Regeling van werkzaamheden (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D45001, datum: 2024-11-19, bijgewerkt: 2024-11-20 09:01, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-19 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die
lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor
het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik
aan dat daarmee wordt ingestemd.
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Aan de orde is de regeling van werkzaamheden.
Ik stel voor de volgende wetsvoorstellen toe te voegen aan de agenda van
de Kamer:
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES en andere wetten in verband met de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel en de introductie van de zelfstandige strafbaarstelling van ernstige benadeling en van voordeeltrekking (Wet modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel) (36547);
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van het strafmaximum voor deelneming aan een terroristische organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van de meest ernstige terroristische misdrijven (aanscherping artikel 140a Sr) (36460).
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat de fractie van JA21 bij de stemmingen op 14
november over de motie-Boswijk c.s. (21501-02, nr. 2962) geacht wenst te
worden vóór deze motie te hebben gestemd.
Ik deel aan de Kamer mee dat voor de volgende debatten de termijn voor
toekenning is verlengd:
het dertigledendebat over de scheefgroei tussen bedrijfswinsten en de lonen van werknemers;
het debat over het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening;
het dertigledendebat over een sluiproute in de belastingwetgeving voor expats;
het debat over het faillissement van de commerciële huisartsenketen Co-Med en private equity in de zorg;
het debat over het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over het spoorwegongeval bij Voorschoten.
Dan geef ik in de regeling graag het woord aan de heer Eerdmans van de fractie van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank u wel. Aanstaande vrijdag ligt in de ministerraad het
maatregelenpakket tegen antisemitisme voor. Ik denk dat het heel goed is
om als Kamer voor het kerstreces over de maatregelen te debatteren met
de minister-president en de minister van Justitie en Veiligheid.
De voorzitter:
Dat kan, maar we zitten wel mudjevol. We hebben nog vijf weken te gaan,
inclusief deze week, en we moeten ook nog een aantal begrotingen
behandelen, zoals u weet.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Daarom had ik dit plan heel graag behandeld bij de
Justitiebegroting. Ik vind het erg spijtig dat het een week later is
geworden. Ik steun het voorstel van de heer Eerdmans. Mocht het de
eerste week na het kerstreces worden, dan kan dat wat mij betreft ook,
maar nog mooier is het als het voor het kerstreces lukt.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Steun voor het voorstel.
De heer Ellian (VVD):
In de eerste plaats: niet met de minister-president, maar met de
vakministers. Ik denk niet dat de minister-president iets kan toevoegen
aan dit debat, zeg ik met alle respect. Na het kerstreces en onder die
conditie: steun.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Alle steun voor dit voorstel, mede namens CDA en SGP. Het liefst
inderdaad voor het kerstreces. Dan gaan we maar wat langer door. De
problematiek is acuut.
De voorzitter:
Dan gaan we gewoon tijdens de kerst vergaderen, begrijp ik.
Mevrouw Tseggai (GroenLinks-PvdA):
Ik kan me aansluiten bij de woorden van de heer Ellian en mevrouw
Bikker.
De heer Bamenga (D66):
Voorzitter. We hebben vorige week al een heel debat hierover gehad en er
zou een actieplan klaarstaan, dus geen steun.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Steun, voorzitter. Het liefst voor het kerstreces, maar het mag ook
erna. Dat maakt niet uit. Wel zonder de minister-president en met
vakministers.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Voorzitter. Als het kan voor het kerstreces en als dat niet kan, graag
na het kerstreces.
(Hilariteit)
De voorzitter:
Dat lijkt me duidelijk. Dus eigenlijk niet tijdens het kerstreces,
begrijp ik.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik ben gewoon in Deventer, dus ik kan elk moment terugkomen. Tijdens het
kerstreces is dus ook helemaal prima.
De voorzitter:
Akkoord. We hebben uw nummer.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Voorzitter. Met de vakminister en na het kerstreces, maar steun voor het
onderwerp.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Het is dringend noodzakelijk dat het kabinet gaat handelen
op een manier die wel zorgt voor de veiligheid van Joodse mensen, dus ik
ben benieuwd naar het pakket. Steun voor het debat.
De voorzitter:
U heeft een meerderheid, meneer Eerdmans.
