Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over reactie op verzoek commissie over een inhoudelijke en procesmatige toelichting op het intrekken van Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van zorgcontractering (Kamerstuk 36561-6)
Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van zorgcontractering
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D45288, datum: 2024-11-21, bijgewerkt: 2024-11-21 12:37, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: E.M. Sjerp, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2024Z16484:
- Indiener: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-10-23 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-06 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-11-20 14:00: Reactie op verzoek commissie over een inhoudelijke en procesmatige toelichting op het intrekken van Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van zorgcontractering (Kamerstuk 36561) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (š origineel)
36 561 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van zorgcontractering
Nr.
INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld ā¦ā¦ā¦ā¦. 2024
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 21 oktober 2024 inzake Reactie op verzoek commissie over een inhoudelijke en procesmatige toelichting op het intrekken van Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van zorgcontractering (Kamerstuk 36 561, nr. 6)
De op 21 november 2024 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de minister bij brief van ā¦ā¦. 2024 toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie,
Sjerp
Inhoudsopgave blz.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Reactie van de minister
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de minister op het verzoek van de commissie over een inhoudelijke en procesmatige toelichting op het intrekken van de Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van zorgcontractering en hebben hierover geen aanvullende vragen of opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben de brief van de minister met interesse gelezen. Genoemde leden zijn van mening dat het belangrijk is dat de zorg toegankelijk is voor iedereen, ongeacht de dikte van de portemonnee. Het wetsvoorstel vormde hier een risico voor, waar deze leden dan ook veel vragen over hadden gesteld. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie willen graag weten welke alternatieve afspraken in het aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord er zullen volgen over de met het wetsvoorstel beoogde doelstellingen. Wanneer ontvangt de Kamer deze afspraken en het aanvullende Zorg- en Welzijnsakkoord? Ook willen zij weten hoe het staat met de maatregelen uit het Integraal Zorgakkoord (IZA) om het contracteerproces te verbeteren en de transparantie over de contractering naar de patiƫnt te verbeteren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van het besluit tot intrekking van de Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van zorgcontractering. De door de commissie gevraagde inhoudelijke en procesmatige toelichting op dit besluit hebben deze verbazing niet weggenomen en de leden van de VVD-fractie hebben daarom enkele vragen. Allereerst vragen zij de minister wat het intrekken van het wetsvoorstel betekent voor de uitvoering van het Integraal Zorgakkoord en de transformatie naar passende zorg, waar in het wetsvoorstel naar verwezen wordt. Genoemde leden vinden dat de minister in haar toelichting op het besluit voorbijgaat aan het doel van contractering, namelijk het sturen op kwaliteit en doelmatigheid van zorg. Wat is volgens de minister het effect van contractering in het algemeen en het wetsvoorstel in het bijzonder als het gaat om kwaliteit en doelmatigheid van zorg? Wat is, vanuit dat oogpunt, de belangrijkste reden voor de minister om deze wet niet door te zetten?
Welke eventuele aanpassingen heeft de minister overwogen om de wet alsnog, gewijzigd, te laten behandelen door de beide Kamers en waarom heeft zij die alternatieven overwogen, maar ervoor gekozen om deze wet in te trekken?
Het contract tussen zorgaanbieder en -verzekeraar is een goed uitgangspunt voor kwalitatief goede, doelmatige en betaalbare zorg. Deze leden vinden de grote toename van ongecontracteerde zorg om verschillende redenen, ondersteund door diverse onderzoeken, onwenselijk. De belangrijkste reden is dat deze leden van mening zijn dat mensen recht hebben op kwalitatief goede en passende zorg, maar dat mensen zelf niet altijd van tevoren kunnen beoordelen of de geboden zorg dit is. Genoemde leden vinden dat het in te trekken wetsvoorstel het juist mogelijk maakt om transparante contractering te verbeteren. Hoe ziet de minister dit?
