
geen enkele sprake, terwijl die er wel zijn aan westerse zijde.
De Russen zouden gigantische verliezen lijden, terwijl het aan de
Oekraïense kant wel meevalt. Ook die verhalen blijken onwaar. De
verliezen aan Russische kant worden zorgvuldig geregistreerd door
Mediazona, een anti-Russische organisatie die dit op allerlei manieren
via officiële bronnen, maar ook via rouwberichten op social media en
dergelijke onderzoekt. Mediazona komt tot een totaalaantal verliezen van
78.000 man aan Russische kant. De verliezen aan Oekraïense kant worden
nergens genoemd, maar door diverse onafhankelijke deskundigen geschat op
ten minste het vijfvoudige van dit aantal.
Dit is geen verovergingsoorlog. Het is een uitputtingsoorlog met als
doel de tegenstander te ontwapenen en ongevaarlijk te maken. Dat lijkt
aardig te lukken. Het heeft er zelfs de schijn van dat Rusland voor een
belangrijk deel de hele NAVO ontwapend heeft. Dat Oekraïne en daarmee de
NAVO deze strijd gaan verliezen, staat wel vast. Dat was van tevoren
eenvoudig te voorspellen. Tot dusver werd het de Oekraïners door de
Verenigde Staten niet toegestaan om met Westerse
langeafstandsprecisiewapens, de ATACMS, Storm Shadows en SCALPs,
aanvallen uit te voeren op onomstreden Russisch grondgebied. Doordat
deze wapens door hun complexiteit en afhankelijkheid van Westerse
satellietsystemen voor targetting en begeleiding in feite moeten worden
bediend door westerse specialisten, wordt zo'n aanval door de Russen
opgevat als een directe aanval op hun grondgebied door het Westen. Dat
is dus een directe oorlogshandeling. Deze beperking door de Verenigde
Staten lijkt afgelopen weekend te zijn opgeheven tot vreugde van veel
partijen in het Westen. Nu heeft Oekraïne de handen vrij om echt te
vechten, is het idee. Dat heeft het schijnbaar dan ook meteen gedaan,
getuige meldingen van vandaag van een Oekraïense raketaanval op de
Russische regio Brjansk. Het toepassen van deze precisierakketten voor
aanvallen op Russische grondgebied is een cynische zet van de huidige
Amerikaanse president Biden om de startpositie voor de nieuwe president,
Trump, te vergiftigen door nieuwe escalatie. Uiterst riskant, overigens
zonder dat de militaire uitkomst van het conflict hiermee
verandert!
Trump lijkt juist te gaan voor de-escalatie en zal zich uiteindelijk
gewoon terugtrekken. Hij zal het verder overlaten aan de Europeanen en
Amerika gaat zich qua buitenlandse politiek waarschijnlijk bezighouden
met Taiwan en het Midden-Oosten. En Europa zit met de brokken: een
kapotgeschoten en zwaar getraumatiseerd land, honderdduizenden
slachtoffers. We moeten afwachten welke delen Rusland onafhankelijk zal
laten bestaan en onder welke voorwaarden. Een grondig en duurzaam
verpeste relatie met Rusland. Dit alles had gemakkelijk voorkomen kunnen
worden.
Wat Forum voor Democratie betreft is het de taak van de minister van
Buitenlandse Zaken om het Nederlands belang op het geopolitieke
schaakbord voorop te stellen. Voor sommigen hier in deze Kamer betekent
dat het versterken van de defensie en het opstellen van een Europees
leger om de dreiging van Rusland en eventueel ook China te weerstaan. In
onze ogen is dat volstrekt wereldvreemd en gevaarlijk.
Voor ons betekent het Nederlands belang: aansturen op de-escalatie, de
situatie verzachten en trachten de relatie met Rusland te herstellen,
nadenken over ons eigen buitenlandbeleid op de lange termijn in plaats
van gewoon de internationale consensus volgen. Moeten we kritiekloos
voortgaan op de Atlantische koers en meedoen met de volgende
sanctierondes, tegen China misschien? Dat is het potentieel volgende
slachtoffer van de Amerikaanse geldingsdrang. Of de meer eigenzinnige
koers volgen van Hongarije en Slowakije? Nauwe contacten met Turkije
wellicht? Of zelfs een BRICS-lidmaatschap aanvragen? Een tikkeltje te
wild misschien, in deze fase.
