Effecten van aflopen subsidies op kosten van levensonderhoud op Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2024D46356, datum: 2024-11-27, bijgewerkt: 2024-11-28 14:36, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 IV-26 Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z19519:
- Indiener: F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2024-11-28 14:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-11 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2024-12-11 14:00: Sociaal minimum Caribisch Nederland (Commissiedebat), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
Preview document (🔗 origineel)
36600 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025
Nr. 26 Brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2024
Op 22 en 23 oktober jl. vond het debat plaats met uw Kamer over de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025.1 Op 5 november jl. heb ik u geïnformeerd over een aantal appreciaties van moties, zoals toegezegd in de tweede termijn van dit debat. Middels deze brief informeer ik uw Kamer naar aanleiding van het informatieverzoek van het lid Ceder, inzake de invloed die het aflopen van de subsidies aan de kostenkant heeft op de levenskosten van de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Aan het eind van deze brief ga ik kort in op de amendementen die bij de begrotingsbehandeling door uw Kamer zijn ingediend.
Tijdelijke en structurele subsidies kosten van levensonderhoud
Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn er verschillende structurele en tijdelijke subsidies om de kosten van levensonderhoud op de eilanden te verlagen. Deze subsidies verschillen van aard en omvang, zo zijn ze bijvoorbeeld verschillend gericht aan de eindgebruiker of aan de aanbieders, of zijn ze generiek of inkomensafhankelijk. Uiteindelijk hebben alle subsidies als doel de bestaanszekerheid van de inwoners van de eilanden te versterken.
Voor 2024 heeft het kabinet met de Miljoenennota 2024 een aantal aanvullende maatregelen genomen die gericht waren op het verhogen van het besteedbaar inkomen en het verlagen van de kosten van levensonderhoud. Een deel van deze maatregelen zijn structureel (zoals het verhogen van het minimumloon, de uitkeringen en kinderbijslag, de middelen voor openbaar vervoer en de verlaging van de werkgeverspremies). Ook de tijdelijke aanvullende subsidie op telecom loopt in 2025 door. Een aantal aanvullende subsidies op elektra, drinkwater en de energietoelage voor minimahuishoudens zijn tijdelijk. De verschillende subsidies worden conform het informatieverzoek van het lid Ceder hieronder nader toegelicht.
Telecom
Om de betaalbaarheid van vast internet op langere termijn te verbeteren, is de eerdere incidentele subsidie van het Ministerie van Economische Zaken (EZ) voor vast internet in 2023 omgezet naar een structurele subsidie. Dit betreft $ 25 per aansluiting per abonnement op Bonaire en $ 35 per aansluiting per abonnement op Sint Eustatius en Saba. Hier is structureel dekking voor.
Met het koopkrachtpakket van de Miljoenennota 2024, zijn de tarieven voor 2024 incidenteel verder verlaagd met $ 15 per maand voor alle drie de eilanden. De minister van EZ zal de subsidie voor 2025 continueren. Hiermee is een bedrag van € 2,5 miljoen gemoeid.
Energietoelage
SZW heeft in 2022 en 2023 middelen beschikbaar gesteld voor gerichte ondersteuning aan huishoudens met een minima-inkomen via een energietoelage. Dit naar analogie van de regeling die in Europees Nederland van toepassing was. In Caribisch Nederland is er echter voor gekozen om de tegemoetkoming toe te kennen als een voorziening in natura, door het toekennen van een krediet aan huishoudens met een laag inkomen bij de energieleverancier. Dit betreft een eenmalige toekenning per jaar voor het totaalbedrag van $ 1.300 per huishouden. De energieleverancier saldeert dit krediet op de rekening van het huishouden en het is daardoor afhankelijk van het verbruik van het desbetreffende huishouden hoe lang het krediet meegaat.
Met het koopkrachtpakket van de Miljoenennota 2024, is de energietoelage in 2024 voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba gecontinueerd. De subsidie loopt eind dit jaar af. De concrete gevolgen per maand zijn dus gebruikersafhankelijk, maar gemiddeld gezien betekent het aflopen van de toelage voor minimahuishoudens een achteruitgang van zo’n $ 108 per maand. Aangezien de toekennings- en uitgavencycli van de toelage niet synchroon lopen met de begrotingsjaren is een besluit over de continuering van deze maatregel in de loop van 2025 geen belemmering.