Dan de heer Ergin van de fractie van DENK.
De heer Ergin (DENK):
Voorzitter. Staatssecretaris Nobel zei afgelopen week dat een groot deel
van de islamitische jongeren de Nederlandse normen en waarden niet
onderschrijft. Deze uitspraak is totaal ongegrond. We hebben geen
cijfers gezien, we hebben geen feiten gezien en we hebben geen
onderbouwing gezien. We hebben slechts gezien dat er sprake was van
feitenvrij gebral. Ik denk dat het belangrijk is, ook omdat deze
uitspraak heel veel mensen in het land diep heeft geraakt en inmiddels
meer dan 100 moskeeën aangifte hebben gedaan, dat we hier in de zaal een
debat voeren met de staatssecretaris van uitsluiting.
De voorzitter:
Mevrouw Beckerman. O, mevrouw Becker.
Mevrouw Becker (VVD):
Becker, ja.
De voorzitter:
De helft!
Mevrouw Becker (VVD):
We hebben maandag al een wetgevingsoverleg met de staatssecretaris over
integratie, dus geen steun voor dit aparte verzoek.
Mevrouw Tseggai (GroenLinks-PvdA):
Ik kan de woorden van mevrouw Becker steunen.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Ik steun de woorden van mevrouw Becker, dus geen steun voor dit
voorstel.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Geen steun.
De heer Boon (PVV):
Tegen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Mede namens het CDA en de SGP geen steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Ergin.
De heer Ergin (DENK):
Veel animo.
De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar de heer Timmermans van de fractie
GroenLinks-PvdA.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Sinds eind vorige week is er heel veel onrust in het land
over vermeende racistische en discriminatoire uitspraken van leden van
het kabinet. Een minister zou zelfs hebben gezegd dat antisemitisme in
de genen van moslims zit. Dit heeft grote maatschappelijke
verontwaardiging opgeleverd en voor héél veel verdriet gezorgd bij heel
veel mensen. Ondertussen heeft de minister-president verklaard dat er
geen racisme was en is in het kabinet. Daarbij hebben ook de vier
fractievoorzitters van de coalitiefracties zich aangesloten. Kennelijk
beschikken zij over meer kennis over wat er wel en niet gezegd is dan de
overige 146 Kamerleden.
Ondertussen zijn er ook twee Kamerleden, collega's, uit de NSC-fractie
opgestapt, waarvan een als motivering gaf dat discriminatie een gezicht
heeft gekregen. Dat zijn hele, hele zware woorden. Ik denk dus dat het
voor het vertrouwen tussen de Kamer en het kabinet van essentieel belang
is dat we hierover in de Kamer een debat voeren met de
minister-president. Het vertrouwen is wat mij betreft door alle
geruchten die persisteren, die niet weggaan, geruchten die eerlijk
gezegd niet ontkend zijn door de minister-president ... Hij heeft een
formule gevonden waardoor hij daar niet op in hoeft te gaan. Laten we
hier helderheid in krijgen, het liefst ook met de notulen van de
vergadering van de ministerraad waarin deze vermeende uitspraken zijn
gedaan. De Kamer moet dit kunnen ophelderen, niet alleen in het belang
van de samenleving, maar ook omdat anders het vertrouwen tussen de Kamer
en het kabinet ernstig geschaad zou kunnen worden. Vandaar dus een
aanvraag voor een debat.
De voorzitter:
We kijken of daar een meerderheid voor is.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Het is godgeklaagd wat er is gebeurd. Grondrechten zijn er voor
iedereen. Het lijkt er toch sterk op dat binnen het kabinet één
staatssecretaris, Nora Achahbar, daarvoor is gaan staan. Uitgerekend zij
is weg en degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan racisme zitten er
nog. Ik wil sowieso een debat over het aftreden van deze
staatssecretaris. Het lijkt me in dit geval echt noodzakelijk om een
uitzondering te maken op de regel dat notulen van de ministerraad niet
openbaar worden, omdat de verklaring van de minister-president door
niemand in Nederland wordt geloofd. Ik wil dus dat de notulen openbaar
worden en ik wil sowieso een debat.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Voorzitter. Ik wil een punt van orde maken. Er wordt hier keihard
gesteld dat mensen die zich schuldig hebben gemaakt aan racisme, er nog
zitten. Racisme is een strafbaar feit. Als je denkt dat daar sprake van
is, moet je aangifte doen, maar er is geen onderbouwing voor. Ik vind
het heel kwalijk dat hier mensen worden neergezet als racist terwijl
daar helemaal niets van is gebleken. Ik wil dat u daarop ingrijpt,
voorzitter.
