[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport

Arbeidsomstandigheden

Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport

Nummer: 2024D45437, datum: 2024-11-21, bijgewerkt: 2024-11-22 14:33, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 25883 -515 Arbeidsomstandigheden.

Onderdeel van zaak 2024Z19099:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Datum 24 oktober 2024
Onderwerp Nader rapport inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuurĀ tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de inrichting van een register voor duikberoepen en enige andere wijzigingen

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 13 maart 2024, nr. 2024000657, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermeldeĀ ontwerp van een algemene maatregel van bestuur rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 17 april 2024, nr. W12.24.00051/III, bied ik U hierbij aan.

De tekst van het advies treft u hieronder cursief aan, voorzien van mijn reactie.

Bij Kabinetsmissive van 13 maart 2024, no.2024000657, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de inrichting van een register voor duikberoepen en enige andere wijzigingen, met nota van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het

ontwerpbesluit en adviseert het besluit te nemen.

De vice-president van de Raad van State

Th. C. de Graaf

Hoewel het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding gaf tot wijzigingen in het ontwerpbesluit, bleek die noodzaak wel uit een aanpassing van het Vuurwerkbesluit en de uitvoerings- en handhaafbaarheidstoets op de onderliggende wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling. Van de gelegenheid wordt daarom gebruik gemaakt om de volgende beperkte wijzigingen door te voeren in het ontwerpbesluit en de nota van toelichting:

1. In het Vuurwerkbesluit werd op enkele punten verwezen naar de certificatieverplichting voor het verrichten van arbeid met vuurwerk. Aan het ontwerpbesluit zijn aanpassingen van het Vuurwerkbesluit toegevoegd om de hiervoor genoemde verwijzingen te vervangen door verwijzingen naar de nieuwe registratieverplichtingen.

2. Voor zowel duikers als duikploegleiders is in de certificatieschemaā€™s een verplichting opgenomen om een logboek bij te houden met daarnaast voorschriften waaraan hun logboek moet voldoen. Voor duikers is de verplichting tot het bijhouden van een logboek tevens in het Arbeidsomstandighedenbesluit opgenomen, tezamen met enkele inhoudelijke eisen aan het logboek.

Voor duikploegleiders was dit echter niet het geval. Bijkomend gevolg was dat de Arbeidsinspectie daar in het geval van duikploegleiders niet op kon handhaven. Dit is gecorrigeerd door zowel voor duikers als duikploegleiders in het ontwerpbesluit de verplichting op te nemen een logboek bij te houden, waarbij de inhoudelijke eisen daaraan in de Arbeidsomstandighedenregeling worden opgenomen.

3. Het ontwerpbesluit bevat voorschriften die betrekking hebben op het verrichten van arbeid met explosieve stoffen, vuurwerk en duikarbeid. Er is aan de betreffende artikelen een bepaling toegevoegd om bij ministeriƫle regeling nadere regels te stellen met betrekking tot de betreffende arbeid. Eisen aan de arbeid die in een registratieschema zijn opgenomen, lenen zich niet voor handhaving door de Arbeidsinspectie. Dat is wel het geval indien deze worden opgenomen in de Arbeidsomstandighedenregeling.

4. Op grond van het ontwerpbesluit zou arbeid als vuurwerkbeziger alleen mogen worden verricht door personen die in het Register vuurwerkbezigers zijn geregistreerd dan wel door de Minister van Defensie zijn geregistreerd. Op basis van de huidige regels mogen deze werkzaamheden echter ook onder toezicht worden verricht, mits degene die het toezicht uitoefent over een certificaat beschikt. Omdat het niet de bedoeling is geweest de nieuwe regel strenger te maken dan de bestaande regel, is het ontwerpbesluit zo aangepast dat ook onder registratie de werkzaamheden als vuurwerkbeziger onder toezicht van een geregistreerde mogen worden verricht.

5. Het is op dit moment onduidelijk wanneer de registratieplichten voor de beoefenaars van duikberoepen en personen die arbeid verrichten met vuurwerk, in werking kunnen treden. Diverse registratieschemaā€™s zijn nog in bewerking en ook zijn nog niet alle Data Protection Impact Assessments nog niet gereed. Daarnaast is het onzeker wanneer er een beslissing kan worden genomen over het al dan niet omzetten van de bestaande certificatieplicht voor gasdeskundigen tankschepen naar een registratieplicht.

Gelet op deze onzekerheid is een wijziging van artikel 9.37d van het Arbeidsomstandighedenbesluit opgenomen in het ontwerpbesluit. Als gevolg van deze wijziging geldt de overgangsbepaling niet meer tot bepaalde data, maar totdat de registratieplichten voor duikarbeid en arbeid met vuurwerk in werking kunnen treden en, in het geval van de gasdeskundigen tankschepen, er een beslissing is genomen over het al dan niet invoeren van een registratieplicht in plaats van een certificatieplicht. Dit waarborgt dat de certificerende instellingen die reeds zijn aangewezen om certificaten te verstrekken ten behoeve van de hiervoor genoemde arbeid, hun werkzaamheden tot dat moment kunnen blijven verrichten.

6. In het ontwerpbesluit is tot slot het herstel van een kleine verschrijving opgenomen.

Ik bied U hierbij het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting aan en verzoek U overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

J.N.J. Nobel