Op de korte termijn lijkt het ons voor Nederland het verstandigst om
zich allereerst te richten op Duitsland, waar bondskanselier Scholz
vorige week na meer dan twee jaar radiostilte telefonisch contact had
met president Poetin. Scholz verzet zich nog steeds tegen de inzet van
Taurus-raketten en wil aansturen op de-escalatie, en 68% van de Duitsers
is dat met hem eens. Dat is een afwijkend geluid binnen de eens zo
eensgezinde NAVO, dat Nederland zou moeten stimuleren.
Voorzitter. Het gewoon meelopen in de Atlantische consensus heeft ons
niets dan ellende gebracht. We moeten weer zelf gaan nadenken. De komst
van president Trump en zijn team, met nieuwe ideeën, kan daarbij helpen.
Laat het ministerie van Buitenlandse Zaken in die nieuwe gedachtevorming
nu eens het voortouw nemen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Heel goed. U bedankt. Dan gaan we luisteren naar de heer Diederik van
Dijk van de Staatkundig Gereformeerde Partij.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. In verband met een heugelijke
familieaangelegenheid vervang ik vandaag mijn collega Stoffer.
Tijdens deze begroting gaan we de wereld rond, en wel vanuit Haags
perspectief. En wat is er mooier dan om dan te beginnen met wijsheid van
de Russische schrijver en politiek denker Leo Tolstoj? Ik citeer hem:
"velen hebben het over het veranderen van de wereld, slechts weinigen
over het veranderen van zichzelf". Waarvan akte.
Ik zet mijn bijdrage in met woorden uit het Mattheüs-evangelie: "wees
dus bedachtzaam als de slangen en oprecht als de duiven". Jezus geeft
deze raad aan zijn discipelen mee als het gaat om hun omgang met de
omringende wereld, voordat hij ze uitzendt. Maar deze noties kun je ook
betrekken op ons buitenlandbeleid. Deze woorden staan dan
respectievelijk voor de realistische, maar verantwoorde omgang met macht
en de waardegedreven, oprechte kant van ons buitenlandbeleid.
Voorzitter. Christenen onder totalitaire, autoritaire regimes, maar ook
in islamitische landen en regio's, worden geregeld snoeihard vervolgd.
Ze worden blootgesteld aan geweld, aanhoudingen, martelingen en de dood,
puur omwille van hun geloofsbelijdenis. Dit gaat over de grootste groep
vervolgden ter wereld. Geloofsvrijheid is volgens mij dan ook een van de
belangrijkste onder de mensenrechten. Het gaat om niets minder dan de
band tussen de mens en zijn Schepper, en dat maakt het wezenlijker dan
veel andere politieke en burgerrechten.
Wij waarderen de inzet van de minister hierop en de antwoorden die hij
verstrekte over geloofsvrijheid in onder meer Pakistan en Nigeria, naar
aanleiding van gestelde Kamervragen. Ik vraag hem: is de minister
concreet bereid tijdens zijn werkbezoeken in landen met
christenvervolging vaker een kerk te bezoeken of christenen te
ontmoeten? De positieve impact daarvan moeten we niet
onderschatten.
Voorzitter. Onze steun voor de staat Israël is essentieel in tijden van
oorlog, terreur en dreiging, zeker nu nog zo'n 100 gijzelaars
vastzitten. Dit is des te harder nodig nu Israëlische burgers in onze
eigen straten onveilig zijn. Voor Joden is Israël de laatste
vluchtheuvel. Tegelijkertijd krijgt de terreurbeweging Hamas onderdak in
een NAVO-land en EU-kandidaat-lidstaat, namelijk Turkije. Dat is toch
onbestaanbaar? Ik vraag de minister wat hij richting Turkije gaat
ondernemen om het vestigen van de Hamasorganisatie aldaar tegen te gaan.
En wat verwacht de minister op dit punt aan acties van de EU en de
NAVO?
Hoe kunnen we de steun voor Israël het beste inzetten? Ik noem twee
punten. Steun voor Israël is belangrijk in internationale organisaties.
Veel VN-resoluties zijn strenger en selectiever richting Israël dan voor
notoire schurkenstaten. Erger nog, die voeren heel vaak de pen voor deze
resoluties. Kan de minister vaker tegen dergelijke resoluties stemmen?
Maak dus niet alleen een balans op van plusjes en minnetjes, maar geef
een duidelijk tegensignaal. Dat kan ook al in debatten en
onderhandelingen.
Voorzitter. Een tweede actie waarmee wij Israël kunnen steunen, is
duidelijke erkenning van de hoofdstad Jeruzalem en het verhuizen van de
Nederlandse ambassade. Deze broodnodige erkenning past bij de
oprechtheid waarmee ik begon. Ik roep op om deze belofte uit het
hoofdlijnenakkoord snel uit te voeren. Soms duurt een kabinetsperiode
immers korter dan gedacht.
