Uitvoeringswet verordeningen inzake cryptoactiva en cryptoactivamarkten (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D45026, datum: 2024-11-18, bijgewerkt: 2024-11-20 11:44, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-18 15:15: Uitvoeringswet verordeningen inzake cryptoactiva en cryptoactivamarkten (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer, Uitvoeringswet verordeningen inzake cryptoactiva en cryptoactivamarkten
VERSLAG VAN EEN WETGEVINGSOVERLEG
Concept
De vaste commissie voor Financiën heeft op 18 november 2024 overleg gevoerd met de heer Heinen, minister van Financiën, over:
het wetsvoorstel Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/1113 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 (Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie) (36526);
het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van Verordening (EU) 2023/1114 betreffende cryptoactivamarkten (Uitvoeringswet verordening cryptoactiva) (36527);
de brief van de minister van Financiën d.d. 12 september 2024 inzake ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019 in verband met Verordening (EU) 2023/1114 betreffende cryptoactivamarkten, de herziening van de procentuele kostenverdeling van de Autoriteit Financiële Markten en enkele technische verbeteringen (36527, nr. 7).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,
Nijhof-Leeuw
De griffier van de vaste commissie voor Financiën,
Weeber
Voorzitter: Aukje de Vries
Griffier: Van der Steur
Aanwezig zijn vier leden der Kamer, te weten: Faddegon, Joseph, Van der Lee en Aukje de Vries,
en de heer Heinen, minister van Financiën.
Aanvang 15.16 uur.
De voorzitter:
Goedemiddag allemaal. Welkom bij dit wetgevingsoverleg over de
Uitvoeringswet verordeningen inzake cryptoactiva en cryptoactivamarkten.
Wij zijn met een beperkt aantal Kamerleden aanwezig, maar dat zegt
waarschijnlijk niks over alle goede inbrengen die gaan plaatsvinden.
Ikzelf zal aan het eind mijn inbreng leveren en dan zal ik de heer Van
der Lee van GroenLinks-PvdA vragen of hij de voorzittershamer even wil
overnemen.
Ik heet ook de minister welkom, met zijn ambtelijke ondersteuning.
We beginnen bij de heer Van der Lee van GroenLinks-Partij van de
Arbeid.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Hartelijk dank, voorzitter. Naar schatting zijn er op dit moment in
Europa 31 miljoen mensen die in crypto investeren. Het heeft ongeveer
zes jaar geduurd voordat we de MiCA hadden, de wet die probeert de
cryptoactiva te reguleren. Ik ben heel blij dat die er is, zeker op dit
moment, omdat we in de Verenigde Staten nu de eerste zelfbenoemde
cryptopresident krijgen, die ook nog wordt geadviseerd door Elon Musk,
die een eigen cryptomunt heeft: de DOGE. Kennelijk gaat
ook het departement zo heten dat hij gaat runnen: het Department Of
Government Efficiency. Gelet op dat soort ontwikkelingen, en als die
echt vanuit de VS worden aangejaagd, vraag ik me wel af — dat is gelijk
mijn eerste vraag aan de minister van Financiën: is de MiCA up-to-date?
Of is deze eigenlijk alweer achterhaald op het moment dat we die nu
behandelen en in Nederland ook echt implementeren?
Deze wetsvoorstellen zien er allebei op dat de MiCA effectief wordt
geïmplementeerd. Dat moet leiden tot een veilige en transparante
cryptomarkt, waarin consumenten beter worden beschermd en de risico's
voor de financiële stabiliteit worden geminimaliseerd. Er komt dus beter
toezicht op reclame, als het goed is, en op reserves en bedrijfsvoering.
Tegelijkertijd biedt een en ander een geharmoniseerd kader voor
bedrijven, waardoor zij in de gehele EU cryptoactiva kunnen aanbieden
met één vergunning.
Maar er zitten toch ook wel enige nadelen aan. Crypto wordt namelijk op
deze manier genormaliseerd en zelfs gelegitimeerd, terwijl we dat
misschien niet moeten willen. De minister zegt zelf in antwoord op
Kamervragen van mij: crypto's zijn door het ontbreken van onderliggende
kasstromen puur speculatief. Is het instappen in crypto's volgens de
minister niet veel meer gokken dan beleggen, vraag ik hem. Is er niet
veel te weinig aandacht voor de schaduwkanten van crypto, zoals het
faciliteren van criminele geldstromen, het aanlokkelijk maken van
gokgedrag, en de grote CO2-footprint van blockchains en het
mijnen van bijvoorbeeld bitcoins? Zou er niet veel meer nadruk moeten
komen te liggen op het zo veel mogelijk inperken van de cryptoactiva?
Hoe kijkt de minister hiertegen aan?
Het klopt weliswaar dat de consumentenbescherming nu beter wordt
geborgd, maar de zeer speculatieve aard van crypto blijft, zoals gezegd,
overeind. Kan het niet zo worden ingeregeld dat er een automatische
waarschuwing gegeven wordt als consumenten een transactie willen
aangaan, analoog aan "Let op! geld lenen kost geld"? Maar dan natuurlijk
iets anders.
Hoe kijkt de minister overigens aan tegen een totaalverbod op reclame
voor crypto? De voorganger van deze minister heeft een onderzoek in gang
gezet dat in het voorjaar van 2025 zou verschijnen. Dat is gericht op
het ongewenst online beïnvloeden van consumenten bij financiële keuzes.
Kan de minister al iets zeggen over dat onderzoek? Als die gevolgen echt
heel ernstig zijn, is dan een inperking, zoals een reclameverbod voor
crypto, op termijn een serieuze optie?
Vindt de minister dat deze MiCA-wetgeving sterk genoeg is voor het
voorkomen van zogenaamde pump-and-dumppraktijken? De AFM waarschuwt daar
nu al voor. Wordt het nu al voldoende mogelijk om a reclames, inclusief
social media, voor crypto strenger te reguleren, b handelsplatforms te
verplichten inzicht te geven in recent prijsverloop, inclusief
waarschuwing als het de schijn van pump-en-dump heeft, c een zwarte
lijst van risicovolle producten op te stellen en d hogere boetes bij
marktmanipulatie op te leggen?
Hoe wordt overigens gewaarborgd dat zogenaamde stablecoins geen risico
vormen voor de bredere financiële stabiliteit of de monetaire
soevereiniteit? Als deze op te grote schaal worden gebruikt, kunnen ze
immers destructief zijn voor het gehele monetaire systeem, omdat ze aan
de onderliggende valuta zijn gekoppeld. Hoe wordt gewaarborgd dat dit
niet gaat gebeuren? Welke limieten worden gesteld aan de omvang van
stablecoins, en kan dat überhaupt? Is de minister het met mij eens dat
mogelijk het grootste euvel blijft dat veel van de problematische
cryptoactiva buiten de Europese markt verhandeld worden? De echt
schimmige pump-and-dumpstructuren vallen dan toch niet zomaar onder de
werking van de nieuwe MiCA-wetgeving. Op welke manier gaat de minister
ervoor zorgen dat cryptoaanbieders van buiten de EU ook in voldoende
mate worden gecontroleerd?
Wie ook niet onder de wet vallen, zijn partijen die alleen advies geven
over cryptoactiva. Hoewel deze partijen dus zelf niet direct betrokken
zijn bij transacties, gaat het wel om adviesactiviteiten, bijvoorbeeld
het adviseren over risicovolle investeringen of verdachte structuren,
die kunnen leiden tot het faciliteren van witwassen. Ik vraag de
minister: in hoeverre kan met de nieuwe wet ook worden opgetreden tegen
partijen die alleen adviezen geven over cryptoactiva?
Smurfing, het opknippen van transacties in kleine stukjes zodat deze
onder de radar blijven, wordt voor de meeste transacties tegengegaan,
omdat voor iedere transactie volledige informatie dient te worden
toegevoegd. Waar het gaat om de overdracht van of naar een zelfgehost
adres is de de-minimisregeling echter wel toegepast, en dient er pas bij
een bedrag van €1.000 onderzoek te worden gedaan naar de initiator of de
begunstigde. Althans, dat zegt de nota naar aanleiding van het verslag.
Waarom is dit? Kan de de-minimisregel voor deze transacties van en naar
zelfgehoste adressen niet ook gewoon worden afgeschaft? Heeft Nederland
zich hiervoor ingezet of is hier, in de achttien maanden dat er in
Brussel over de hele MiCA-verordening is onderhandeld, helemaal niet
over gesproken?
De overgangstermijn van zes maanden is bij de introductie van de wet nog
steeds best lang, terwijl marktpartijen al langer weten dat deze eraan
komt. Dat zijn dan toch zes maanden waarin consumenten blijvend slecht
worden beschermd. Heeft het kabinet het maximale gedaan om deze termijn
zo kort mogelijk te houden?
Ik zei het al: een ander groot nadeel van crypto's is de enorme
CO2-footprint. Iedere bitcointransactie kost 500 kilo
CO2. Alleen al in 2021 werd er zo'n 86 megaton uitgestoten
door bitcoin mining. Hoe kijkt de minister aan tegen het introduceren
van een rapportageverplichting voor aanbieders van crypto's over de
milieu- en klimaatimpact van hun diensten, bijvoorbeeld met een score op
het energiegebruik en de CO2-uitstoot van transacties? Waarom
worden er geen doelen gesteld aan de cryptosector om hun klimaatimpact
te verlagen?
Met dit voorstel krijgt de Autoriteit Financiële Markten de taak om
toezicht te houden op risico's met betrekking tot witwassen en
terrorisme bij transacties met cryptoactiva, wat een enorme uitbreiding
van het huidige takenpakket betekent. Heeft de AFM wel voldoende
middelen en expertise om dit nieuwe toezicht effectief uit te voeren? Ik
stelde hier in de zomer, in juli, al aparte schriftelijke Kamervragen
over, naar aanleiding van berichtgeving in Het Financieele Dagblad. De
AFM had drie toezichtscenario's uitgewerkt of ontwikkeld: minimaal,
basis en aangescherpt. De minister heeft tot mijn stomme verbazing
gekozen voor de minimale variant, die 7 miljoen euro kost. Hij stelt dat
dit afdoende is. Ik vind dat wel merkwaardig en snap niet waarom de
minister de Nederlandse consument en de financiële markt niet veel beter
wil beschermen door de AFM meer tanden te geven. Waarom heeft hij niet
op zijn minst voor het basisscenario gekozen? Het is toch cruciaal dat
onze toezichthouders goed voorbereid zijn op de uitdagingen van de
cryptosector en dat zij voldoende kennis, financiële middelen en
instrumenten hebben om goed in te spelen op fraude en manipulatie?
Dat de minister hier zelf ook twijfels over heeft, leid ik af uit de
slotzin van de antwoorden op mijn schriftelijke vragen. De minister
schrijft: mocht de conclusie zijn dat de capaciteit onvoldoende is om de
onverwachte risico's in de markt het hoofd te bieden, dan kan de AFM met
toestemming van de raad van toezicht gebruikmaken van de post onvoorzien
op het kostenkader, om de inzet in cryptotoezicht uit te breiden. Er zit
dus al ruimte. Waarom dan niet gewoon gelijk kiezen voor het
basistoezichtscenario? Over het aangescherpte scenario kunnen we praten
als we wat meer resultaten binnen hebben.
Op welke manier wordt overigens geborgd dat alle nationale
toezichthouders binnen de EU voldoende capaciteit hebben en voldoende
samenwerken om de best denkbare uitvoering van MiCA veilig te stellen?
In EU-verband wordt MiCA geëvalueerd, maar in deze Nederlandse
wetsvoorstellen ontbreekt een aparte Nederlandse evaluatiebepaling. Is
dat niet nodig, vraag ik de minister. Is de minister bereid om in ieder
geval jaarlijks de Kamer te informeren over wat er in het toezicht is
voorgevallen? Hoeveel zaken zijn er onderzocht? Wat zijn de resultaten
daarvan? Het gaat erom dat wij, ongeacht de evaluatie in Europees
verband, die informatie direct tot ons krijgen. Dat kan misschien ook
via de AFM.
Dat waren mijn vragen en dat is het einde van mijn inbreng,
voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Faddegon van de PVV.
De heer Faddegon (PVV):
Ik zou een heleboel interrupties kunnen plaatsen, maar ik zal me tot één
beperken. De collega van Partij van de Arbeid-GroenLinks zei aan het
begin: dit moeten we niet willen. Ik vroeg me af wat u daarmee bedoelde.
We moeten misschien ook geen kernwapens willen, maar die zijn gewoon een
realiteit. Dat is met crypto's ook het geval. Dus ik vraag me af of u
dan niet met heel utopische gedachten komt, want crypto's zijn gewoon
een fait accompli; die zijn er. Dus laten we ervoor zorgen dat we daar
fatsoenlijk en goed mee om kunnen gaan. Is dat niet een betere
insteek?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik zeg ook niet dat we ze absoluut moeten verbieden, want ik zie ook wel
in dat het daarvoor een beetje laat is en dat het vrij moeilijk is uit
te voeren. Er zijn echter wel mogelijkheden om ervoor te zorgen dat
consumenten minder snel verleid worden om hierin te stappen. Ik denk
bijvoorbeeld aan een reclameverbod, want we zien — dat is een paar jaar
geleden ook vrij breed onderzocht — dat een heel groot deel van die 31
miljoen mensen die nu crypto gebruiken, heel jong is. Vaak zijn dat
mensen die zo jong zijn dat ze geen andere financiële tegoeden hebben,
zoals spaartegoeden of beleggingen. Die gokken echt letterlijk op
cryptomarkten en cryptomunten. Daarnaast zien we ook nog dat er heel
veel piramidespellen aanwezig zijn, waarbij een paar mensen superrijk
worden en andere mensen door al die reclames op TikTok en zo verleid
worden tot dingen die heel onverstandig zijn. Ik denk dus dat er heel
veel reden is om dit als overheid te reguleren. Dat is dus de start van
MiCA. Ik vraag me af of het niet nodig is om er een schepje bovenop te
doen.
De voorzitter:
Is dat voldoende? Dank. Dan is het woord aan de heer Faddegon van de
PVV.
De heer Faddegon (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Vijftien jaar geleden wisten de meeste mensen
nog niet eens wat crypto's waren. Dat was iets voor computernerds.
Crypto's waren vrijwel niets waard, vaak niet meer dan enkele tienden
van centen of nog minder. Voor velen waren crypto's gebakken lucht. Ook
vandaag zien veel mensen crypto's nog steeds als gebakken lucht. Het
mooiste voorbeeld dat crypto's geen gebakken lucht zijn, is wel de dag
die als Bitcoin Pizza Day bekend is geworden. Op 22 mei 2010 werd de
eerste aankoop met bitcoins een feit, door iemand die voor 10.000
bitcoins twee pizza's kocht. Vandaag de dag zou dat neerkomen op een
prijs van ruim 436 miljoen euro per pizza, berekend met de koers van
7.00 uur vanochtend. Het moge dus duidelijk zijn: goed gebakken, maar
geen gebakken lucht. Om het nog duidelijker te maken: de totale waarde
van de huidige cryptomarkt bedraagt ongeveer 3,8 biljoen euro. Alleen al
de bitcoin als valuta heeft vandaag de dag een waarde van ruim 1,8
biljoen euro; dat is 1,8 keer de totale hoogte van het huidige
Nederlandse bnp. Het gaat dus wel degelijk ergens over.
Voorzitter. Crypto's of cryptovaluta's zijn inmiddels niet meer weg te
denken. Ze zijn een nieuw soort geld dat buiten de banken om is ontstaan
en daar wordt gehouden. Het doel om onafhankelijk van banken en
overheden geldtransacties te kunnen doen, was op zich nog te begrijpen.
Zoals met alle nieuwe dingen kan er echter helaas ook verkeerd gebruik
van worden gemaakt. Daarover hebben wij het vandaag. Waar velen zowel
plezier als gewin, en soms ook verlies, hebben met crypto's, wordt er
door individuen en groepen helaas ook gretig misbruik gemaakt van de
anonieme transacties die de crypto's vanwege hun aard en systematiek
mogelijk maken. We zien ook dat er soms terrorisme mee wordt
gefinancierd en dat er waarschijnlijk in nog veel grotere mate geld uit
criminele activiteiten via crypto's wordt witgewassen. Dat kan en mag
uiteraard niet en mag nooit worden toegestaan. Mijn partij, de PVV, is
dan ook van mening dat er ook op cryptotransacties een adequate vorm van
controle noodzakelijk is, juist om misbruik voor verkeerde doelen te
voorkomen. De door de minister voorgestelde wijzigingen in de wet kunnen
dan ook grotendeels instemming bij ons vinden.