Elektra
De kosten voor elektra bestaan uit vaste maandelijkse kosten voor het netgebruik en een variabele prijs voor hoeveel energie er gebruikt wordt. Omdat de eilanden geen schaalvoordelen hebben, kost het onderhouden en uitbreiden van de elektriciteitsnetten meer dan in Europees Nederland. Daarom subsidieert het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) sinds 2014 structureel de vaste netkosten naar het niveau van Europees Nederland. De gemiddelde vaste netkosten in Europees Nederland waren in 2024 $ 35,15 per maand. Deze subsidie wordt voortgezet. Daarnaast investeert het ministerie van Klimaat & Groene Groei (KGG) ad hoc in energieverduurzamingsprojecten. Deze investeringen leiden op de lange termijn tot kostenverlagende effecten.
Van 2020 tot en met 2023 zijn de vaste netkosten tijdelijk aanvullend verlaagd naar $ 0 als crisismaatregelen in het kader van corona en daarna het energieplafond. Met het koopkrachtpakket van de Miljoenennota 2024, is deze verlaging tijdelijk voortgezet tot 2025 met als doel armoedebestrijding, daarom alleen voor kleine aansluitingen (huishoudens). Daarnaast geldt dat het nettarief net als in Europees Nederland het komende jaar waarschijnlijk zal stijgen.
Samengevat stijgen de netwerktarieven voor elektra in 2025 als gevolg van deze kabinetsmaatregelen in totaal waarschijnlijk met $ 40 per maand.
Drinkwater
Vanwege de kleinschaligheid en dure processen om drinkwater uit zeewater te maken, zijn de kosten voor drinkwater op Bonaire, Sint Eustatius en Saba hoog. Om de inwoners tegemoet te komen in de kosten van drinkwater, is er de afgelopen jaren door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een subsidie verleend om de maandelijkse vaste drinkwatertarieven (Bonaire en Sint Eustatius) en de prijs van gebotteld of per as getransporteerd drinkwater (Saba) structureel te verlagen. Dit heeft er toe geleid dat het vaste tarief voor drinkwater op Bonaire en Sint Eustatius verlaagd is naar ongeveer $ 7,50 per maand (in plaats van het werkelijke tarief van respectievelijk $ 47 en $ 95). Voor Saba is de prijs van 3 en 5 gallon flessen verlaagd van resp. ongeveer $ 16 en $ 19 naar $ 2,50 en $ 3,25. Het ministerie van IenW subsidieert verder ook incidenteel investeringen in de drinkwatervoorziening van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit werkt ook door in de drinkwatertarieven.
Met het koopkrachtpakket van de Miljoenennota 2024 is de subsidie eenmalig voor 2024 aangevuld om de vaste kosten voor drinkwater met 40-50% te verlagen ten opzichte van de reeds gesubsidieerde tarieven. Naast het niet continueren van deze subsidie wordt (als gevolg van de algemene afspraak in het regeerakkoord over korting op structurele subsidies) in 2025 de subsidie met 4,3% gekort (oplopend tot 25,9% in 2029).
De tarieven van drinkwater stijgen in 2025 als gevolg van deze kabinetsmaatregelen in totaal met minimaal $ 6 per maand, naast de verwachte autonome stijging van de vaste tarieven.
Met het in beeld brengen van de impact van het wegvallen van subsidiegeld op de drinkwatertarieven wordt invulling gegeven aan de toezegging in het WGO Water van 18 november jl. van het lid Soepboer van NSC (TZ 202411-062).
Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de kosten voor nutsvoorzieningen in 2025 zullen stijgen met minimaal $ 40 per maand voor elektra en $ 6 per maand voor drinkwater. Aangezien de maatregel met betrekking tot telecom wordt gecontinueerd in 2025 en het moment van besluitvorming geen effect heeft op de energietoelage, is het kabinet van mening dat de gevolgen van het aflopen van de tijdelijke subsidie maatregelen zoveel als mogelijk beperkt zijn.
