Lijst van vragen en antwoorden over reactie op verzoek commissie over een kwantitatief overzicht op welke specifieke subsidies en met welke bedragen de rijksbrede taakstelling op subsidies en de korting op specifieke uitkeringen neerslaan in de JenV begroting en daarbij specifiek in te gaan op de uitvoeringsorganisaties (Kamerstuk 36600-VI-28) en de nota van wijziging inzake Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025 (Kamerstuk 36600-VI, nr. 31).
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025
Lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2024D45069, datum: 2024-11-22, bijgewerkt: 2024-12-18 08:27, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-VI-42).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J. Pool, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid (PVV)
- Mede ondertekenaar: B.A. Paauwe, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VI-42 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z18906:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-11-21 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-28 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025
Nr. 42 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 22 november 2024
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brief van 13 november 2024 inzake reactie op verzoek commissie over een kwantitatief overzicht op welke specifieke subsidies en met welke bedragen de rijksbrede taakstelling op subsidies en de korting op specifieke uitkeringen neerslaan in de JenV begroting en daarbij specifiek in te gaan op de uitvoeringsorganisaties (Kamerstuk 36 600 VI, nr. 28) en de nota van wijziging inzake Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025 (Kamerstuk 36 600 VI, nr. 31).
De Minister en Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 20 november 2024. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Pool
Adjunct-griffier van de commissie,
Paauwe
Vraag (1):
Kunt u aangeven welke prostitutie-uitstaporganisaties subsidie ontvangen en hoeveel?
Antwoord:
De Decentralisatie Uitkering Uitstapprogramma’s Prostituees betreft een decentrale uitkering aan centrumgemeenten, die deze middelen zelf besteden. Het Ministerie van JenV heeft over deze besteding geen zeggenschap en heeft dan ook geen zicht op de organisaties die vanuit deze uitkering subsidie ontvangen.
Vraag (2):
Kunt u aangeven wat de huidige middelen voor de Decentralisatie Uitkering Uitstapprogramma's Prostituees zijn?
Antwoord:
Vanaf 2023 wordt jaarlijks structureel 6 miljoen euro uitgekeerd aan achttien centrumgemeenten.
Vraag (3):
Is het mogelijk om een subsidie 23–25 tussentijds af te breken?
Antwoord:
De subsidies die ieder jaar opnieuw worden verstrekt, kunnen in drie jaar tijd worden afgebouwd als ervoor wordt gekozen deze te beëindigen. Projectsubsidies eindigen uit zichzelf.
Vraag (4):
Kunt u aangeven welke uitgaven ten behoeve van opdrachten en bijdragen voor het experiment gesloten coffeeshopketen in 2025 gepland staan?
Antwoord:
Ten behoeve van bijdragen staan voor het experiment gesloten coffeeshopketen in totaal (incl. bijdrage VWS) 2,6 miljoen euro gepland en ten behoeve van opdrachten 0,4 miljoen euro.
Vraag (5):
Kunt u aangeven wat het experiment gesloten coffeeshopketen tot nu toe heeft gekost aan opdrachten en uitgaven? Kunt u deze bedragen uitsplitsen?
Antwoord:
Het experiment gesloten coffeeshopketen is een gezamenlijke opgave van de Ministeries van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De totale kosten van het experiment gesloten coffeeshopketen voor de ministeries gezamenlijk vielen van 2017 tot en met 2019 jaarlijks binnen het budgetkader van 2 miljoen euro.
Vanaf 2020 tot en met 2024 waren de totale kosten jaarlijks circa 4 miljoen euro. Het Ministerie van JenV draagt hiervan de helft. De kosten zien bijvoorbeeld op het toezicht door de Inspectie van Justitie en Veiligheid (hierna: IJenV) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA), maar ook de ontwikkeling en het gebruik van het track en trace-systeem, een preventieaanpak, wetenschappelijke onderzoeken naar de effecten, en een tegemoetkoming aan de deelnemende coffeeshopgemeenten vanwege extra wettelijke taken.