Voorzitter. Dat gezegd hebbende zien we helaas ook enkele problemen in
de cryptomarkten. De AFM is aangesteld als toezichthouder, en
belangrijke wijzigingen die nu terecht voor ons liggen, betekenen weer
extra controle. Dat gaat om controle van wie de opdrachtgever van een
transactie is, controle op wie de ontvanger van een transactie is, en
terecht betere controle en wellicht meer controle op de identiteit van
de bezitter of koper van cryptovaluta.
Een aanbieder van cryptovaluta heeft vanwege de EU-wetgeving een
vergunning nodig. Die is te verkrijgen als een bedrijf voldoet aan alle
controlewetgeving. Zodra een bedrijf echter deze vergunning op zak
heeft, kan het in alle Europese landen zakendoen. We zien helaas dat
door de veelal veel hogere controletarieven van de AFM, die weer op de
bedrijven worden verhaald, veel bedrijven over de grens worden gejaagd.
Dat zijn bedrijven die op zich graag willen voldoen aan alle wet- en
regelgeving, maar die zien dat een vergunning onder Europees recht in
veel andere EU-landen veel goedkoper te verkrijgen en te houden is dan
in Nederland. Dat heeft de vlucht van deze bedrijven naar het buitenland
tot gevolg. De Nederlandse consument kan dan nog wel bij buitenlandse
bedrijven terecht voor zijn crypto's, maar de service is dan natuurlijk
altijd lastiger dan wanneer men zaken kan doen met een bedrijf in
Nederland. Juist als het gaat om het overmaken van geld door crypto's
lijkt vooral de goedwillende consument van deze verschillen tussen de
EU-landen de dupe te worden.
Voorzitter. Ik ga nog even verder in op de AFM. Laat ik beginnen met
vast te stellen dat we als land zonder enige twijfel een goede
toezichthouder nodig hebben om de integriteit van het financiële stelsel
en de bedrijven die zich daarmee bezighouden te waarborgen. Maar het
blijkt dat de toezichtskosten voor met name kleine financiële
instellingen volgens een inmiddels bekend geworden conceptbegroting van
De Nederlandsche Bank komend jaar fors zullen stijgen. Er wordt zelfs
gesproken over 50% verhoging van de kosten. Wie zich door de lijst van
tarieven van de AFM heen worstelt, kan slechts beamen dat het er alle
schijn van heeft dat juist de kleine bedrijven in deze sector
proportioneel onevenredig zwaar worden belast. "De toezichtskosten
gedragen zich als zelfrijzend bakmeel; proportionaliteit ontbreekt
volledig." Aldus luidt een uitspraak van de voorzitter van Verenigde
Betaal Instellingen Nederland. Hij spreekt over een absurde
prijsverhoging van de kosten voor toezicht. Goed toezicht, hoe
belangrijk ook, mag en kan er nooit toe leiden dat kleine bedrijven
daarmee het leven praktisch onmogelijk wordt gemaakt, zeker niet als
blijkt dat de kosten van toezicht in andere landen stukken redelijker
zijn dan in Nederland.
Voorzitter. Vanwege deze problematiek van het oneerlijke speelveld in
Europa willen wij graag van de minister vernemen of en hoe deze
EU-wetgeving en de daarbij behorende kosten voor aanbieders op eerlijke
wijze binnen de EU-landen geregeld kan worden. Waarom zijn de tarieven
van de AFM zoveel hoger dan de toezichtskosten in andere EU-landen?
Werkt de AFM minder efficiënt dan andere toezichthouders? Graag een
uitleg. Hopelijk is dat een uitleg met mogelijke oplossingen om de
kosten en tarieven te verlagen en in overeenstemming te brengen met de
toezichtskosten van andere EU-landen. Goede controle op cryptoactiva is
cruciaal; dat moge duidelijk zijn. Maar er moet voor de aanbieders van
crypto's wel een eerlijk speelveld zijn binnen de EU.
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, is er een interruptie van de heer Van der
Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Omdat het hele betoog gaat over de kosten van toezicht, heb ik daar wel
een vraag over. Mij is niet helemaal duidelijk of er bij de PVV nou
redenen of argumenten zijn om te twijfelen aan de kwaliteit van het
toezicht. Als het gaat om de vraag over de efficiency van de AFM, vraag
ik mij af of daar argumenten voor zijn. Mijn derde vraag is: als die
kosten hoog zijn, stelt de PVV dan voor dat de kosten van het toezicht
op een andere manier doorberekend moeten worden, bijvoorbeeld door daar
publieke middelen in te stoppen? Of is het een pleidooi om naar een race
to the bottom naar het laagste toezichtsniveau in heel Europa te gaan,
omdat dat dan waarschijnlijk het goedkoopste is? Dan voorzie ik dat de
hele MiCA echt niks waard zal zijn, want dan zal er nergens sprake zijn
van adequate handhaving.
De heer Faddegon (PVV):
Ik denk dat u toch een klein beetje naar de bekende weg vraagt. Want
uiteraard vinden wij de kwaliteit van het toezicht belangrijk. Wij
hebben er alleen moeite mee dat Nederland weer het braafste en liever
gezegd het duurste jongetje van de EU-klas is. Wij twijfelen erover om
nu meteen een stempel op andere landen te drukken, namelijk dat ze hun
toezicht niet op orde zouden hebben. Het lijkt me heel erg prematuur om
dat nu al te besluiten. Wij kunnen dus niet anders dan op dit moment, op
grond van de huidige gegevens, vaststellen dat Nederland gewoon extra
duur is ten opzichte van andere landen. Dat er kleine verschillen zijn,
kunnen wij nog wel begrijpen. Maar de verschillen zijn zodanig groot,
dat inmiddels tientallen bedrijven die zich met crypto's bezighielden
dit land al hebben verlaten. Als we naar de tarieven kijken, zien we ook
dat juist kleine bedrijven onevenredig zwaar belast worden. Hoe groter
je bedrijf is, hoe minder je per klant of per transactie betaalt bij de
AFM. Dus ook de verdeling van de kosten zoals de AFM die op de bedrijven
verhaalt, lijkt ons geen eerlijke manier van zakendoen en lijkt geen
eerlijk speelveld te creëren.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Komt er dan ook een concreet voorstel vanuit de PVV, bijvoorbeeld per
motie of amendement, over wat er moet gebeuren? Want wat moet er dan nu
gebeuren?
De heer Faddegon (PVV):
Primair zouden wij natuurlijk een rechtvaardiger verdeling van de kosten
van de AFM willen zien. Dat lijkt me een eerste vereiste. Dat geldt niet
alleen voor de cryptobedrijven. Dat geldt voor de hele financiële markt.
Hoe groter je bedrijf, hoe meer je wordt beloond. Ik heb toevallig in
die lijst gezien dat sommige bedrijven 6,3% van hun omzet betalen,
terwijl andere bedrijven maar 0,8% van hun omzet hoeven te betalen,
gewoon omdat ze veel meer omzet hebben. Dat lijkt me onevenredig, want
dat betekent uiteindelijk dat de consument die klant is van zo'n bedrijf
dat betaalt. Wij vinden dus dat dat de burgers en hun portemonnee niet
ten goede komt, ongeacht waar ze het aan uit willen geven. Daar moet op
worden ingegrepen. Voor de rest is mijn vraag aan de minister hoe we
kunnen voorkomen dat wij het duurste jongetje van de klas blijven. Daar
heb ik zelf niet direct een antwoord op; ik laat het graag aan het
ministerie van Financiën over om daarover mee te denken.
De voorzitter:
Het voorstel voor de toezichtkosten en de verdeling daarvan ligt nu
overigens niet voor. Ik neem aan dat dat ook nog wel een keer naar de
Kamer komt. Was u klaar met uw betoog, meneer Faddegon?
De heer Faddegon (PVV):
Nee, nog niet. Bijna.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Faddegon (PVV):
Voorzitter. Mijn laatste zin ging erover dat wij dus een eerlijk
speelveld binnen de EU willen, al was het maar om te voorkomen dat
bedrijven zich vanwege de hoge controlekosten in Nederland genoodzaakt
zien om zich in een ander land te vestigen, met daarbij verlies van
werkgelegenheid, kennis en economische voordelen voor ons eigen land.
Wat kan de minister binnen zijn wettelijke mogelijkheden ondernemen om
een eerlijk speelveld te garanderen voor cryptobedrijven? Ons inziens
behoren de controletarieven van de AFM in lijn te liggen met de kosten
en tarieven van toezichthouders in andere landen. Daarmee wil ik dus
niet zeggen dat ze exact identiek moeten zijn — dat voeg ik nog even toe
— maar er moet wel een beetje een eerlijk speelveld komen. Dat is er nu
niet.
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is het woord aan mevrouw Joseph van NSC.
Mevrouw Joseph (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Voor ons ligt vandaag de implementatiewet die
het toezicht op de handel in cryptovaluta moet verstevigen. Het gaat met
name om de toevoeging van informatie over de verzender en de ontvanger
van deze cryptovaluta. Dit betekent ook een uitbreiding van de
Sanctiewet en de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van
terrorisme. Daarop zullen de AFM en DNB toezicht moeten houden en moeten
handhaven. De fractie van Nieuw Sociaal Contract steunt dit voorstel.
Zowel witwassen als terrorismefinanciering moet sterk bestreden worden.
Beide vormen een bedreiging voor de economie en de samenleving en
ondermijnen de democratische rechtsorde en de belastingmoraal.
De andere kant van de medaille is echter dat iedere vorm van
informatieverstrekking aan de overheid of bedrijven uiteraard effect
heeft op de privacy. Van de Sanctiewet en de Wwft weten we inmiddels dat
deze heel vergaande gevolgen kunnen hebben voor de privacy en zelfs een
inbreuk op elementaire rechten kunnen betekenen. Zo worden sommige
mensen gebeld door banken met de meest verstrekkende vragen. Bij naar
oordeel van de bank onvoldoende beantwoording kan dit een acute
opheffing van de bankrekening tot gevolg hebben. Dit is een indirect
effect van aanbeveling 8 van de Financial Action Task Force. De
voorganger van deze minister van Financiën heeft hier onderzoek naar
gedaan en kwam tot de conclusie dat de banken de regels zelf veel te
streng interpreteren en dat hier dringend verandering in moet komen, ook
vanwege het discriminatoire karakter van de toepassing van de Wwft en de
Sanctiewet. Er kwamen vervolgens ook verontrustende berichten dat de
banken zichzelf hierin niet herkennen. Onze vraag aan de minister is of
de implementatie en toepassing van deze nieuwe wetgeving zal leiden tot
nog meer mogelijke sluitingen van bankrekeningen of
cryptovalutarekeningen en hoe de minister dit gaat voorkomen.
Verder zagen we een opmerkelijke passage in de beantwoording in de nota
naar aanleiding van het verslag. Daarin stond dat de TFR zoals alle
verordeningen in Europa een rechtstreekse werking heeft en dat dit een
reden zou zijn om de effecten van de regeldruk niet te hoeven
beoordelen. Het Adviescollege toetsing regeldruk adviseert dan ook niet
over dit wetsvoorstel. Wij vroegen ons af of dit betekent dat alle wet-
en regelgeving vanuit de EU niet gecheckt wordt op administratieve
lasten. Dit zouden wij heel vreemd vinden, onder meer omdat de helft van
onze wetgeving uit Europa komt. In dat geval zou het ATR wel heel
ineffectief zijn, want als we ons in Nederland proberen te beperken als
het gaat om nieuwe regels, maar de EU allerlei regels over ons uitstort,
is dat eigenlijk dweilen met de kraan open. Wij vroegen ons af waarom
het ATR toekomstige Europese wet- en regelgeving niet alvast aan een
toets kan onderwerpen als die nog in Europa in behandeling is. Ik
overweeg op dit punt een motie. Wij vonden het ook opmerkelijk dat de
Autoriteit Persoonsgegevens het wetsvoorstel niet belangrijk genoeg vond
om het te toetsen op privacyaspecten. Ik overweeg dan ook een motie om
de Autoriteit Persoonsgegevens en het ATR alsnog te verzoeken om dit
wetsvoorstel aan een toets te onderwerpen.
Verder gaan niet alle transacties in cryptovaluta via officiële
betaaldienstverleners. We vroegen ons af of de minister kan aangeven
welk percentage momenteel via officiële aanbieders gaat en welk gedeelte
via niet-officiële aanbieders. We vragen ons af: gaan DNB en AFM ook
toezicht houden op de niet-officiële aanbieders, en op welke manier dan?
Of blijft dit een taak van de politie? Is de politie daar dan wel
voldoende op toegerust? Ook vragen wij ons af hoe de samenwerking is
geregeld tussen de AFM, DNB, de politie, het OM en de Financial
Intelligence Unit. In aansluiting op wat de heer Van der Lee zei, vraag
ik wanneer deze wetgeving wordt geëvalueerd en of die termijn eventueel
naar voren kan worden gehaald, aangezien er relatief weinig ervaring is
met deze nieuwe toezichtwetgeving.
Tot slot willen wij aan de minister vragen hoeveel de extra
toezichtkosten naar verwachting gaan bedragen voor de financiële
instellingen en of de minister ervoor kan zorgen dat die kosten alleen
bij de aanbieders van cryptovaluta en bij de consumenten die er gebruik
van maken worden neergelegd, en niet bij alle consumenten van overige
betaaldiensten.
Verder zijn er de nodige vragen gesteld over handel buiten de EU, over
smurfing, over de milieu-impact en over de kosten van de AFM vergeleken
met de kosten in andere landen in Europa. Ik ben ook benieuwd naar de
antwoorden op die vragen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het voorzitterschap over aan de heer Van der
Lee.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord terug aan mevrouw De Vries, ditmaal
als woordvoerder van de VVD. Zij gaat haar inbreng houden.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u wel, voorzitter. We behandelen natuurlijk een aantal
uitvoeringswetten van verordeningen. Die hebben een rechtstreekse
werking. Ik zal dus niet ingaan op de technieken en op de afspraken die
in die verordeningen zijn gemaakt, omdat we dat in het voortraject al
met elkaar hebben gedaan, via de BNC-fiches en de discussies die
daarover hebben plaatsgevonden. Dit is wereldwijd eigenlijk wel het
eerste substantiële regelgevende kader voor cryptoactiva. Crypto brengt
natuurlijk problemen met zich mee, maar ik denk dat het ook belangrijk
is om te beseffen dat de techniek die erachter zit, de
blockchaintechnologie, heel veel kansen biedt. We moeten ook bekijken
hoe we die kunnen benutten.
Wij zijn als VVD voorstander van het goed reguleren van de cryptoactiva.
Wij verwelkomen deze regelgeving dan ook. Dat doen we allereerst omdat
de traceerbaarheid van overmakingen van geld en van overdrachten van
cryptoactiva een bijzonder belangrijk hulpmiddel is bij het voorkomen,
opsporen en onderzoeken van het witwassen van geld en van
terrorismefinanciering. Heel veel criminelen maken gewoon misbruik van
de crypto als betaalmiddel. Het is dus goed dat dit ook een vertaling
krijgt in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van
terrorisme, zodat we die drugscriminelen beter kunnen aanpakken.
Ongebruikelijke transacties moeten gemeld worden bij de FIU, de
Financial Intelligence Unit. Wat opviel, was dat de capaciteit en de
uitvoerbaarheid van de FIU in de stukken eigenlijk helemaal niet meer
terugkomen. Wij vinden het wel belangrijk dat de FIU voldoende
capaciteit heeft. Die heeft natuurlijk veel meer taken. Dit moet niet
ten koste gaan van andere belangrijke taken. Ik ben dus benieuwd naar de
reactie van de minister op dat punt.
