Appreciatie van de amendementen ingediend tijdens de begrotingsbehandeling Klimaat en Groene Groei
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2024D46472, datum: 2024-11-27, bijgewerkt: 2024-11-28 15:28, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 XXIII-62 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z19572:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- 2024-12-03 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-10 16:35: Procedurevergadering commissie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Preview document (🔗 origineel)
36 600 XXIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (XXIII) voor het jaar 2025
Nr. 62 Brief van de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2024
In de begrotingsbehandeling van het ministerie van Klimaat en Groene Groei is een vijftal amendementen ingediend om middelen van de begroting van het Klimaatfonds (Kamerstuk 36 6600 XXII, nrs. 53, 54, 58 en 59) en van de begroting van KGG (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 60) over te hevelen naar de begroting van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. In deze brief wordt u de appreciaties voorgelegd.
Amendement van het lid Beckerman (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 53) verzoekt in artikel 2 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit van de departementale begrotingsstaat het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag te verhogen met € 70.000 (€ 1.000). Het amendement beoogt een meerjarige financiering in te stellen voor FIX-brigades in iedere Nederlandse gemeente gedurende de komende vijf jaar.
Dit amendement wordt onraden.
De dekking wordt ontraden vanwege de overlap met lopend en gepland beleid. Fixbrigades doen goed werk in slecht gerenoveerde woningen: ze geven advies, brengen kleine energiebesparende maatregelen aan en pakken ook andere klussen op. Op dit moment worden deze vooral gefinancierd uit de landelijke specifieke uitkering Aanpak Energiearmoede. Tot en met 2025 hebben gemeenten hier gemiddeld genomen nog voldoende middelen voor en een extra claim voor 2025 is niet nodig. We zien echter bij gemeenten de behoefte aan structureel beleid. Voor 2026 en daarna moet nog besluitvorming plaatsvinden. Hiervoor zou een integrale behandeling wenselijk zijn, waarbij andere coach-, klus-, en fixteams en Energieloketten samenwerken bij voorkeur vanuit één loket. Daarom wordt op dit moment uitgewerkt hoe we vorm geven aan de verplichting van een one stop shop vanuit de Europese richtlijn Energy Performance of Building Directive IV (EPBD). Hierin zullen bestaande initiatieven waaronder energiecoaches en -fixers samenwerken met o.a. energieloketten onder de paraplu van een integraal ondersteuningsloket: het Energiehuis. Zo wordt opgedane ervaring en bestaande kennis gebruikt en gebundeld en worden deze partijen in staat gesteld te doen waar ze goed in zijn: mensen ondersteunen die dat nodig hebben. Ook is het dan voor de huiseigenaren duidelijk waar ze naartoe moeten voor ondersteuning.
De dekking wordt daarnaast vanuit de Klimaatfondsbegroting ontraden.
De middelen voor kernenergie zijn nodig om de kabinetsdoelen voor kernenergie te halen en de energiedoelen binnen bereik te houden. Het realiseren van 4 kerncentrales is een opgave uit het Hoofdlijnenakkoord.
Met minder middelen zijn de kabinetsdoelen voor kernenergie onhaalbaar en raken ook de energiedoelen verder buiten bereik. Kernenergie vraagt hoge investeringen vooraf.
Amendement van het lid Beckerman (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 54) verzoekt in artikel 2 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit van de departementale begrotingsstaat het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag te verhogen met € 300.000 (x € 1.000). Het amendement beoogt 300 miljoen euro vrij te maken voor het versneld verduurzamen van woningen met energielabel E, F of G, met een bijzondere focus op huurders die te maken hebben met energiearmoede.
Dit amendement wordt ontraden.
Het kabinet zet in op een betaalbare energierekening. Energiebesparing via isolatie en duurzame installaties is daarvoor een heel belangrijke basis. Dit amendement beoogt het versneld verduurzamen van woningen met energielabel E, F of G met een bijzondere focus op huurders die te maken hebben met energiearmoede. Afspraken met woningcorporaties zorgen ervoor dat uiterlijk in 2028 alle EFG-woningen aangepakt worden. De woningcorporaties zijn hiermee goed op weg. Met woningcorporaties worden de Nationale Prestatieafspraken op het moment herijkt, waarbij het uitfaseren van EFG-labels onverminderd voortgezet wordt.
Verder werken we voor de gehele huursector de maatregel uit het regeerprogramma uit om per 2029 de EFG labels van alle huurwoningen uit te faseren. In 2022 en 2023 is 550 miljoen euro uitgetrokken voor de aanpak van energiearmoede en hiermee zijn in (ongeveer) alle gemeenten kleinere energiebesparende maatregelen genomen met direct effect op de energierekening. Deze gelden komen bovenop overige verduurzamingsinstrumenten zoals het Nationaal Isolatieprogramma (NIP), het Warmtefonds en subsidies zoals de SVVE, de SVOH en de ISDE. Hierbij is veel aandacht voor verbetering van de slechtste energielabels van met name mensen met lagere inkomens. De uitvoering van het NIP, met daarin de nadruk op verduurzamen van woningen met slechte labels, is in volle gang.