De voorzitter:
Wilt u het debat steunen of niet steunen? Niet, zie ik.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Van harte steun. Het vertrouwen staat inderdaad onder druk met dit
kabinet. Daarover moeten we het debat voeren.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
De SGP wil dat dit kabinet eindelijk eens eensgezind de grote problemen
van dit land aanpakt, zeker op het terrein van het antisemitisme. Een
debat voeren over een kabinetsval die er uiteindelijk niet kwam, lijkt
ons een farce. Daarom steunen wij dit verzoek niet.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Heel Nederland snakt ernaar dat het kabinet aan de slag gaat
en dat de problemen worden opgelost. Maar we hebben afgelopen vrijdag
gezien dat de vertrouwensvraag op tafel heeft gelegen. Ik baal ervan dat
we het er weer over moeten hebben, maar het is gebruik dat hierover dan
het debat wordt gevoerd en dat er verantwoording wordt afgelegd aan de
Kamer. Met tegenzin, omdat ik baal van wat zich heeft afgespeeld, zeg ik
dat mijn fractie het verzoek van de heer Timmermans steunt, omdat zo'n
debat goed staatsrechtelijk gebruik en ook het gebruik van deze Kamer
is.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter. Ze hebben er een grote bende van gemaakt. We hobbelen van
crisis naar crisis. Dat verbloemt alle negatieve maatregelen die wel
genomen worden; die zijn bijna niet meer te zien voor mensen. Denk aan
de forse bezuinigingen op de zorg en het onderwijs; ook is er nog geen
woning gebouwd. Ik vind het zeer terecht dat er een verzoek om een debat
wordt gedaan. Als er stoere jongens en meisjes zijn, ook in deze zaal,
die durven te lekken uit dit soort besprekingen, moeten ze ook met de
billen bloot en moeten ze laten blijken wat er uiteindelijk wel of niet
gezegd is in het afgelopen weekend. Steun voor dit verzoek dus en ook
steun voor het openbaar maken van die stukken. Dat is ongebruikelijk,
maar wie lekt, moet ook met de billen bloot.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. Met tegenzin toch steun, met de argumentatie die mevrouw
Bikker net heeft gegeven. Als zo'n vertrouwensvraag op tafel heeft
gelegen, kan je er eigenlijk niet omheen het daar toch over te hebben.
Mijn fractie steunt niet het openbaar maken van stukken uit de
ministerraad. Wij denken dat dat een heilloze weg is en dat je dat pad
niet op moet gaan.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, geen steun. Dat wordt een spookdebat op basis van geruchten.
Van notulen vrijgeven moeten we helemaal geen gewoonte maken. Ik
onderstreep graag de woorden van mevrouw Van der Plas. Er wordt
eigenlijk alleen maar bedacht dat er racistische woorden zijn geuit.
Niemand … Zelfs de afgetreden staatssecretaris heeft dat niet genoemd in
haar brief. Waar het vandaan komt, weet dus niemand, maar er wordt
aangenomen dat het gezegd is. Het enige wat je kan doen is de notulen
vrijgeven, maar dat wil nog niet zeggen dat het daaruit dan duidelijk
wordt. Dat wordt dus een ellendig spookdebat; daar moeten we niet aan
beginnen.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. We hobbelen een beetje van crisis naar crisis, terwijl we
het eigenlijk zouden moeten hebben over bijvoorbeeld de grootste
onderwijsbezuiniging van deze eeuw. Maar als de minister-president,
partijleiders, leden van fracties en ex-staatssecretarissen allemaal
uitgebreid de tijd nemen om de pers te woord te staan over vermeende
conflicten in de ministerraad en consequenties daarvan op de coalitie,
is het wel gebruikelijk dat je daar in deze zaal met elkaar het debat
over voert. Als we dat niet doen, krijgen we wat we hier net zagen
tussen mevrouw Ouwehand en mevrouw Van der Plas. Dan blijven we de
komende dagen en weken verwijten over en weer maken, zonder dat we
elkaar daar hierover aan de tand kunnen voelen, er op een gegeven moment
een streep achter kunnen zetten en door kunnen met al de
begrotingsbehandelingen, die zo noodzakelijk zijn. Ik zou bijna willen
zeggen: dit kan ook slechts in twee woorden, namelijk "artikel 68".