Een aantal van mijn collega's heeft ook al aangegeven dat
consumentenbescherming belangrijk is, zeker bij risicovolle producten
zoals cryptoactiva. De vraag is wel of dit nu voldoende is geregeld. Er
werd al een onderzoek genoemd dat er nog aan gaat komen, over ongewenste
beïnvloeding bij financiële producten. Ik ben benieuwd of de minister
kan aangegeven of dat met dit wetsvoorstel en deze verordening voldoende
is geregeld. Ik ben ook benieuwd of het toezicht op reclame en
klantbenadering voldoende en goed mogelijk is. Er werd al wat over
gezegd. Ik zal zelf zo ook nog op de kosten van toezicht komen. Maar het
is toch wel een relatief beperkt aantal fte's dat gaat worden ingezet.
Reclame voor cryptoactiva vindt nu vaak op grote schaal, via social
media, plaats. Ook daarover heb ik de vraag of dat nu, met deze wet- en
regelgeving, goed genoeg geregeld is.
Dan de regeldruk. Daar hebben ook al een paar collega's over gesproken.
Bij beide wetsvoorstellen wordt aangegeven dat regeldrukeffecten niet
voortkomen uit nationale regelgeving. Dat klopt. Maar die komen wel
voort uit de Europese verordeningen met een directe werking. Dat is voor
ons wel een beetje een zoektocht. Eigenlijk vind ik dat die afweging
gemaakt moet worden op het moment dat wij de Europese verordeningen
behandelen en de BNC-fiches krijgen. Dat moet niet nu pas gebeuren, nu
we de implementatiewet van die verordeningen behandelen. Mijn gevoel
daarbij is altijd wel dat dit onvoldoende gebeurt. Er wordt ook een
beetje vaag gedaan over wat dan de regeldruk is. Ik denk dat wij veel
concreter zijn wat betreft de voorstellen die wij doen. Ik ben dus wel
benieuwd hoe we daar beter op kunnen gaan sturen en hoe we dat beter
kunnen gaan regelen in Europa, om zo beter de vinger aan de pols te
kunnen houden.
Dan de toezichtkosten. De VVD heeft daar eerder ook al een aantal keer
een punt van gemaakt. In een ver verleden is er eens een amendement van
mij aangenomen over een soort cap op de toezichtkosten en de invoering
van een soort "comply or explain"-principe. Desondanks zie ik nog wel
heel sterk stijgende kosten. Toen werd ook al het zelfrijzend bakmeel
genoemd. Ik denk dat het wel goed is dat alle toezichtkosten worden
doorberekend, maar dan wel aan de categorieën waarvoor het bedoeld is.
Ik neem aan dat de kosten die worden gemaakt voor crypto, ook worden
doorberekend aan de cryptobedrijven. Ik denk dat we op een later moment
in het kader van het bredere verhaal van de kosten voor toezicht op de
financiële markten met elkaar moeten spreken over de verdeling: is het
nou wel logisch verdeeld tussen de kleinere en de grotere bedrijven? Ik
vind het belangrijk om zicht te houden op hoe de toezichthouder werkt.
Is dat effectief en efficiënt? De neiging is altijd om maar te blijven
doen wat we al deden en daar geen afscheid van te nemen als er minder
risico's zijn, terwijl toezicht dan ook op een andere manier kan worden
ingezet.
Ik heb hierover nog wel een vraag. De AFM is van oorsprong geen
toezichthouder die kijkt naar alle veiligheidsissues. Ze kijkt vooral
naar de veiligheid van het financiële product, maar niet zozeer naar
waarnaar criminelen op zoek zijn. Is daar voldoende kennis om dingen te
kunnen constateren? Moeten daar ook andere partijen bij betrokken
worden?
Voor het bedrijfsleven is duidelijkheid vooraf van belang. Ik las in de
stukken dat aanbieders die voor 30 december 2024 hun diensten aanbieden,
dit kunnen blijven doen tot 1 juli 2026, maar dat de toezichthouder de
termijn kan beperken tot zes maanden. Ik vind het wel belangrijk dat er
duidelijkheid is. Of het achttien maanden of zes maanden wordt: je kunt
niet gedurende het traject zomaar de spelregels veranderen. Ik zou er
dus voor zijn om nu duidelijkheid te geven over wat het moet worden,
zodat het bedrijfsleven zich daarop kan instellen.
Tot slot. Anderen hebben het ook al aangegeven: ik begrijp dat de
Europese Commissie uiterlijk 30 juni 2027 een verslag over de toepassing
naar het Parlement moet sturen. Dat beschouw ik dan maar even als een
soort evaluatie van deze wet- en regelgeving. Ik vind wel dat dit een
stevige evaluatie moet zijn. Er is gevraagd om informatie tussentijds.
Ik denk dat dat goed is. Zeker omdat het gaat om nieuwe regelgeving en
eisen waar geen ervaring mee is in de rest van de wereld, is het
belangrijk om te kijken of dit in de praktijk goed werkt. Zijn er nog
knelpunten? Is het uitvoerbaar? Remt het innovatie niet af? Daar moeten
we immers ook naar kijken. Zijn er nog lacunes waarvan criminelen
misbruik kunnen maken? Een tijdige terugkoppeling vind ik
belangrijk.
Een allerlaatste punt. De regelgeving ziet ook op marktmisbruik. Nou zie
ik vooral de ACM als degene die kijkt naar marktmisbruik, maar die lijkt
hier buiten beeld te zijn. Klopt dat? Heb ik dat goed gelezen in de wet-
en regelgeving?
Dat was het, voorzitter.
De voorzitter:
Ik zie geen interrupties. Dan geef ik het voorzitterschap weer terug aan
mevrouw De Vries.
Voorzitter: Aukje de Vries
De voorzitter:
Dank u wel. Dank ook voor het voorzitten. Ik kijk even naar de minister:
hoelang heeft hij nodig?
Minister Heinen:
Dat is altijd zo'n gewetensvraag.
De voorzitter:
Het is vaak ver lopen …
Minister Heinen:
Ja, we moeten het hele pand door. Zo'n twintig minuten, tot 16.15 uur?
Of is dat te bizar?
De voorzitter:
Dat lijkt me prima. Ik schors de vergadering tot 16.15 uur.
De vergadering wordt van 15.50 uur tot 16.15 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Heinen:
Dank u wel, voorzitter. Er zijn veel vragen gesteld over een verordening
waar wij min of meer aan gebonden zijn. Zo werkt helaas het Europees
recht. Of "helaas"? Zo werkt het. "Helaas" voor het geval dat het idee
leefde dat wij daar nog heel veel aanpassingen aan konden doen. Ik wilde
een aantal onderwerpen langslopen en proberen daarin al uw vragen onder
te brengen. In de eerste plaats een stuk algemeen, met veel vragen over
de wet zelf, specifiek over reclame. Dan over witwassen, wat formeel nu
niet aan de orde is, maar laat mij daar een paar dingen over zeggen. Bij
de toezichtlasten wil ik als laatste stilstaan.
Allereerst: de heer Van der Lee begon mooie cijfers op te lezen over
hoeveel mensen er gebruikmaken van crypto. Dat zijn er inderdaad
ongelofelijk veel. Zelf heb ik er ook een paar. Dat staat ook in mijn
dossier. Tegen de mensen die dit debat volgen, zeg ik: het zou u
verbazen hoeveel mensen in de cryptowereld actief zijn. Wat wij nu in
beeld hebben, is dat ongeveer 2 miljoen Nederlanders cryptoactiva
bezitten. 2 miljoen, dan hebben we het over 14% van de bevolking die
zich daarmee bezighoudt. Dat is echt meer dan je denkt. Het zijn
voornamelijk jongeren. Een kwart van de jongeren heeft cryptoactiva. Ik
zal daar straks nader op ingaan.
Tom van der Lee heeft daar vragen over gesteld, en inderdaad: het lijkt
alsof we het hier over geld hebben, terwijl het eigenlijk gewoon
speculatie is, waar mensen voornamelijk in stappen in de hoop dat de
koers hoger wordt. Natuurlijk stappen er ook mensen in die het mooi
vinden, een leuk product, en mensen die leuk aan het hobbyen zijn of er
misschien zelfs betalingen mee doen. Maar dat laatste is echt maar een
heel klein deel. De meeste mensen stappen er toch in, in de hoop op een
hogere koers, en dan heb je het echt over speculatie. Daar zit ook een
risico aan, want koersen kunnen omhoog, maar ze kunnen ook naar beneden
en dan kun je heel veel geld verliezen.
We komen uit tijden waarin de rente laag was. Dan zie je dat mensen op
zoek gaan naar rendementen. We hebben zelfs een tijd gekend van
negatieve rente. Dan vluchten mensen andere assets in, en crypto was er
daar een van. Lage rente, hoge assetprijzen. Veel mensen zijn erin
gestapt met de gedachte dat het alleen maar omhoog kan gaan. Maar wat
omhooggaat, gaat ook een keer naar beneden, en dan is iedereen zijn geld
kwijt. Zeker als een kwart van de jongeren daar hun geld in heeft
zitten, kan dat echt tot heel vervelende uitkomsten leiden, vooral als
mensen het met geleend geld doen. Dan kom je ook diep in de
schulden.
Dit is een hele nieuwe technologie. Voor de echte nerds, die het al
langer volgen, is het natuurlijk een technologie die al langer op de
markt is. Maar wij kennen het pas sinds kort, en alles wat nieuw is, is
nog niet gereguleerd. Het is goed dat er nu regulering komt,
uiteindelijk ook voor de bescherming van de consument, want die staat
hierbij voorop. Ik ga een voor een de vragen langs die vanuit de Kamer
zijn gesteld, en dan hoor ik graag of alle vragen naar welbevinden van
de Kamer zijn beantwoord.
Voorzitter. Ik begin met de vraag van de heer Van der Lee. Hij vroeg —
ik heb daar al een beetje op voorgesorteerd — hebben we het nou niet
meer over gokken dan over beleggen? Ik snap die vraag. Zoals ik net al
zei, vind ik zelf crypto's zeer risicovol en in de eerste plaats
speculatief. Nogmaals, veel mensen stappen erin puur vanwege de koers.
Als je de berichtgeving over crypto's volgt, gaat het maar over één
ding: "hoe hoog staat die van jou?", "mijn portefeuille is meer waard
geworden" en "moet je kijken hoeveel ik ervan kan kopen!" Ik hoor altijd
de vergelijking met pizza.
Heel veel mensen denken: was ik er toen maar in gestapt. Het ergste wat
je kan doen, is er nu ... Nou ja, laat ik geen beleggingsadvies geven.
Maar het ergste is natuurlijk om in te stappen als de koers heel hoog
staat. Dan wordt het wel zeer kwetsbaar. Ik vind het dus zeer risicovol
en speculatief. Ik vind het daarom ook belangrijk dat de markten van
cryptoactiva gereguleerd worden en de consument beter beschermd.
Tegelijkertijd wil ik ook de woorden van mevrouw De Vries hier herhalen,
namelijk dat dit wel een interessante technologie is als je kijkt naar
de techniek die erachter zit. Blockchain wordt dan vaak genoemd. Laten
we dat niet te snel afschrijven. Er zitten interessante technologieën
achter, die voor veel toepassingen ingezet kunnen worden, toepassingen
die we misschien nog niet eens zelf kunnen bedenken. Daarin zit ook het
zoeken naar een balans. We zien enerzijds een heel nieuwe techniek. We
zien dat dit zeer risicovol en speculatief is en dat dit dus gereguleerd
moet worden. Anderzijds is het een interessante technologie die je niet
op voorhand, gelijk, wilt verbieden. Je wilt ook nieuwe technologieën
laten ontstaan en kijken wat daar uitkomt. Maar daar zit een risico aan
vast; dat geef ik gelijk toe.
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, een interruptie van de heer Faddegon.
De heer Faddegon (PVV):
Ik hoor in het verhaal van de minister dat hij toch wel sterk meegaat
met de opmerking van de heer Van der Lee dat het gaat om gokken,
speculatie enzovoorts. Maar doe je crypto's daar niet voor een deel
tekort mee? We kennen ook allemaal de fall and rise van aandelen als
Tesla en de ING Bank, die in 2008 op nog maar €3 of €4 stond en
inmiddels weer naar €15 is teruggekomen, nadat die eerst bijna €20 is
geweest. Oftewel, dit gokken met aandelen hoeft niet alleen tot crypto's
beperkt te blijven. Doen we crypto's niet tekort als we niet erkennen
dat het ook mogelijk is om te speculeren met aandelen, ETF's of andere
beleggingsmiddelen?
Minister Heinen:
Terechte vraag. In de eerste plaats zijn aandelen minder volatiel dan
wat je ziet bij crypto's. Tegelijkertijd, als je een aandeel koopt, koop
je een aandeel in een bedrijf en heb je daar dividend uit. Dat koop je
niet in de eerste plaats om mee te speculeren. Je koopt een aandeel voor
een dividendstroom. Natuurlijk, op basis van de koersstromen kun je
bepalen of je het verkoopt of niet. Dat is bij crypto's wel anders. Daar
zit niks onder. Het is puur het product zelf. Vraag en aanbod bepalen de
koers, maar je haalt er geen dividendstromen uit en je hebt geen
aandelen in een bedrijf of iets onderliggends. Dat maakt het meer
speculatief. Ik wil niet zover gaan om het te vergelijken met gokken,
maar je waagt natuurlijk wel een gokje als je puur in een koers stapt in
de hoop dat die alleen maar stijgt. We weten ook dat koersen die
stijgen, ook kunnen dalen. Daar zit een zeer risicovol element in. Het
is ook zeer volatiel. Als je ziet dat daar veel jongeren in zitten, vind
ik dat ik als minister van Financiën ook die kant van de cryptomarkt
moet belichten.
Mevrouw Joseph (NSC):
Ik had toch even een vraag, want er wordt natuurlijk onderscheid
gemaakt. Je hebt de bitcoin, waar wellicht niks onder ligt, maar je hebt
toch ook stablecoins? In die zin kunt u toch meer onderscheid
maken?
Minister Heinen:
Zeker, ja. Dat klopt. Voor de meer ingewijden en de techneuten: je hebt
inderdaad verschillende typen crypto's. Je hebt ook de stablecoins. Ik
kom daar straks over te spreken, maar dat is precies waarom je ook naar
regulering moet. Als iemand zegt dat het een stablecoin is en dat die
onderliggend is gekoppeld aan een dollar of een mandje van valuta, dan
wil je wel kunnen checken of dat ook waar is. Iemand kan een product
aanbieden als een stablecoin, maar heeft die aanbieder ook voldoende
buffers om dat waar te kunnen maken, om de inwisselbaarheid te kunnen
garanderen? Daarom is regulering wat mij betreft echt nodig.
Mevrouw Joseph (NSC):
Het is goed dat er regulering komt, maar is de minister nog steeds van
mening dat stablecoins speculatie zijn? Of ziet hij dat toch
anders?
Minister Heinen:
Ik vind het lastig om daar nu zo'n definitie op te zetten. Ik weet ook
niet wat de gevolgen ervan zijn — dat zou de onderliggende vraag zijn —
als we er een definitie aan koppelen. Misschien kan mevrouw Joseph
toelichten waar ze precies naar op zoek is. Maar bij stablecoins moet je
wel van tevoren weten of het een stablecoin is. Daar heb je die
regulering voor nodig. Ik kan een crypto aanbieden en zeggen dat het een
stablecoin is, maar als ik nul buffers aanhoud, hoe garandeer ik dan dat
die stabiel is?
Mevrouw Joseph (NSC):
Ik wil gewoon een beetje waken voor het frame dat het alleen maar
speculatie is. De crypto's zijn onder ons. Met goede regulering kunnen
we een goede markt krijgen.
Minister Heinen:
Dat is een zeer terechte vraag. Inderdaad, met goede regulering en onder
de goede voorwaarden komt het dichter in de buurt van geld, omdat het
ook een inwisselbare eenheid is. Het is aan mensen zelf wat ze gebruiken
als eenheid om producten en diensten te wisselen, dus crypto kan daarin
voorzien. Het geld dat de centrale bank uitgeeft, is de meest stabiele
variant, waarvan je ook weet wat de waarde is, maar crypto's kunnen daar
een rol in vervullen. Dat klopt, mits goed gereguleerd en voor de
consument ook transparant is welke partijen erachter zitten en onder
welke voorwaarden.