Voorzitter. Een deel van het EU-beleid van dit kabinet stemt mij
positief. De SGP is voor een unie van lidstaten; de Unie is er voor de
lidstaten en niet andersom. De aangekondigde Europawet stemt voorzichtig
positief. Ik voeg daar nog wat aan toe. Jaren geleden kwam de SGP met
een initiatiefwet om Europese verdragswijzigingen in Nederland met een
tweederde-Kamermeerderheid te ratificeren indien er sprake is van de
overdracht van nationale bevoegdheden naar de EU. Ik vraag de minister
of hij daar ook voor openstaat en of hij dat wil betrekken bij de
betreffende Europawet.
Tot zover. Ik zie uit naar de antwoorden. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Ceder van de ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
De kernwoorden die de essentie van het ministerie van Buitenlandse Zaken
misschien wel het beste omvatten, zijn: internationale verbondenheid.
Verbondenheid, omdat we weten dat het Nederlandse belang het best
gediend is als wij ons ook internationaal en diplomatiek blijven
inzetten voor recht en vrede. In de wortels van onze rechtsstaat staat
dan ook, in artikel 90 van de Grondwet, dat de regering zich actief
inzet voor de bevordering van die internationale rechtsorde. Dit is
nodig voor een rechtvaardige, vreedzame en welvarende wereld. Alle
volkeren van de wereld vormen samen de mensheid. Daarmee is
internationale verbondenheid en solidariteit wat de ChristenUnie betreft
ook een opdracht aan ons allen, en dus ook aan deze regering.
Paus Johannes XXIII sprak in de encycliek Pacem in Terris over "de
verwarring onder de mensen en de volken, alsof hun onderlinge
betrekkingen slechts zouden kunnen berusten op geweld". Dat lijkt op de
wereld die we nu aantreffen, maar paus Johannes XXIII stelde ook terecht
"dat een politieke gemeenschap niet meer los van de andere op
behoorlijke wijze in haar behoeften kan voorzien en zich in voldoende
mate kan ontwikkelen, want de welvaart en vooruitgang van het ene land
zijn deels het gevolg en deels de oorzaak van die van andere landen". Zo
is het ook met Nederland. Daarom is een goed en met voldoende financiën
omkleed ministerie van essentieel belang en ook in het Nederlandse
belang. Daarom wil ik, juist vanuit die verbondenheid, stilstaan bij een
aantal onderwerpen waarbij ik denk dat de Nederlandse overheid echt het
verschil kan maken.
Ik sta allereerst stil bij een onderwerp dat we vaker aanstippen:
christenvervolging. We kunnen het ons amper voorstellen, maar bijna 370
miljoen christenen hebben met zeer zware tot extreme vervolging te
maken. Dat is een op de zeven. Dat is niet alleen omdat ze in landen
leven waar onderdrukking, geweld en straffeloosheid heersen, maar ook
omdat ze het doelwit zijn vanwege hun geloof. In totalitaire of
autoritaire regimes als Noord-Korea en China worden christenen vervolgd
of onderdrukt, maar ook in de grootste democratie ter wereld, in India,
stelt de heersende hindoepartij zich intolerant op tegenover christenen
en moslims. Verder zien we helaas ook dat er in landen met een grote
islamitische bevolking tendensen zijn van christenvervolging, met landen
als Somalië en Afghanistan als extreme voorbeelden. De ChristenUnie zal
zich blijven inzetten om aandacht en ook actie van de Nederlandse
overheid te vragen op dit onderwerp.
Ik wil specifiek stilstaan bij een eerder aangenomen motie ten aanzien
van Nigeria. In een rapport van de International Society for Civil
Liberties and Rule of Law staat dat sinds de opkomst van Boko Haram in
2009 al 100.000 christenen gedood zijn, wat hier in Nederland op weinig
aandacht kan rekenen. In juni hebben mijn collega Stoffer en ik daarom
een motie ingediend en aan de regering gevraagd om het Nederlandse
lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad te gebruiken om geweld tegen
christenen en andere religieuze groepen in Nigeria op de agenda van de
Raad te zetten en te werken aan een resolutie die ertoe oproept om
christenen en andere religieuze groeperingen in Nigeria beter te
beschermen. Wat is hier precies mee gebeurd, vraag ik de minister.