De uitsplitsing van de kosten is voor 2020 tot en met 2024:
Toezicht en handhaving (IJenV en NVWA): 5,7 miljoen euro
Onderzoek: 1,3 miljoen euro
Tegemoetkoming gemeenten: 7,2 miljoen euro
Track en tracesysteem: 4,3 miljoen euro
Preventieaanpak: 0,35 miljoen euro
En enkele overige incidentele kosten zoals Bibob-onderzoeken of onderzoeken naar gewasbeschermingsmiddelen.
De verwachting is dat komende jaren de totale kosten lager zijn, onder andere doordat het track and trace-systeem is opgeleverd en diverse voorbereidingskosten zijn afgehandeld.
Vraag (6):
Wat betekent de subsidietaakstelling voor de Stichting Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Politie en haar werkzaamheden tussen 2025 en 2029? Welke taken kan zij door de taakstelling naar verwachting niet meer uitvoeren?
Antwoord:
De Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie (SAOP) heeft in 2024, conform de gemaakte afspraken in het Georganiseerd Overleg Politievakbonden, de volledig aangevraagde subsidie ontvangen. Deze subsidie zal ook in 2025 beschikbaar zijn en voor 2025 is er niet minder begroot voor deze stichting dan in 2024. De hoogte van de subsidie voor de jaren 2026 e.v. zal (jaarlijks) worden bepaald op basis van de behoeftestelling en zal worden vastgesteld middels de toekenningsbrief aan de Stichting.
Vraag (7):
Welke subsidies vallen onder het subsidiebudget overig (31.3.4.29)?
Antwoord:
Dit betreft een budget voor incidentele subsidies aan verschillende organisaties. De subsidies die hieruit worden verstrekt verschillen dan ook per jaar. In 2023 betroffen de uitgaven uit dit budget voornamelijk de subsidie voor de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) en de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) voor de versterking forensische geneeskunde zoals toegelicht in het Jaarverslag van Justitie en Veiligheid over 2023.
Vraag (8):
Welke subsidies vallen er onder Subsidies Opsporing (31.3.4.20)? Op welke manieren wordt de opsporing geraakt door deze taakstelling en bij welke organisaties slaat deze neer?
Antwoord:
Subsidies Opsporing (31.3.4.20) wordt verstrekt aan de onafhankelijke Stichting Meld Misdaad Anoniem voor de exploitatie van de meldlijn Meld Misdaad Anoniem, zodat burgers anoniem en daarmee makkelijker een bijdrage kunnen leveren aan de bestrijding van criminaliteit in Nederland.
Vraag (9):
Welke subsidies vallen onder het subsidiebudget overig (32.3.4.29)?
Antwoord:
Uit het subsidiebudget overig (32.3.4.29) wordt een breed scala aan subsidies betaald. De drie belangrijkste zijn:
De subsidie voor de groene boa’s. Dit betreft een tegemoetkoming in kosten die publieke en particuliere werkgevers van groene boa’s in loondienst en vrijwillige groene boa’s voor hen maken, zoals loonkosten en werk-gerelateerde uitrusting- en opleidingen.
De subsidie in het kader van weerbaarheid juridische beroepen aan de NOvA en de KBVG. Het doel hiervan is het tegengaan van ondermijning in het publieke domein.
De subsidies in het kader van e-Justice BBV aan de uitvoerende organisaties, zoals de KBVG.
Vraag (10):
Wat betekent de subsidietaakstelling voor het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en de uitvoering van zijn werkzaamheden tussen 2025 en 2029? Hoe verhouden de bezuinigingen op het CCV zich tot eerder uitgesproken beleidsintenties en het hoofdlijnenakkoord, waarin expliciet wordt aangeven dat nationale veiligheid een speerpunt is en preventie en repressie twee kanten van dezelfde medaille vormen voor effectief veiligheidsbeleid?