De voorzitter:
De minister gaat verder met de beantwoording.
Minister Heinen:
Dat is ook het mooie aan dit interruptiedebatje: het is zoeken naar een
balans. Enerzijds zeggen mensen: het is puur speculatie; verbied het
maar. Anderzijds zeggen mensen: het is prachtig; laten we het
alsjeblieft niet reguleren, want dat raakt onze vrijheid. Ik denk dat we
hier een middenweg in moeten zoeken. Uiteindelijk moet je consumenten
beschermen en zoeken naar regulering. Als je wallets met crypto's
aanhoudt, is dat hartstikke mooi. Tegelijkertijd moeten we het niet
helemaal afschrijven, want we moeten nieuwe technieken ook laten
ontstaan en kijken wat daaruit komt.
Ik ga door naar de volgende vraag. Die was ook van de heer Van der Lee
en is eigenlijk misschien de kernvraag. Is de MiCAR wel up-to-date, ook
in relatie tot de ontwikkelingen in bijvoorbeeld de VS? Nou is het zo
dat we met regulering per definitie altijd achter de feiten aan lopen.
Ik denk dat het wel goed is om dat te constateren. Ik ben ontzettend
blij dat er nu een regelgevend kader is. Er is lang onderhandeld over
MiCAR en dit is vrij lang het Wilde Westen geweest — zo noem ik het een
beetje — waar ook veel mensen geld hebben verloren, denk ik. Ook veel
mensen hebben er geld verdiend. Maar dat is dat speculatieve gehalte. Ik
ben blij dat er nu een regelgevend kader is. Maar het is waar dat
technologie ontzettend snel gaat en dat de regelgever daar altijd
achteraan loopt. NFT's vallen er bijvoorbeeld niet onder. Decentralized
finance valt er niet onder. Dat zijn zaken die we mee kunnen nemen als
er weer een update komt van MiCA, MiCA 2. Dat duurt nog wel even moet ik
er gelijk bij zeggen, maar dit zijn wel onderdelen die je daar weer in
mee kan nemen. Tegelijkertijd lopen we altijd achter de feiten aan. Maar
laten we ook prijzen dat er nu Europabreed een regelgevend kader is.
Juist digitale diensten moet je op Europees niveau regelen. Dat gaat dan
soms wel wat trager, maar het is wel beter als meerdere landen daaraan
meedoen.
De heer Van der Lee vroeg ook of MiCAR voldoende bestand is tegen "pump
and dump"-praktijken. Eigenlijk wijst de heer Van der Lee ook op het
speculatieve gehalte dat hierachter zit en de risico's. Dat is
natuurlijk zeer kwalijk. Voor de mensen die het debat volgen: pump and
dump is ervoor zorgen dat de koers omhooggaat en dan heel snel weer
verkopen. Op die manier kunnen diegenen die het aanbieden of de mensen
die een grote positie hebben genomen in die crypto's veel verdienen en
daarvan betaalt de iets meer onwetende consument eigenlijk elke keer de
rekening. MiCA bevat regels over marktmisbruik en het handelen met
voorkennis is op basis van MiCA niet toegestaan. Het is wel goed om dat
te beseffen. An sich bevat MiCA geen regels over de termijn tussen
cryptotransacties. Maar ik ben wel bereid om dit, ook in het licht van
wat ik net zei, mee te nemen in nieuwe onderhandelingen over MiCA 2.
Zonder een hele nieuwe technologie en wereld weg te zetten, denk ik dat
dit wel een risico is, juist vanwege het speculatieve gehalte ervan. Dat
is een terecht punt van de heer Van der Lee.
De heer Van der Lee vroeg ook naar de CO2-uitstoot en hoe ik
kijk naar rapportageverplichtingen voor crypto's. Waarom zijn er geen
klimaatdoelstellingen gesteld? Ik snap de vraag die de heer Van der Lee
stelt heel goed. Ook omdat de mining van bitcoin — zo wordt dat genoemd
— veel energie kost. Het kost veel energie om dat allemaal te verwerken,
te processen. Uitgevers van cryptoactiva moeten in het witboek opnemen
welke negatieve neveneffecten er zijn voor het klimaat. Daar zijn ze nu
met MiCA toe verplicht. Aanbieders van cryptodiensten moeten informatie
over de klimaatimpact ook op hun website publiceren. In die zin zijn dus
de gevolgen voor het klimaat onderdeel van de MiCA-evaluatie. Ik denk
dat het al een goede eerste stap is om het transparant te maken.
Tegelijkertijd denk ik dat we er ook voor moeten waken om echt hele
industrieën elke keer te beoordelen op energieverbruik. Sommige
industrieën gebruiken veel energie en andere industrieën minder.
Uiteindelijk leidt economische activiteit in de brede zin tot
economische groei. Maar dit is wel een specifieke industrie die heel
veel energie verbruikt. Daar heeft de heer Van der Lee echt gelijk
in.
De heer Van der Lee vroeg ook of het kabinet er alles aan heeft gedaan
om de overgangstermijn kort te houden. Dat is eigenlijk een beetje een
gewetensvraag. Ik kan er het volgende over zeggen. Dit traject loopt
natuurlijk al langer, dus wij zijn ook nagegaan hoe dat in het verleden
is gegaan. MiCA geeft lidstaten de optie om een overgangstermijn van
maximaal achttien maanden in te stellen nadat MiCA van toepassing is
geworden in 2025. Dit geldt enkel voor aanbieders die al onder de
registratieplicht van DNB vielen, waaronder wallets en wisseldiensten.
Nederland heeft ervoor gekozen deze overgangstermijn te verkorten tot
zes maanden. Dat is ook vroegtijdig aangekondigd. Dit is overigens ook
besloten in overleg met DNB en AFM.
Dan vroeg mevrouw De Vries waarom we geen duidelijkheid — ook dat is een
beetje een gewetensvraag — over die overgangstermijn geven en of het
bedrijfsleven voldoende op de hoogte wordt gehouden. Eigenlijk heb ik
die vraag net al deels beantwoord. We hebben dus besloten tot een
overgangstermijn van zes maanden. Ik heb mij laten vertellen dat die in
januari al openbaar geconsulteerd is. In die zin zou dat dus tijdig
geweest moeten zijn.
De voorzitter:
Mag ik daar een vraag over stellen?
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Ja, mevrouw De Vries. Ik neem het voorzitterschap even van u over.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
De vraag is wel of dit dan ook werkbaar is voor die bedrijven om dan ook
die omschakeling te maken.
Minister Heinen:
Terechte vraag. Ons beeld is van wel. Mocht mevrouw De Vries signalen
hebben dat dit niet het geval is, laat het dan alstublieft weten. Voor
zover wij begrijpen, is dit voldoende. Maar ja, nogmaals: als mevrouw De
Vries andere signalen heeft, hoor ik dat graag.
De voorzitter:
Mevrouw De Vries wordt weer voorzitter.
Voorzitter: Aukje de Vries
De voorzitter:
Dan gaat de minister verder met de beantwoording.
Minister Heinen:
De heer Van der Lee vroeg ook op welke manier ik ervoor ga zorgen dat
cryptoaanbieders buiten de EU worden gereguleerd. Ik denk dat dit een
goede vraag is. Het goede aan MiCA is dat het nu Europabreed gereguleerd
is. Ze kunnen niet even net over de grens of op een eilandje gaan zitten
om daar diensten aan te bieden die we eigenlijk niet zouden willen. Ik
denk dat het ook goed is om te beseffen dat aanbieders die buiten het
Europese grondgebied zitten en diensten aanbieden in Europa, ook onder
MiCA vallen. Mochten ze niet voldoen aan de in MiCA gestelde
voorwaarden, dan is het een illegale dienst die ook aangepakt moet
worden. Dan kan de toezichthouder er ook op ingrijpen. Het wordt dan
natuurlijk wel een hele zoektocht naar wie dat zijn et cetera, maar in
principe kunnen websites dan gewoon op zwart gezet worden.
De voorzitter:
Een interruptie van mevrouw Joseph.
Mevrouw Joseph (NSC):
Ik had gelezen dat er geen toezicht op wordt gehouden als consumenten
zelf de weg weten te vinden naar een aanbieder buiten de EU. Klopt
dat?
Minister Heinen:
Dat is een goede precisering van de vraag. Als de diensten worden
aangeboden in Europa, val je onder MiCA. Maar als het product wordt
aangeboden in Argentinië — ik noem maar een willekeurig land — kun je
daar zelf heen gaan en daar producten kopen via ingewisselde peso's.
Consumenten moeten dan wel beseffen dat dit niet valt onder het
gereguleerde toezicht. Als jij via VPN-netwerken of gewoon rechtstreeks
in een ander land dat niet onder toezicht staat, diensten koopt, dan
moet je jezelf wel achter de oren krabben en denken: wat ben ik aan het
doen? Dat valt niet te voorzien. We kunnen wel diensten reguleren die in
Europa worden aangeboden.
De voorzitter:
Eerst nog mevrouw Joseph, dan de heer Faddegon en dan de heer Van der
Lee.
Mevrouw Joseph (NSC):
Ik heb daar ook nog een vraag over. Op wallets wordt wel toezicht
gehouden. In hoeverre hebben we nu al gezien dat mensen op andere
wallets inzetten waar wij geen toezicht op houden? Dan kunnen we
misschien ook een beetje inschatten wat die MiCA gaat doen en in
hoeverre mensen hun toevlucht zoeken in het buitenland.
Minister Heinen:
Ja, ik vind dit wel een terechte vraag. We zaten net even te overleggen
of we dit ook kunnen meenemen in de evaluatie die er komt. Daar hebben
we nu geen zicht op. Theoretisch zou je kunnen verwachten dat mensen
buiten Europa hun heil gaan zoeken. Een kwart van de jongeren bezit nu
crypto's. Je weet dat het in Europa gereguleerd is. Stel dat je echt
naar andere landen gaat en naar websites met .nu, .org, .bestel, dus
heel vage websites, dan moet je jezelf wel achter de oren krabben. Maar
ik denk dat het wel goed is om dit in kaart te brengen en om ook met
andere landen dit gesprek aan te gaan. Tegelijkertijd kun je natuurlijk
nooit helemaal uitsluiten dat mensen in het buitenland hun geld
uitgeven.
De voorzitter:
Mevrouw Joseph, tot slot op dit punt.
Mevrouw Joseph (NSC):
Aan de ene kant hebben we inderdaad die jonge consumenten die we moeten
beschermen en aan de andere kant willen we ook het witwassen en
terrorismefinanciering tegengaan. Vooral daar zit de zorg, in ieder
geval bij ons, namelijk dat het via andere wegen gaat.
Minister Heinen:
Dit blijft natuurlijk een eeuwig gevecht, want veel onttrekt zich aan
ons zicht. Ik denk dat MiCA al enorm helpt om datgene wat via crypto's
gaat op het gebied van witwassen en terrorismefinanciering, beter te
reguleren. Hierdoor komt het dus ook beter in beeld. Aanbieders hebben
ook een meldplicht. Het blijft een gevecht om dit elke keer aan te
pakken. Het is ook elke keer zoeken naar de balans. Aan de ene kant heb
je de privacy, waar terechte zorgen over zijn. Wat kun je Europees? Wat
kun je nationaal? Mevrouw Joseph heeft gelijk: dit blijft een
zoektocht.
De heer Faddegon (PVV):
Ik vroeg me dat ook af. U zei: als je buiten de EU bent, weet je dus dat
je op een niet-gereguleerde of een anders gereguleerde markt bezig bent.
Het gaat niet alleen over het kopen en verkopen van crypto's, maar ook
over de interne transacties, dat je crypto's aan iemand anders
overmaakt. Dat zal natuurlijk regelmatig over de grenzen van de EU heen
gaan. Dus ik denk dat het onvermijdelijk is dat we daar wel over
nadenken. Hoe gaan we daarmee om? Wat zijn de technische middelen? Want
met een VPN-aansluiting kun je sowieso doen alsof je in Amerika woont,
en dan ga je daar je crypto's kopen. Dat is best een redelijk veilige
markt. Dus ik vraag me af of we toch niet bezig zijn met een soort
utopisch gedachtegoed dat we alles kunnen reguleren, terwijl er echt nu
al zo veel mazen in zitten. Ik vraag me af hoe de minister daarmee om
wil gaan.
Minister Heinen:
Als die transactie plaatsvindt door een partij die in Europa gevestigd
is of hier diensten aanbiedt, valt die onder MiCA. Maar het is waar: via
een VPN-netwerk kun je rerouten en kun je doen alsof je ergens anders
crypto's koopt of verhandelt. Het volgende ligt hier voor. Het gaat om
een dienst die we op zich niet op voorhand willen verbieden. We zorgen
dat er gereguleerde aanbieders kunnen zijn. Je weet dus dat er in ieder
geval een toezichthouder op zit. Als je er zelf voor kiest om via
VPN-netwerken in het buitenland crypto's te kopen, moet je je er ook van
bewust zijn dat het niet gereguleerd is en dus ook risicovoller is. Ik
denk dat dat het belangrijkste is: het mogelijk maken voor mensen die
het interessant vinden of die er behoefte aan hebben. Misschien ontstaan
er — zoals mevrouw Joseph al zei — nieuwe markten. Dan maak je het
mogelijk en laat je zien dat er in ieder geval toezicht op is. Als je
dan zelf via netwerken in het buitenland gaat, kun je je ervan bewust
zijn dat je misschien wel echt aan het gokken bent met je geld. Ik wil
mensen daar wel vrij in laten, anders ga je over tot het sowieso
verbieden en we hebben het hier niet over drugs. Dat is iets wat
überhaupt niet mag. We proberen het te reguleren en ook een aanbod te
creëren met meer zekerheid voor de consument.
De voorzitter:
Dan de heer Van der Lee nog op dit punt.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dank aan de minister voor de toezegging dat hij dit toch gaat meenemen
in de evaluatie. Dat lijkt me heel belangrijk. Zou hij dan ook willen
toezeggen om dan naar beide kanten te kijken? Het is inderdaad zo dat je
dan een vlucht naar buiten de EU kunt krijgen. Als de regulering goed
werkt, kan het ook zijn dat daardoor gereguleerde projecten
aantrekkelijker worden. Doet dat verschijnsel zich ook voor, en hoe
ontwikkelt zich toezicht in andere jurisdicties buiten de EU? Dat is
volgens mij wel belangrijk om als Kamer te weten. Ik weet niet of de
minister daar nu al inzicht in heeft. Ik vermoed het niet, want er zijn
zo veel jurisdicties in. Het zou echter wel goed zijn als we dat dan
allemaal beter in de gaten houden en als we daarover gerapporteerd
krijgen.
Minister Heinen:
Mijn antwoord zal langs twee lijnen zijn. In de eerste plaats maakt de
heer Van der Lee een heel terecht punt. We moeten ook niet doen alsof
cryptoaanbieders allemaal slechte bedoelingen hebben. Een heleboel
hebben goede bedoelingen en willen gewoon een mooi nieuw product en gave
technologie aanbieden. Dat moet mogelijk zijn. Daarbij helpt het dat de
Nederlandse toezichthouder hoog aangeschreven staat. Die heeft een goeie
reputatie. Stel dus dat jij met de beste bedoelingen een legitieme
dienst hebt en je valt bijvoorbeeld onder het Nederlandse toezicht. Dan
zegt het natuurlijk ook wel wat dat je kunt aangeven dat je gewoon een
net bedrijf bent en iets moois aanbiedt. Het heeft dus ook weer
voordelen waardoor het misschien voor een consument aantrekkelijker is
om daarin te stappen. Ze weten namelijk: dit is zuiver. Dat is
geantwoord langs de ene lijn.
Nu de andere lijn. De heer Van der Lee sprak over het monitoren. Ik wil
ook graag toezeggen om goed in de gaten te houden waar het nou
plaatsvindt en waar de risico's plaatsvinden. Het baart mij geen zorgen
dat jongeren erin zitten; die zijn modern en gaan met hun tijd mee. Ik
zou het schadelijk vinden als speculerend met geleend geld puur
kwetsbaarheden ontstaan. Laten we dat ook goed in de gaten houden. Ik
kom daar straks ook nog terug in het blokje reclame, en op de
mogelijkheden om daar te targeten maar ook om groepen op dit punt te
beschermen.