Voorzitter. We hebben ook herhaaldelijk aandacht gevraagd voor het
internationaal afschaffen van de doodstraf op blasfemie in de landen
waar die geldt. We hebben eerder Nigeria genoemd, maar denk ook aan
Pakistan, waar een blasfemiewet bestaat en we herhaaldelijk zien dat
deze wordt misbruikt. Ook moslims worden het slachtoffer van
beschuldigingen van vermeende godslastering. Het is juist de meest
kwetsbare en vaak christelijke minderheid die vrijwel kansloos is als
zo'n beschuldiging ook maar geuit wordt. Tegelijkertijd geniet Pakistan
wel voordelen op het gebied van handel met de EU. Mijn vraag aan de
minister is of we die voorkeursstatus, tenzij we verbetering zien, niet
ter discussie moeten stellen.
Voorzitter. Ik sluit me aan bij de opmerkingen van collega Van der Burg
ten aanzien van Iran en de Revolutionaire Garde, waar we ons ook voor
inzetten, en bij de opmerkingen van de heer Boswijk ten aanzien van
Oekraïne. We hebben het hier in interrupties ook gehad over Israël. Hoe
staat het met onze aangenomen motie voor het uitvoeren van resolutie
1701 in Libanon, wat de facto een staakt-het-vuren zou moeten betekenen?
Daarnaast zijn er berichten over konvooien die geplunderd zouden worden
in Gaza. Wat zit daarachter? Kan de minister dat duiden? Hoe staat het
nu met de hulp? Wat kan de minister nog vanuit Nederlandse kant
betekenen?
Voorzitter. Nog twee punten, kort. Het WK 2034 vindt in Saudi-Arabië
plaats, maar er zijn naar verluidt al 1.000 mensen gestorven om dit
feest mogelijk te maken. Kan de minister aangeven of het klopt dat de
arbeidsmigranten in Saudi-Arabië massaal sterven in voorbereiding
hierop? Is de minister bereid om nu al een standpunt kenbaar te maken,
mogelijk over een boycot?
Voorzitter. Tot slot de Armeense genocide. Ik heb keer op keer moties
ingediend, die bijna door de hele Kamer aangenomen worden, maar het
kabinet heeft deze keer op keer niet erkend. Gaat het kabinet-Schoof
eindelijk die moties uitvoeren of zal ik een nieuwe motie moeten
indienen? Ik hoor het graag.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw
Koekkoek van de fractie van Volt.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank, voorzitter. Acht jaar geleden werd Donald Trump voor de eerste
keer verkozen tot president van de Verenigde Staten. Dat was een van de
redenen voor de oprichting van Volt, want het onderstreepte de noodzaak
van een sterk en onafhankelijk Europa. Die urgentie werd toen echter
onvoldoende gevoeld. Nu is Trump voor de tweede keer verkozen en ook nu
mis ik de urgentie bij dit kabinet en bij de Europese Unie om te doen
wat nodig is. Afgelopen 5 november gingen de alarmbellen wederom af.
Europa moet dat zien als een laatste wake-upcall. Een tweede termijn
Trump betekent onzekerheid en onvoorspelbaarheid over langetermijnsteun
van de VS aan Oekraïne, deelname aan het klimaatakkoord en de toewijding
van de VS aan artikel 5 van de NAVO.
Voorzitter. We mogen niet weer afwachten en hopen. Hoop is geen
strategie. Laten we de kans pakken om als Europa op onze eigen benen te
gaan staan. Daarom vraag ik de minister wat zijn precieze plan is om als
EU onafhankelijk om te gaan met de nieuwe termijn van Trump. Is de
minister het ermee eens dat met de herverkiezing van Trump de tijd van
afwachten voorbij is en dat het nu tijd is voor meer Europese integratie
en meer Europese samenwerking? En zo ja, welke concrete stappen neemt de
minister dan richting 20 januari?
Voorzitter. We zien dat de situatie voor de Oekraïners in hun strijd
voor vrijheid, vandaag precies 1.000 dagen aan de gang, steeds benauwder
wordt. Het Russische leger boekt terreinwinst en voert de druk op. Het
is positief dat de VS nu het gebruik van langeafstandsraketten in
Rusland toestaan, maar zal dit nog steeds het geval zijn met Trump aan
de macht? Dat wil ik aan de minister vragen. Binnen de Europese Unie
zien we namelijk nu wel een coalition of the willing ontstaan die
gericht is op het ondersteunen van Oekraïne. Maar hoe gaat de
samenwerking tussen gelijkgezinde landen er concreet uitzien? Op welke
steun wordt er ingezet?