Laten we dat debat gewoon snel met elkaar voeren.
Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Voorzitter. Ik kan heel kort zijn. Wij hebben geen behoefte aan een
debat over het aftreden van onze eigen staatssecretaris. Daar laten we
het bij. We hebben het gehad over de polariserende omgangsvormen. Vorige
week hebben we daar dertien uur over gesproken. Daar komen we ook
maandag en verder nog over te spreken. Dus wat ons betreft is nu de kous
af. We kunnen verder. We hebben inderdaad die begrotingen op de rol
staan. Laten we ons daarop concentreren. We gaan door.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Er zijn in dat vak twee Kamerleden die net hebben aangegeven
dit niet meer aan te kunnen, er is een staatssecretaris afgetreden en de
meest walgelijke uitspraken doen de ronde. Er zou gesproken zijn over
halalvreters en gezegd zijn dat antisemitisme in het DNA zit van
Marokkaanse Nederlanders. Nederland, alle Marokkaanse Nederlanders en de
Nederlandse moslims verdienen gewoon dat de onderste steen bovenkomt.
Het is onbegrijpelijk dat NSC dit verzoek niet steunt. Dit debat moet er
komen en die notulen moeten openbaar worden, in het belang van al de
mensen in Nederland die zich door dit kabinet geschoffeerd voelen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Voorzitter. Nogmaals, als je iemand beschuldigt van racisme, dan
beschuldig je iemand van strafbare feiten. Ik vind het gewoon heel
ernstig wat hier gebeurt. Even richting de heer Dijk, die zei: er is
geen woning gebouwd. Er zijn in het eerste halfjaar van 2024 33.000
woningen gebouwd. En, voorzitter, ten derde: geen steun voor het
debat.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. Eens met de tekst van mevrouw Van Vroonhoven. Laten we
eindelijk aan het werk gaan. Geen steun voor het debat en geen steun
voor de notulen.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Voorzitter. Volgens mij was de minister-president heel helder. Geen
steun voor dit debat. Ik sluit me wel aan bij de woorden van mevrouw Van
der Plas naar aanleiding van haar punt van orde.
De voorzitter:
Ik heb u al gehoord, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, voorzitter, ik wil ook een klein punt van orde maken. Ja. Het is
nogal wat. Als fracties andere collega's onterecht beschuldigen van
antisemitisme, hoor je ze nooit, mevrouw Van der Plas ook niet. Maar
zodra van het openlijke racisme dat we al van dit kabinet hebben gezien,
het de ronde doet dat dat ook in de ministerraad besproken is, krijgt ze
hier weer alle ruimte om effentjes haar punt te maken. Ik vind dat u
daar wat van moet zeggen als voorzitter.
De voorzitter:
Meneer Timmermans, u heeft geen meerderheid.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik zie het, voorzitter. Even in reactie op mevrouw Van der Plas. Ik hoop
dat u mij dat toestaat. Ik heb niemand racist genoemd. Ik heb gezegd dat
er vermeende racistische uitspraken zijn gedaan. Dat is breed in de
media uitgemeten. Ik vind dat dit soort zaken, die van dermate ernst
zijn, openlijk in deze Kamer besproken dienen te worden, zodat iedere
verdenking van het plaatsvinden hiervan kan worden weggenomen of kan
worden bevestigd dat het inderdaad heeft plaatsgevonden. Ik vind dat de
Nederlandse burgers daar recht op hebben. Maar goed, ik zie dat ik geen
meerderheid krijg voor dit verzoek. Ik wil dit verzoek echter wel in
deze Kamer in stemming brengen; ik wil daar graag hoofdelijk over
stemmen.