De voorzitter:
Dan gaat de minister verder met de beantwoording.
Minister Heinen:
Ik zeg dat ook in het licht van staatjes die ik heb gezien over waar
studieleningen, studieschulden, aan uitgegeven worden. De helft wordt
keurig aan studies uitgegeven, maar ook veel aan plezier, horeca et
cetera. Dat mag, mensen gaan daar zelf over. Het is minder verstandig,
maar het is uiteindelijk hun eigen keuze. Het viel me echter op dat er
in die staatjes ook veel crypto zat en dat daar dan met studieschulden
op wordt ingezet. Ja, je kan een mooie slag slaan, maar je kan ook veel
verliezen. Dan heb je dat wel aan je broek hangen.
Voorzitter. Dan vroeg de heer Van der Lee … O, die vraag heb ik net
beantwoord.
Voorzitter. Dan was er een vraag over de rol van de ACM op
marktmisbruik. Ten aanzien van MiCA heeft de ACM geen rol. De AFM, de
Autoriteit Financiële Markten, zal toezicht houden op de bepalingen uit
MiCA ten aanzien van marktmisbruik. Dit is net als bij andere financiële
producten, dus overtredingen van deze bepalingen zijn ook gewoon
strafbaar.
Voorzitter. Dan vroeg mevrouw Joseph het volgende. Dat is een lange
vraag, die moet ik even goed in mijn herinnering halen. Het ging over
administratieve lasten. Het is een terechte vraag en er zijn meerdere
vragen over gesteld: of alle wet- en regelgeving vanuit de EU niet
gecheckt wordt op administratieve lasten. Dat is eigenlijk naar
aanleiding van de bredere vraag of het hier gecheckt wordt. Kijk, de
Europese Commissie maakt bij ieder voorstel een impactassessment waarbij
ook regeldruk wordt meegenomen, dus als het echt gaat om verordeningen
op Europees niveau. De Uitvoeringswet TFR, waar dan aan werd
gerefereerd, is tevens ook voorgelegd aan de ATR, dus aan onze
toetsingsautoriteit. Dat adviescollege heeft het dossier niet
geselecteerd voor een formeel advies omdat er geen grote gevolgen voor
de regeldruk werden verwacht. De Uitvoeringswet TFR is ook voorgelegd
aan de Autoriteit Persoonsgegevens, de AP. De AP heeft aangegeven geen
opmerkingen te hebben. Het is dus wel voorgelegd, maar men heeft zelf
aangegeven daar niet verder naar te kijken. Daarom acht ik opnieuw
voorleggen niet wenselijk, ook in verband met de
implementatiedeadline.
In het verlengde van de vorige vraag werd gevraagd wanneer deze
wetgeving wordt geëvalueerd en of deze termijn naar voren kan worden
gehaald. We hebben al vaker over de evaluatie gesproken. In de
verordening zelf zijn verschillende evaluatiemomenten opgenomen. Wat in
de verordening zit, kan niet naar voren worden gehaald omdat het een
verordening betreft. Deze evaluatiemomenten zijn al wel vrij snel. In
2025 wordt het geëvalueerd door de Europese Commissie. In 2026 en 2027
komen er tussentijdse rapporten. Zelf gaan we natuurlijk ook kijken wat
we verder zien gebeuren, zoals ik net ook heb toegezegd. Dat probeer ik
de Kamer in gezamenlijkheid te doen toekomen.
Voorzitter. De heer Van der Lee vroeg welke limieten worden gesteld aan
stablecoins voor het Europese toezicht in plaats van het nationale. Als
aanbieders van stablecoins bepaalde limieten behalen, worden zij
gekwalificeerd en gaat het toezicht over op de Europese toezichthouder.
Hiervoor worden de volgende limieten gehanteerd. Ik wist ze niet uit
mijn hoofd, dus we hebben ze even opgeschreven. De limieten zijn: als
het aantal houders van tokens groter is dan 10 miljoen, als de waarde
hoger is dan 5 miljard en als het aantal transacties hoger is dan 2,5
miljoen keer per dag of boven de 500 miljoen per dag. Ongelofelijk hè,
als je het zo hoort, maar het vindt wel plaats.
Dan over de zelfgehoste adressen, waarnaar de heer Van der Lee ook
vroeg. Hij vroeg waarom de de-minimis niet worden afgeschaft voor
zelfgehoste adressen en of daarover gesproken is in Brussel. In de
verordening is er een lidstaatoptie om dit bedrag lager vast te stellen.
Bij zelfgehoste adressen is gekozen voor €1.000. Ik heb me laten
vertellen dat dit vrij laag is. Deze grens is getrokken om
betalingssystemen niet te veel te belemmeren en om de potentiële
dreiging van kleine transacties te ondervangen. Het wordt praktisch
onmogelijk geacht om nog transacties van en naar zelfgehoste adressen te
sturen, ook bij legitiem gebruik. Daarnaast zijn er eisen aan aanbieders
van cryptoactivadiensten om cliëntonderzoek te doen naar zelfgehoste
adressen. Aanbieders moeten ook beschikken over de procedures en de
controles om het risico op witwassen van zelfgehoste adressen te
mitigeren.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Misschien overvraag ik de minister hoor, maar ik ben dan altijd wel
curieus hoe dat bedrag, die €1.000, nou wordt bepaald. Wanneer is het te
laag en krijg je dat soort vervelende effecten? Of zit je wel laag
genoeg om de risico's voldoende in te perken?
Minister Heinen:
Dit is natuurlijk altijd de vraag. Dat was ook met de cashbetalingen. Op
een gegeven moment wordt er een bedrag geprikt dat in de bandbreedte van
het historisch gebruik wordt bepaald. Ik vind het een hele goede vraag,
die tegelijkertijd lastig te beantwoorden is. De eerlijkheid is ook: af
en toe wordt er gewoon een bedrag geprikt, dat wel in de redelijkheid in
de bandbreedte ligt van wat er in het verleden is gekozen.
Mevrouw Joseph (NSC):
Ik had gelezen dat er in de verordening staat dat alle transacties in de
gaten worden gehouden, behalve die naar zelfgehoste adressen. Het klonk
gewoon tegenintuïtief, want je denkt: die kleinere transacties bij de
aanbieders waar je al zicht op hebt, lijken bij wijze van spreken minder
risicovol dan transacties met zelfgehoste adressen. Daar zaten de
vraagtekens, vanwege die tegenstelling.
Minister Heinen:
Laat me daar dan in de tweede termijn nog even op terugkomen. Ik snap de
vraag, maar ik moet echt even zeer de techniek in duiken om deze vraag
goed te kunnen beantwoorden. Ik snap waarom de vraag wordt
gesteld.
De voorzitter:
Dan heb ik zelf ook nog een vraag namens de VVD-fractie.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Gaat uw gang, mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Mijn vraag gaat door op het puntje van de regeldruk. Ik weet niet of de
minister daar nog meer over aan te geven had. Er wordt gezegd: er wordt
een impactassessment gedaan bij de Europese verordening. Ik moet heel
eerlijk zeggen dat als ik dat vergelijk met wat het ATR hier doet en wat
wij op de regeldrukeffecten en administratieve lasten doen, dat wel een
wereld van verschil is. Ik zou het goed vinden als we daar aan de kant
van de Europese Commissie en de Europese regelgeving iets meer aan gaan
doen. Ik weet de oplossing ook nog niet, maar ik zou het wel goed vinden
als we daar meer op gaan inzetten, want we worden nu een beetje met de
kloten voor het blok gesteld, zal ik maar even ondiplomatiek
zeggen.
Minister Heinen:
Ik zal de woorden niet herhalen, maar ik snap de achterliggende vraag
van mevrouw De Vries. Zij vraagt terecht vaker aandacht voor regeldruk.
Bij de verordening en zoals de Europese Commissie 'm neerzet, ligt wel
de bevoegdheid om die regeldruk te toetsen. In het BNC-fiche, waarnaar
mevrouw De Vries verwees, is ook aandacht voor regeldruk. Wij zaten in
de schorsing ook met elkaar te stoeien met de vraag hoe we hier nou
beter in kunnen voorzien. Dan zouden we namelijk ook met de minister van
Buitenlandse Zaken moeten bekijken hoe we BNC-fiches opstellen en hoe we
daar meer grip op krijgen. Ik denk dat het wel goed is om dat te doen.
Tegelijkertijd weet je in die fase natuurlijk nooit hoe een verordening
eruit gaat zien. Het is dus ook heel lastig om een educated guess te
doen naar die regeldruk. Ik denk dat we even met elkaar moeten zoeken
naar hoe we dat goed doen. Laat me die vraag meenemen naar het kabinet.
Zoals mevrouw De Vries terecht zegt, moet het ook geen afvinklijstje
worden. Het moet niet zo zijn dat we zeggen dat we het niet weten en dat
we vervolgens geconfronteerd worden met hoge lastendruk. Ik denk dat dit
iets is dat Kamerbreed wordt gevoeld. Lastendruk overkomt ons ook wel
heel vaak. Daar proberen we meer grip op te krijgen. Ik denk dat we
moeten meenemen hoe we dat in BNC-fiches beter kunnen voorzien met
elkaar.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Kan dat dan genoteerd worden als een toezegging waarop schriftelijk
teruggekomen wordt samen met de minister van Buitenlandse Zaken, zodat
we kunnen bekijken hoe we daar meer grip op krijgen? Misschien moet ook
de minister van EZ daar nog bij betrokken zijn, want die gaat eigenlijk
over de regeldruk, geloof ik.
Minister Heinen:
Laat me dat inderdaad meenemen en bij dezen ook doorgeleiden naar de
minister van Buitenlandse Zaken. Ik probeer me zelf ook wel even in de
discussie te mengen, omdat ik ook begrijp waar de vraag nu vandaan komt.
Uiteraard zal ik aan de minister van EZ ook het verzoek
doorgeleiden.
De voorzitter:
Dan wordt mevrouw De Vries weer voorzitter.
Voorzitter: Aukje de Vries
De voorzitter:
Ik heb inderdaad geen verdere vragen meer, maar mevrouw Joseph nog wel
op dit punt. Zij had hier namelijk ook al een groot punt op gemaakt in
haar bijdrage.
Mevrouw Joseph (NSC):
Ik heb inderdaad gezien dat er bij de Uitvoeringswet verordening
cryptoactiva een impactassessment was van de Commission staff. Maar bij
de Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van
cryptoactiva te voegen informatie zag ik 'm niet. Dus ik dacht: zou het
niet handig zijn als voor de Tweede Kamer die impactsassessments ook
worden bijgevoegd als we al die informatie krijgen?
Minister Heinen:
Dat lijkt me sowieso goed om te doen. Dat zeg ik dus graag toe. Laat ik
dat ook mee terugnemen, want als die er zijn, moeten die meegestuurd
worden. Die zijn natuurlijk altijd te vinden, maar het zou wel heel
flauw zijn om te zeggen: gaat u maar naar de website. Het lijkt me goed
dat ik dat in hetzelfde pakket meestuur naar de Kamer.
De voorzitter:
Gaat u verder met uw beantwoording.
Minister Heinen:
Voorzitter. Dan wilde ik naar het punt reclame gaan. Daar zijn ook veel
vragen over gesteld. Ik pak even de stukken erbij. Dan kom ik bij de
vraag van de heer Van der Lee. Die vroeg namelijk hoe ik aankijk tegen
een totaalverbod op cryptoreclame. Ook hierbij zitten we wel weer vast
aan een verordening, moet ik er gelijk bij zeggen. MiCA is een
verordening. Die werkt dus daardoor rechtstreeks door in de Nederlandse
wetgeving. Als gevolg daarvan is er slechts beperkt ruimte om van MiCA
af te wijken. MiCA bevat geen aanknopingspunten om te voorzien in een
aanvullende vereiste voor reclame, zoals een algeheel verbod. Dat hebben
we nog even extra gecheckt. Maar er moet wel zorgvuldig bekeken worden
of er nog aanvullende maatregelen mogelijk zijn. Er loopt nu een
onderzoek om een beeld te krijgen van het antwoord op de vraag of er een
groep consumenten is — daar refereerde ik net al aan — die een te groot
risico neemt bij het handelen in crypto's en of hierin reclame een rol
speelt. Dat heeft mijn voorganger al ingezet en dat wordt al vrij vroeg
in het eerste kwartaal van 2025 verwacht. We zullen de Kamer daarover
informeren. We gaan bekijken wat de ruimte binnen MiCA is om nog
gerichter te kijken naar hoe je beperkingen oplegt aan reclame. Dat kan
zijn in het medium. Ik weet niet in hoeverre die ruimte er is, maar we
zijn dat aan het bekijken. Ik kan me zo voorstellen dat als je
waarschuwingsreclame maakt tijdens Omroep MAX dit minder impact heeft
dan wanneer je dat op TikTok doet, om maar wat te noemen. Het tijdvak
kan daarop ook invloed uitoefenen. Je kunt bekijken of je de regulering
meer die kant op kan sturen. Dat nemen we mee in de evaluatie die nu
loopt. Ik zal de Kamer daar dus ook nog over informeren.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dus als ik het goed begrijp is er weinig ruimte, omdat het een
verordening is, maar is er wel enige ruimte om nationaal eventueel
andere stappen te zetten. Heeft de minister dan een voorbeeld van wat
voor stap dat zou kunnen zijn?
Minister Heinen:
Nee. Er is nauwelijks ruimte, zeg ik er eerlijk bij. Maar wij zijn op
zoek naar of er wel ruimte in zit. We denken dat die er wel enigszins in
zit, maar daar hebben we nu de evaluatie voor. Een voorbeeld zijn
bijvoorbeeld de tijdstippen waarop je reclame maakt. We gaan bekijken of
we daarin gericht kunnen optreden. Maar dat gebeurt wel op basis van de
risico's die je eerst selecteert en dus niet vanuit: gij zult niet in
crypto zijn. Het gaat meer om de vraag: zijn er risico's en moet je die
ook niet voorzien voor de reclame-uitingen?
De heer Faddegon (PVV):
Ik vraag me dan het volgende af. Je kunt reclame gaan beperken, maar dan
beperk je het dus weer voor iedereen en alleen omdat je eigenlijk een
hele kleine doelgroep probeert te beschermen. Zou het dan niet logischer
zijn om überhaupt het handelen in crypto's te koppelen aan een
minimumleeftijd van 18 jaar? Dan mogen mensen stemmen, dus dan zijn ze
volwassen genoeg om zelf hun beslissingen te mogen nemen, kennelijk. Dus
kunnen we dat dan niet op die manier inperken in plaats van met
reclameverboden waarvan dus iedereen last heeft?
Minister Heinen:
Ik zat even te overleggen met mijn ambtenaar. Op zich is het nu al zo
dat financiële transacties pas vanaf 18 jaar kunnen. We gaan dus even
kijken hoe dat nou hierin doorwerkt. Het is een terecht punt. Maar
nogmaals, we hebben nog niks besloten over reclame. We zijn het aan het
onderzoeken. We gaan eerst de Kamer informeren. Ik ga dan ook graag met
u het debat aan om te horen hoe de Kamer hiertegen aankijkt.
De voorzitter:
Dank. Gaat u verder met de beantwoording.
Minister Heinen:
Dan had de heer Van der Lee ook de vraag of ik iets kan zeggen over het
onderzoek naar de gevolgen van crypto's. Zo heb ik de vraag genoteerd
voor mezelf. Ik zei net al dat het onderzoek op dit moment nog wordt
uitgevoerd. We onderzoeken dus ook of er een groep consumenten is die
een groot financieel risico neemt en wat de rol van reclame en sociale
media daarin zijn. We onderzoeken ook of er sprake is van
verslavingsgevoeligheid, zeg ik ook in het licht van zijn eerste vraag
of er hierbij nu sprake is van gokken, speculeren of gewoon van een heel
gaaf product waarvan mensen het leuk vinden om erin te handelen of dat
aan te houden. Nogmaals, in het voorjaar van 2025 zal ik de Kamer
informeren over de uitkomsten van het onderzoek. Ik denk dat dit eerder
aan de voorkant van het voorjaar zal zitten dan aan het einde
daarvan.
