[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Landelijke ophok- en afschermplicht vogelgriep

Vogelpest (Aviaire influenza)

Brief regering

Nummer: 2024D45197, datum: 2024-11-20, bijgewerkt: 2024-11-20 18:36, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28807 -305 Vogelpest (Aviaire influenza).

Onderdeel van zaak 2024Z18968:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Op 18 november jl. is vogelgriep vastgesteld op een biologisch legbedrijf in Putten, Gelderland. Daarover heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 28807 nr. 304). Inmiddels is bekend dat het om een hoogpathogene H5N1-type gaat. Op 20 november is daarnaast door de Duitse autoriteiten een besmetting van hoogpathogene vogelgriep (HPAI) vastgesteld op een kalkoenenbedrijf in Kleve, in de deelstaat Noordrijn-Westfalen, dicht bij de grens met Nederland. In mijn brief van 19 november heb ik gemeld dat de Deskundigengroep Dierziekten op 20 november een nieuwe risicobeoordeling zou geven, en dat ik mede op basis daarvan mijn beleid mogelijk zou wijzigen. In deze brief ga ik in op hun risicobeoordeling, de situatie in Duitsland, en het instellen van een landelijke ophok- en afschermplicht.

Risicobeoordeling Deskundigengroep Dierziekten
De deskundigen hebben de situatie rondom vogelgriep beoordeeld op basis van de recente ontwikkelingen, beschikbare informatie over uitbraken in andere lidstaten van de Europese Unie (EU) en vondsten van besmette wilde vogels in Nederland en de EU. Zij schatten de kans op besmetting van een pluimveebedrijf in heel Nederland als matig tot hoog, gegeven de recente uitbraak in Putten en de uitbraak in Kleve in Duitsland. Het door hen ingeschatte risico was op 29 oktober nog laag tot matig. De mate van onzekerheid blijft daarbij groot. Het verslag van de Deskundigengroep Dierziekten is bij deze brief gevoegd.

Aanpassing van beleid: landelijke ophok- en afschermplicht

Op basis van de recente ontwikkelingen en deze beoordeling heb ik besloten om een afscherm- en ophokplicht op te leggen voor alle houderijen met vogels in heel Nederland. Net als in de voorgaande jaren neem ik in mijn besluit verschillende aspecten mee: de dier- en volksgezondheid, dierenwelzijn, de maatschappelijke wens dat er in Nederland ruimte is voor vrije-uitloop, en de gevolgen van een uitbraak voor houders van dieren. Deze landelijke maatregel heeft als doel om de kans op besmetting van gehouden vogels te verkleinen, omdat hiermee de mate van contact tussen buitengehouden vogels en wilde vogels wordt verkleind. Ik realiseer mij dat houders van pluimvee met buitenuitloop en hobbyhouders daar het hardst door worden getroffen, maar acht de maatregel noodzakelijk ter preventie van uitbraken. Ik heb mijn besluit ambtelijk afgestemd met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Informatie over de besmetting in Duitsland

Naar aanleiding van de besmetting in Kleve heeft Duitsland een beperkingszone van 10 km ingesteld, conform de Europese verordening (EU) 2020/687. Een klein deel daarvan valt op Nederlands grondgebied, in Gelderland. Ik heb daarom voor dat deel een beperkingszone ingesteld, met de gebruikelijke maatregelen. De regeling daarvoor en het persbericht zijn gepubliceerd op Rijksoverheid.nl. Er ligt in dat gedeelte één locatie met vogels in de 10 km zone.

Monitoring viruscirculatie

De afgelopen weken zijn er voor zover bekend geen dode of levende wilde vogels met vogelgriepvirus aangetroffen in Nederland. Dat betekent niet dat het virus niet in Nederland voorkwam, zoals is geïllustreerd met de uitbraak in Putten. Dit fenomeen wordt ook gezien in andere EU-lidstaten. Het kan zijn dat een virusinfectie met deze variant niet tot ernstige ziekte of sterfte leidt bij wilde vogels. Dat is natuurlijk gunstig voor deze wildevogelpopulaties. Het kan echter ook zijn dat er slechts weinig vogels zijn besmet en dat die met de huidige monitoring niet worden gevonden. Beide zou interpretatie van de resultaten uit de monitoring lastiger maken. Hoe het komt dat er in de EU en in Nederland weinig wordt gevonden, is niet bekend. Ik zal met onderzoekers bekijken of er andere methoden zijn om de aanwezigheid van het vogelgriepvirus te monitoren, bijvoorbeeld in het milieu.

Tot slot

Gezien de epidemiologische situatie en mogelijke nog komende migratie van wilde vogels uit het oosten van Europa zal ik over vier weken de Deskundigengroep Dierziekten opnieuw om een risicobeoordeling vragen, tenzij er aanleiding is dit eerder te doen. Ik zal de Tweede Kamer van nieuwe, relevante ontwikkelingen op de hoogte houden.

Hoogachtend,

Femke Marije Wiersma

Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur