[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Gewijzigd amendement van het lid Stultiens c.s. ter vervanging van nr. 4 over middelen voor het terugdraaien van voorgenomen bezuinigingen

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025

Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)

Nummer: 2024D45866, datum: 2024-11-25, bijgewerkt: 2024-11-25 12:27, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VIII-60 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025.

Onderdeel van zaak 2024Z19291:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2
Vergaderjaar 2024-2025
36 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Nr. 60 gewijzigd AMENDEMENT VAN het lid STULTIENS C.S. ter vervanging van dat gedrukt onder nr. 4
Ontvangen 25 november 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 01 Primair onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 11.869 (x € 1.000).

II

In artikel 03 Voortgezet onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 236.233 (x € 1.000).

III

In artikel 04 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 26.466 (x € 1.000).

IV

In artikel 06 Hoger beroepsonderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 523  (x € 1.000).

V

In artikel 07 Wetenschappelijk onderwijs worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 257.445  (x € 1.000).

VI

In artikel 08 Internationaal beleid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 231 (x € 1.000).

VII

In artikel 09 Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 22 (x € 1.000).

VIII

In artikel 11 Studiefinanciering worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 2.078 (x € 1.000).

IX

In artikel 12 Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 19 (x € 1.000).

X

In artikel 13 Lesgelden worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met €107 (x € 1.000).

XI

In artikel 14 Cultuur worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 759.919 (x € 1.000).

XII

In artikel 15 Media worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met €1.868 (x € 1.000).

XIII

In artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 54.576 (x € 1.000).

XIV

In artikel 25 Emancipatie worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met €750 (x € 1.000).

XV

In artikel 95 Apparaat Kerndepartement worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 15.462 (x € 1.000).

Toelichting

Het kabinet is voornemens om €2 miljard per jaar te gaan bezuinigen op de OCW-begroting (zie hieronder tabel 7 uit de OCW begroting). Hierdoor komen vele banen op de tocht te staan, wordt studeren minder toegankelijk voor mensen met een kleine portemonnee, neemt de kansenongelijkheid toe en dreigt een generatie aan wetenschappelijk talent weg te vallen. Dit amendement maakt deze bezuinigingen daarom volledig ongedaan. Indieners zijn van mening, net als vele experts, planbureaus en bedrijven dat bezuinigen op onderwijs, onderzoek en innovatie zeer onverstandig is en op de lange termijn meer geld kost dan het oplevert. Het gaat in 2025 om een bedrag van €610 miljoen en het loopt op tot €2,0 miljard in 2029.

Bedragen (x €1.000) 2025 2026 2027 2028 2029
Maatschappelijke diensttijd €152.735 €122.902 €184.363 €200.000 €200.000
Brede brugklassen €55.000 €210.000 €210.000 €210.000 €210.000
Alternatieve invulling sectorplannen hoger onderwijs en wetenschap €174.734 €174.734 €174.734 €174.734 €174.734
Apparaat rijksoverheid €20.296 €39.884 €58.310 €78.040 €86.164
Specifieke uitkeringen GF en PF €0 €81.261 €81.201 €81.201 €81.201
Functiemix Randstad €0 €75.000 €75.000 €75.000 €75.000
Gerichte keuzes OS €0 €8.511 €8.511 €8.511 €8.510
Non-ODA-middelen €731 €718 €844 €956 €3.214
Subsidies OCW €74.830 €138.338 €255.150 €316.543 €361.486
Verminderen internationale studenten €0 €29.000 €118.000 €209.000 €272.000
Hervorming NPO €0 €0 €100.000 €100.000 €100.000
OV-vergoeding buitenland studerenden €0 €4.000 €8.000 €14.000 €14.000
Langstudeerboete €0 €95.000 €285.000 €283.000 €282.000
Fonds Onderzoek & Wetenschap €131.929 €131.929 €131.929 €132.054 €132.054
Totaal €610.255 €1.111.277 €1.691.042 €1.883.039 €2.000.363

De dekking van dit amendement sluit aan bij de genoemde voorstellen uit de moties van Jetten, Timmermans, Bontenbal, Dijk, Ouwehand, Dassen, Van Baarle, Bikker bij de Algemene Politieke Beschouwingen 2024 (36.600, nr. 12 & nr. 13). Hierbij is goed gekeken naar de doorgerekende verkiezingsprogramma’s van partijen van links tot rechts.

De meeste dekkingsmaatregelen moeten worden meegenomen in het Belastingplan van volgend jaar en kunnen dus pas ingaan per 1 januari 2026. De overdekking voor de periode 2026-2028 kan middels kasschuiven worden ingezet voor de onderdekking in 2025. Structureel sluit de budgettaire dekking, waardoor dit amendement geen gevolgen heeft voor toekomstige overheidsfinanciën.

Budgettaire dekking: Structureel bedrag:
Tegengaan constructies om winstbelasting te ontwijken (verliesverrekening, kosten deelnemingen, afschaffen carry back) €0,8 miljard
Invoeren digitale dienstenbelasting, 5% over bruto-opbrengst. €0,5 miljard
Renteaftrekbeperking op 20% houden €0,4 miljard
Afschaffen vrijstellingen voor mineralogische en metallurgische procedés (fossiele subsidies) €0,2 miljard
Nieuwe artsen in loondienst en inkomen maximeren op WNT. €0,1 miljard.
Totaal: €2,0 miljard

Stultiens

Beckerman

Ergin

Kostić

Dassen

Pijpelink

Tseggai