Voorzitter. Zelfs na 1.000 dagen mist er Europese coördinatie. Scholz
belde namelijk afgelopen vrijdag met Poetin, zonder overleg met zijn
bondgenoten. Juist nu moeten we als EU gelijkgezind tegen Poetin
optreden. De tijd van praten ligt achter ons, want Poetin stopt alleen
als wij Oekraïne overtuigend blijven ondersteunen. Ziet de minister ook
dat als Europa op deze manier handelt, het de positie van Europa
verzwakt? Is hij het met ons eens dat je als Europa een gezamenlijk
buitenlandbeleid ten opzichte van Poetin moet hebben?
Voorzitter. Dan over het Midden-Oosten. Alle ziekenhuizen in Noord-Gaza
zijn vernield. 43.000 mensen in Gaza zijn vermoord door Israëlisch
oorlogsgeweld, waarvan bijna 70% vrouwen en kinderen. Per dag komen er
gemiddeld slechts 22 vrachtwagens van de benodigde 600 per dag met
humanitaire hulp Gaza binnen. De Israëlische oorlogsvoering in Gaza
vertoont kenmerken van genocide met massale burgerslachtoffers en
levensbedreigende omstandigheden, die opzettelijk aan Palestijnen wordt
opgelegd, aldus het speciale comité van de VN. Hoe reageert de minister
hierop?
Voorzitter. In februari dit jaar hadden we het ook over de begroting
Buitenlandse Zaken. Ook toen spraken we al over de reële dreiging dat er
genocide plaatsvindt in Gaza. We zijn nu maanden verder en er gebeurt
niks. Ik vraag de minister het volgende. Wanneer is het genoeg? Wanneer
komen er sancties, bijvoorbeeld de opschorting van het
associatieverdrag? Waarom steunt de minister de oproep van Borrell niet
om de politieke dialoog met de Israëlische regering op te schorten? De
Israëlische regering heeft namelijk laten zien dat ze zich niets
aantrekt van de Verenigde Staten, de Europese Unie en ook niet van alle
mooie woorden van dit kabinet. Het land laat net zo weinig hulp door als
meer dan 30 dagen geleden, toen de VS een ultimatum stelden.
Voorzitter. Zoals de Adviesraad Internationale Vraagstukken in een
rapport benoemt, is er een nieuwe koers nodig. Nederland moet zich
actiever op gaan stellen en moet coalities gaan vormen om zich in te
zetten voor een oplossing van het conflict en voor het verbeteren van de
humanitaire situatie in Gaza en Libanon.
Voorzitter. Gevluchte Gazanen mogen niet terugkeren naar hun woning.
Wanneer trekt de minister hiervoor een rode lijn? Denkt de minister dat
Israël met het generaalsplan bezig is? Zo nee, hoe komt hij dan tot die
conclusie? Daarnaast hebben we allemaal gelezen over het tripje van de
heer Wilders naar Israëls illegale nederzettingen. De minister reageerde
hierop door te zeggen dat dit bezoek niet de indruk wekt dat de
Nederlandse regering achter Israëls kolonisatiepolitiek staat. Ik vraag
de minister dit bezoek openlijk af te keuren, zodat er geen enkele
twijfel over kan bestaan dat het kabinet dit bezoek niet steunt.
Voorzitter. De druk op Europa wordt opgevoerd. Dat zien we ook vandaag,
met de sabotage van de zeekabels in de Oostzee. De Duitse minister van
Buitenlandse Zaken zei al dat deze sabotage, in combinatie met andere
hybride dreigingen uit Rusland, geen toeval kan zijn. Het lijkt te gaan
om een Chinees schip met een Russische kapitein. Kan de minister dit
bevestigen? We zien hiermee ook de kwetsbaarheid van onze digitale
infrastructuur. Ik wil de minister vragen of de bescherming van onze
infrastructuur op orde is. Kunnen we deze hybride dreiging weerstaan?
Wat doen wij om ons beter te beschermen? Estland maakt gebruik van
digitale ambassades, waardoor kerndiensten van de overheid altijd
functioneel blijven, ook in het geval van een aanval op de digitale
infrastructuur. Is de minister van plan om het voorbeeld van Estland te
volgen?
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
U bedankt. Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de eerste termijn
van de Kamer.
De algemene beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Donderdag gaan we luisteren naar de minister. We hebben vanavond volgens
mij geen landstreek overgeslagen van de streken die we op deze mooie
planeet hebben. Dat kunnen we donderdag niet allemaal overdoen, dus we
verwachten een flink pak schriftelijke antwoorden en zullen er dan een
aantal zaken uitlichten om daarover mondeling nog verder te praten. Dank
aan de minister voor zijn zitvlees van heden.
Sluiting
Sluiting 22.17 uur.
ONGECORRIGEERD STENOGRAM Aan ongecorrigeerde verslagen kan geen enkel recht worden
ontleend. |
---|