Antwoord:
Deze taakstelling is een algemene taakstelling op subsidies en volgt uit het Hoofdlijnenakkoord. De taakstelling is reeds ingeboekt op de subsidiebudgetten op de JenV-begroting. JenV is in het kader van een zorgvuldig proces, voornemens om te bezien of de consequenties voor de subsidiepartners gemitigeerd kunnen worden indien dit leidt tot onoverkomenlijkheden in de maatschappelijke opdracht. Bij Voorjaarsnota 2025 wordt nader bekeken of een herschikking van de subsidietaakstelling binnen de JenV-begroting voor 2025 nodig is. Dit geeft tijd om, samen met de partners, zorgvuldig te bezien wat de gevolgen van een korting van de subsidies zijn.
Vraag (11):
Welke subsidies vallen onder het subsidiebudget overig (33.3.4.29)?
Antwoord:
De subsidies die vallen onder het subsidiebudget overig (33.3.4.29) betreffen subsidies ten behoeve van het opsporings- en vervolgingsbeleid, te weten: de Fraudehelpdesk, het Coördinatiecentrum tegen mensenhandel (Comensha), het Meldpunt Online Discriminatie (MOD), en Offlimits en de aanpak van kindermisbruik, online content, mensenhandel, (online) fraude, corruptie en misbruik rechtspersonen.
Vraag (12):
Hoe verschillen de subsidietaakstelling voor het CCV met nummer 33.2.4.20 en de subsidietaakstelling voor het CCV met nummer 33.3.4.20 van elkaar?
Antwoord:
Op de subsidies voor het CCV voor beleidsdoelstelling 33.2.4.20 (veiligheid en lokaal bestuur) en 33.3.4.20 (opsporings- en vervolgingsbeleid) zijn dezelfde (percentuele) kortingen toegepast voortvloeiend uit het Hoofdlijnenakkoord.
Vraag (13):
Welke subsidies vallen onder het subsidiebudget overig (34.3.4.29)?
Antwoord:
Geen subsidie. Er staat geen budget op dit instrument en vanaf 1 januari 2025 zal dit instrument ook niet meer in gebruik zijn.
Vraag (14):
Welke werkzaamheden en organisaties vallen onder de subsidies aanpak criminaliteitsfenomenen? Wat betekent de taakstelling voor deze werkzaamheden en organisaties tussen 2025 en 2029?
Antwoord:
Het voorkomen en aanpakken (van risicofactoren) van geweld in den brede en overige fenomenen is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van burgers, overheid, bedrijven en andere maatschappelijke instanties. Continue aandacht vanuit deze partijen is noodzakelijk om de geboekte resultaten binnen het Koninkrijk te verduurzamen en pas te houden met nieuwe ontwikkelingen. In 2025 is publiek-private samenwerking weer onderdeel van het programma van de Taskforce Overvallen. Deze subsidies worden verstrekt aan organisaties en stichtingen op het gebied van overvallen, woninginbraken, straatroven, heling, online criminaliteit, expressief (online) geweld en gedragsinterventies.
De taakstelling is reeds ingeboekt voor de verschillende subsidies. Bij Voorjaarsnota 2025 wordt bekeken of een herschikking van de subsidietaakstelling binnen de JenV-begroting nodig is. Dit geeft tijd om, samen met de partners, zorgvuldig te bezien welke subsidies gekort kunnen worden en wat de consequenties daarvan zijn. Dit heeft echter voor 2025 geen effect op de lopende subsidies.
Vraag (15):
Wat betekent de oplopende subsidietaakstelling voor het Juridisch Loket voor de jaren 2025 tot en met 2029? Welke activiteiten kan het hierdoor minder doen?
Antwoord:
Bij Voorjaarsnota 2025 wordt nader bekeken of een herschikking van de subsidietaakstelling binnen de JenV-begroting voor 2025 mogelijk is. Dit geeft tijd om, samen met de partners, zorgvuldig te bezien wat de gevolgen van een korting van de subsidies zijn.
Vraag (16):
Hoeveel geld gaat er in totaal naar het Juridisch Loket in de jaren 2025 tot en met 2029, hierbij de middelen voor het extra versterken van de toegang tot het recht én de subsidietaakstelling meenemende?