Voorzitter. Dan de laatste vraag als het gaat om reclame. Er was
namelijk nog een specifieke vraag van mevrouw Aukje de Vries over
reclame via social media. Kan er ook toezicht gehouden worden op
reclame-uitingen via social media? Als ik de vraag goed begrijp, gaat
het er ook om dat daar juist de jongeren zitten. Jongeren zijn zeer
geïnteresseerd in crypto's. Nogmaals, MiCA bepaalt dat reclame-uitingen
correct, duidelijk en niet misleidend moeten zijn. Dat zijn dus de eisen
binnen MiCA. Aan reclame-uitingen moet ook een waarschuwende zin
toegevoegd worden die inhoudt dat reclame-uitingen niet vooraf getoetst
zijn door een bevoegde autoriteit. De AFM gaat de reclameregels uit MiCA
handhaven. De AFM kan reclame-uitingen schrappen en verbieden, dus ook
reclame-uitingen via social media als die misleidend zijn. Verder loopt
dit nu mee in de evaluatie.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Mevrouw De Vries heeft een vraag.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Misschien in het verlengde hiervan. Je ziet natuurlijk dat allemaal
influencers allerlei moois vertellen over hoe rijk ze geworden zijn met
crypto. Als je advies geeft, moet je natuurlijk wel kunnen waarmaken dat
je de expertise hebt om dat advies te kunnen geven, bij wijze van
spreken. Wordt dat ook meegenomen?
Minister Heinen:
Ja, dat wordt ook meegenomen. Zelf zou ik ook altijd een beetje gezond
verstand betrachten. Als iemand met gouden tanden een bepaald product
aanreikt, zou ik gaan rennen. Dan zou ik niet zeggen: hé, daar moet ik
in stappen. Dat zit bij die influencers. Maar daarvoor zijn inmiddels
ook regels gesteld.
De voorzitter:
Mevrouw De Vries is weer voorzitter.
Voorzitter: Aukje de Vries
De voorzitter:
Dank u wel. Gaat u nu naar het blokje witwassen?
Minister Heinen:
We zochten nog even naar de goede terminologie.
De voorzitter:
Gaat u nu naar het blokje witwassen?
Minister Heinen:
Ja, voorzitter. Ik ga verder. Er waren namelijk ook veel vragen over het
voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering, over de Wwft. Ik moet
wel zeggen dat dit nu niet voorligt. Ik ga de Kamer nog uitgebreid
informeren over de Wwft en de implementatie van het nieuwe AML-pakket.
Ik ga veel vragen daar wel naartoe verwijzen, omdat dit nu niet
voorligt. Ik denk dat het goed is om dat vooraf even te zeggen, maar ik
ga wel proberen de vragen die gesteld zijn zo goed mogelijk te
beantwoorden.
In de eerste plaats werd door mevrouw Joseph gevraagd welk percentage
via de officiële aanbieders gaat en welk gedeelte via niet-officiële
aanbieders. Dat is een zeer terechte vraag. Het eerlijke antwoord is dat
het ontbreekt aan een scherp beeld van de wijze waarop virtuele valuta
zoals crypto's gebruikt worden in de georganiseerde criminaliteit. Onder
MiCA moeten cryptodienstverleners een vergunning hebben om diensten aan
te bieden in de EU. Toezichthouders, politie en OM werken ook samen om
illegale aanbieders aan te pakken. We proberen hier, natuurlijk ook via
MiCA, steeds meer grip op te krijgen.
Voorzitter. Mevrouw Joseph vroeg ook hoe de samenwerking nu geregeld is
tussen de AFM, DNB, het Openbaar Ministerie en de Financial Intelligence
Unit, de FIU. De Wwft en de Wft verplichten toezichthouders AFM en DNB
samen te werken wanneer hun toezicht overlapt en bieden grondslagen om
gegevens uit wisselen. De toezichthouders maken onderling afspraken om
dit in de praktijk te brengen. De toezichthouders,
opsporingsorganisaties en de FIU werken samen binnen wat we nu het
Financieel Expertise Centrum noemen. Binnen dat FEC — het is wel de dag
van de afkortingen — kunnen zij algemene en operationele informatie
delen. De toezichthouders en opsporing stemmen af of handhaving en
sanctionering via het bestuursrecht of via het strafrecht wordt
gedaan.
Voorzitter. Mevrouw De Vries vroeg of de FIU voldoende capaciteit heeft
om ongebruikelijke transacties te beoordelen. Naar ons bevinden: ja. In
overleg met de FIU worden de indicatoren in het uitvoeringsbesluit MiCA
en de TFR aangepast, zodat deze werkbaar zijn met de huidige capaciteit.
Ik denk wel dat dit ook onderdeel is van een bredere discussie over de
Wwft en de capaciteit van de FIU. Laten we die oppakken bij de discussie
over de Wft en over wat we doorgeleiden naar de FIU. Ik denk dat we
daarover goed het debat met elkaar moeten aangaan. Ook als je ziet wat
de last is in de huidige financiële sector, het doorgeleiden, moeten we
ons afvragen of we niet met overkill bezig zijn. Dat is echt een debat
dat ik wil voeren in het kader van de Wwft, als we hier met z'n allen de
stukken voor ons hebben.
Voorzitter. Als ik me niet vergis, vroeg mevrouw Joseph ook of de
wetgeving mogelijk zal leiden tot meer discriminatoire sluitingen van
bankrekeningen of cryptovalutarekeningen en hoe de minister dat gaat
voorkomen. Dat is een terecht punt. We moeten er altijd voor waken dat
we niet gaan generaliseren en groepen uit gemak maar uitsluiten.
Cryptoaanbieders dienen zich in formele zin uiteraard aan artikel 1 van
de Grondwet te houden, dat hoef ik mevrouw Joseph niet uit te leggen:
gij zult niet discrimineren. Artikel 1 van de Grondwet is duidelijk. Ik
wil ook niet dat klanten discriminatie ervaren of dat dit plaatsvindt.
Daar kan natuurlijk nooit sprake van zijn. Ik informeer de Kamer voor
het eind van het jaar over de voortgang van de aanpak van discriminatie
in de financiële sector, want die loopt nu ook. Laat me deze vraag
daarin ook meenemen.
Dan wilde ik naar het laatste stuk gaan. Over inzicht in toezichtlasten
zijn ook veel vragen gesteld. Mevrouw Joseph vroeg hoeveel de
toezichtlasten bedragen, hoeveel de extra toezichtkosten zijn en of de
minister er zorg voor kan dragen dat de kosten niet bij de consumenten
van overige instellingen terugkomen; een zeer terechte vraag. Bij de AFM
is het toezicht op MiCA en TFR in 2025 begroot op 33 fte en dat komt
neer op 6,9 miljoen. DNB heeft 14 fte beschikbaar. Deze worden deels
gedekt door de tarieven voor vergunningsaanvragen. De rest wordt
gedurende het jaar aan de sector doorberekend, en dus aan de aanbieders
van de crypto's. De tarieven voor de individuele partijen worden begin
juni bekendgemaakt. Dan herzien we die weer.
De heer Van der Lee vroeg in dit kader waarom niet is gekozen voor het
basisscenario. Nou, omdat ik wel vaker onderhandel. We zijn ook met de
toezichthouders in gesprek over hoe dat in goede verhouding en in balans
te krijgen. Enerzijds wil je niet te veel toezichtkosten op de sector en
anderzijds wil je adequaat toezicht. Bij mij werkt het niet zo — en ook
niet bij mijn voorgangers, die altijd dezelfde inzet hanteerden — dat je
drie scenario's inzet en het middelste het basisscenario noemt, zodat
het altijd het basisscenario wordt. Er is in goed overleg over
gesproken. Ook de AFM zegt dat het scenario waarvoor we nu hebben
gekozen — van 6,9 miljoen, zeg 7 miljoen — voor nu goed is. Uiteraard
monitoren we ook hoe dit zich in de tijd ontwikkelt. Dat hangt ook erg
af van hoe de markt zich ontwikkelt en of partijen zich in Nederland
vestigen of niet.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Allereerst vind ik 6,9 miljoen op het volume dat op dit moment in
crypto's omgaat, aangezien twee miljoen Nederlanders dat doen, een vrij
klein bedrag. Maar goed, daarover kun je van mening verschillen. Om er
een beetje gevoel bij te krijgen, wat zou dan de investering zijn
geweest bij het basisscenario? Er was ook een derde, aangescherpt
scenario. Is daar een indicatie voor, zodat we gevoel krijgen bij hoe
zwaar het toezichtregime in die drie verschillende scenario's zou zijn
geweest?
Minister Heinen:
Ik zit even te zoeken of ik dat kan achterhalen voor de tweede termijn.
Dit zijn onderhandelingen die door mijn voorganger zijn gedaan. Dan moet
ik echt even gaan graven wat daarachter zat. Ik kan in ieder geval
melden dat dit wel een scenario is waar ook de toezichthouder goed mee
uit de voeten kan; dat hebben we gecheckt, ook bij de toezichthouder.
Het is elke keer zoeken naar een balans. Je kan zeggen dat er meer
toezicht moet zijn. Ik hoor ook dat een deel van de Kamer zegt: ja, maar
pas nou op, want die toezichtlasten worden wel weer doorberekend aan de
sector. In die zin gaan de argumenten beide kanten op. Nogmaals, beide
partijen, zowel het ministerie van Financiën als de toezichthouder
hebben zich hierin kunnen vinden. Wij gaan even na of ik in de tweede
termijn de vraag van de heer Van der Lee kan beantwoorden wat hier
allemaal onder lag in de andere scenario's. Ja, waarschijnlijk meer
investeringen. Dat is dan het eerlijke antwoord.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
In het licht van het feit dat er jarenlang helemaal geen toezicht en
doorberekening hebben plaatsgevonden, ben ik niet zo heel erg onder de
indruk van opmerkingen als "het is een te groot bedrag" of "dit gaat
kleine ondernemingen raken". Dat vind ik nogal speculatief. Maar hoe
worden dit, de kwaliteit en de omvang van het toezicht dan meegenomen in
het evaluatieproces?
Minister Heinen:
Er is binnenkort een evaluatie. We hebben over het kostenkader jaarlijks
goede gesprekken met de toezichthouder. Die worden ook naar de Kamer
gestuurd met een toelichting van de uitkomst. Dus die kunnen we ook
betrekken bij het commissiedebat Financiële markten, waar de Kamer elke
keer terecht aandacht hiervoor vraagt. Dat heb ik in het verleden ook
gedaan. Ik denk dat het goed is om twee nuances te plaatsen bij de
toezichtslasten. Als je kijkt naar de totale lasten van de
toezichthouder over de gehele sector, doet Nederland het helemaal niet
zo gek. We zitten gewoon in de middenmoot, gewoon gemiddeld. Waar
Nederland wel weer in verschilt van andere landen is dat wij het ook
100% doorberekenen aan de sector. Andere landen nemen het deels op in de
begroting van het ministerie van Financiën of een ander departement. Dat
scheelt natuurlijk aanzienlijk bij de sector. Dan heb je wel de lasten,
maar dan worden ze ergens anders omgeslagen. In het verleden hebben we
als Kamer in gezamenlijkheid de keus gemaakt om het door te belasten aan
de sector.
Mevrouw Joseph (NSC):
Ik heb nog een vraag, want als ik het goed gelezen heb, gaat er meer
toezicht vanuit DNB naar de AFM. De AFM wordt opgeschaald, maar DNB
wordt niet afgeschaald. Zo had ik het in ieder geval gelezen. De
minister schudt al nee, maar ik vraag me af of er bij DNB ook minder
mensen kunnen werken als daar minder lasten zijn.
Minister Heinen:
Er komen dus taken bij; er gaan geen taken af. Bij DNB gaat het om 14
fte en bij de AFM om 33 fte.
De voorzitter:
Nou, volgens mij zegt mevrouw Joseph nog iets anders.
Mevrouw Joseph (NSC):
Ik heb gelezen dat het integriteitstoezicht nu bij DNB ligt. Ik dacht
dat aanbieders van wallets nu al gecontroleerd worden en dat dat
verschoven wordt naar de AFM. In die zin dacht ik dat het misschien
minder werk wordt.
Minister Heinen:
Ja, dat klopt. Dat gaat inderdaad naar de AFM. Daarom zie je ook dat de
grootste investering bij de AFM zit, niet bij DNB. Maar DNB krijgt
natuurlijk ook taken erbij als het gaat om MiCAR, al is dat wel in
mindere mate. Er was ook nog gevraagd wanneer die evaluatie komt. Mijn
voorganger heeft afgesproken dat we in 2025 in gesprek gaan met de AFM
over de inzet van MiCAR om te kijken of dat nog steeds afdoende is. Laat
me naar aanleiding daarvan de Kamer weer informeren over wat de AFM
daarover zegt, maar ook de AFM zelf zal u weten te vinden om aan te
geven of het voldoende adequaat is of niet.
De voorzitter:
Dan misschien nog even op de vraag van mevrouw Joseph. Er is dus
rekening mee gehouden dat er ook taken weggaan. Dat is verdisconteerd in
het aantal fte's dat er nu bijkomt bij DNB.
Minister Heinen:
Ja, goede precisering. Dat is inderdaad verdisconteerd, zoals we dat dan
noemen. Dat is dus het nettoresultaat.
De voorzitter:
De minister gaat verder.
Minister Heinen:
Mevrouw De Vries vroeg of de toezichtskosten logisch verdeeld zijn
tussen grote en kleine instellingen en of de toezichthouder ook een
beetje efficiënt en effectief werkt. Het is altijd goed om die vraag te
blijven stellen. De toezichttarieven hangen samen met de draagkracht van
de instellingen. De tarieven worden in het voorjaar bepaald. Die mag ik
nu bepalen in deze rol. Dan gaan we ook goed kijken naar de verdeling
tussen grote en kleine instellingen. De AFM heeft doorlopend aandacht
voor efficiëntie. De inzet vanuit hen is vooral gericht op de risico's,
maar ik zou mijn rol niet goed invullen als ik niet elke keer vraag of
het niet efficiënter kan et cetera. Maar wij denken dat we nu een goede
balans hebben gevonden.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Mevrouw De Vries heeft een vraag aan de minister.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja, want het gaat er wel om van … Wordt dan ook … En ik geloof echt wel
dat ze hun best doen om het zo efficiënt mogelijk te doen, maar vindt er
weleens een soort van doorlichting plaats, zeg maar? Mijn ervaring uit
het verleden is in elk geval dat de kleintjes vaak relatief hoog worden
aangeslagen, in alle groepen, hè, niet alleen bij deze groep, maar ook
als het gaat om betaalinstellingen en banken. Ik zou het wel goed vinden
als wij daar goed rekening mee houden, zodat we ook diversiteit in het
aanbod blijven houden.
Minister Heinen:
Ik begrijp dat dit gebeurt. Het zou ook heel gek zijn als het niet
gebeurt. Laat me het dan meesturen, als we weer een nieuw kostenkader
hebben, met de doorlichting. Laat mij dan in ieder geval het volgende
toezeggen, niet alleen wat betreft AFM maar ook als het gaat om DNB. Ik
bedoel dat we, als we het gevoel hebben dat er extra lasten zijn, alles
hebben gedaan om het efficiënt te doen. Ik heb gezien dat in het totale
kostenkader dat nu is overeengekomen, ook een efficiencykorting is
opgenomen. Dat neemt niet weg dat we erop moeten blijven drukken. Omdat
we de kosten over de sector overslaan, is het belangrijk dat de sector
ziet wat we doen om efficiënt te werken. Ik bedoel dat het gevoel niet
is: u vraagt, wij draaien.
De voorzitter:
Mevrouw De Vries zit weer voor.
Voorzitter: Aukje de Vries
De voorzitter:
De minister gaat verder.
Minister Heinen:
Voorzitter. De heer Faddegon vroeg — die vraag lag een beetje in het
verlengde hiervan — waarom de kosten zo hoog zijn ten opzichte van
andere Europese partijen. Hij vroeg: "Functioneert de AFM zo anders? Kan
het goedkoper?" Eigenlijk is dat dezelfde vraag, namelijk: werken we wel
efficiënt? Nogmaals, ik denk dat het goed is om te beseffen dat
Nederland qua kostentoezicht in de middenmoot zit. Waarin we
verschillen, is dat wij alles honderd procent doorrekenen. Wij kunnen
het debat voeren over de vraag of dat gewenst is. Je kan meer op de
eigen begroting nemen, maar dan zal ik een klassieke zin uitspreken: dat
moet dan wel gedekt worden.