De minister geeft aan dat zij in het aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord alternatieve afspraken gaat maken ten aanzien van het met het wetsvoorstel beoogde doelstellingen als het gaat om de inzet van het schaarse zorgpersoneel. De leden van de VVD-fractie hebben het gevoel dat de minister daarmee belangrijke vraagstukken rondom kwaliteit en toegankelijkheid van zorg, en de schaarsheid van personeel, daarmee vooruit schuift. Is de minister dat met de leden eens? En welke afspraken is de minister van plan in het aanvullende akkoord vast te leggen, waarmee ze op bovenstaande onderwerpen verbeteringen realiseert? Het verbaast deze leden dat de minister eigenlijk niet ingaat op de beoogde doelstellingen uit het wetsvoorstel, zoals het sturen op kwaliteit en doelmatigheid.
Duizenden (kleine) zorgaanbieders hebben geen contract met een zorgverzekeraar en worden wel door zorgverzekeraars betaald, terwijl er nauwelijks directe controle op kwaliteit en doelmatigheid en betaalbaarheid mogelijk is. Er zijn enkele grotere zorgaanbieders, zelfstandige behandelcentra, aangetreden die geen contract met een zorgverzekeraar hebben, maar die met de vergoeding geen eigen bijdrage van verzekerden vragen. Deze aanbieders lijken voldoende te hebben aan het lagere vergoedingsbedrag en verstoren daarmee het speelveld van kwaliteit en doelmatigheid van zorg. Vindt de minister dat er plaats is in het zorglandschap voor deze ongecontracteerde zorgvormen? Wat voegen deze volgens haar toe? En als zij dit tegen wil gaan, hoe wil de minister dit dan doen nu ze het bevorderen van zorgcontractering niet bij wet wil vastleggen?
Wat de leden van de VVD-fractie betreft komt er een einde aan het vergoeden van ongecontracteerde zorg, zoals zij ook aangeven in het Zevenpunten plan tegen Zorgfraude1. In haar reactie op dit punt uit het plan gaat de minister enkel in op wijkverpleging. Hoe is de minister van plan om fraude in de zorg in andere sectoren aan te pakken? Zo is het voor frauderende zorgbedrijven makkelijk om na beƫindiging, vrij snel weer een ander zorgbedrijf op te richten om vervolgens op oude voet verder te gaan. De leden van de VVD-fractie vinden dit zeer onwenselijk. Welke stappen worden ondernomen om dit soort praktijken tegen te gaan? In hoeverre zijn beroeps- of sectorverboden overwogen en wat wordt gedaan om dit verder uit te werken?
De minister ziet met dit wetsvoorstel tweedeling ontstaan, zo lezen de leden van de VVD-fractie. De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd welke tweedeling de minister bedoelt en hoe zij verklaart dat deze wordt veroorzaakt door het verschil tussen gecontracteerde en ongecontracteerde zorg. Wat is de reden dat de minister wil dat mensen gebruikmaken van juist ongecontracteerde zorg terwijl deze zorg geen afspraken kent over kwaliteit, doelmatigheid, wachttijden en prijs? Kan zij dit nader toelichten?
De leden van de VVD-fractie vragen de minister in hoeverre een toename van ongecontracteerde zorg de afspraken in het Integraal Zorgakkoord onder druk kan zetten. Welke mogelijkheden ziet de minister om in dat geval partijen alsnog de zorginhoudelijke afspraken, al dan niet gezamenlijk, uit te laten voeren? En hoe kijkt de minister naar de betaalbaarheid van ongecontracteerde zorg in vergelijking met gecontracteerde zorg? De intrekking van het wetsvoorstel betekent dat de minister zich onthoudt van de antwoorden op de vragen die in het verslag door de fracties gesteld zijn. Dit terwijl veel van de gestelde vragen niet alleen van waarde zijn voor de behandeling van het wetsvoorstel, maar ook voor algemeen beleid als het gaat om het Integraal Zorgakkoord, de werking van contractering in het stelsel en kwaliteit en doelmatigheid. Is de minister bereid alsnog alle in het verslag gestelde vragen te beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Tot slot willen de leden van de VVD-fractie benadrukken dat zij niet achter het besluit van de minister staan om het wetsvoorstel in te trekken en vragen of zij bereid is haar besluit te heroverwegen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de minister over het voornemen om het wetsvoorstel tot Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van de zorgcontractering in te trekken. De bovengenoemde leden hebben hierover nog enkele vragen aan de minister.