Antwoord:
Van de intensiveringsmiddelen uit het regeerprogramma voor «Goed bestuur en Sterke Rechtsstaat» wordt € 7 miljoen euro voor 2025 en daarna € 14 miljoen euro structureel toegevoegd aan het begrotingsartikel waarmee het Juridisch Loket wordt gefinancierd.
Bij Voorjaarsnota 2025 wordt nader bekeken of een herschikking van de subsidietaakstelling binnen de JenV-begroting voor 2025 mogelijk is. Dit geeft tijd om, samen met de partners, zorgvuldig te bezien wat de gevolgen van een korting van de subsidies zijn.
Vraag (17):
Waarom is er sprake van een subsidietaakstelling op het Juridisch Loket, terwijl dit een rechtspersoon is met een wettelijke taak, zoals genoemd in de lijst rechtspersonen met wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer?
Antwoord:
De Algemene Rekenkamer beschouwt het Juridisch Loket als rechtspersoon met wettelijke taak. De Wet op de rechtsbijstand noemt het Juridisch Loket niet, maar vermeldt dat het bestuur van de Raad voor rechtsbijstand een afzonderlijke voorziening treft die belast is met de «verlening van rechtshulp, het bevorderen van het gebruik van mediation, het verwijzen naar een mediator alsmede met het benaderen van de wederpartij van de rechtzoekende met het oog op mediation» (artikel 7, tweede lid Wrb).
In het wetsvoorstel waar het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand aan werkt, zullen de positie en taken van het Juridisch Loket in de wet expliciet gemaakt en geborgd worden.
Vraag (18):
Is het Juridisch Loket een rechtspersoon met een wettelijke taak gezien de opdracht die het Juridisch Loket krijgt van u?
Antwoord:
Zie hiervoor het antwoord op vraag 17.
Vraag (19):
Hoe is er gekomen tot de invulling en verdeling van de taakstelling op de verschillende subsidiebudgetten? Is daar onderbouwende besluitvorming over geweest? Zo ja, is het mogelijk die naar de Kamer te sturen?
Antwoord:
De taakstelling is nu op basis van de budgetten in de begroting evenredig verwerkt. Daarbij is het zo dat alleen subsidies worden gekort die niet al op een andere wijze door het Hoofdlijnenakkoord worden geraakt. Alle subsidieartikelen van JenV vallen in de grondslag. Bij Voorjaarsnota 2025 wordt nader bekeken of een herschikking van de subsidietaakstelling binnen de JenV-begroting voor 2025 nodig is. Er is nu dus geen aanvullende onderbouwing naar de Kamer te sturen.
Vraag (20):
Hoe verhoudt de subsidietaakstelling op jeugdbescherming zich tot de ambities en plannen van het kabinet, zoals ook genoemd in de begroting om het jeugdbeschermingsstelsel te verbeteren?
Antwoord:
Conform regeerprogramma is de korting op de subsidiebudgetten toegepast. Bij Voorjaarsnota 2025 wordt bekeken of een herschikking van de subsidietaakstelling binnen de JenV-begroting nodig is. Dit geeft tijd om, samen met de partners, zorgvuldig te bezien welke subsidies gekort kunnen worden en wat de consequenties daarvan zijn. Dit heeft echter voor 2025 geen effect op de lopende subsidies.
Vraag (21):
Wat betekent de subsidietaakstelling voor het Nederlandse Rode Kruis voor zijn werkzaamheden tussen 2025 en 2029?
Antwoord:
Bij de Voorjaarsnota 2025 zal worden bezien of een herschikking van de subsidietaakstelling voor 2025 en 2026 binnen de JenV-begroting nodig is.
Vraag (22):
Wat betekent de subsidietaakstelling voor het Nationaal Veiligheidsinstituut en voor zijn werkzaamheden tussen 2025 en 2029?
Antwoord:
NVI=Korpora. Zie het antwoord op vraag 21.
Vraag (23):
Welke subsidies vallen onder het subsidiebudget overig (36.2.4.29)?