De heer Faddegon (PVV):
Ik ben de allerlaatste om voor te stellen om dat door het ministerie van
Financiën te laten bekostigen, maar ik vraag me wel af of er geen sprake
is van ongeoorloofde staatssteun als andere landen dat wel doen. Want in
feite worden hun bedrijven geholpen en de Nederlandse bedrijven niet.
Dat geeft toch een oneerlijk speelveld.
Minister Heinen:
Zo is dat niet beoordeeld. In het verleden deed Nederland dat ook. Wij
hebben — dat zeg ik uit mijn hoofd — ergens tussen 2012 en 2015, tijdens
het kabinet-Rutte II, toen we ook grote bezuinigingsopgaven hadden,
besloten om de toezichtlast naar de sector zelf te verplaatsen en het
niet meer aan de belastingbetaler te vragen of het vanuit de begroting
te financieren. Ik zeg er wel bij dat kosten altijd landen bij de
consument. Je kunt het vanuit de begroting doen, maar die moet ook
gefinancierd worden, of vanuit de financiële sector, maar die berekent
het ook weer door aan de consument. Het is een illusie dat kosten
weggaan door ze ergens anders te beleggen. Ik hoop daarmee het punt van
de heer Faddegon te onderschrijven.
De heer Faddegon (PVV):
Ik heb toch nog even een aanvulling dan. Ik heb hier de tarieven van de
AFM voor me. Ik zie dat kleine bedrijven €63,65 per €1.000 omzet moeten
betalen. Een groot bedrijf betaalt maar €7,64 per €1.000 omzet. Er
zitten zulke exorbitant grote verschillen tussen klein en groot. Ik denk
dat een eerlijke verdeling van de kosten al een heel stuk van de
problematiek zal oplossen.
Minister Heinen:
Wat eerlijk is, is natuurlijk ook uw oordeel, het oordeel van de Kamer.
Laten we het inzichtelijker maken als we het kostenkader delen in het
voorjaar, ook in de onderbouwing. Wordt er efficiënt gewerkt? Hoe is de
kostenverdeling tussen groot en klein? Ik vind dit wel een mooie. Hoe is
het dan per transactie? Het macroniveau zegt namelijk niks over het
niveau dat de heer Faddegon presenteert.
Ik wil er wel nog één ding aan toevoegen over de toezichthouder. Ik denk
dat we — ik denk dat u dat ook zult erkennen op basis van de
werkbezoeken die u heeft gehad bij de toezichthouder — in onze handen
mogen knijpen met de toezichthouder die we hebben. We zien zeer
gemotiveerde mensen, zeer hoogopgeleide, slimme lui. Zij werken heel
hard, dag en nacht, en zijn zeer gemotiveerd. Als we zo'n goede
toezichthouder hebben en partijen zich onder die toezichthouder
plaatsen, straalt die reputatie af op de aanbieder; dat is de positieve
kant. Als je door de strengste meester bent gekeurd, zegt dat ook iets
over je product. Laten we daar dus ook goed naar kijken. Een goede
toezichthouder is belangrijk voor de consument. Die willen we
beschermen, zodat die mooie producten heeft met lage risico's en
uiteindelijk ook lage kosten. Dat is wat we uiteindelijk het liefst
willen met elkaar.
Dat is aanleiding voor een vraag, voorzitter.
De voorzitter:
Sorry, ik keek de verkeerde kant op. De heer Van der Lee.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik herinner me nu, dankzij de minister, het werkbezoek dat we hebben
afgelegd bij de AFM. Toen ging het ook over de finfluencers. Zij doen
beleggingsaanbevelingen. Er bestaat ook een provisieverbod. Vindt de AFM
dat ze hier met MiCA en het instrumentarium dat ze hebben, voldoende
tegen kunnen optreden?
De voorzitter:
Dan gaan we weer een beetje terug naar het reclame-itempje.
Minister Heinen:
Daar kom ik zo even op terug. Ik kan me dat werkbezoek nog goed
herinneren. Toen maakte ik zelf ook een groot punt van het
provisieverbod. Dat was precies de term die ik zojuist zocht. Ik moet
heel even bekijken of deze wetgeving daarvoor de basis is of niet. Maar
we weten allebei dat de AFM hierop toezicht houdt. Je mag geen
financieel belang hebben in de aanbevelingen die je doet. Daar kan geen
sprake van zijn. Er wordt mij ingefluisterd dat je op grond van MiCA een
vergunning moet hebben voor financieel advies. Dat helpt al bij het punt
van de heer Van der Lee. Maar laat mij daar zo nog heel even op
terugkomen.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Minister Heinen:
De vragen over efficiëntie hadden we al gehad, net als die over
regeldruk.
Dan kom ik bij de laatste, een mooie slotvraag van de heer Van der Lee:
op welke manier wordt geborgd dat er voldoende capaciteit is bij alle
nationale toezichthouders binnen de EU? De toezichtinzet verschilt per
lidstaat op basis van de hoeveelheid vergunningen die zij verwachten uit
te geven. Een vergelijking met andere lidstaten is in die zin dus lastig
te maken, omdat zij ook een andere bekostigingssystematiek hanteren.
Daarnaast hebben lidstaten ook andere capaciteiten en hanteren zij
verschillende risicowaarderingen. Dat maakt vergelijken wel moeilijk.
Desalniettemin is iedere lidstaat op basis van MiCA verplicht om te
zorgen voor adequaat toezicht. Dat vind ik echt de winst van deze
verordening.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dank voor dat antwoord. Maar ik had ook gevraagd hoe wordt geborgd dat
ze voldoende samenwerken, juist als winsten van cryptoactiva van de ene
lidstaat naar de andere hoppen.
Minister Heinen:
Dat loopt dan weer via de ESMA. Via dat platform is er overleg met
elkaar.
De voorzitter:
De ESMA is de Europese toezichthouder. Was dat de laatste vraag die nog
beantwoord moest worden?
Minister Heinen:
Ja, er zijn er nog een paar blijven liggen. Daar kom ik zo op terug. Van
de zijde van de Kamer is dit het.
De voorzitter:
We missen wel het blokje overig.
Minister Heinen:
Ja, maar waarom niet? Dit commissiedebat was te overzien.
De voorzitter:
Dan zijn we daarmee gekomen aan het einde van de eerste termijn van dit
wetgevingsoverleg. Dan gaan we nu over naar de tweede termijn. Daarbij
bestaat de mogelijkheid om moties in te dienen, die dan ook door de
minister zullen worden voorzien van een appreciatie. Het woord is
allereerst aan de heer Van der Lee van GroenLinks-PvdA.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dank aan de minister voor de beantwoording. Mocht u al in spanning
hebben gezeten, mijn fractie is uiteraard bereid om de wet te steunen.
We hebben er verder ook geen amendering op of iets dergelijks. Ik ben
ook blij dat de minister erkent dat je als wetgever altijd een beetje
achterloopt, zeker op een markt als deze, met razendsnelle
technologische ontwikkelingen. Er staan ook al weer wat punten op de
agenda om in de toekomst in Europa te bespreken. We hebben het vrij
uitvoerig gehad over het belang van evaluatie en elementen die daarin
worden meegenomen.
Ik heb nog moties over drie punten. Ik weet nog niet zeker of ik die
allemaal in stemming laat brengen. Dat hangt ook een beetje af van de
beantwoording in tweede termijn. Het gaat met name om de eerste
motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering vooralsnog kiest voor het minimale
cryptotoezichtscenario;
overwegende dat de AFM aangeeft meer capaciteit nodig te hebben om haar
toezichthoudende rol goed in te vullen;
overwegende dat de ontwikkelingen in de cryptosector snel gaan en
risico's mogelijk snel kunnen toenemen;
verzoekt de regering om het cryptotoezichtscenario op te hogen van
"minimaal" naar "basis",
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Lee.
Zij krijgt nr. 9 (36526).
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik ben ook wel benieuwd wat daarvan de kosten zijn.
Dan heb ik er toch ook eentje over reclame, ook in het kader van hoe je
ervoor zorgt dat een toezichthouder efficiënt kan werken.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het risico op marktmanipulatie op cryptoactiva
versterkt wordt door misleidende reclames op sociale media;
overwegende dat consumenten hierdoor onjuist geïnformeerd worden over de
aard van hun investeringen;
verzoekt de regering een meldplicht in te voeren voor cryptoreclames,
zodat toezichthouders op tijd kunnen ingrijpen bij
marktmanipulatie,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Lee.
Zij krijgt nr. 10 (36526).
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Het voordeel daarvan is natuurlijk dat je dan niet moet wachten op
klachten en dat de toezichthouder niet zelf op zoek hoeft te gaan in
allerlei kanalen. Als aanbieders dit gewoon aanmelden, kan het veel
beter en sneller gecheckt worden.
De voorzitter:
De derde motie.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dan de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat pump and dump volgens de AFM een wijdverspreide vorm
van marktmanipulatie is;
overwegende dat consumenten hierdoor veel financiële schade op kunnen
lopen;
verzoekt de regering in Europees verband te pleiten voor een verplichte
wachttijd tussen het aankopen en verkopen van cryptoactiva om
prijsmanipulatie te voorkomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Lee.
Zij krijgt nr. 11 (36526).
Dat was het wat u betreft? Dank u wel. Dan gaan we over naar de heer
Faddegon van de PVV.
De heer Faddegon (PVV):
Dank u wel. Ik heb verder geen vragen. Ik heb gevraagd om met name naar
de AFM-tarieven te kijken. Als het eerlijker verdeeld wordt, worden ze
per definitie lager voor juist de kleinere aanbieders, als ik het zo
interpreteer.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw Joseph van Nieuw Sociaal Contract.
Mevrouw Joseph (NSC):
Dank, voorzitter. Dank voor de antwoorden tot nu toe. Ik heb twee
moties. Eentje heb ik even aangepast en ik hoop dat die nog te lezen
is.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering aangeeft dat deze wetgeving niet door het
ATR getoetst hoeft te worden op regeldruk, omdat deze wetgeving uit
Europa zou komen;
overwegende dat meer dan de helft van de nieuwe wetgeving in Nederland
uit Europa komt, en een effectieve aanpak van de regeldruk dus ook
gericht zal moeten zijn op Europese richtlijnen en verordeningen;
verzoekt de regering om te onderzoeken hoe ook aankomende Europese
wetgeving beter te toetsen op regeldruk,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Joseph.
Zij krijgt nr. 12 (36526).
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er nieuwe wetgeving is op het gebied van
informatievoorziening over cryptovaluta;
overwegende dat er nog onbekende, mogelijk verstrekkende gevolgen
hiervan kunnen zijn op het gebied van privacy en regeldruk;
verzoekt de regering deze wetgeving al na een jaar te evalueren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Joseph.
Zij krijgt nr. 13 (36526).
Mevrouw Joseph (NSC):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat was het wat u betreft?
Mevrouw Joseph (NSC):
Ja.
De voorzitter:
Oké. Dank u wel.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Dan is het woord aan mevrouw De Vries voor haar tweede termijn namens de
VVD.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u wel. Dank voor de beantwoording. Ik denk dat het goed is dat we
toch een debat hebben over dit soort uitvoeringswetten, ook al lijken ze
misschien relatief simpel. Allereerst dank voor de toezegging om bij het
eerstvolgende bekostigingskader te kijken naar zo'n doorlichting. Ik
hoop eigenlijk ook dat het punt van de heer Faddegon daarin wordt
meegenomen, namelijk hoe we het nu verdelen tussen groot en klein. Zo
zal ik het maar eventjes huiselijk uitdrukken.
Ook dank voor de toezegging om te kijken naar de regeldruk en naar hoe
we dat bij Europese regelgeving doen. Daarover is net ook nog een motie
ingediend. Ik ben benieuwd naar het oordeel straks met het nieuwe
beoordelingskader van deze minister, maar volgens mij was het daar
redelijk mee in lijn.
Ik vind het punt van de criminelen die gebruikmaken van crypto toch echt
wel een ding. De minister lijkt het nu een beetje weg te schuiven naar
de Wwft en de nieuwe antiwitwasrichtlijnen. Ik ben wel wat zoekende naar
wanneer we daar dan een gesprek met elkaar over kunnen aangaan. Een
tweede punt daarbij is het volgende. De minister heeft gezegd dat hij
een aantal dingen meeneemt in de evaluatie. Ik zou het volgende punt
daar echt ook in meenemen. Waarvan kunnen criminelen nu nog misbruik
maken, kun je dat nog wat meer dichtschroeien en werkt deze wet- en
regelgeving dan nog goed? We moeten in de evaluatie ook de vraag
meenemen of dit dan niet uiteindelijk de innovatie remt. Ik hoop
eigenlijk op een toezegging van de minister.
Tot slot kom ik nog op de reclame. Ik denk dat ik de optie van
GroenLinks-PvdA best wel ver vind gaan, omdat die ook weer allemaal
regelgeving met zich meebrengt. Maar ik ben wel benieuwd naar het
volgende. Het onderzoek dat eraan komt, is breder dan financiële
diensten, maar ik vind het wel goed om ook even specifiek te kijken naar
crypto. Op social media zie je namelijk mensen toch echt wel heel
makkelijk aankondigen hoe rijk je kunt worden, terwijl er ook best
risico's aanzitten. Als mensen dat bewust doen en bewust die afweging
maken, dan mogen ze dat wat mij betreft doen; daar ben ik liberaal
genoeg voor. Maar ze moeten zich wel houden aan dingen als een
provisieverbod, als ze er bijvoorbeeld geld voor krijgen. Bij andere
financiële producten hebben we er namelijk ook dingen van gezegd. Dat je
er een hoog bedrag voor krijgt, moet niet de stimulans zijn om een
product aan te prijzen. Ik zou wel willen vragen om even expliciet de
vraag mee te nemen hoe we dan omgaan met die social media in dat
onderzoek dat eraan komt in, naar ik heb begrepen, het vroege
voorjaar.
De voorzitter:
Mevrouw De Vries wordt weer voorzitter.
Voorzitter: Aukje de Vries
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even of de minister direct kan beginnen of dat hij
even vijf of tien minuutjes wil schorsen.
Minister Heinen:
Als u dat toestaat, maken wij hier de administratie op orde. We zetten
even alle moties onder elkaar en de nog openstaande vragen.
De voorzitter:
Prima. Dan schors ik tot 17.25 uur. Dan heeft u even de tijd om de
administratie op orde te brengen en de resterende vragen bij elkaar te
vegen.
De vergadering wordt van 17.17 uur tot 17.25 uur geschorst.
De voorzitter:
De minister is volgens mij zo ver. De griffie is er ook; dat is wel
belangrijk voor de administratie. We hebben inmiddels een nieuw
beoordelingskader voor moties. Er zijn vijf appreciaties mogelijk:
oordeel Kamer, ontraden, overbodig, ontijdig en onaanvaardbaar. Ik wil
dit maar even zeggen. Dan schrikt u niet als er een van die nieuwe
varianten wordt genoemd.
Minister Heinen:
Dan ben ik heel benieuwd welke bewindspersoon als eerste
"onaanvaardbaar" gaat zeggen. Het is een spannende categorie. Ik ben
niet van plan om die in dit debat in te zetten. Ik ga zo naar de
appreciatie van de moties, maar er zijn nog een paar openstaande vragen;
die hebben we nog even uitgezocht.
In de eerste plaats vroeg de heer Van der Lee naar de hoogte van het
aantal fte's wat betreft de andere scenario's. Dat zijn we nog even
nagegaan. Voor het minimale scenario zijn dat 33 fte's. Voor het
aangescherpte scenario, zoals dat heet, zijn dat 39,5 fte's. Bij het
basisscenario gaat het om 45 fte's. Het is heel slim geframed, door het
meest dure scenario het basisscenario te noemen. Ik dacht dat dit het
middelste scenario was, maar het was zelfs het hoogste. Dat is dan slim
neergezet. Ik bedoel dat niet flauw. Dit zijn de fte's. Op het totaal
bezien, ontloopt het elkaar ook weer niet heel erg veel. Laten we dus
goed bekijken hoe dit in de praktijk uitwerkt. We zijn in goed overleg
met de toezichthouder. Ik spreek de toezichthouders regelmatig. Maar u,
als Kamer, doet dat ook. Volgens mij hebben we allemaal hetzelfde
belang: goed en adequaat toezicht. Laten we dus bekijken hoe dit zich
verder ontwikkelt. Dat zou mijn voorstel zijn.