Omdat het kabinet voornemens is gericht de minima te ondersteunen, neemt het kabinet in de afweging mee of en hoe de resterende koopkrachtmiddelen op de aanvullende post voor volgend jaar het efficiëntst kunnen worden ingezet2.
Negatieve gevolgen van de amendementen
Het lid Ceder heeft een tweetal amendementen ingediend die beide tot doel hebben om een bedrag van € 7 miljoen respectievelijk € 9 miljoen over te hevelen naar het BES-fonds3. Zoals in het debat is aangegeven, ontraad ik beide amendementen. Het kabinet heeft zoals hiervoor is aangegeven al extra middelen gereserveerd voor gerichte maatregelen voor het verbeteren van bestaanszekerheid in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Nadere besluitvorming hierover zal in het voorjaar plaatsvinden. Voor nu kan ik aangeven dat we daarbij bezien in hoeverre we de koopkrachtmiddelen voor volgend jaar kunnen inzetten om de tijdelijke maatregelen aan de kostenkant te verlengen.
De middelen in het BES-fonds zijn vrij besteedbaar. De in 2025 aflopende tijdelijke subsidies aan nutsvoorzieningen worden niet bekostigd vanuit het BES-fonds (met uitzondering van de energietoelage), maar vanuit de verschillende departementale begrotingen. Het geld overhevelen naar het BES-fonds biedt daarmee geen oplossing. Ik merk hierbij nog op dat voor de energietoeslag een bedrag nodig is van € 5 miljoen euro (en geen € 7 miljoen euro) en dat besluitvorming hierover in het voorjaar geen effect heeft op de inwoners van Caribisch Nederland.
Voor wat betreft het amendement dat ertoe strekt €7 miljoen te verplaatsen van artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur merk ik nog het volgende op.
De middelen op dit artikel zijn in feite alle beleidsmiddelen ten aanzien van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze middelen zijn beschikbaar voor goed bestuur en rechtszekerheid, integriteit, toezicht en handhaving, toekomstbestendige overheidsfinanciën, datavorming en monitoring en het stimuleren van economische zelfredzaamheid in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Dit budget weghalen maakt het uitvoeren van de ambities uit de beleidsagenda onmogelijk.
Ik wijs tenslotte nog op de gevolgen van het aannemen door de Tweede Kamer van het amendement Grinwis op het Belastingplan BES-eilanden 2025 (36 604, nr. 11 Grinwis c.s.). Als gevolg hiervan is de koppeling tussen het wettelijk minimumloon en de belastingvrije som ten minste tot 2026 uitgesteld. Dit leidt ertoe dat hogere inkomens op de BES erop vooruitgaan, terwijl de minima meer belasting verschuldigd zullen worden. Het gaat, met de thans bekende bedragen om USD 95 per jaar extra belasting op Bonaire, USD 133 per jaar op Sint Eustatius en USD 65 per jaar op Saba. Dit amendement heeft overigens ook als gevolg dat geen uitvoering wordt gegeven aan de vorig jaar aangenomen motie Grinwis c.s. (36 418, nr. 86) die juist aanmoedigde om de belastingvrije som aan het wettelijk minimumloon te koppelen.
Wat betreft het amendement van lid Eerdmans c.s.4 wil ik benadrukken dat ik de bestaande afspraken conform de beleidsdoelstellingen in begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) zal uitvoeren. Dat gaat zowel om het € 200 miljoen fonds als om de afspraken die zijn gemaakt met de Koninklijke Marechaussee (KMar). Dit betekent dat BZK de 74 vte bij de KMar zal bekostigen, mits de KMar deze capaciteit ook daadwerkelijk kan leveren. De € 800.000 waar het amendement op toeziet zijn uitvoeringskosten die nodig zijn om uitvoering te kunnen geven aan de €66 miljoen op de Koninkrijksrelaties begroting (vanuit het € 200 miljoen fonds), bijvoorbeeld het uitvoerende programmateam. Dit waarborgt dat het proces goed verloopt in de uitvoering. Verschuiving van deze middelen van artikel 2 naar artikel 1 is daarmee eigenlijk niet nodig, omdat ik ook zonder dit amendement de bestaande afspraken zal naleven.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. Szabó