De voorzitter:
Volgens mij zijn we zonet niet tot een meerderheid gekomen, maar
goed.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Voorzitter, even voor de duidelijkheid. Wat ik zei over racisme was niet
gericht tegen de heer Timmermans. Ik reageerde op een uitspraak van
mevrouw Ouwehand.
De voorzitter:
Oké, dat is bij dezen ook weer rechtgezet. Meneer Timmermans, als u wilt
stemmen en u daarin persisteert, stel ik voor dat we er dinsdag over
stemmen. We kunnen desgewenst hoofdelijk stemmen.
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, als u mij toestaat: dit is een kwestie die raakt aan het
vertrouwen tussen Kamer en kabinet. Daarom persisteer ik inderdaad in
het verzoek om een hoofdelijke stemming, vandaag te houden.
De voorzitter:
Prima, dat gaan we dan over drie uur doen.
De heer Wilders (PVV):
De collega wil een hoofdelijke stemming; hij heeft daar recht op. Ik
denk dat we dat dus inderdaad toe moeten staan, zoals u zegt. Als geen
fractie daar bezwaar tegen heeft, zouden we kunnen voorstellen om de
stemming om 17.00 uur of 17.30 uur te doen. Volgens mij kan de Kamer
unaniem besluiten om het eerder te doen dan over drie uur. Mijn vraag
zou dus zijn: kan iedereen ermee leven als we het over een uur doen, dus
om 17.15 uur?
De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, als u mij toestaat, misschien kunnen we het nu doen?
De voorzitter:
Nu wordt het allemaal wel heel bont. Het is vrij simpel. Als er één
fractie bezwaar heeft tegen het voorstel van de heer Wilders om het nu
te doen — het is eigenlijk meer het voorstel van de heer Timmermans —
doen we het niet. Maar ik stel vast dat geen enkele fractie tegen is. We
gaan na de regeling stemmen.
De heer Wilders (PVV):
Mijn voorstel was om over een uur, om 17.15 uur, te stemmen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik ben het daarmee eens, voorzitter: over een uur.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Van mij had het direct gemogen, want als alles helder is kan
het kabinet ook zo snel mogelijk weer aan de slag. Over een uur is ook
goed; het moet in ieder geval zo snel mogelijk.
De voorzitter:
Goed, dan stemmen we om 17.15 uur hoofdelijk over het voorstel van de
heer Timmermans.
We gaan verder met de regeling. Ik geef graag het woord aan mevrouw
Westerveld van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Als u
gesprekken wilt voeren, doe het s'il vous plaît buiten deze zaal, want
mevrouw Westerveld heeft een belangrijk onderwerp aan te snijden. Het
woord is aan haar.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Mijn debataanvraag gaat over de ggz, want al in 2016 hebben
verschillende organisaties met elkaar afgesproken dat het aantal
separaties en opsluitingen in de ggz omlaag zou gaan. Dat is hun niet
gelukt. We krijgen nu cijfers van de inspectie die zeggen dat het aantal
zelfs stijgt. Ik vind het de moeite waard om er met elkaar een debat
over te hebben, want dit is een groot probleem. Patiëntenorganisaties
trekken bij ons aan de bel en ook Pointer heeft daar afgelopen week een
item aan gewijd. Wat mij betreft gaan we daar dus een debat over voeren.
Ik begrijp dat het niet voor het kerstreces kan, maar het mag ook
volgend jaar. Ik wil dat debat trouwens voeren met de staatssecretaris
van Jeugd, Preventie en Sport.
Mevrouw Paulusma (D66):
Van harte steun.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De heer Thiadens (PVV):
Geen steun. Wel graag een brief van de staatssecretaris.
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Geen steun.
Mevrouw Dobbe (SP):
Steun.
Mevrouw Joseph (NSC):
Het is een belangrijk onderwerp, maar geen steun. We denken dat het in
een commissiedebat sneller kan.
De heer Krul (CDA):
Mede namens de ChristenUnie: steun.
Mevrouw Van den Hil (VVD):
Geen steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, mevrouw Westerveld.
Mevrouw Westerveld (GroenLinks-PvdA):
Even om de collega's eraan te herinneren: dit is een van die grote
problemen waarvan ik echt hoop dat het kabinet eraan gaat werken.