De voorzitter:
En wat betekent dat dan voor de motie?
Minister Heinen:
Nee, dit is geen motie; dit gaat om een nog openstaande vraag.
De voorzitter:
Nee, oké. Maar de motie ging hier ook over, dus ik dacht: ik koppel het
even. Maar dat was te enthousiast.
Minister Heinen:
Dat wordt dus nog even spannend.
Voorzitter. De heer Van der Lee vroeg ook of de AFM voldoende
instrumenten heeft voor het reguleren van finfluencers en voor het
provisieverbod. Dat zijn de precieze woorden waarnaar we in dit WGO op
zoek waren. Dat is even precies onder elkaar gezet. Het provisieverbod
en finfluencers zijn twee verschillende onderwerpen. Maar MiCA kent een
provisieverbod en is dus sowieso niet toegestaan. Finfluencers mogen
alleen ongerichte mededelingen doen. Ze mogen geen advies geven. Bij
specifieke mededelingen kwalificeren zij zich als adviseur onder MiCA.
Dan vallen ze onder de toezicht- en vergunningplicht. De AFM geeft aan
nu voldoende capaciteit te hebben om daarop toe te zien. Maar laten we
dit ook goed in de gaten houden. Ik denk namelijk dat we het allemaal
zien, ook online: de aanprijzingen waarbij het lijkt of de bomen tot de
hemel groeien. Ik denk dat het goed is om daar ook iets tegenover te
stellen.
Dan als laatste …
De voorzitter:
Er is een vraag van de heer Faddegon.
De heer Faddegon (PVV):
Ik heb toch nog een vraag aan de minister over de controle op die
reclames. We hebben toch ook gewoon de Reclame Code Commissie, waar
mensen met klachten terechtkunnen? Reclame wordt toch al
gecontroleerd?
Minister Heinen:
Dat is correct. Die hebben we ook nog eens.
Dan was er ook nog een laatste vraag blijven liggen, van mevrouw De
Vries. Die had een vraag naar aanleiding van de social media. Dat is nu
onderdeel van het lopende onderzoek. Dat heb ik nog even
uitgezocht.
Voorzitter. Dan ga ik naar de moties.
Voorzitter: Van der Lee
De voorzitter:
Mevrouw De Vries heeft een vraag aan de minister.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ja. Sorry, het is af en toe een beetje rommelig. Ik had nog gevraagd
naar de evaluatie en of daar ook de onderwerpen innovatie en het
opsporen van criminelen voldoende in kunnen zitten. Ik hoop eigenlijk
dat dat gewoon een jaar zal zijn. Ik had ook nog gevraagd wanneer we dan
wel komen te spreken over die FIU en die witwasrichtlijn.
Minister Heinen:
Ik zit net even te zoeken wanneer dat debat is ingepland. Ik begrijp dat
dit in januari is ingepland. Maar ik wil uw Kamer ook zelf nog
informeren, ten eerste over de implementatie van het laatste AML-pakket.
Maar ik probeer ook tot een "agenda financiële sector" te komen, zoals
ik het noem. Dan kan ik uw Kamer meenemen wat betreft hoe ik tegen de
verschillende facetten van de financiële sector aankijk en met welke
agenda ik erin zit. Daarover wil ik graag het debat met u aangaan. Ik
wil horen wat voor prioriteiten de Kamer heeft. Daarin wil ik in ieder
geval de Wwft meenemen. Ik zie namelijk hoe dit uitpakt. Ik weet dat de
Kamer hier ook een sterke mening over heeft. We zien het misgaan bij
zaken met een disproportionele aanpak ten aanzien van bepaalde groepen.
Ik noem ook zorgen rond discriminatie en enorme lasten. De kernvraag is
eigenlijk: zijn we nou goed bezig met elkaar? Die vraag wil ik daarin
ook meenemen. Wat betreft uw vorige vraag: daarop was het antwoord
ja.
De voorzitter:
Mevrouw De Vries is weer voorzitter.
Voorzitter: Aukje de Vries
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we naar de moties. De motie op stuk nr. 9.
Minister Heinen:
De motie op stuk nr. 9 van de heer Van der Lee verzoekt de regering om
het niveau wat betreft het cryptotoezichtscenario op te hogen van
minimaal naar basis. Het zal u niet verbazen dat ik daarop zeg:
ontraden.
Dan de motie op stuk nr. 10 van de heer Van der Lee. Die verzoekt de
regering om een meldplicht in te voeren voor cryptoreclames, zodat
toezichthouders op tijd kunnen ingrijpen bij marktmanipulatie. Die geef
ik oordeel Kamer.
De motie-Van der Lee op stuk nr. 11 verzoekt de regering om in Europees
verband te pleiten voor een verplichte wachttijd tussen het aankopen en
verkopen van cryptoactiva om prijsmanipulatie te voorkomen — "pump and
dump", zoals de heer Van der Lee het ook noemde. Als ik de motie zo mag
lezen dat we dat meenemen in de onderhandelingen over MiCA 2, dan geef
ik haar oordeel Kamer.
De motie-Joseph op stuk nr. 12 bevat een terecht verzoek. Die zegt:
regering, ga nou onderzoeken hoe wij bij aankomende Europese wetgeving
de regeldruk beter toetsen. Ik moet daar gelijk bij zeggen dat ik me
hier op het terrein bevind van de ministers van Buitenlandse Zaken en
Economische Zaken. Om er een beetje de vaart in te houden wil ik de
motie graag oordeel Kamer geven, maar met de kanttekening dat ik
daarover moet overleggen met mijn collega's. Dat heb ik nog niet gedaan.
Als zij tot een ander oordeel komen en de motie wel is aangenomen, dan
kom ik gewoon weer bij u op de lijn. Ik denk dat het belangrijkste is
dat wij ervoor gaan zorgen dat we dat beter in beeld hebben en dat het
geen afvinkboxje wordt in die fiches. Maar daar verstaan wij elkaar goed
over en zo neem ik het ook mee naar het kabinet.
De motie-Joseph op stuk nr. 13 verzoekt de regering om deze wetgeving al
na een jaar te evalueren. Nou, dan ga ik voor het eerst die nieuwe
categorie inzetten: die acht ik overbodig, omdat in de verordening reeds
een uitgebreide evaluatiebepaling is opgenomen. In 2027 wordt de TFR
geëvalueerd door de Europese Commissie en in 2025 komt er al een
tussentijds rapport. Dat is dus al komend jaar. Deze bepaling werkt
rechtstreeks door omdat het een verordening is. Een evaluatie van deze
uitvoeringswet op nationaal niveau voegt in die zin weinig toe,
aangezien de wet die we nu bespreken, enkel de toezichthouders aanwijst
en de andere wijzigingen rechtstreeks voortvloeien uit de verordening.
Ik zou haar dus willen appreciëren als overbodig. Zou wou ik 'm
eigenlijk aan uw Kamer meegeven.
De voorzitter:
Ik kijk nog even naar mevrouw Joseph om te zien of dat nog leidt tot een
actie met betrekking tot deze motie. Wilt u haar intrekken of wilt u
haar toch in stemming brengen?
Mevrouw Joseph (NSC):
Ik wil er nog even naar kijken.
De voorzitter:
Ik kijk ook nog even naar de heer Van der Lee om te zien wat hij, met de
informatie die hij gekregen heeft, met zijn motie op stuk nr. 9
doet.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik ga nog even nadenken of ik haar aanhoud.
De voorzitter:
Jeetje, wat een denkende mensen allemaal!
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat ik haar ga aanhouden met het oog op de evaluatie die gaat
komen, maar ik overleg nog even, want ik moet dat in zo'n grote fractie
tegenwoordig allemaal bespreken.
De voorzitter:
Ik heb zelf ook nog een vraag namens de VVD. Die gaat vooral over de
motie op de stukken nrs. 10 en 11. De minister geeft aan: ik heb
voldoende en we gaan dat onderzoek nog doen. Maar nu zegt hij wel: ik ga
een meldplicht invoeren. We hebben ook een hele discussie gehad over
toezichtkosten en regeldruk. In mijn hoofd komt dat niet helemaal bij
elkaar.
Voor die motie op stuk nr. 11 geldt dat ook een beetje. Begrijp ik het
goed dat de minister zegt dat hij daarvoor gaat pleiten als deze motie
wordt aangenomen? Want dan wil ik eigenlijk wat meer zicht hebben op de
consequenties van zo'n verplichte wachttijd bij dat soort zaken.
Minister Heinen:
Ik doe de vraag van mevrouw De Vries even stap voor stap. De motie-Van
der Lee op stuk nr. 10 heb ik inderdaad oordeel Kamer gegeven, maar met
de interpretatie dat ik de uitkomst afwacht van het onderzoek naar de
vraag of die meldplicht mogelijk en zinvol is. Dat gaat daar natuurlijk
aan vooraf. Dan kan ik de motie oordeel Kamer geven. Mochten we nou tot
het oordeel komen dat het niet mogelijk is, dan houdt het feestje
sowieso op. Maar ook als we tot het inzicht komen dat het niet zinvol
is, zal ik de Kamer daar uiteraard nog over informeren.
De voorzitter:
…
Minister Heinen:
In het licht van het Kamerdebat dat wij hebben gevoerd: ja. Maar u vindt
mij waarschijnlijk te ruim in mijn oordelen. Dat haal ik hieruit. En u
had nog een tweede punt.
De voorzitter:
Ja, dat gaat over die verplichte wachttijd in de motie-Van der Lee op
stuk nr. 11. Voordat ik kan beoordelen of ik hier voor of tegen ben,
vind ik dat ik de consequenties moet overzien. Ik heb dat nu eigenlijk
niet goed, moet ik eerlijk zeggen. Ik weet niet wat de gevolgen ervan
zijn als ik hier voorstem, en ook niet of ik heel rare dingen doe als ik
tegenstem. Eigenlijk is mijn verzoek om meer informatie te krijgen over
de consequenties.
Minister Heinen:
Die informatie zou u eigenlijk moeten vragen aan de indiener.
De voorzitter:
…
Minister Heinen:
Exact. De motie is zo algemeen gesteld dat … Daarbij heb ik ook de
kanttekening gemaakt dat ik het meeneem in de evaluatie en de
onderhandelingen. Voordat we die onderhandelingen ingaan, informeer ik
de Kamer uiteraard over de inzet en de vorderingen van die inzet. In die
zin houdt u vinger aan de pols. Maar omdat de motie zo algemeen is
geformuleerd, kan ik haar oordeel Kamer geven. Wat de zoektocht naar de
interpretatie betreft; hoe strak de indiener die ziet, is ook aan hem.
Maar ik keek hem diep in de ogen en ik zag dat hij het kabinet hier de
ruimte gaf.
De voorzitter:
De heer Faddegon had ook nog een vraag hierover en dan kunnen we daarna
misschien nog de heer Van der Lee het woord geven over zijn eigen
motie.
De heer Faddegon (PVV):
Het was even nieuw voor mij dat we hier ook moties bespreken. Dat vind
ik eigenlijk wel leuk. Ik had net een klein onderonsje met mijn collega
van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Ik zei tegen hem: die verplichte
wachttijd komt erop neer dat je alle daytraders hun beroep ontneemt. Ik
hoop dat de minister zich dat realiseert als de motie zou worden
aangenomen in de Kamer.
Minister Heinen:
Laat me daar dan dit op zeggen: er wordt niks besloten zonder dat de
Kamer is geïnformeerd. Het element dat hier wordt aangedragen, erken ik
natuurlijk ook direct. Ik interpreteer de motie en ook de inbreng van de
heer Van der Lee zo dat hij zegt: kijk nou hoe je dat pump and dump kan
aanpakken, dat speculatieve, dat we allemaal niet willen. Zo lees ik de
motie. Het is natuurlijk ook niet de bedoeling dat we transacties op de
minuut of op de seconde gaan monitoren, maar dat is ook niet wat de heer
Van der Lee bedoelde. Maar hij gaat uiteraard over zijn eigen woorden.
Ik zie hem naar de microfoon grijpen.
De voorzitter:
Meneer Van der Lee, kunt u met de interpretatie van de minister leven of
geeft u er nog een eigen interpretatie aan?
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Nee, ik kan daar natuurlijk mee leven, maar de intentie is natuurlijk om
pump and dump aan te pakken. Dat wil niet zeggen dat iedere transactie
een wachttijd moet krijgen, maar als er plotseling heel grote volumes in
korte tijd behandeld worden, dan is er iets geks gaande. Dan zou je
moeten kunnen ingrijpen. Daar zou een wachttijd een optie bij kunnen
zijn. Het is gewoon het verzoek aan de minister om, gelet op de nieuwe
wetgeving en de evaluatie, Europees goed te bekijken hoe we zo effectief
mogelijk die excessen, die uitwassen, kunnen voorkomen om de reguliere
mensen die in crypto's stappen juist te kunnen beschermen.
De voorzitter:
Oké. Dan zijn we daarmee aan het einde van de behandeling gekomen.
Wellicht kan de heer Van der Lee nog even kijken naar de exacte
formulering van de motie, maar dat verzoek doe ik dan als
VVD-woordvoerder.
Dan hebben we vijf moties. Daar gaat niet morgen al over gestemd worden,
maar dinsdag over een week. En ik denk dat ik nog een aantal
toezeggingen heb. Nou, dat zijn hele kleine lettertjes! Haha. Even
kijken.
Een toezegging aan de heer Van der Lee. De minister rapporteert over hoe het toezicht zich ontwikkelt in andere jurisdicties dan de EU en komt hier in de evaluatie op terug.
Een toezegging aan mevrouw De Vries. De minister gaat samen met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Economische Zaken uitzoeken hoe regeldruktoetsen kunnen worden meegenomen in het proces van het opstellen van BNC-fiches, en hierover schriftelijk terugkoppelen.
Een toezegging aan mevrouw Joseph. De minister zal het impactassessment op de Europese regelgeving meesturen naar de Kamer.
Dan nog een toezegging aan mevrouw Joseph. De minister zal de Kamer voor het einde informeren over het voorkomen van discriminatie in de financiële sector. Maar dat was volgens mij al een staande toezegging, dus die hoeven we niet specifiek nog een keer apart te noemen, denk ik. Ja, we kunnen 'm nog een keer opschrijven, hoor.
Dan een toezegging aan mevrouw De Vries. De minister rapporteert over de efficiëntie van het toezicht in het nieuwe kostenkader. Ik meende dat daarbij ook nog gekeken wordt naar de verhouding tussen klein en groot.
Dan zie ik hier nog iets staan: een toezegging over 1448 inzake
reclame? Ik kijk even naar de minister: wat heeft u toegezegd over
reclame aan de heer Van der Lee? Anders is het geen toezegging.
Minister Heinen:
Dat is het lopende onderzoek begin 2025. "Eerste kwartaal" moet ik dan
formeel zeggen, maar ik begreep dat die al vrij ver gevorderd is.
De voorzitter:
De minister informeert de Kamer in het eerste kwartaal over ongewenste
beïnvloeding bij financiële producten. Dat onderzoek gaat naar de Kamer
toe? Ja.
Nou, dan dank ik iedereen voor de bijdragen. Ik dank de minister en de
ambtelijke ondersteuning natuurlijk. Dan zijn we daarmee gekomen aan het
einde van dit wetgevingsoverleg. Wij hebben in elk geval wel efficiënt
vergaderd, want we zijn eerder klaar dan de planning was.
Sluiting 17.38 uur.
ONGECORRIGEERD STENOGRAM Aan ongecorrigeerde verslagen kan geen enkel recht worden ontleend. Uit ongecorrigeerde verslagen mag niet letterlijk worden geciteerd. Inlichtingen: verslagdienst@tweedekamer.nl |
---|