Antwoord:
Onder het subsidiebudget op artikel 36.2.4.29 vallen subsidies aan:
Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters – crisisondersteuning en de Nederlandse Brandwonden Stichting.
Nederlandse orde van advocaten
Nederlandse vereniging van journalisten
Stadhuis Den Haag
Stichting Prins Bernard cultuurfonds (Z.O.Z.)
Universiteit Utrecht, onderzoek in dynamiek (sociale) media, politiek en straat en uitbouwen programma TerInfo
Technische Universiteit Eindhoven, onderzoek naar plaatsingstoets forensisch beschermd wonen
Universiteit Leiden, onderzoek naar de intergenerationele overdracht van extremistische denkbeelden in Nederland
BlueBridgeGroup
Online Harms foundation
Stichting Internationale Centre for Counter Terrorism
Vraag (24):
Wat betekenen de subsidietaakstellingen op artikel 31 voor Meld Misdaad Anoniem? Hoe verhoudt zich dit tot de ambitie van het kabinet op het gebied van opsporing? Welke werkzaamheden kan Meld Misdaad Anoniem hierdoor naar verwachting niet meer uitvoeren tussen 2025 en 2029?
Antwoord:
Het effect van de generieke subsidiekorting voor het subsidiebudget van Meld Misdaad Anoniem wordt uit de door het kabinet bij de augustusbrief toegevoegde middelen voor de politie gecompenseerd. Hiermee wordt de bekostiging van het meldpunt op het huidige niveau geborgd en is er dus ook geen sprake van werkzaamheden die niet meer kunnen worden uitgevoerd.
Vraag (25):
Wat betekenen de subsidietaakstellingen op artikel 36 voor Stichting Korpora, het Nederlands Genootschap van Burgemeesters – crisisondersteuning en de Nederlandse Brandwonden Stichting? Kunt u dit uitsplitsen per organisatie en toelichten welke werkzaamheden deze organisaties hierdoor naar verwachting niet meer kunnen uitvoeren tussen 2025 en 2029?
Antwoord:
Binnen artikel 36 is de korting conform regeerprogramma toegepast op de subsidiebudgetten. Zie het antwoord op vraag 21.
Vraag (26):
Wanneer wordt bekeken of de taakstellingen blijven staan of dat een herschikking van de subsidietaakstelling binnen de JenV-begroting nodig is? Wordt dit voor de Voorjaarsnota 2025 met de Kamer gedeeld?
Antwoord:
JenV is in het kader van een zorgvuldig proces voornemens om te bezien of de consequenties voor de subsidiepartners gemitigeerd kunnen worden indien dit leidt tot onoverkomelijke belemmeringen in de uitvoering van de maatschappelijke opdracht aan een ketenpartner. Bij Voorjaarsnota 2025 wordt nader bekeken of een herschikking van de subsidietaakstelling binnen de JenV-begroting voor 2025 nodig is. Dit geeft tijd om, samen met de partners, zorgvuldig te bezien wat de gevolgen van een korting van de subsidies zijn voor de verschillende ketenpartners. De Kamer zal hierover bij Voorjaarsnota en de aanhangende eerste suppletoire begroting van Justitie en Veiligheid worden geïnformeerd.
Vraag (27):
Welke subsidies vallen onder 34.5.4.20 / Subsidies jeugdbescherming en jeugdsancties? Wat gaat deze taakstelling betekenen voor de organisaties die onder deze subsidies vallen? Welke activiteiten kunnen zij niet meer doen?
Antwoord:
Onder 34.5.4.20 vallen subsidies op het gebied van jeugdbescherming en jeugdsancties aan de volgende instellingen: Jeugdautoriteit, Erasmus Universiteit, Zorg en Jeugd Caribisch Nederland, Verweij-Jonker Instituut, Jeugdzorg Nederland, Gecertificeerde Instellingen, Landelijk en Bestuurlijk Netwerk Zorg-Straf, Veilig Thuis, Ondersteuningsteam UHP-KOT en de proeftuinen in het kader van Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, William Schikker Stichting, Nederlands Jeugdinstituut, Stichting Centrum Internationale Kinderontvoering en Stichting Fiom.
Alle organisaties worden in kennis gesteld dat er een subsidietaakstelling is doorgevoerd op dit begrotingsartikel, waardoor er minder subsidiebudget beschikbaar is. Op basis van de subsidieaanvragen vindt elk jaar een beoordeling plaats welke subsidies worden toegekend. Deze zullen moeten passen binnen het lagere beschikbare subsidiebudget. In de praktijk kan dit betekenen dat niet alle subsidieaanvragen worden gehonoreerd.
Vraag (28):
Kunt u toevoegen wat de netto meerjarige en structurele reeks te ontvangen middelen zal zijn? Kunt u hierbij de beste inschatting geven inclusief bijstelling met loon- en prijsontwikkeling en inclusief de subsidietaakstellingen en andere bezuinigingen?
Antwoord:
Buiten de geraamde ontvangsten op de begroting van Justitie en Veiligheid is nog geen schatting te geven of en welke middelen Justitie en Veiligheid aanvullend zal ontvangen de komende jaren. Dat geldt ook voor eventuele bezuinigingen. Het kabinet besluit in het voorjaar over het uitkeren van loon- en prijsbijstelling op de begroting.
Vraag (29):
Zijn er na de nota van wijziging nog onverdeelde middelen op de begroting die vrij te besteden zijn?
Antwoord:
Op het artikel nog onverdeeld hebben alle middelen een beleidsmatige besteding. In de nota van wijziging is het grootste gedeelte van de middelen voor nationale veiligheid en politie en de veiligheidsketen doorverdeeld. Voor het restant is ook een besteding, maar dat zal op een later moment in de begroting worden doorverdeeld naar de beleidsartikelen.
Vraag (30):
Hoeveel van de 14 miljoen euro voor het extra versterken van de toegang tot het recht gaat naar het Juridisch Loket? Hoe verhoudt deze investering zich tot de taakstelling op het Juridisch Loket die in het overzicht rijksbrede taakstelling op subsidies en specifieke uitkeringen te vinden is?
Antwoord:
De nota van wijziging voegt 7 miljoen toe aan het budget voor het Juridisch Loket in 2025, en vanaf 2026 gaat het om 14 miljoen. De investeringsreeks staat los van de subsidietaakstelling.
Vraag (31):
Naar wie gaan de incidentele middelen (3,4 miljoen euro in 2025 en 2,1 miljoen euro in 2026) voor maatregelen in het kader van de versterking van de toegang tot het recht?
Antwoord:
Het kabinet heeft incidentele middelen ter beschikking gesteld voor de versterking van de toegang tot het recht. De invulling van deze middelen wordt momenteel nader uitgewerkt in overleg met de ketenpartners die werken aan het versterken van de toegang tot het recht.
Het kabinet vindt een goede toegang tot een laagdrempelige voorziening, waar burgers geholpen worden met hun (juridische) vraag of probleem van belang. Betrouwbare, persoonlijke en kosteloze hulp in de buurt, in alle regio’s, zodat problemen zo vroeg en goed mogelijk opgelost kunnen worden, juridische procedures minder nodig zijn en mensen weer regie en vertrouwen ervaren. Er is behoefte aan landelijke regie, zodat een landelijk dekkend en doeltreffend netwerk aan sociaaljuridische hulp (ook wel eerstelijns rechtshulp) gevormd kan worden. Om te verkennen hoe dit het best vorm kan krijgen worden in 2025 en 2026 incidentele middelen.
Vraag (32):
Wat houdt de regionale coördinatie in die het Juridisch Loket gaat voeren om het aanbod aan rechtshulp en sociaaljuridische ondersteuning beter op elkaar af te stemmen? Zijn hier naar verwachting extra middelen of personeel voor nodig? Op welke manier vindt de coördinatie op dit moment plaats?
Antwoord:
Regionale coördinatie door het Juridisch Loket zal primair betrekking hebben op het coördineren van eerstelijns (sociaal)juridisch aanbod in de regio. Het Juridisch Loket heeft reeds stappen gezet om de regionalisering van de organisatievorm te geven, van waaruit ook de coördinerende rol ontwikkeld en uitgevoerd kan gaan worden. Het Juridisch Loket heeft hier een nieuwe functie voor in het leven geroepen: de regioregisseur. De meerkosten van deze functie en bijkomende activiteiten zijn onderdeel van de jaarplan- en financieringscyclus.
Op dit moment is nog weinig sprake van coördinatie. Wel zijn er samenwerkingsverbanden op lokaal of regionaal niveau.
Vraag (33):
Hoe verhouden de investeringen in hoogwaardige middelen voor de opsporing van 10 miljoen euro zich tot de subsidietaakstelling op opsporing (31.3.4.29)?
Antwoord:
De investeringen in hoogwaardige middelen voor de opsporing betreffen investeringen in de politieorganisatie conform het regeerprogramma. De subsidietaakstelling op opsporing betreft een generieke taakstelling op Meld Misdaad Anoniem die wordt gecompenseerd uit middelen voor versterking van de nationale veiligheid.
Vraag (34):
Valt door de 14,4 miljoen euro voor rechtsbescherming in de jeugdbescherming te concluderen dat de pilot «Kosteloze rechtsbijstand kinderbescherming» structureel beleid gaat worden vanaf 1 januari 2025? Hoeveel geld kost het structureel maken van deze pilot?
Antwoord:
Naar aanleiding van de positieve evaluatie van de pilot Kosteloze rechtsbijstand kinderbescherming wordt deze pilot per 1 januari 2025 verlengd voor een periode van twee jaar. De verwachting is dat per 1 januari 2027 nieuwe regelgeving op het gebied van rechtsbescherming in de jeugdbescherming in werking zal treden. Hierin zal dan de kosteloze rechtsbijstand structureel worden verankerd. Mede op basis van de ervaringen met de pilot worden de kosten van deze structurele regeling momenteel geraamd op 14,4 miljoen euro. De komende maanden zal hierover nadere afstemming plaatsvinden met de ketenpartners.
Vraag (35):
Hoe worden de middelen voor de aanpak van lokale criminaliteit (12,7 miljoen euro; artikelen 31, 32 en 33) ingezet? Wordt dit uitgesplitst per regio en, zo ja, op welke manier?
Antwoord:
De middelen worden vooral ingezet voor extra personeel en materieel bij politie en voor keteneffecten bij het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak. De politie zal extra specialistische zijinstromers werven die met een opleiding van een aantal maanden aan de slag kunnen voor de tactische opsporing in de basisteams. Zo kan er de komende jaren meer capaciteit voor de opsporing van veelvoorkomende criminaliteit worden gerealiseerd. De precieze invulling van de formatie en verdeling over de eenheden vindt op een later moment plaats.
Vraag (36):
Waarom wordt specifiek benoemd dat het kabinet middelen inzet om het meldpunt Meld Misdaad Anoniem in het belang van de meldingsbereidheid te ontzien van de generieke subsidiekorting? Betekent dit dat andere regelingen niet zullen worden ontzien?
Antwoord:
In het kader van het Hoofdlijnenakkoord is gekozen voor een generieke maatregel die alle subsidies betreft. De korting is ook toegepast op de subsidie voor het meldpunt Meld Misdaad Anoniem, en vervolgens is ervoor gekozen om een deel van de bij de augustusbrief aanvullend beschikbaar gestelde middelen aan te wenden om deze korting te compenseren en de bekostiging van het Meldpunt daarmee op het huidige niveau te handhaven.
Vraag (37):
Valt posttraumatische stressstoornis (PTSS) ook onder het in 2025 in werking tredende nieuwe stelsel voor beroepsgerelateerde gezondheidsklachten bij de politie?
Antwoord:
Ja, zolang dit in overwegende mate beroepsgerelateerd is.