De voorzitter:
Dank u wel.
Dan de heer Van Baarle van de fractie van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. We lezen berichten in de media over zorgen bij ministeries
over inmenging vanuit Israël in de Nederlandse politiek. In een
afgelopen debat hier in de plenaire zaal — het was ergens daar — hebben
we gezien dat er gezwaaid werd met een rapport van het Israëlische
ministerie van Diaspora, waarin zonder vorm van bewijs Nederlandse
staatsburgers werden beticht van strafbare feiten. We zagen ook dat de
Israëlische minister van Buitenlandse Zaken een aantal Kamerleden
complimenteerde voor hun inbreng. We weten dat de Israëlische ambassade
in het verleden ook moties schreef voor een politieke partij in de
Tweede Kamer, en dat er een andere fractie is die gretig reisjes maakt
naar Israël om op bezoek te gaan. Kortom, tot hoever reikt de lange arm
van Netanyahu? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we deze lange arm
afbijten? Daar wil ik een debat over met de minister van Buitenlandse
Zaken.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. We doen niets anders in dit huis dan ons bemoeien met
Israël. Het is dus bijna een ironisch verzoek, zou ik willen zeggen,
waar wij absoluut geen steun voor hebben.
De heer Paternotte (D66):
Steun. Het lijkt me alleen wel goed als de bewindspersoon die over
buitenlandse inmenging gaat, dus de staatssecretaris van Sociale Zaken,
er ook bij is.
De heer Vermeer (BBB):
We zien wel vaker buitenlandse inmenging en lange armen, maar geen steun
voor dit debat. Het kan eventueel bij de begroting.
De heer Van der Burg (VVD):
Ik kan me uit het verleden herinneren dat Kamerleden met een Turkse
achtergrond heel veel last hadden van het feit dat er in Turkije
allerlei nieuws werd verspreid over Turkse Kamerleden hier. Heel erg
vervelend. Schandalig dat het gebeurde. Het lijkt me goed om over
buitenlandse inmenging te spreken. Vanavond behandelen we de begroting
Buitenlandse Zaken. Geen steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Mede namens de ChristenUnie: geen greintje steun.
De heer De Roon (PVV):
Geen steun.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Geen steun.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
Mevrouw Dobbe (SP):
Steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Maar ik telde volgens mij wel 30 leden.
De voorzitter:
Ook niet. U was iets te royaal met tellen.
De heer Van Baarle (DENK):
Zeer spijtig, voorzitter, zeer spijtig.
De voorzitter:
Dan mevrouw Michon-Derkzen.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Dank u wel, voorzitter. We hebben het in de Kamer vaak over incidenten
naar aanleiding van enorme geweldsexplosies richting onze agenten en
richting de hulpverleners en ambulancemedewerkers. Dan spreken we daar
met z'n allen schande van. We hebben ook met elkaar afgesproken dat er
een strafeisverzwaring van 200% mogelijk is als dat gebeurt, om ervoor
te zorgen dat degenen die zo stoer zijn om dat te doen, stevig worden
aangepakt. Uit een onderzoek blijkt nu dat dat niet wordt geëist, laat
staan opgelegd door de rechter. Daarmee laten we wat mijn fractie
betreft de agenten en hulpverleners echt in de kou staan. Ik wil hier
een debat over met de minister van JenV. Wat mij betreft verbreden we
dat debat ook naar hufterigheid in den brede, want we hebben het vaker
over ov-personeel en winkelpersoneel en noem het allemaal maar op. We
moeten hier met elkaar een debat over hebben, niet alleen na een
incident, maar juist in den brede, op basis van dit onderzoek.
Mevrouw Van der Werf (D66):
Van harte steun.
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Heel erg belangrijk, inderdaad. Ik denk dat het het beste is als we daar
morgen direct met de minister van JenV over spreken bij de behandeling
van de begroting van JenV.
De voorzitter:
En dus?
De heer Emiel van Dijk (PVV):
Geen steun, voorzitter.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Steun, mede namens CDA, voor het verzoek.
Mevrouw Helder (BBB):
Steun.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Steun.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Een belangrijk onderwerp, maar morgen bij de begrotingsbehandeling is
sneller.