De leden van de NSC-fractie verzoeken de minister toe te lichten hoe zij tot het besluit is gekomen om het wetsvoorstel tot wijziging van de Zorgverzekeringswet in te trekken en rekening heeft gehouden met de belangen van zorgverzekeraars, zorgaanbieders en patiƫnten. Welke specifieke maatregelen worden getroffen om te waarborgen dat de intrekking van dit wetsvoorstel geen negatieve gevolgen heeft voor de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg?
De leden van de NSC-fractie vragen of de minister al voorbeelden kan benoemen van alternatieve afspraken via het aanvullende Zorg- en Welzijnsakkoord. Ook zijn zij benieuwd wanneer de minister verwacht een concreet overzicht of plan naar de Kamer te kunnen sturen?
De leden van de NSC-fractie merken op dat het invoeren van een onafhankelijke indicatiestelling om ongecontracteerde wijkverpleging te waarborgen potentieel kan zorgen voor hogere administratieve lasten en/of langere wachttijden. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat deze ongewenste neveneffecten niet zullen optreden?
De leden van de NSC-fractie vragen of de minister herkent dat in landelijke en perifere gebieden vaak sprake is van een beperkte aanwezigheid van gecontracteerde zorgaanbieders. Kan de minister toelichten hoe zij de zorgtoegang in dergelijke regioās gaat waarborgen, als het aandeel gecontracteerde zorg afneemt? Welke maatregelen is zij bijvoorbeeld bereid om te treffen om zorgverzekeraars te stimuleren dat er voldoende zorgaanbieders gecontracteerd worden in deze gebieden en welke garanties worden geboden aan patiĆ«nten in deze gebieden?
De leden van de NSC-fractie vragen hoe de minister voorkomt dat kleinere en zelfstandige zorgaanbieders, zoals zzpāers in de wijkverpleging en ggz, in het nadeel worden gebracht door het intrekken van het wetsvoorstel. Welke maatregelen worden getroffen om ervoor te zorgen dat deze zorgaanbieders een eerlijke kans krijgen om gecontracteerd te worden en dat zij niet onnodig worden uitgesloten van het zorglandschap?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben de brief van de minister gelezen met betrekking tot het intrekken van het wetsvoorstel om contracteren van zorg te stimuleren. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie zien het contracteren van zorg als een belangrijk middel om passende zorg in Nederland te bevorderen en zo de zorg voor iedereen in Nederland goed en betaalbaar te houden. Hoe kijkt de minister hiernaar?
Deze leden begrijpen uit de brief van de minister dat zij de doelstelling van het wetsvoorstel steunt, maar deze via afspraken uit het aanvullende Zorg- en Welzijnsakkoord wil bereiken. Is de minister het met deze leden eens dat het verstandiger zou zijn om eerst, het slagen van, die afspraken af te wachten voordat zij met het intrekken van deze wet het kind met het badwater weggooit? Zo nee, waarom niet? Kan de minister dan uitgebreid beschrijven 1) welke afspraken zij voornemens is te maken, 2) of er draagvlak is voor deze afspraken en 3) op welke wijze en welke termijn zij voornemens is uitvoering te geven aan deze afspraken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB hebben kennisgenomen van de reactie van de minister op verzoek van de commissie over een inhoudelijke en procesmatige toelichting op het intrekken van Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het bevorderen van zorgcontractering. Genoemde leden hebben geen vragen aan de minister.
Reactie van de minister
Ingediend tijdens de begrotingsbehandeling VWSā©ļø