Daarnaast wordt dekking vanuit de Klimaatfondsbegroting ontraden. Zie daartoe bovenstaande redenering bij het amendement lid Beckerman (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 53).
Amendement van het leden Kröger en Mohandis (Kamerstuk 36600 XXII, nr. 62) verzoekt in artikel 2 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 57.000 (x € 1.000). Met dit amendement beoogt de indiener om sportverenigingen toegang te geven tot de DUMAVA gelden. Indiener kiest via deze weg in plaats van het verhogen van de BOSA omdat indiener met dit amendement specifiek geld wil vrijmaken voor verduurzaming van sportverenigingen.
Dit amendement wordt ontraden.
Geoormerkt geld in de DUMAVA is onwenselijk, omdat dit de kans vergroot op restbudgetten. Dit is geen efficiënte manier om een regeling uit te voeren. Daarnaast creëert het een rechtsongelijkheid richting andere aanvragers van de DUMAVA, zoals buurthuizen, scholen, gehandicaptenzorg, etc.
Daarnaast wordt dekking vanuit de Klimaatfondsbegroting ontraden. Zie daartoe bovenstaande redenering bij het amendement lid Beckerman (Kamerstukken II, 36600, nr. 53).
Amendement van het lid Kröger (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 59) verzoekt in artikel 2 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit van de departementale begrotingsstaat het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag te verhogen met € 300.000 (x € 1.000).
Dit amendement wordt ontraden.
Dit kabinet zet reeds in op de isolatieaanpak. Dit kabinet is voorstander van het investeren in de lokale aanpak van het Nationaal Isolatieprogramma (NIP). Het levert CO2 besparing en een lagere energierekening op bij huishoudens. Gemeenten geven via de lokale aanpak van het NIP woningeigenaren die dit het hardste nodig hebben extra ondersteuning, van advies en begeleiding tot totaalontzorging en extra subsidies bovenop de landelijk beschikbare subsidies.
Met de huidige middelen in de lokale aanpak worden reeds 750.000 woningeigenaren en bewoners van VvE’s met minimaal één isolatiemaatregel geholpen. Hiervoor is al circa 1,6 miljard euro beschikbaar, waarvan het laatste deel volgend jaar aan gemeenten wordt verstrekt. Gemeenten hebben tot en met 2030 om de middelen te besteden en de woningen te isoleren.
Gemeenten worden reeds aangemoedigd om te beginnen met de isolatieaanpak in de wijken waar energiearmoede het meeste voorkomt en collectieve aanpakken te ontwikkelen. Hierbij kunnen ook aanpakken voor gebouwen met dezelfde kenmerken worden ontwikkeld, in een contingentenaanpak.
Daarnaast wordt dekking vanuit de Klimaatfondsbegroting ontraden. Zie daartoe bovenstaande redenering bij het amendement lid Beckerman (Kamerstukken II, 36600, nr. 53).
Amendement van de leden Rooderkerk en Postma (Kamerstuk 36 600 XXII, nr. 60) verzoekt in artikel 2 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit van de departementale begrotingsstaat het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag te verhogen met € 10.000 (x € 1.000). Met deze middelen kunnen lokale samenwerkingen worden opgezet tussen gemeenten, buurtverenigingen, werkbedrijven en welzijnsorganisaties. Dit draagt bij aan een effectieve aanpak van energiearmoede door middel van coaching en fixing. De hulp wordt gratis aangeboden aan gemeenten en richt zich specifiek op huishoudens met een hoge energiearmoede.
Dit amendement is oordeel Kamer.
Het amendement draagt bij aan bestaande beleidsdoelen. Het kabinet ziet de grote waarde die lokaal gewortelde energiehulporganisaties hebben gebracht in de afgelopen jaren en met name in de crisistijd. Ook wordt geconstateerd dat organisaties die van onderop zijn ontstaan de uitdaging hebben om grotere projecten uit te voeren voor gemeenten omdat ze moeite hebben om bijvoorbeeld aan aanbestedingsvoorwaarden te voldoen. Als dit amendement wordt aangenomen zal het ministerie in gesprek met de sector zoeken naar hoe deze middelen het beste ingezet kunnen worden om lokale initiatieven zo goed mogelijk te ondersteunen.
In de Kamerbrief vanuit de minister van Klimaat en Groene Groei wordt de onderbouwing voor de appreciatie van de tegenhanger (amendement Kamerstuk 36 600 XIII, nr.58) nader toegelicht.
De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
M.C.G. Keijzer