De heer Eerdmans (JA21):
Daar worstel ik ook mee, want ik heb al tijd ingeruimd voor dit
onderwerp bij de begrotingsbehandeling. Ik wil het best steunen, als we
het redden, maar we kunnen het ook morgen doen.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
De voorzitter:
U heeft een meerderheid, mevrouw Michon-Derkzen. We gaan het inboeken.
Veel plezier.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan de heer Ceder van de ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Deze week werd bekendgemaakt dat het UWV ook
fouten heeft gemaakt rondom de Wajong-uitkering. We hebben hier eerder
een debat gehad over de WIA en terugbetaalde of te weinig betaalde
uitkeringen. Het lijkt erop dat dit probleem groter en groter wordt. Het
is belangrijk dat de Kamer daar grip op krijgt en daar het debat over
voert. Ik heb van de minister begrepen dat er deze week een brief
aankomt. Mijn voorstel is dan ook niet om het debat zo snel mogelijk in
te plannen, maar bijvoorbeeld in het eerste kwartaal van 2025, zodat we
als commissie kunnen toewerken naar een ordentelijk debat, gezien de
omvang, want er zijn misschien ook andere onderdelen waarbij dit speelt.
Mijn voorstel is dus een plenair debat, maar wel in het eerste kwartaal
van 2025.
De heer Krul (CDA):
Een redelijk verzoek van de heer Ceder. Mede namens de SGP steun.
Mevrouw Saris (NSC):
Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Van harte steun.
Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Als het een onderdeel is de totale behandeling van de problematiek bij
het UWV, lijkt me dat een goed idee. Steun.
Mevrouw Dobbe (SP):
Zeker steun.
De heer De Kort (VVD):
Ja, totale behandeling, zeker steun.
De heer El Abassi (DENK):
Steun.
De heer Léon de Jong (PVV):
Steun. Maar ik zou er wel bij willen zeggen dat we volgende week een
begrotingsbehandeling hebben en dat ik de vrijheid moet kunnen hebben om
het aan de hand van de brief volgende week erbij te kunnen
betrekken.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
De voorzitter:
U heeft een meerderheid. We gaan het inboeken.
Dan de heer De Hoop van de fractie-GroenLinks-PvdA.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik heb een drietal verzoeken over volkshuisvesting,
dus ik begin snel. We lazen afgelopen week in het FD dat huurders bij
het aangaan van een huurcontract nog regelmatig te maken krijgen met
dubieuze bemiddelingskosten, ondanks dat er al tien jaar lang een verbod
van de Hoge Raad hierop is. Daarom wil ik graag een plenair debat met de
minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over
huurbescherming.
De voorzitter:
U heeft drie aanvragen. Kunnen we ze niet alle drie tegelijk doen?
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Ja, zeker.
De voorzitter:
Als u de andere twee ook even noemt, dan …
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Doen we, voorzitter. U vraagt, wij draaien.
Enkele woningen die gebouwd worden voor ouderen, zijn vaak niet van het
type dat ze willen. Dat is heel erg zonde, want van links tot rechts
zijn we het met z'n allen erover eens dat doorstroming op de woningmarkt
ontzettend belangrijk is. Daarom zou ik graag specifiek een plenair
debat willen over doorstroming en huisvesting voor ouderen.
Het derde verzoek. We zien in NRC heel mooie persoonlijke verhalen uit
Rotterdam opgetekend waar mensen ontzettend lang in de wachtrij staan
voor sociale huurwoningen. Dat speelt in het hele land. Ik vind echt dat
we specifiek een debat moeten hebben over die wachtrijen voor sociale
huurwoningen. Dat is een gigantisch probleem. Ook dat verzoek doe ik
hier.
Mevrouw Welzijn (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Dat zijn inderdaad belangrijke onderwerpen. Wij
hebben volgende week maar ook deze week een commissiedebat. Daar zou ik
het graag bij willen betrekken. Ik zou de minister wel willen verzoeken
om een schriftelijke reactie te geven op het artikel over die dubieuze
kosten, zodat we dat goed kunnen voorbereiden.
De heer Peter de Groot (VVD):
Voorzitter. De heer De Hoop wordt eigenlijk op zijn wenken bediend met
twee commissiedebatten over deze onderwerpen, donderdag en volgende week
woensdag. Dat zegt mevrouw Welzijn eigenlijk ook. Dus geen steun voor
plenaire debatten. De snelste weg is om het daar te behandelen.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Ik sluit me aan bij de vorige sprekers. We hebben twee
commissiedebatten. Daar kan dit heel goed in behandeld worden en ook nog
eens supersnel, dus geen steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
Mevrouw Dobbe (SP):
Steun voor alle drie.
De heer Mooiman (PVV):
Geen steun. We kunnen dit veel sneller bij de commissiedebatten
doen.
De heer Krul (CDA):
Steun.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Steun voor het laatste debat, over de woningzoekenden.
De heer El Abassi (DENK):
Steun voor alle drie.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer De Hoop.
De heer De Hoop (GroenLinks-PvdA):
Maar ik zie dat ik voor alle drie de debatten wel 30 leden heb. Ik vind
het zelf echt belangrijk om over die specifieke onderwerpen langer door
te praten. Daar hebben we in die twee commissiedebatten gewoon te weinig
ruimte voor, dus ik zet ze graag op de lijst met
dertigledendebatten.
De voorzitter:
Met alle soorten van plezier.
De laatste spreker in deze regeling van werkzaamheden is mevrouw
Pijpelink van de fractie-GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Pijpelink (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Vandaag kwam het bericht naar buiten dat de
inspectie heeft geconstateerd dat het slecht gesteld is met de
leesvaardigheid van de leerlingen op het vmbo basis-, kader- en
praktijkonderwijs. Dit niveau hebben deze leerlingen nodig als start en
vervolg in de maatschappij. Dit gaat niet om een kleine groep
leerlingen. Dit gaat bijna over 25% van onze jeugd. Onze fractie vindt
dat alle kinderen recht hebben op volwaardig onderwijs, welk niveau ze
ook doen. In het artikel spreekt de inspectie ook over verschillende
adviezen voor een oplossing. Een vruchtbare bodem, lijkt ons dus, voor
een goed debat om na alle commotie over de basisvaardigheden eindelijk
iets te gaan doen aan de leescrisis, die zich in Nederland ontvouwt.
De voorzitter:
Prima. We gaan kijken of daar een meerderheid voor is.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Ik zou nu kunnen zeggen dat we het bij de begroting kunnen
bespreken, maar ik zou het bij de begroting zo graag een keer over de
begroting willen hebben. Daarom steun ik het verzoek voor een apart
debat. Ik denk dat het goed is als we dit een keer goed afzonderlijk
behandelen, zodat we de begroting gewoon volgende week kunnen
behandelen.
De heer Kisteman (VVD):
Wij vinden dat het wél bij de begroting kan, dus geen steun.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Wij hadden hier ook mondelinge vragen over ingediend, dus wat mij
betreft steun voor een debat.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Steun.
De heer Uppelschoten (PVV):
Het kan volgende week bij het begrotingsdebat over onderwijs.
De voorzitter:
En dus?
De heer Uppelschoten (PVV):
Geen steun.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Ik zou in eerste instantie ook willen zeggen dat het volgende week bij
het begrotingsdebat kan, maar dit is wel echt een heel belangrijk
onderwerp. We zien dat er wel meer dingen aan de hand zijn bij de
inspectie, dus ik denk dat het heel goed is om hier een apart debat over
te voeren. Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
Mevrouw Dobbe (SP):
Steun.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter, het kan wat ons betreft bij de begroting volgende week.
De heer El Abassi (DENK):
Steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, mevrouw Pijpelink.
Mevrouw Pijpelink (GroenLinks-PvdA):
Oké, voorzitter. Heb ik wel een meerderheid voor een
dertigledendebat?
De voorzitter:
U heeft een meerderheid voor een dertigledendebat.
Mevrouw Pijpelink (GroenLinks-PvdA):
Dan zou ik 'm heel graag op die lijst willen zetten. Dank u wel.
De voorzitter:
Tot zover de regeling van werkzaamheden. Ik schors voor enkele minuten
en dan gaan we naar het tweeminutendebat Sancties.
De vergadering wordt van 16.29 uur tot 16.47 uur geschorst.